Organisatie | Westland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels voor graven, asbezorging en gedenkplaatsen op begraafplaatsen in de gemeente Westland |
Citeertitel | Regels voor de graven, asbewaring en gedenkplaatsen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | openbare gezondheid, veiligheid en zedelijkheid |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2005 | nieuwe regeling | 21-12-2004 Het Hele Westland | besluitenlijst b&w d.d. 21-12-2004, nr. 5.4.4 |
Dit uitvoeringsbesluit verstaat onder:
begraafplaats: debegraafplaatsen in de kernen:
- 's-Gravenzande Begraafplaats Beukenhage;
- De Lier Algemene Begraafplaats;
- Naaldwijk Gemeentelijke Begraafplaats;
- Maasdijk Algemene Begraafplaats;
- Wateringen Algemene Begraafplaats;
- Monster Rustplaats Molenlande;
eigen graf: een graf, een grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
- het doen begraven en begraven houden van lijken;
- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
- het doen verstrooien van as;
eigen kindergraf:een graf, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven van een lijk van een kind tot ten hoogste 12 jaar;
algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;
algemeen kindergraf:een graf, bij de gemeente in beheer, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van een lijk van een kind tot ten hoogste 12 jaar;
algemeen foetusgraf: een graf, bij de gemeente in beheer, waarin aan een ieder de gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van een foetus van een kind tot ten hoogste 24 weken;
urnengrafterrein(en):(een) aangewezen gedeelte(n) van de begraafplaats waar in de daartoe gesitueerde graven één asbus met of zonder urn kan worden bijgezet en bijgezet kan worden gehouden;
eigen urnengraf: een graf, een grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon voor bepaalde of onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:
- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
- het doen verstrooien van as;
algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van (een) asbus(sen), met of zonder urn(en);
columbarium:een muur met nissen waarin asbussen met of zonder urn kunnen worden bijgezet;
eigen urnennis: een nis, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
algemene urnennis: een nis bij de gemeente in beheer, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het bijzetten en bijgezet worden van asbus(sen) met of zonder urn(en);
urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;
asbus: een hermetisch gesloten bus ter berging van as van een overledene;
verstrooiingsplaats: een permanent daartoe bestemd terrein waarop verstrooiing van as kan plaatsvinden;
grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf, een verstrooiingsplaats of een gedenkplaats;
gedenkplaats: een plaats, ingericht om zonder begraving of asbezorging een overledene te gedenken met een gedenksteen;
beheerder(s): de ambtena(a)r(en), die belast is/zijn met de dagelijkse zorg van de begraafplaats of degene die hem vervangt;
rechthebbende: degene aan wie een uitsluitend recht op een graf of een urnennis is verleend;
verschuldigde rechten: het te betalen bedrag voor het gebruik van de begraafplaats en de afzonderlijke faciliteiten.
Artikel 2 Indeling en uitgifte van de graven
De algemene graven worden onderverdeeld in:
a. graven, waarin de gelegenheid wordt gegeven om twee/drie lijken (afhankelijk van de begraafplaats) te begraven voor de tijd van 10 jaar;
b. kindergraven, waarin de gelegenheid wordt gegeven om twee/drie lijken (afhankelijk van de begraafplaats) te begraven van kinderen tot ten hoogste 12 jaar voor de tijd van 10 jaar;
c. een foetusgraf waarin de gelegenheid wordt gegeven een foetus van een kind te doen begraven van ten hoogte 24 weken.
De eigen graven worden onderverdeeld in:
a. graven, uitgegeven voor de tijd van ten hoogste 30 jaren, bestemd voor het begraven van ten hoogste twee/drie lijken (afhankelijk van de begraafplaats) dan wel het plaatsen van twee/drie asbussen met of zonder urnen of het verstrooien van de as van twee/drie overledenen;
b. kindergraven, uitgegeven voor de tijd van ten hoogste 40 jaren, bestemd voor het begraven van ten hoogste twee/drie lijken (afhankelijk van begraafplaats) van een kind tot ten hoogste 12 jaar dan wel het plaatsen van twee/drie asbussen met of zonder urnen of het verstrooien van de as van twee/drie overledenen;
c. grafkelder, uitgegeven voor de tijd van ten hoogste 30 jaren, bestemd voor het begraven van ten hoogste drie lijken, dan wel het plaatsen van drie asbussen met of zonder urnen.
De eigen urnennissen worden onderverdeeld in:
a. urnennissen, uitgegeven voor de tijd van ten hoogste 10 jaren, bestemd voor het daarin bijzetten van één asbus met of zonder urn;
b. urnennissen, uitgegeven voor de tijd van ten hoogste 10 jaren, bestemd voor het daarin bijzetten van ten hoogste twee asbussen met of zonder urnen.