Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Westland

regeling betreffende de ambtelijke organisatie van de Gemeente Westland

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Westland
Officiële naam regelingregeling betreffende de ambtelijke organisatie van de Gemeente Westland
CiteertitelOrganisatieregeling gemeente Westland
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerpde ambtelijke organisatie van de gemeente

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Regeling heeft terugwerkende kracht.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 103
  2. Gemeentewet, art. 106
  3. Gemeentewet, art. 160

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201101-01-2011intrekking

07-12-2010

Gemeenteblad Westland, 23-12-2010

2010, 51
23-02-200801-01-200801-01-2011nieuwe regeling

12-02-2008

Gemeenteblad Westland 2008, nr. 9 d.d. 22-02-2008

Besluitenlijst b&w d.d. 12-02-2008, nr. 6.4.1

Tekst van de regeling

Intitulé

regeling betreffende de ambtelijke organisatie van de Gemeente Westland

Het college van Westland,

Gelet op de artikelen 103, 106 en 160 van de Gemeentewet;

BESLUIT:

Vast te stellen de

regeling betreffende de ambtelijke organisatie van de Gemeente Westland

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. concernplan: het sturingsinstrument voor de directie opgesteld mede op basis van de programmabegroting, waarin de beoogde inzet voor het realiseren van de productenraming wordt uitgewerkt in concernkaders voor de bedrijfsvoering en op concernniveau wordt vertaald in termen van geld en capaciteit;

b. afdelingsplan: het sturingsinstrument voor de afdelingshoofden opgesteld op basis van de productenraming en het concernplan, waarin de activiteiten en middelen op afdelingsniveau en de relatie met de andere afdelingen wordt weergegeven;

c. programma: een samenhangend geheel van activiteiten, waarin wordt beschreven de doelstelling, in het bijzonder de beoogde maatschappelijke effecten, de wijze waarop ernaar zal worden gestreefd die effecten te bereiken en de raming van baten en lasten;

d. concernkader: een door de directie vastgestelde aanwijzing, richtlijn of instructie voor de bedrijfsvoering.

HOOFDSTUK 1 STRUCTUUR VAN DE AMBTELIJKE ORGANISATIE

Artikel 2 Doel en uitgangspunt van de ambtelijke organisatie

De ambtelijke organisatie van de gemeente is gebaseerd op het directiemodel en heeft tot doel het gemeentebestuur en zijn organen bij de uitoefening van hun taken te ondersteunen en zorg te dragen voor een adequate dienstverlening aan de burger. Integraal management is hierbij uitgangspunt.

Artikel 3 Inrichting en hoofdstructuur van de ambtelijke organisatie

De ambtelijke organisatie wordt aangestuurd door een directie en bestaat uit de volgende ondersteunende afdelingen:

a. Bestuurs- en managementondersteuning;

b. Financiën;

c. Interne Dienstverlening,

en de volgende vakafdelingen:

d. Publiekszaken;

e. Ruimte, bouwen en Milieu;

f. Maatschappelijke Ontwikkeling;

g. Planontwikkeling;

h. Beheer Openbare Ruimte;

i. Inrichting Openbare Ruimte;

j. Veiligheid, Handhaving en Brandweerzorg;

De ambtelijke organisatie kent verder de volgende organisatorische eenheden:

k. Concerncontrol;

l. Projectbureau.

Artikel 4 Inrichting van de directie
  • 1. De directie is samengesteld uit directeuren, waaronder de algemeen directeur.

  • 2. De directie verdeelt onderling haar taken.

  • 3. De algemeen directeur treedt op als voorzitter van de directie.

Artikel 5 Hoofdtaken van de directie
  • 1. De directie ontwikkelt en ziet toe op de correcte naleving van concernkaders.

  • 2. De directie coördineert en bewaak de gemeentebrede (strategische) beleidsontwikkeling en beleidsuitvoering.

  • 3. De directie bevordert en bewaakt de samenhang binnen de organisatie.

  • 4. De directie bevordert en bewaakt de bestuurlijk-ambtelijke samenwerking.

  • 5. De directie bevordert het functioneren van de organisatie.

  • 6. De directie legt als houder van de programma's verantwoording af en rapporteert hierover aan het college en is eindverantwoordelijk voor de opstelling van de programmabegroting en de productenraming.

  • 7. De directie stelt jaarlijks een concernplan vast.

  • 8. De eindverantwoordelijkheid voor het functioneren van de ambtelijke organisatie als geheel en de integrale bedrijfsvoering berust bij de directie. De directie kan richtlijnen en aanwijzingen geven aan de afdelingshoofden en aan de concerncontroller om de kwaliteit en de samenhang van de organisatie te verzekeren.

Artikel 6 Inrichting van de afdelingen
  • 1. De afdelingen zijn onder andere samengesteld uit teams. Een team vormt een organisatie-eenheid binnen een afdeling met een vastomlijnd aantal taakvelden.

  • 2. De directie kan de taakvelden en de toedeling daarvan aan de afdelingen nader preciseren en daartoe aanwijzingen geven.

  • 3. Afdelingshoofden kunnen met inachtneming van de bestaande hoofdstructuur, zoals omschreven in artikel 3 van deze regeling, wijzigingen aanbrengen in de samenstelling van de afdelingen. Deze besluiten dienen binnen het kader van het vastgestelde loonbudget te passen en gebaseerd te zijn op bestaande organieke functiebeschrijvingen.

Artikel 7 Hoofdtaken van de afdelingen
  • 1. De afdelingen zijn belast met de zorg voor beleidsontwikkeling, de -voorbereiding, de -uitvoering en de -evaluatie van de aan hen toebedeelde taakvelden en producten.

  • 2. De afdelingen stellen jaarlijks een afdelingsplan op. Het afdelingsplan wordt voor de aanvang van het desbetreffende begrotingsjaar vastgesteld door de directie voor dat deel dat voortvloeit uit het concernplan.

Artikel 8 Inrichting concerncontrol

De concernstaf is samengesteld uit een hoofd en concerncontrollers.

Artikel 9 Hoofdtaken concerncontrol

Concerncontrol ondersteunt en adviseert de directie bij het opstellen van concernkaders en de uitoefening van concerncontrol. Voor de hoofdtaken van het hoofd wordt verwezen naar artikel 17 van deze regeling.

Artikel 10 Inrichting projectbureau

Het projectbureau is samengesteld uit projectleiders en/of programmaleiders en/of adviseurs.

Artikel 11 Hoofdtaken projectbureau
  • 1. Het projectbureau ondersteunt de directie bij het ambtelijk opdrachtgeverschap van bestuurlijke/strategische projecten en/of programma's.

  • 2. De projecten en/of programma's die in het projectbureau worden geleid hebben een strategisch en afdelingsoverstijgend karakter en een grote mate van complexiteit en politiek-bestuurlijk gewicht.

HOOFDSTUK 2 SECRETARIS/ALGEMEEN DIRECTEUR

Artikel 12 Hoofdtaken
  • 1. De secretaris/algemeen directeur is verantwoordelijk voor de algehele ondersteuning van de bestuursorganen en als hoofd van de ambtelijke organisatie direct verantwoording schuldig aan het college.

  • 2. De secretaris/algemeen directeur is als voorzitter van de directie, eindverantwoordelijk voor het functioneren van de directie en is het eerste aanspreekpunt voor het college ten aanzien van het algemeen functioneren van de organisatie.

  • 3. De secretaris/algemeen directeur is de eerste adviseur van het college en in dat kader verantwoordelijk voor:

    a. de voorbereiding van de vergaderingen van het college;

    b. het zorgdragen voor het vastleggen van de besluitvorming in de vergadering van het college en terugkoppeling daarvan naar de ambtelijke organisatie.

    c. het toezien op de uitvoering van genomen besluiten en het zo nodig initiëren van nader overleg over uitvoeringsaspecten.

  • 4. De secretaris/algemeen directeur ondersteunt, in afstemming en samenwerking met de raadsgriffier, het samenspel tussen het college en de raad.

  • 5. Bij afwezigheid van de secretaris/algemeen directeur worden de specifieke taken van de gemeentesecretaris waargenomen door de eerste loco-secretaris of bij afwezigheid hiervan de tweede loco-secretaris.

Artikel 13 Bevoegdheden
  • 1. De secretaris/algemeen directeur heeft als zodanig de aan hem bij wet- en regelgeving toebedeelde bevoegdheden.

  • 2. De secretaris/algemeen directeur kan richtlijnen en aanwijzingen geven voor het goed functioneren van de gehele ambtelijke organisatie.

  • 3. De secretaris/algemeen directeur draagt er zorg voor dat afdelingshoofden bij de voorbereiding van voorstellen voor het college toezien op:

    a. de tijdigheid, de juistheid, de volledigheid en de kwaliteit van de gegeven informatie;

    b. de rechtmatigheid, de doelmatigheid en doeltreffendheid;

    c. de organisatorische consequenties.

Artikel 14 Ondersteuning college en burgemeester
  • 1. De secretaris/algemeen directeur draagt zorg voor een doelmatige ondersteuning, informatievoorziening en advisering van het college en de individuele leden van het college.

  • 2. De secretaris ziet toe op een volledige, tijdige en geïntegreerde advisering aan het college en aan de burgemeester als zelfstandig gemeentelijk bestuursorgaan.

  • 3. De secretaris zorgt gevraagd en ongevraagd voor informatie die voor de burgemeester noodzakelijk is om zijn functie als zelfstandig bestuursorgaan en als voorzitter van het college goed te kunnen vervullen.

Artikel 15 Ambtelijke coördinatie
  • 1. Met het oog op eenheid van beleid ziet de secretaris/algemeen directeur toe op de coördinatie van de ambtelijke adviezen en de uitvoering van besluiten.

  • 2. Voor de uitvoering van het genoemde in het eerste lid van dit artikel toetst de secretaris ambtelijke adviezen.

  • 3. Als het advies niet voldoet aan de door hem gestelde eisen, zal hij het advies, met vermelding van zijn bevindingen, niet doorgeleiden naar het college en terugsturen naar de verantwoordelijke organisatorische eenheid.

HOOFDSTUK 3 OVERIGE FUNCTIONARISSEN

Artikel 16 Directeur
  • 1. De directeur geeft leiding aan de hem/haar toegewezen afdelingshoofden en kan aanwijzingen en richtlijnen geven voor het goed functioneren van de afdelingen en/of organisatorische eenheden.

  • 2. De directeur geeft als opdrachtgever leiding aan de aan hem/haar toebedeelde strategische projecten en/of programma's.

  • 3. De directeur zorgt voor de voorbereiding en het management van de uitvoering van de hem/haar opgedragen onderdelen van het concernplan.

  • 4. De directeur is lid van de directie en legt als zodanig verantwoording af aan de algemeen directeur.

  • 5. De directeur informeert de overige leden van de directie over relevante aangelegenheden.

  • 6. De directeur adviseert mede en ondersteunt het college en de individuele leden van het college over strategische en bestuurlijke kwesties en rapporteert tussentijds.

  • 7. De directeur initieert, ontwikkelt, evalueert en stelt mede bij de visie, doelen en strategie van de ambtelijke organisatie conform op te stellen concernplan en bewaakt mede de kaders van het concernplan.

Artikel 17 Hoofd Concerncontrol
  • 1.

    Het hoofd Concerncontrol is organisatorisch ondergeschikt aan de directie en geeft leiding aan de concerncontrollers.

  • 2.

    Het hoofd werkt in opdracht van en ter ondersteuning van het college en de directie bij zijn/haar adviserende en toetsende taak, maar is onafhankelijk in zijn oordeel.

  • 3.

    Het hoofd is verantwoordelijk voor:

    a. de ontwikkeling van concerncontrol;

    b. de ontwikkeling van het plannings- en controlinstrumentarium en het zorgdragen voor de instandhouding daarvan;

    c. het toetsen van de opzet en de werking van de administratieve organisatie en de planning en control en het rapporteren daarover.

  • 4.

    Het hoofd adviseert en ondersteunt bij het opstellen van periodieke voortgangsrapportages.

  • 5.

    Het hoofd verricht onderzoek naar en bewaakt de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van het door het college gevoerde bestuur.

  • 6.

    Indien het hoofd bij de uitoefening van de hierboven genoemde werkzaamheden een ten opzichte van de directie afwijkend standpunt inneemt, doet hij hiervan, na de algemeen directeur hierover te hebben ingelicht, mededeling aan het college.

  • 7.

    Het college kan een instructie voor het hoofd vaststellen.

Artikel 18 Afdelingshoofd
  • 1.

    1. Het afdelingshoofd geeft leiding aan zijn afdeling en en legt verantwoording af aan de directie.

  • 2.

    Het afdelingshoofd is integraal verantwoordelijk voor het realiseren van de met de directie overeengekomen omvang en kwaliteit van producten en diensten en de bedrijfsvoering binnen de daarvoor vastgestelde concernkaders.

  • 3.

    Het afdelingshoofd heeft op grond van deze regeling een eigen verantwoordings- en rapportageplicht aan de directie over de aan hem toebedeelde producten.

  • 4.

    Het afdelingshoofd fungeert als eerste aanspreekpunt voor de hem/haar betreffende leden van het college.

  • 5.

    Het afdelingshoofd informeert gevraagd en ongevraagd de hem/haar betreffende directeur over alle relevante ontwikkelingen met betrekking tot de hem/haar toegewezen taakvelden.

  • 6.

    Het afdelingshoofd is verantwoordelijk voor de integrale voorbereiding, ontwikkeling, uitvoering en evaluering van het beleid van de aan hem/haar toegewezen taakvelden ten behoeve van het gemeentebestuur.

Artikel 19 Teamleider
  • 1.

    De teamleider geeft leiding aan de medewerkers van het team en legt verantwoording af en rapporteert aan het afdelingshoofd.

  • 2.

    De teamleider is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de productie, de sturing op de werkprocessen en voor de bedrijfsvoering binnen het team.

  • 3.

    De teamleider fungeert mede als aanspreekpunt voor de hem/haar betreffende leden van het college.

HOOFDSTUK 5 VASTSTELLING EN INGANGSDATUM

Artikel 20 Slotbepalingen
  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    Deze regeling wordt aangehaald als 'Organisatieregeling gemeente Westland'.

  • 3.

    De Organisatieregeling Westland 2006 wordt ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 12 februari 2008.

de secretaris - G. Buck

de burgemeester - J. van der Tak