Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Landgraaf

verordening burgerinitiatief gemeente Landgraaf

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLandgraaf
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingverordening burgerinitiatief gemeente Landgraaf
CiteertitelVerordening op het burgerinitiatief gemeente Landgraaf 2005
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 149 Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-12-2010Nieuwe regeling

17-11-2005

Landgraaf Aktueel, 15-12-2010

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

verordening burgerinitiatief gemeente Landgraaf

De raad der gemeente L a n d g r a af ;

gelezen het van het Presidium d.d. 4 oktober 2005;

besluit:

vast te stellen de navolgende verordening burgerinitiatief gemeente Landgraaf;

Artikel 1

In deze verordening wordt onder een burgerinitiatief verstaan: een voorstel van een initiatiefgerechtigde om een onderwerp of een voorstel op de agenda van de vergadering van de raad te plaatsen.

Artikel 2
  • 1.

    De raad plaatst een burgerinitiatief op de agenda van zijn vergadering, indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend.

  • 2.

    Ongeldig is het verzoek dat:

    • a.

      een onderwerp als bedoeld in artikel 4 bevat, of

    • b.

      niet voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel 5.

Artikel 3
  • 1.

    Initiatiefgerechtigd zijn alle ingezetenen en belanghebbenden.

  • 2.

    Voor de beoordeling of iemand belanghebbende is, is de situatie op de dag van indiening van het verzoek bepalend.

Artikel 4
  • 1.

    Een burgerinitiatief kan geen betrekking hebben op:

    • a.

      een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van het gemeentebestuur;

    • b.

      een vraag over het gemeentelijk beleid;

    • c.

      een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;

    • d.

      een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur, of

    • e.

      een onderwerp waarover korter dan een jaar voor indiening van het burgerinitiatief door de raad een besluit is genomen, tenzij nieuwe argumenten tot een nieuwe afweging zouden kunnen leiden.

  • 2.

    Een burgerinitiatief over een onderwerp of voorstel dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad, maar wel valt onder de bevoegdheid van het gemeentebestuur, zal door de raad, eventueel vergezeld van zijn advies, worden doorgezonden naar het college of naar de burgemeester in de hoedanigheid van portefeuillehouder.

  • 3.

    Het college of de burgemeester zal een onderwerp of voorstel als bedoeld in lid 2 behandelen als ware het een burgerinitiatief.

Artikel 5
  • 1.

    Het verzoek tot plaatsing van een burgerinitiatief op de agenda van de vergadering van de raad wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de raad. Formulieren voor indiening van een burgerinitiatief zijn bij de griffie verkrijgbaar en kunnen - na invulling - weer bij diezelfde griffie worden ingediend. De griffie zal de initiatiefnemer gedurende de verdere procedure adviseren en begeleiden.

  • 2.

    Het verzoek bevat ten minste:

    • a.

      een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatief;

    • b.

      een toelichting op het burgerinitiatief, en

    • c.

      de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de

      handtekening(en) van de initiatiefnemer(s).

  • 3.

    Voor de indiening van het verzoek wordt gebruik gemaakt van het in bijlage 1 van deze verordening opgenomen model, waarbij o.a. vereist is dat vijftig kiesgerechtigde Landgraafse inwoners het voorstel of onderwerp ondersteunen.

Artikel 6
  • 1.

    De raad agendeert het burgerinitiatief voor zijn eerstvolgende vergadering na de datum van indiening van het initiatief, indien het voldoet aan de vereisten zoals gesteld in artikel 5. Er dient ten minste twee weken te liggen tussen de dag van indiening van het burgerinitiatief en de dag van de vergadering waarin over het burgerinitiatief wordt beslist.

  • 2.

    De voorzitter van de raad nodigt de initiatiefnemer schriftelijk uit voor de vergadering waarvoor het burgerinitiatief is geagendeerd. De initiatiefnemer of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering de gelegenheid om zijn burgerinitiatief mondeling nader toe te lichten.

  • 3.

    Zo spoedig mogelijk nadat de raad over het burgerinitiatief een besluit heeft genomen, wordt dit besluit bekendgemaakt door kennisgeving van het besluit of van de zakelijke inhoud ervan in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze.

  • 4.

    Tegelijkertijd met de bekendmaking wordt van het besluit mededeling gedaan aan de initiatiefnemer.

  • 5.

    De initiatiefnemer wordt daarna ingelicht over de vervolgstappen inzake de uitwerking van het burgerinitiatief.

  • 6.

    Indien een burgerinitiatief is afgewezen, is sprake van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waartegen bezwaar en beroep open staat.

Artikel 7

De burgemeester brengt in het burgerjaarverslag verslag uit over de werking van het recht van burgerinitiatief in de praktijk.

Artikel 8
  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie.

  • 2.

    Deze verordening zal algemeen bekend worden gemaakt op de gebruikelijke wijze en door publicatie in een gratis huis aan huis verspreid weekblad.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening op het burgerinitiatief gemeente Landgraaf 2005”.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 17 november 2005.

De griffier, De voorzitter,

verzoek burgerinitiatief. (bijlage 1 verordening)

 

Landgraaf, …….    200.

 

Aan de raad van de gemeente Landgraaf,

 

t.a.v. de voorzitter van de raad, dhr./mw. …………

 

Ondergetekende verzoekt hierbij het navolgende voorstel / onderwerp op de agenda van de gemeenteraad te plaatsen:

…………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………

 

Toelichting op voorstel / onderwerp:

…………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………

 

Naam:………………………………………………………………………………………………………………

Voornamen :………………………………………………………………………………………………………

Geboortedatum: … - …… -…………

Adres:………………………………………………………………………………………………………………

Postcode:…………………………………………………………………………………………………………

Woonplaats:………………………………………………………………………………………………………

Email adres:……………………………………………………………………………………………………

Telefoonnummer:……………………………………………………………………………………………

Handtekening:

 

 

Zie bijgevoegde lijst van namen, die het verzoek ondersteunen.

Het burgerinitiatief kunt u indienen bij de raadsgriffier.

 

Betreft het burgerinitiatief om het voorstel/ onderwerp ……………………………

Op de agenda van de raad te plaatsen.

 

Het verzoek gaat vergezeld van een lijst met namen, adressen, geboortedatum en handtekeningen van 50 initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.

Nr

Naam

Voor-

letters

Geboorte-

datum

Adres

Handtekening

 

1

 

 

 

 

 

2

 

 

 

 

 

3

 

 

 

 

 

4

 

 

 

 

 

5

 

 

 

 

 

6

 

 

 

 

 

7

 

 

 

 

 

8

 

 

 

 

 

9

 

 

 

 

 

10

 

 

 

 

 

11

 

 

 

 

 

12

 

 

 

 

 

13

 

 

 

 

 

14

 

 

 

 

 

15

 

 

 

 

 

16

 

 

 

 

 

17

 

 

 

 

 

18

 

 

 

 

 

19

 

 

 

 

 

20

 

 

 

 

 

21

 

 

 

 

 

22

 

 

 

 

 

23

 

 

 

 

 

24

 

 

 

 

 

25

 

 

 

 

 

26

 

 

 

 

 

27

 

 

 

 

 

28

 

 

 

 

 

29

 

 

 

 

 

30

 

 

 

 

 

31

 

 

 

 

 

32

 

 

 

 

 

33

 

 

 

 

 

34

 

 

 

 

 

35

 

 

 

 

 

36

 

 

 

 

 

37

 

 

 

 

 

38

 

 

 

 

 

39

 

 

 

 

 

40

 

 

 

 

 

41

 

 

 

 

 

42

 

 

 

 

 

43

 

 

 

 

 

44

 

 

 

 

 

45

 

 

 

 

 

46

 

 

 

 

 

47

 

 

 

 

 

48

 

 

 

 

 

49

 

 

 

 

 

50

 

 

 

 

 

51

 

 

 

 

 

52

 

 

 

 

 

53

 

 

 

 

 

54

 

 

 

 

 

55

 

 

 

 

 

56

 

 

 

 

 

57

 

 

 

 

 

58

 

 

 

 

 

59

 

 

 

 

 

60

 

 

 

 

 

Noot: het is raadzaam om meer dan 50 Landgraafse kiesgerechtigden de ondersteuningsverklaring te laten ondertekenen, omdat bij controle wellicht blijkt dat een of meerdere personen niet bevoegd blijken te zijn de ondersteuningsverklaring te ondertekenen.

 

Nota-toelichting  

Artikelsgewijze toelichting verordening burgerinitiatief gemeente Landgraaf.

 

Toelichting artikel 1

 

In deze modelbepalingen is ervoor gekozen de term "burgerinitiatief" te hante­ren ter aanduiding van het voorstel (of onderwerp) dat door een burger bij de raad kan worden ingediend. Er is voor gekozen dat een initiatiefgerechtigde een voorstel bij de raad kan indienen om een onderwerp of een voorstel op de agenda van de raad te plaatsen.

Er is niet voor gekozen om het burgerinitiatief te beperken tot een voorstel. E.e.a. zou impliceren dat de initiatiefnemer een voorstel zou moeten indien dat geheel voldoet aan de aan raadsvoorstellen te stellen kwaliteitseisen (wettelijke bepalingen, omschrijving van doel dat met voorstel wordt beoogd, het aangeven van dekkingsmiddelen etc.) Omdat deze beperking drempelverhogend werkt is er voor gekozen om de initiatiefnemer de mogelijkheid te laten ook een onderwerp aan te dragen dat op de agenda van de raad gezet zou kunnen worden.

Een voorbeeld van een voorstel kan zijn het voorstel om de winkels op bepaalde zondagen open op te stellen. Het voorstel om een onderwerp aan te dragen is ruimer. Het biedt de mogelijkheid dat burgers een onderwerp bij de raad aan te dragen, zonder dat een concreet voorstel is bijgevoegd. Te denken valt hier aan de wens om in de raad over de problematiek in een bepaalde achterstandswijk te discussiëren. Uiteraard staat het burgers ook bij het aandragen van een onderwerp vrij om een concreet voorstel in te dienen. Het is aan de raad om te beslissen of het onderwerp een nadere uitwerking door de indieners behoeft.

 

Toelichting artikel 2

 

Uit dit artikel volgt dat de raad een burgerinitiatief op de agenda van een raads­vergadering moet plaatsen indien er sprake is van een geldig verzoek, ingediend door een initiatiefgerechtigde. De gemeenteraad zal zich in dat geval dus moe­ten uitspreken over het burgerinitiatief. Van een geldig verzoek is sprake als

a.   het onderwerp van het burgerinitiatief niet in artikel 4 is uitgezonderd en

b.   aan de in artikel 5 gestelde procedurele voorwaarden wordt voldaan. In arti­kel 3 (zie hierna) wordt nader omschreven wanneer een persoon initiatiefge­rechtigd is.

 

Toelichting artikel 3

 

De keuze voor deze ruime definitie van initiatiefgerechtigden ligt voor de hand. Het gaat om de kwaliteit van het initiatief; nadere criteria kunnen dan onnodig belemmerend werken.

Bij indiening van een burgerinitiatief kan worden getoetst of de indiener / initia­tiefnemer voldoet aan de vereisten van een initiatiefgerechtigde. Het verzoek vindt immers formeel op dat moment plaats. Om te kunnen onderzoeken of op dat moment wordt voldaan aan de vereisten, zijn verschillende gegevens nodig. Welke dat zijn wordt geregeld in artikel 5. Daarnaast kan de raad over­wegen om vast te leggen op welke wijze de controle van de initiatiefgerechtigd­heid plaatsvindt.

 

Toelichting artikel 4

 

Het is weinig efficiënt om de raad te belasten met de beraadslaging over een onderwerp waarover de raad uiteindelijk geen beslissende bevoegdheid heeft.

Daar komt bij dat de afstand tussen burger en bestuur alleen maar zou worden vergroot als de burger na het doorlopen van de burgerinitiatiefprocedure te horen krijgt dat de raad niets met het burgerinitiatief kan doen, omdat hij "er niet over gaat".

Een vraag over gemeentelijk beleid kan ook geen onderwerp van een burgerini­tiatief zijn. Voor dit soort vragen staan andere wegen open, zoals het spreek­recht in een commissie- vergadering of het spreekuur van een wethou­der.

Ook moet voorkomen worden dat het burgerinitiatief andere procedures zoals de bezwaar- of de klachtprocedure doorkruist. Met het oog hierop kan worden bepaald dat het burgerinitiatief geen bezwaar tegen een genomen besluit of een klacht over een gedraging van het gemeentebestuur kan inhouden. Tenslotte is het evenmin de bedoeling dat zaken, die recent nog in de raad aan de orde zijn geweest, opnieuw onderwerp van bespreking worden als gevolg van een burgerinitiatief. Dit zou de besluitvorming in de raad te zeer kunnen frus­treren. Daarbij kan een raad zelf bepalen welke termijn hij daarvoor geschikt acht. Denkbaar is dat wordt gekozen voor de huidige raadsperiode. Lid e zou dan kunnen luiden: e. Een onderwerp waarover tijdens de raadsperiode - waarin indiening van het voorstel plaatsvindt - door de raad een besluit is genomen. Het is aan de initiatiefnemer om aan te tonen dat het initiatief een nieuw voorstel betreft dat nog geen onderwerp van een raadsbesluit is geweest. In de voorliggende verordening is een termijn opgenomen van een jaar, omdat wij vinden dat het stellen van een termijn die parallel loopt aan de zittingsperiode van de raad (4 jaar) te belemmerend kan werken. Daarvoor is gekozen voor een redelijk beperkte termijn van een jaar.

Een burgerinitiatief dat wordt doorgestuurd naar college of burgemeester als portefeuillehouder, is geen burgerinitiatief meer volgens de definitie van artikel 1 van deze verordening. Lid 3 is bedoeld om te voorkomen dat college of bur­gemeester een initiatief om die reden terzijde kan schuiven.

 

Toelichting artikel 5

 

Het ligt voor de hand om het burgerinitiatief bij de voorzitter van de raad te laten indienen. Zolang de burgemeester nog voorzitter van de raad is, ontvangt

hij in die hoedanigheid de voorstellen. Om de voortgang van het burgerinitia­tief ordelijk te laten verlopen, is het onvermijdelijk dat aan het verzoek een aan­tal minimumeisen wordt gesteld. Het is uit praktische overwegingen zoals uni­formiteit, overzichtelijkheid en duidelijkheid raadzaam, dat indiening van een burgerinitiatief plaatsvindt door middel van een standaardformulier. Op dit formulier zal de initiatiefnemer naast het voorstel en een toelichting in ieder geval zijn personalia moeten aangeven. Ter voorkoming van fraude met namen kan gevraagd worden naar personalia, zoals adressen en geboortedata. Op grond van deze gegevens kan de gemeente onderzoeken of het initiatief de steun van voldoende daartoe gerechtigde personen heeft.

Verder is een lijst nodig met de voornamen, achternamen, adressen, geboortedata en handtekeningen van tenminste vijftig initiatiefgerechtigden die het ver­zoek ondersteunen.

Enige steun vanuit de bevolking voor plaatsing op de agenda van de gemeenteraad achten wij wenselijk. Het aantal ondersteuners moet niet zodanig groot zijn dat het voor de initiatiefnemer te moeilijk wordt gemaakt om het vereiste aantal handtekeningen te verzamelen.

De gemeente Amersfoort kent een regeling waar één persoon een voorstel kan indienen en ondersteunende handtekeningen niet nodig zijn. Argumenten vóór: het gaat om laagdrempeligheid en om de kwaliteit (niet kwantiteit) van het initiatief. Argument tegen: het (theoretische) risico dat de raad overspoeld kan worden door individuele initiatieven die hij moet agenderen. Daarnaast is er het risico van meerdere initiatieven over hetzelfde onderwerp. In dit geval zou de raad een bepaling kunnen opnemen dat hij dergelijke initiatieven, niet afzonderlijk, maar gezamenlijk agendeert / behandelt. In de praktijk is geble­ken, dat van een toevloed niet of nauwelijks sprake is.

De gemeente Heerlen heeft een regeling, die onderscheid maakt tussen initiatieven die betrekking hebben op een buurt of subbuurt en initiatie­ven die een gemeentebreed karakter dragen. Het laatste type initiatieven dient door een bepaald percentage verzoekgerechtigden ondersteund te worden. Voor "buurt of subbuurt initiatieven" gelden in Heerlen verschillende percenta­ges, afhankelijk van de omvang van het aantal verzoekgerechtigden in de betrokken buurt of subbuurt.

 

Toelichting artikel 6

 

De burger moet erop kunnen vertrouwen dat de raad zijn voorstel spoedig toetst aan de vereisten en een besluit neemt over de behandeling. Hierin voor­ziet het eerste lid. Het gaat erom een termijn te kiezen die niet te lang is, maar ook niet zo kort dat er onvoldoende tijd is om het voorstel te kunnen controle­ren. Verzoeken waarover de raad niet bevoegd is, kan de raad doorzenden naar het college of de burgemeester als portefeuillehouder. Met het derde tot en met vijfde lid worden vooral waarborgen gecreëerd voor transparantie bij de afhandeling van een burgerinitiatief door de raad. Op grond van het vijfde lid wordt de indiener / initiatiefnemer altijd schriftelijk meegedeeld wat er met het ingediende voorstel gebeurt. Dat kan dus een inhoudelijk besluit zijn of de mededeling dat het verzoek is afgewezen. Wordt het verzoek tot plaatsing van het burgerinitiatief door de raad afgewezen, dan is er sprake van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waarte­gen bezwaar en beroep op de rechter openstaan. Besluit de raad het burgerini­tiatief te agenderen, dan is er sprake van een voorbereidingsbeslissing die niet vatbaar is voor bezwaar of beroep (artikel 6:3 Awb). Afhankelijk van de inhoud van de beslissing op het initiatief zelf, zal er sprake zijn van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht dat vatbaar is voor bezwaar en beroep. Zo zal bijvoorbeeld bezwaar en beroep openstaan indien de raad, het college of de burgemeester naar aanleiding van het burgerinitiatief besluit een subsidie toe te kennen voor een bepaald project. Een ander voorbeeld is het besluit om een verordening op bepaalde punten aan te passen. Tegen een dergelijk besluit staan geen bezwaar en beroep bij de rechter open (artikel 8:2 Awb). In deze verordening is ervoor gekozen in het midden te laten hoe raad, college of burgemeester verder met het burgerinitiatief omgaat. Bedoeld is niet dat de raad altijd plenair het voorstel inhoudelijk moet behandelen. Het ligt wel voor de hand dat in de raadsvergadering wordt beslist over het te volgen traject, maar een besluit over een burgerinitiatief kan uiteraard ook in een raadscommissie inhoudelijk worden voorbereid. Ook kan de raad van mening zijn dat nader onderzoek moet worden gedaan. De indiener / initiatiefnemer zal hoe dan ook steeds over het vervolgtraject worden ingelicht en waar nodig en mogelijk erbij worden betrokken.

 

Toelichting artikel 7

 

De raad kan ervoor kiezen om in een regeling over het burgerinitiatief de bur­gemeester te verplichten om jaarlijks een verslag over het burgerinitiatief uit te brengen. Hierbij valt te denken aan getalsmatige gegevens (aantal ingediende, aantal toegewezen en aantal afgewezen burgerinitiatieven), en aan een beknopt overzicht van de inhoud van de burgerinitiatieven, de besluiten van de raad over de burgerinitiatieven en de motivatie op grond waarvan de raad tot deze besluiten is gekomen. In het wetsvoorstel met betrekking tot de dualisering van het gemeentebestuur wordt de burgemeester verplicht een burgerjaarverslag op te stellen. De burgemeester kan er dan voor kiezen het verslag over het burger­initiatief hierin op te nemen. Uit de inventarisatie is gebleken dat dit in veel gemeenten al gebeurt.

 

Toelichting artikel 8

 

Volgens artikel 139, lid 1 van de Gemeentewet verbinden besluiten van het gemeentebestuur die algemeen verbindende voorschriften  inhouden niet dan wanneer zij zijn bekend gemaakt. Verordeningen treden niet in werking dan nadat deze behoorlijk bekend zijn gemaakt.

Er is gekozen voor een zeer snelle inwerkingtreding van de verordening n.l. de dag na publicatie.

Lid 2 behoeft geen toelichting.

Verder is in lid 3 opgenomen hoe de verordening geciteerd dient te worden.