Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Someren

Subsidieverordening GRP Gebouw Nieuwbouwwoningen Gemeente Someren 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSomeren
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieverordening GRP Gebouw Nieuwbouwwoningen Gemeente Someren 2009
CiteertitelSubsidieverordening GRP Gebouw Nieuwbouwwoningen Gemeente Someren 2009
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht 

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-08-200930-06-2012nieuwe regeling

24-06-2009

’t Contact, 1-07-2009

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieverordening GRP Gebouw Nieuwbouwwoningen Gemeente Someren 2009

De raad van de gemeente Someren;

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 mei 2009

besluit:

tot het vaststellen van de "Subsidieverordening GPR Nieuwbouwwoningen Gemeente Someren 2009".

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Paragraaf 1.1 Begripsomschrijvingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a)

    wet:

  • de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

  • b)

    aanvrager:

  • de natuurlijke- of rechtspersoon die de aanvraag indient;

  • c)

    instelling:

  • een rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie die zich ten doel stelt activiteiten te verrichten in het belang van de gemeente en haar inwoners;

  • d)

    voorzieningen:

  • de maatregelen zoals deze zijn geïntegreerd in het computerprogramma GPR-Gebouw®. Dit zijn o.a. de maatregelen zoals opgenomen in het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen, een deel van het Politiekeurmerk, aanpasbaar bouwen en toegankelijkheid van woningen;

  • e)

    GPR-Gebouw®:

  • computerprogramma dat in alle bouwplannen gebruikt moet worden ter vaststelling van de mate van duurzaamheid, energiezuinigheid, materiaalgebruik, milieuvriendelijkheid, gezondheid en veiligheid en toekomstwaarde van een woning; er dient op 5 verschillende thema's een score te worden behaald die door het college op basis van versie 4.0 is vastgesteld;

  • f)

    thema:

  • in GPR-Gebouw®, versie 4.0, opgenomen vijf thema’s: Energie, Milieu, Gezondheid, Gebruikskwaliteit en Toekomstwaarde;

  • g)

    score:

  • de score zoals deze per thema in het computerprogramma GPR-Gebouw®, versie 4.0, voor nieuwbouwwoningen moet worden behaald.

  • h)

    aanvraag:

  • een verzoek van een belanghebbende om een besluit te nemen tot toekenning van een voorlopige subsidie (bijlagen 2 en 3);

  • i)

    beschikking:

  • een besluit dat niet van algemene strekking is, aangaande een aanvraag tot beschikbaar stellen van een gemeentelijke subsidie, met inbegrip van de afwijzing van een aanvraag daarvan;

  • j)

    subsidie:

  • subsidie als bedoeld in artikel 4:21 van de wet, inhoudende de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten;

  • k)

    subsidieontvanger:

  • een natuurlijk persoon en/of rechtspersoon naar burgerlijk recht die een aanvraag indient voor het verlenen van subsidie;

  • l)

    subsidieverlening:

  • de beschikking waarbij de aanspraak op subsidie ontstaat mits aan alle daarbij behorende verplichtingen wordt voldaan;

  • m)

    subsidievaststelling:

  • de beschikking waarbij het bedrag van de subsidie wordt vastgesteld en waarbij een aanspraak op betaling ontstaat;

  • n)

    gereedkomingsdatum:

  • de dag waarop de woning gereedkomt, dan wel in geval van het treffen van voorzieningen, de dag waarop de werkzaamheden zijn voltooid;

  • o)

    gereedmelding:

  • een verzoek van belanghebbende tot het definitief vaststellen van het subsidiebedrag door middel van het gereedmeldingsformulier (bijlage 4);

  • p)

    gemeente:

  • de gemeente Someren;

  • q)

    het college:

  • het college van Burgemeester en Wethouders van Someren;

  • r)

    de raad:

  • de raad van de gemeente Someren;

  • s)

    woning:

  • elke voor permanente bewoning door dezelfde persoon of personen geschikte woning niet zijnde een woning op een recreatiepark en als vakantiewoning geregistreerde woningen binnen de bebouwde kom;

  • t)

    levensloopbestendige woning:

  • een zelfstandige woning die geschikt (of eenvoudig geschikt te maken) is voor bewoning tot op hoge leeftijd, ook in geval van fysieke handicaps of chronische ziekten van bewoners.

  • u)

    seniorenwoning:

  • een zelfstandige woning die bij de realisatie dusdanig wordt ingericht, zodat deze geschikt is voor bewoning tot op hoge leeftijd, ook in geval van fysieke handicaps of chronische ziekten van bewoners.

  • v)

    zelfstandige woonruimte:

  • woonruimte met een eigen toegang die door een huishouden kan worden bewoond en niet afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte;

  • w)

    onzelfstandige woonruimte:

  • woonruimte zonder een eigen toegang heeft en door een huishouden kan worden bewoond maar die afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte.

  • x)

    plan:

  • alle nieuwbouwplannen van de gemeente, projectontwikkelaars en particulieren.

  • y)

    particuliere kavels:

  • bouwkavels voor nieuwbouwwoningen, die niet door de Gemeente Someren worden uitgegeven.

Paragraaf 1.2 Reikwijdte van de verordening

Artikel 2 Toepassing

Deze verordening heeft als doel het toepassen van maatregelen op het gebied van duurzaam bouwen voor nieuwbouwwoningen te stimuleren door het beschikbaar stellen van subsidies en daardoor een bijdrage te leveren aan het beperken van energie- en materiaalgebruik en het gezond, veilig en toekomstgericht bouwen van woningen.

Artikel 3 Van toepassing op:

  • Voor

    de toepassing van deze verordening wordt mede verstaan onder:

  • a)

    woning: zelfstandige woonruimte.

Artikel 4 Niet van toepassing op:

  • Deze

    verordening is niet van toepassing op:

    • a)

      woningen die worden gebouwd op particuliere kavels.

    • b)

      woningen die niet geschikt of bestemd zijn om voortdurend door dezelfde persoon of personen te worden bewoond. Hieronder vallen vakantiewoningen op recreatieparken en ook als zodanig geregistreerde vakantiewoningen;

    • c)

      bejaardenoorden als bedoeld in de Wet op de bejaardenoorden;

    • d)

      zorginstellingen (ziekenhuizen, verpleeginrichtingen e.d.)

Paragraaf 1.3 Algemene voorwaarden subsidiëring

Artikel 5 Bevoegdheden

  • 1)

    Het college beslist over:

    • -

      het al dan niet verlenen en vaststellen van subsidie;

    • -

      het intrekken, wijzigen of terugvorderen van een subsidie.

Paragraaf 1.4 Grondslag en werkingssfeer

Artikel 6 Grondslag met bijbehorende inspanningen

  • 1)

    Op grond van deze verordening kan het college uitsluitend het subsidiebedrag, van €3.000,– per woning, toekennen voor nieuw te bouwen woningen:

    • a.

      indien voor het thema “Gebruikskwaliteit” een minimale score van 8,0 en voor alle andere thema’s, voor elk thema afzonderlijk, een minimale score van 7,0 te is behaald.;

    • b.

      indien de aanvrager kan aantonen dat de te plegen inspanning voor het behalen van de score op één of meerdere thema’s niet in verhouding staan tot de algehele doelstelling, dan bestaat het recht op het verkrijgen van het volledige subsidiebedrag, mits het gemiddelde van de score op alle thema’s een 7,0 bedraagt en tevens de score op het thema “Energie” niet lager is dan 7,0 en de laagste score op één van de overige thema’s niet lager is dan een 6,5.

    • c.

      Indien de aanvrager kan aantonen dat hij ten aanzien van het bouwen van een seniorenwoning of levensloopbestendige woning heeft voldaan aan de aanvul-lende eisen zoals deze zijn vastgelegd in artikel 25.

Hoofdstuk 2 De subsidieverlening

Paragraaf 2.1 De aanvraag

Artikel 7 Wijze van aanvragen

Een aanvraag om subsidie wordt schriftelijk ingediend met het daartoe door het college vastgestelde formulier (bijlage 2) op grond van artikel 4:4 van de Awb.

Artikel 8 Inhoud van de aanvraag

  • 1)

    De aanvraag moet worden ondertekend en bevat tenminste:

    • a.

      de naam en het adres van de aanvrager;

    • b.

      de dagtekening;

    • c.

      een aanduiding van de beschikking die wordt gevraagd;

    • d.

      de ondertekening.

  • 2)

    De aanvrager verschaft voorts, gelijktijdig met het indienen van de bouwvergunningsaanvraag de gegevens en bescheiden die voor de beslissing op de aanvraag nodig zijn.

Paragraaf 2.2 Voorlopige beschikking tot subsidieverlening

Artikel 9 Ontvangstbevestiging

Het college bevestigt binnen twee weken de ontvangst van de aanvraag.

Artikel 10 Beslistermijn

Het college beslist binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag als bedoeld in artikel 8 mits alle stukken bij de aanvraag zijn gevoegd. Zo dit laatste niet het geval is krijgt verzoeker de gelegenheid de ontbrekende gegevens en/of stukken alsnog in te leveren binnen vier weken.

Artikel 11 Voorlopige beschikking

Het college geeft op schriftelijke aanvraag (bijlage 2) een voorlopige beschikking af indien wordt voldaan aan een score zoals vermeld in artikel 6.

Artikel 12 Verplichtingen

Het college verleent subsidie onder de verplichting dat:

  • a)

    zonder schriftelijke toestemming van het college bij de werkzaamheden niet wordt afgeweken van het bouwplan en de maatregelen zoals door aanvrager in GPR-Gebouw® zijn aangegeven;

  • b)

    de gereedmelding plaatsvindt overeenkomstig artikel 15 en artikel 16;

  • c)

    de aanvrager alle informatie beschikbaar houdt aangaande de toegepaste maatregelen en materialen die voor een juist toezicht op de naleving van de in deze verordening gestelde verplichtingen noodzakelijk is;

  • d)

    dat bij het indienen van het verzoek niet al gestart is met de bouw van de woning.

Artikel 13 Toegang tot de woning en inzage in gegevens

Het college verleent subsidie onder de verplichting dat aan de door het college aangewezen toezichthouders:

  • a)

    toegang wordt verleend tot de woning;

  • b)

    inzage wordt verleend in de op de bouw betrekking hebbende bescheiden en tekeningen;

  • c)

    alle inlichtingen worden verstrekt die naar hun oordeel noodzakelijk zijn.

Artikel 14 Weigeringsgronden

  • 1)

    Behalve de in artikel 4:35 van de wet genoemde gevallen kan subsidieverlening in ieder geval worden geweigerd indien een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat:

    • a).

      de activiteiten niet of niet geheel zullen plaatsvinden;

    • b)

      de aanvrager niet zal voldoen aan de aan de subsidietoekenning verbonden verplichtingen;

    • c)

      de aanvrager niet op een behoorlijke wijze rekening en verantwoording zal afleggen omtrent de daadwerkelijke uitvoering van de bij de subsidieaanvraag, in de overlegde gegevens in GPR-Gebouw® aangegeven maatregelen en hiermee het behalen van de bij de aanvraag overlegde scores per thema in GPR-Gebouw®, versie 4.0.

  • 2)

    De subsidieverlening kan voorts in ieder geval worden geweigerd indien de aanvrager:

    • a.

      in het kader van de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van deze gegevens tot een onjuiste beschikking op de aanvraag zouden hebben geleid of

    • b.

      failliet is verklaard of aan hem surseance van betaling is verleend, dan wel een verzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend.

Paragraaf 2.3 Gereedmelding

Artikel 15 Gereedmelding

  • 1.

    De subsidieontvanger meldt aan het college op een daartoe vastgesteld formulier (bijlage 3) dat de werkzaamheden zijn voltooid

  • 2.

    De gereedmelding is tevens een aanvraag om definitieve vaststelling van de subsidie.

  • 3.

    De subsidieontvanger dient de gereedmelding als bedoeld in het eerste lid binnen 8 weken na voltooiing van de werkzaamheden, doch uiterlijk twee jaar na het verlenen van de voorlopige subsidiebeschikking, in te dienen.

Artikel 16 Verklaring en gereedmeldingsdatum

  • De

    gereedmelding als bedoeld in artikel 15 gaat vergezeld van:

    • a)

      een verklaring van de subsidieontvanger dat bij de bouw respectievelijk het treffen van voorzieningen is voldaan aan alle in GPR-Gebouw® vermelde maatregelen;

    • b)

      een opgave van de gereedmeldingsdatum;

Paragraaf 2.4 Vaststelling van de subsidie

Artikel 17 Ontvangstbevestiging

Het college bevestigt binnen 2 weken de ontvangst van de gereedmelding als bedoeld in artikel 15 aan de subsidieontvanger.

Artikel 18 Beslistermijn vaststelling

Het college neemt binnen een termijn van 8 weken na ontvangst van de gereedmelding een besluit op de aanvraag tot vaststelling van de definitieve subsidie.

Paragraaf 2.5 Intrekking van de subsidie

Artikel 19 Intrekkingsgronden

  • 1)

    Indien een voorlopige beschikking tot subsidieverlening is afgegeven, stelt het college de definitieve subsidie overeenkomstig de regels vermeld in deze verordening, vast.

  • 2)

    De subsidie kan worden ingetrokken indien:

    • a.

      de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden;

    • b.

      de subsidieontvanger niet heeft voldaan aan de aan de voorlopige subsidie-toekenning verbonden verplichtingen;

    • c.

      de subsidieontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en deze gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidie verlening zou hebben geleid, of

    • d.

      de voorlopige subsidieverlening anderszins onjuist was en de subsidieontvanger dit wist, kon weten dan wel dit behoorde te weten.

Paragraaf 2.6 De betaling

Artikel 20 Uitbetaling

Het definitieve subsidiebedrag wordt binnen vier weken na de subsidievaststelling conform artikel 18 betaalbaar gesteld.

Paragraaf 2.7 Nadere bepalingen

Artikel 21 Hardheidsclausule

  • 1)

    Het college kan op een daartoe strekkende en gemotiveerde aanvraag afwijken van de termijn genoemd in artikel 15, 3e lid. Een dergelijke aanvraag moet voor het verstrijken van de termijn ingediend zijn

  • 2)

    Indien het college een aanvraag als bedoeld in het eerste lid honoreert, geeft zij een nieuwe termijn aan.

Artikel 22 Bevoegdheid voor opleggen nadere uitvoeringsregels

Het college kan voor de uitvoering van deze bepalingen nadere regels vaststellen.

Hoofdstuk 3 Bepalingen voor subsidie voor “Kwaliteit in Bouwen voor nieuwbouwwoningen”

Paragraaf 3.1 Nieuwbouwwoningen

Artikel 23 Overleggen van scores in GPR-Gebouw®

Het college kan subsidie verlenen indien de uitkomst van GPR Gebouw ® aangeeft dat de woning voldoet aan de voorgeschreven score voor alle thema's.

Artikel 24 Overleggen van volledig ingevulde berekening GPR-Gebouw®

Een aanvraag voor subsidie kan alleen in behandeling worden genomen als alle in het bouwplan door te voeren maatregelen in GPR-Gebouw® zijn ingevuld. Voor het verkrijgen van subsidie dient aan de hand van controles te worden bepaald of de maatregelen ook daadwerkelijk zijn toegepast.

Paragraaf 3.2 Levensloopbestendige woningen

Artikel 25 Aanvullende eisen voor levensloopbestendige woningen en seniorenwoningen

Woningen die bij de uitgifte van het bouwkavel in de uitgiftecriteria zijn aangemerkt als seniorenwoningen moeten voor zover ze niet direct als seniorenwoning worden gebouwd worden uitgevoerd als levensloopbestendige woningen.

In dit kader moeten voor zowel seniorenwoningen als levensloopbestendige in GPR-Gebouw® specifiek de volgende regels zijn aangevinkt:

  • -

    Onder thema 4. Gebruikskwaliteit:

  • -

    art. 4.1.13 Binnendeuren:

  • -

    geen dorpels

  • -

    Onder thema 5. Toekomstwaarde:

  • -

    art. 5.2.4 Verandering indeling:

  • -

    mogelijkheid slaapkamer en natte cel op entreeniveau

Paragraaf 3.3 Toetsingscriteria

Artikel 26 Toetsingscriteria

De in artikel 12, 13 en 14 vermelde criteria zijn van overeenkomstige toepassing.

Paragraaf 3.4 Afwijzingscriteria

Artikel 27 Afwijzingscriteria

De afwijzingscriteria vermeld in artikel 14 zijn van overeenkomstige toepassing.

Paragraaf 3.5 Gereedmelding

Artikel 28 Gereedmelding

De gereedmelding geschiedt overeenkomstig het gestelde in artikel 15 ten aanzien van de subsidieaanvraag.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 29 Overgangsbepaling

Indien vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van het gestelde in deze verordening naar het oordeel van het college zou leiden tot een onredelijke beslissing, kan het college daarvan gemotiveerd afwijken.

Artikel 30 Citeertitel en inwerkintreding

  • 1.

    Deze verordening kan aangehaald worden als “Subsidieverordening GPR Gebouw Nieuwbouwwoningen Gemeente Someren 2009”.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 augustus 2009.

Aldus besloten in de vergadering van de raad van de gemeente Someren

De raadsgriffier, de voorzitter,

J.Laurens Janse- Oostijk A.P.M. Veltman

Toelichting op Subsidieverordening GPR Gebouw Nieuwbouwwoningen Gemeente Someren 2009

Algemeen

In het kader van de deze subsidieverordening beschikt de Gemeente Someren over een licentie van de webbased versie 4.0 van GPR-Gebouw®. Gebruik makende van dit software-instrument kan door de bouwer worden bepaald in welke mate woningen voldoen aan duurzaam bouwen met een bepaalde vrijheid van gebruik van allerlei materialen en installaties.

In genoemd programma zijn meer thema's opgenomen zoals Energie, Milieu, Gezondheid, Gebruikskwaliteit en Toekomstwaarde. Het gaat dus verder dan alleen duurzaam bouwen en het gebruik van materialen. Op alle genoemde thema's zijn punten te behalen waarbij een score kan worden behaald. Met een score van 6.0 op alle thema's als wordt voldaan aan het Bouwbesluit. Omdat Someren al jaren ijvert voor een hogere mate van duurzaam bouwen wordt in voor alle nieuw-bouwwoningen, op kavels die door de gemeente worden uitgegeven, een minimaal te behalen score in GPR Gebouw® opgelegd. Voor alle nieuwbouwwoningen geldt een score van 8.0 op het thema “Gebruikskwaliteit” en een 7.0 voor elk van de overige thema’s. Bij planontwikkeling kan per plan kan worden bepaald dat deze aan een hogere score dienen te voldoen.

Indien wordt voldaan aan de vastgestelde scores op alle thema's kan de eigenaar van de woning een beroep doen op deze verordening en een subsidie van €3000,- per woning ontvangen.

Bij het niet voldoen aan de in de subsidieverordening vastgestelde minimale scores per thema vervalt het recht op het verkrijgen van subsidie.

Verder is de Algemene wet bestuursrecht met betrekking tot subsidieverstrekking van toepassing evenals de Algemene subsidieverordening Someren.

Artikelsgewijs

Artikel 1 tot en met 4

In deze artikelen zijn de gehanteerde begrippen nader verduidelijkt en is aangegeven voor welke gebouwen en categorieën deze verordening niet van toepassing is.

Artikel 4, onder b., houdt in dat voor vakantiewoningen cq. recreatiewoningen geen subsidie voor duurzaam bouwen wordt verstrekt.

Artikel 6

In dit artikel is aangegeven hoeveel subsidie kan worden verleend indien wordt voldaan aan vastgestelde scores in GPR Gebouw®.

Door toepassing van het programma GPR Gebouw® heeft de bouwer de mogelijkheid een keuze te maken uit diverse maatregelen. Uit de berekening van het programma blijkt dan of wordt voldaan aan de voorgeschreven minimaal te realiseren scores. Door meer maatregelen toe te passen wordt de score hoger.

Artikel 7

Door de aanvrager moet subsidie worden aangevraagd bij het college op een daartoe vastgesteld formulier (bijlage 2)

Artikel 8

In dit artikel is vastgelegd dat de aanvraag de naam en het adres van de aanvrager moet bevatten evenals de dagtekening en voorts een aanduiding van de beschikking die wordt gevraagd. In lid 2 wordt aangegeven dat diverse bescheiden bij de aanvraag moeten worden overgelegd.

De subsidieaanvraag moet in elk geval vergezeld gaan van de gegevens vermeld in dit artikel, onder lid 2. Als deze gegevens ontbreken wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld dit verzuim op te heffen binnen 4 weken nadat hij in het verzuim is.

Artikel 9

Na ontvangst van de aanvraag wordt door het college een ontvangstbevestiging verzonden. Dit moet binnen twee weken na ontvangst gedaan worden. Er rust geen sanctie op het niet-verzenden.

Artikel 10

Het college moet binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag een beslissing nemen

op het verzoek. Dit is een vereiste gesteld in de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 11

Het college verleent de subsidie op basis van de aanvraag voorlopig. Als aan alle verplichtingen is voldaan wordt de subsidie definitief vastgesteld. Er mag niet eerder met de werkzaamheden worden begonnen dan nadat voorlopig subsidie is toegekend. De voorlopige beschikking wordt echter gelijktijdig met de bouwvergunning afgegeven.

Artikel 12

In dit artikel wordt aangegeven dat door het college subsidie wordt verleend als wordt voldaan aan de gestelde vereisten. Als dus niet aan al deze verplichtingen is of wordt voldaan is er reden om de subsidie te weigeren.

Artikel 13

Het college verleent de subsidie ook slechts als de door het college aangewezen toezichthouders de noodzakelijke controle(s) kunnen uitvoeren. Als dit wordt geweigerd zal de subsidie niet worden verleend. Verzoeker zal hiervan schriftelijk op de hoogte worden gesteld.

Artikel 14

De subsidie kan worden geweigerd als vermoed wordt dat een van de in dit artikel opgenomen redenen aanwezig is. De subsidie kan in elk geval worden geweigerd als de aanvrager onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en deze hebben geleid tot een onjuiste beschikking of de aanvrager is failliet verklaard of er is aan hem surseance van betaling verleend dan wel hiertoe is een verzoek aan de rechtbank gedaan.

De genoemde weigeringsronden zijn limitatief.

Overigens is het zo dat op basis van genoemde gronden de subsidieverlening kan worden geweigerd, niet dat deze wordt geweigerd. Het is dus niet ondenkbeeldig dat er toch subsidie wordt verleend omdat weigering zou kunnen leiden tot een onevenredig zware straf.

Artikel 15

De subsidieontvanger dient op een daartoe bestemd formulier (bijlage 3) aan te geven dat de werkzaamheden zijn voltooid. Dit formulier is tevens een aanvraag om vaststelling van de definitieve subsidie. Dit formulier zal binnen 8 weken volledig ingevuld ingeleverd moeten zijn vooraleer tot uitbetaling van de subsidie kan worden overgegaan. Aanvrager zal bij het niet-voldoen aan de gestelde voorwaarden in de gelegenheid worden gesteld dat alsnog binnen 4 weken te doen.

Aanvrager dient het formulier bij nieuwbouw uiterlijk 2 jaar na de datum van de voorlopige subsidie-verlening in bij het college. Nadat aan alle vereisten is voldaan wordt het verzoek in behandeling genomen.

Artikel 16

De bij de gereedmelding over te leggen stukken zijn hier vermeld.

Als deze stukken ontbreken dan wel een van deze stukken ontbreekt wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld dit verzuim te herstellen binnen 4 weken.

Artikel 17

Het college moet ingevolge de Algemene wet bestuursrecht onverwijld aan de subsidie-aanvrager bericht doen van de ontvangst van de gereedmelding zoals in artikel 15 is verwoord. Het onverwijld moet worden gezien als direct maar uiterlijk binnen twee weken nadat de gereedmelding voorzien van alle stukken/bijlagen is ontvangen. Indien ontbrekende stukken alsnog worden ingediend gaat de termijn lopen op het moment van het ontvangen van deze stukken.

Artikel 18

Zo spoedig mogelijk doch in elk geval binnen acht weken na ontvangst van de gereedmelding neemt het college, dan wel degene aan wie de afdoening is gemandateerd, een besluit op de aanvraag tot vaststelling van de subsidie. Als er bij de gereedmelding stukken ontbreken, moeten deze eerst ontvangen zijn vooraleer een besluit genomen kan worden. Het niet-compleet zijn van de stukken heeft een opschortende werking van de afhandeling.

Voordat een aanvraag tot subsidievaststelling in behandeling kan worden genomen moeten alle maatregelen zoals door aanvrager vermeld in GPR Gebouw® in het nieuwbouwplan zijn gerealiseerd. Als bij controle is gebleken dat dit niet het geval is, wordt aan de hand van de nieuwe uitkomsten bepaald of de aanvragen nog wel of niet in aanmerking komt voor subsidie. Dit wordt schriftelijk aan aanvrager meegedeeld (zie verder toelichting op art. 15).

De subsidie wordt, nadat de voorlopige beschikking is genomen door het college, vastgesteld overeenkomstig de gegeven regels.

Artikel 20

Voor het subsidiebedrag wordt binnen vier weken na het nemen van het besluit opdracht gegeven voor uitbetaling. Het bedrag hoeft niet binnen die termijn op de rekening van de subsidieontvanger te zijn bijgeschreven.

Artikel 21

Er is een hardheidsclausule ingebouwd indien toepassing van de bepalingen in deze verordening zou leiden tot een onredelijke beslissing. Het college kan dan afwijken van die bepalingen. Dit zal slechts in uitzonderlijke gevallen kunnen om willekeur te voorkomen.

Ingevolge dit artikel kan het college ontheffing verlenen van de termijn waarbinnen de gereedmelding moet zijn gedaan.

Een dergelijke ontheffing zal slechts in bijzondere gevallen worden verleend, bijvoorbeeld in het geval dat de aannemer van subsidiënt failliet gaat waardoor niet binnen de gestelde termijn een gereedmelding kan worden gedaan.

Artikel 22

Voor de uitvoering van de nadere bepalingen kan het college regels stellen zoals de wijze waarop dat moet gebeuren, onder gebruikmaking van een voorgeschreven formulier etc. Of hiertoe wordt overgegaan zal in de praktijk moeten blijken.

Artikel 23

Het college kan voor nieuwbouw subsidie verlenen indien aanvrager onder gebruikmaking van het programma GPR Gebouw® aantoont dat wordt voldaan aan de vastgestelde score per thema.

Aan de hand van de door de aanvrager ingevulde maatregelen in genoemd programma wordt bij de eindcontrole nagegaan of aanvrager heeft voldaan aan de door hem aangegeven maatregelen en recht heeft op subsidie.

Artikel 25

De eisen aan een levensloopbestendige woning en seniorenwoning hebben betrekking op:

  • -

    Toegankelijkheid (voor gebruikers van rolstoelen, rollators en overige loophulpmiddelen);

  • -

    Veiligheid (ongeval-, inbraak- en brandpreventie);

  • -

    Gebruiksgemak (comfortaspecten in verband met zorgverlening thuis);

  • -

    Wijk- en woningomgeving (essentiële voorzieningen, sociale veiligheid);

  • -

    Aanpasbaarheid (voorbereid op levensloopbestendigheid: snel, eenvoudig en goedkoop geheel toegankelijk te maken).

De minimaal in de levensloopbestendige woning hiervoor op te nemen maatregelen:

  • 1.

    Geen drempels;

  • 2.

    Een ruimte op de begane grond van het hoofdgebouw of in het aangebouwde bijgebouw die indien gewenst gebruikt kan worden als slaapkamer;

  • 3.

    Een ruimte op de begane grond van het hoofdgebouw of in het aangebouwde bijgebouw die indien gewenst gebruikt kan worden als badkamer;

Voor de seniorenwoningen geldt daarbovenuit dat de voornoemde slaap- en badkamer bij de realisatie van de woning direct wordt gerealiseerd.

Artikel 30

In lid 1. is de aanhalingstitel van de verordening opgenomen.

In lid 2. is de datum van inwerkingtreding van de verordening.

Deze datum is gesteld op 1 augustus 2009.