Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Delft

Verordening geldelijke vergoeding voor leden van dagelijkse besturen van commissies

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDelft
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening geldelijke vergoeding voor leden van dagelijkse besturen van commissies
CiteertitelVerordening geldelijke vergoeding voor leden van dagelijkse besturen van commissies
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 96 lid 2 Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-12-200106-02-2021nieuwe regeling

29-12-2001

Stadskrant 9 december 2001

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening geldelijke vergoeding voor leden van dagelijkse besturen van commissies

 

Ia.GDB

De raad der gemeente Delft;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 maart 1978;

gelet op artikel 96 lid 2 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende

VERORDENING geldelijke vergoeding voor leden van dagelijkse besturen van commissies.

Artikel 1.

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    commissie: een door de raad, het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester op grond van de artikelen 82, 83, 84, 85, 91 en 92 van de Gemeentewet ingestelde commissie;

  • b.

    algemene maatregel van bestuur: het Koninklijk besluit van 22 maart 1994, Stb. 244 tot uitvoering van de artikelen 95 en 96 van de Gemeentewet.

Artikel 2.
  • 1.

    De leden van het dagelijks bestuur van een commissie, welke is vermeld op de bij deze verordening behorende bijlage, ontvangen voor hun werkzaamheden een vaste vergoeding.

  • 2.

    Het bepaalde in het eerste lid geldt eveneens voor de leden van nieuw in te stellen commissies, voor zover bij het instellingsbesluit van de commissie deze verordening van toepassing is verklaard.

Artikel 3.
  • 1.

    De vaste vergoeding bedraagt € 1.697,14 per jaar.

  • 2.

    De vaste vergoeding wordt per 1 januari van elk jaar herzien met hetzelfde percentage als waarmede het bedrag, vermeld in de bij de algemene maatregel van bestuur behorende tabel II voor een gemeente in klasse 4, op die datum door de minister van binnenlandse zaken wordt gewijzigd.

  • 3.

    Wanneer een lid slechts een gedeelte van een jaar deel uitmaakt van het dagelijks bestuur, wordt de vergoeding beperkt tot zoveel twaalfden van het jaarbedrag als het aantal maanden dat het lidmaatschap is vervuld. Gedeelten van een maand worden voor een volle maand gerekend.

Artikel 4.
  • 1.

    Geen vergoeding wordt genoten door:

    • a.

      leden van de gemeenteraad;

    • b.

      leden van het college van burgemeester en wethouders;

    • c.

      ambtenaren, die als zodanig tot lid van de commissie zijn benoemd;

    • d.

      degenen, wier lidmaatschap van de commissie uit een zakelijk belang rechtstreeks voortvloeit uit een functie, die als een volledige betrekking wordt gehonoreerd.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, sub a, behouden leden van een dagelijks bestuur, die lid van de gemeenteraad worden, aanspraak op de vergoeding tot uiterlijk vier maanden na de datum van zitting nemen als gemeenteraadslid.

Artikel 5.

De vergoeding wordt na afloop van elk kalenderhalfjaar uitbetaald.

Artikel 6.

Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 januari 1977.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 30 maart 1978.

A.P. Oele,

burgemeester.

G.H. Bosker,

lo.secretaris.

Goedgekeurd door gedeputeerde staten der provincie Zuid-Holland krachtens artikel 64h, lid 2, gemeentewet bij besluiten van 15 augustus 1978, B. no. 43013 en van 25 september 1979, no. B. 43161. Gewijzigd bij raadsbesluit van 17 december 1981, 27 januari 1983, 31 mei 1990 en 25 januari 1996.

Ter kennisname gezonden aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland op 30 januari 1996. Bekendgemaakt 27 juni 1996.

Laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 29 november 2001. Ter kennisname gezonden aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland op 7 december 2001.

Bekendgemaakt 9 december 2001.

BIJLAGE,

behorende bij artikel 2, eerste lid, van de Verordening geldelijke vergoeding voor leden van dagelijkse besturen van commissies.

De Verordening is van toepassing op de navolgende commissies:

  • -

    de culturele gemeenschap;

  • -

    de commissie creativiteitsontwikkeling;

  • -

    de bestuurscommissie Grotius College;

  • -

    de Raad voor de behartiging van de belangen van de buitenlandse werknemers.