Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Westland

Verordening voorzieningen wethouders Westland 2007

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWestland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening voorzieningen wethouders Westland 2007
CiteertitelVerordening voorzieningen wethouders Westland 2007
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpde bestuurlijke organisatie van de gemeente

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is vervangen door de Verordening rechtspositie wethouders Westland 2018.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 44
  2. Gemeentewet, art. 147
  3. Rechtspositiebesluit wethouders

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-06-200701-06-200729-03-2018nieuwe regeling

29-05-2007

Gemeenteblad Westland 2007, d.d. 14-06-2007, nr. 27

besluitenlijst b&w d.d. 3-4-2007, nr. 5.1.1

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening voorzieningen wethouders Westland 2007

De raad van de gemeente Westland;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 april 2007, nr. 5.1.1., betreffende de vaststelling van de Verordening voorzieningen wethouders Westland 2007 en de Verordening voorzieningen burgemeester Westland 2007;

 

gelet op het bepaalde in artikel 44 2e en 3e lid en 147 van de Gemeentewet en het bepaalde in het Rechtspositiebesluit wethouders;

 

besluit:

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

De Verordening voorzieningen wethouders 2007

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. Rechtspositiebesluit wethouders: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 243;

b. Regeling rechtspositie wethouders: de ministeriële regeling van 20 februari 2001, Stcrt. 41 als bedoeld in artikel 23 van het Rechtspositiebesluit wethouders;

c. Verplaatsingskostenregeling 1989: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 20 oktober 1989, nr. AB87/74/U6DGMP/AV/FAR, Stcrt. 212;

d. Reisregeling buitenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 12 september 1994, nr. AD94/U1011, Stcrt. 181;

e. gemeentesecretaris: de secretaris, bedoeld in artikel 102 van de Gemeentewet.

Hoofdstuk II Voorzieningen

Artikel 2 Onkostenvergoeding

  • 1.

    Aan de wethouder wordt een onkostenvergoeding toegekend voor overige aan de uitoefening van het ambt verbonden kosten die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 25 van het Rechtspositiebesluit wethouders, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien.

  • 2.

    Indien de wethouder op grond van artikel 10 een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking is gesteld, bedraagt de onkostenvergoeding voor overige aan de uitoefening van het ambt verbonden kosten, in afwijking van het eerste lid, 91% van het voor hem ingevolge het eerste lid geldende bedrag, waarbij een bedrag van 25 euro per maand van de bruto onkostenvergoeding op deze korting achterwege wordt gelaten.

Artikel 3 Reiskosten woon-werkverkeer

De wethouder wordt voor het reizen tussen zijn woning en zijn plaats van tewerkstelling, indien de enkele reisafstand 10 km of meer bedraagt, een tegemoetkoming in de kosten van het reizen verleend overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 van de Regeling rechtspositiebesluit wethouders.

Artikel 4 Zakelijke reiskosten

  • 1.

    Aan de wethouder wordt overeenkomstig de Regeling rechtspositie wethouders. naast de tegemoetkoming bedoeld in artikel 3, vergoeding verleend voor reiskosten ter zake van andere dan de in artikel 3 bedoelde reizen ten behoeve van de gemeente gemaakt.

    De vergoeding betreft:

    a. bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi of chauffeur (indien het gebruik van een taxi of chauffeur redelijkerwijs noodzakelijk is): een volledige vergoeding van de reiskosten;

    b. bij gebruik van een eigen personenauto: de vergoeding als bedoeld in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders.

  • 2.

    Op aanvraag worden de reiskosten voor de zakelijke reizen van de wethouder gesaldeerd overeenkomstig de regeling voor gemeentelijk personeel. Indien geen regeling als bedoeld in de eerste volzin is vastgesteld vindt op aanvraag saldering van de reiskosten voor de zakelijke reizen van de wethouder plaats overeenkomstig artikel 4a van de Reisregeling binnenland, artikel 2a van de Reisregeling buitenland en artikel 13a van de krachtens het Verplaatsingskostenbesluit 1989 vastgestelde Verplaatsingskostenregeling 1989.

Artikel 5 Dienstauto

Aan de leden van het college wordt geen dienstauto ter beschikking gesteld.

Artikel 6 Verblijfkosten

Aan de wethouder worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke verblijfkosten ter zake van reizen, bedoeld in artikel 4 volledig vergoed.

Artikel 7 Buitenlandse dienstreis

  • 1.

    Indien de wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maakt worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reis- en verblijfkosten vergoed gelijk aan artikel 3 + bijbehorende tarieflijst van de Reisregeling buitenland van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

  • 2.

    Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, is vooraf toestemming van het college vereist.

  • 3.

    De wethouder die het voornemen heeft een buitenlandse dienstreis te maken, meldt dit voornemen (reisbestemming- en doel) voorafgaand aan de collegevergadering, conform de regels welke zijn vastgelegd in de Gedragscode van het college.

Artikel 8 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1.

    De kosten van deelname van een wethouder aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.

  • 2.

    De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van belang is in verband met de uitoefening van het ambt van wethouder.

Artikel 9 Computer en internetverbinding

  • 1.

    Op aanvraag worden de wethouder ten laste van de gemeente voor de uitoefening van het ambt een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking gesteld.

  • 2.

    Indien geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking is gesteld, wordt de wethouder op aanvraag voor de uitoefening van het ambt een tegemoetkoming verleend voor:

    a. aanschaf van een computer, bijbehorende apparatuur en software, of

    b. gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software.

  • 3.

    Voor zover er sprake is van:

    a. een belastingheffing in verband met een ten laste van de gemeente ter beschikking gestelde computer, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het eerste lid;

    b. een tegemoetkoming voor de aanschaf of het gebruik van de eigen computer, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het tweede lid, ontvangt de wethouder ten laste van de gemeente op aanvraag per jaar een tegemoetkoming ter grootte van de brutering van de loonbelasting, uitgaande van de hoogste schijf, die wordt afgedragen over de 30% van de aanschafwaarde/waarde in het economisch verkeer daarvan voor een periode van maximaal drie jaar. Daarbij wordt uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke aan de wethouders in bruikleen ter beschikking worden gesteld.

  • 4.

    Op aanvraag kan de wethouder voor de aanleg- en abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in het eerste of tweede lid genoemde computerapparatuur, indien aanwezig, gebruik maken van de kabelfoonregeling voor gemeentepersoneel.

  • 5.

    Op aanvraag vergoedt het college de wethouder de aanleg- en abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in het eerste en tweede lid genoemde computerapparatuur.

  • 6.

    De wethouder ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 7.

    Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

Artikel 10 Mobiele telefoon

  • 1.

    Op aanvraag wordt aan de wethouder voor de uitoefening van zijn ambt een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking gesteld die voor minimaal 90% (vigerende belastingwetgeving) bestemd is voor zakelijk gebruik.

  • 2.

    De Regeling mobiele telefoon gemeentepersoneel, vastgesteld door burgemeester en wethouders d.d. 24 februari 2004, is overeenkomstig van toepassing op de wethouders van gemeente Westland.

Artikel 11 Spaarloonregeling/levensloopregeling

  • 1.

    De wethouder kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldende spaarloonregeling.

  • 2.

    Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien de wethouder gebruik maakt van de wettelijke levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964.

  • 3.

    De wethouder is niet toegestaan om levensloopverlof op te nemen. Dit spaartegoed dient te worden gereserveerd voor een eventuele functie na de politieke carriere of kan worden aangewend als (eenmalige -fiscaal belaste-) uitkering na afloop van de wachtgelduitkering op grond van de APPA..

Artikel 12 Reis- en pensionkosten en verhuiskosten

De wethouder die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikt heeft ten laste van de gemeente maximaal twee jaar aanspraak op vergoeding van:

a. reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van de ministeriële regeling als bedoeld in artikel 22, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders;

b. verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van de ministeriële regeling als bedoeld in artikel 22, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders.

Artikel 13 Kinderopvang

De wethouder ontvangt een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang die in verband met de vervulling van het ambt van wethouder noodzakelijk is, overeenkomstig de ter zake voor het gemeentelijk personeel geldende kinderopvangregeling, danwel de vigerende belastingwetgeving.

Artikel 14 Outplacement gewezen wethouders

  • 1.

    In dit artikel wordt verstaan onder:

    a. belanghebbende: hij die ophoudt wethouder te zijn en in het genot is van een uitkering op grond van de bepalingen in de Algemene Pensioenwet Politiek Ambtsdragers;

    b. outplacementbureau: bureau of organisatie bij voorkeur aangesloten bij de Nederlandse organisatie voor outplacement en loopbaanbegeleiding.

  • 2.

    Outplacement is facultatief: het college besluit op aanvragen omtrent de toekenning van outplacementfaciliteiten. Kosten van de outplacementfaciliteiten komen voor rekening van de gemeente. Het college sluit hiertoe een schriftelijke overeenkomst met het outplacementbureau.

  • 3.

    Eventuele reis-, verblijf- en verwervingskosten komen voor rekening van belanghebbende.

  • 4.

    De outplacementfaciliteiten worden toegekend voor de periode van ten hoogste één jaar.

  • 5.

    In de gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet is het college bevoegd een voorziening te treffen.

Hoofdstuk III De procedure van declaratie

Artikel 15 Betaling van te declareren kosten

Betaling van te declareren kosten op grond van deze verordening vindt plaats door

|a. betaling uit eigen middelen; of

b. rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente.

Artikel 16 Declaratie van vooruit betaalde kosten

  • 1.

    Voor de vergoeding van de te declareren kosten wordt gebruik gemaakt van een gemeentelijk declaratieformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald.

  • 2.

    Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend. De wethouder dient het declaratieformulier binnen één maand bij de gemeentesecretaris of een door hem aangewezen ambtenaar in, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.

Artikel 17 Rechtstreekse facturering bij de gemeente

  • 1.

    De vergoeding van te declareren kosten, kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de wethouder voor akkoord ondertekende factuur aan de gemeente.

  • 2.

    Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door het begeleidingsformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, volledig in te vullen en te ondertekenen.

  • 3.

    De wethouder dient het begeleidingsformulier en de factuur binnen één maand in bij de gemeentesecretaris of de door hem aangewezen ambtenaar.

Artikel 18 Gebruik creditcard

Voor de wethouders is een college-creditcard ter beschikking voor buitenlandse dienstreizen.

Hoofdstuk IV Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 19 Intrekking /wijziging oude regeling

De gedragscode voor de leden van het college van burgemeester en wethouders, vastgesteld op 10 februari 2004, wordt op als volgt gewijzigd:

a. in het tweede deel komt artikel 7.1 te luiden: Aan de leden van het college wordt een college-creditcard ter beschikking gesteld voor buitenlandse dienstreizen;

b. de toelichting op deel 2 artikel 7 komt te luiden: Ten behoeve van buitenlandse dienstreizen kunnen collegeleden gebruik maken van een college-creditcard. Op deze wijze is heel duidelijk zicht op prive- en zakelijke uitgaven. De creditcard ligt met een parafenlijst in de kluis bij de burgemeester;

c. in het tweede deel wordt artikel 8.2 ingetrokken;

d. in het tweede deel komt artikel 8.3 te luiden: Aan de leden van het college wordt geen dienstauto ter beschikking gesteld. De leden kunnen, indien het gebruik redelijkerwijs noodzakelijk is, zich doen verplaatsen met een taxi.

Artikel 20 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 juni 2007.

Artikel 21 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening voorzieningen wethouders Westland 2007.

Aldus besloten door de raad in zijn openbare vergadering van 29 mei 2007

de griffier - N. Broekema

de voorzitter - J. van der Tak