Organisatie | Westland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening voorzieningen wethouders Westland 2007 |
Citeertitel | Verordening voorzieningen wethouders Westland 2007 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | de bestuurlijke organisatie van de gemeente |
Deze regeling is vervangen door de Verordening rechtspositie wethouders Westland 2018.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-06-2007 | 01-06-2007 | 29-03-2018 | nieuwe regeling | 29-05-2007 Gemeenteblad Westland 2007, d.d. 14-06-2007, nr. 27 | besluitenlijst b&w d.d. 3-4-2007, nr. 5.1.1 |
De raad van de gemeente Westland;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 april 2007, nr. 5.1.1., betreffende de vaststelling van de Verordening voorzieningen wethouders Westland 2007 en de Verordening voorzieningen burgemeester Westland 2007;
gelet op het bepaalde in artikel 44 2e en 3e lid en 147 van de Gemeentewet en het bepaalde in het Rechtspositiebesluit wethouders;
Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. Rechtspositiebesluit wethouders: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 243;
b. Regeling rechtspositie wethouders: de ministeriële regeling van 20 februari 2001, Stcrt. 41 als bedoeld in artikel 23 van het Rechtspositiebesluit wethouders;
c. Verplaatsingskostenregeling 1989: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 20 oktober 1989, nr. AB87/74/U6DGMP/AV/FAR, Stcrt. 212;
d. Reisregeling buitenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 12 september 1994, nr. AD94/U1011, Stcrt. 181;
e. gemeentesecretaris: de secretaris, bedoeld in artikel 102 van de Gemeentewet.
Aan de wethouder wordt een onkostenvergoeding toegekend voor overige aan de uitoefening van het ambt verbonden kosten die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 25 van het Rechtspositiebesluit wethouders, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien.
Indien de wethouder op grond van artikel 10 een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking is gesteld, bedraagt de onkostenvergoeding voor overige aan de uitoefening van het ambt verbonden kosten, in afwijking van het eerste lid, 91% van het voor hem ingevolge het eerste lid geldende bedrag, waarbij een bedrag van 25 euro per maand van de bruto onkostenvergoeding op deze korting achterwege wordt gelaten.
Artikel 3 Reiskosten woon-werkverkeer
De wethouder wordt voor het reizen tussen zijn woning en zijn plaats van tewerkstelling, indien de enkele reisafstand 10 km of meer bedraagt, een tegemoetkoming in de kosten van het reizen verleend overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 van de Regeling rechtspositiebesluit wethouders.
Artikel 4 Zakelijke reiskosten
Aan de wethouder wordt overeenkomstig de Regeling rechtspositie wethouders. naast de tegemoetkoming bedoeld in artikel 3, vergoeding verleend voor reiskosten ter zake van andere dan de in artikel 3 bedoelde reizen ten behoeve van de gemeente gemaakt.
a. bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi of chauffeur (indien het gebruik van een taxi of chauffeur redelijkerwijs noodzakelijk is): een volledige vergoeding van de reiskosten;
b. bij gebruik van een eigen personenauto: de vergoeding als bedoeld in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders.
Op aanvraag worden de reiskosten voor de zakelijke reizen van de wethouder gesaldeerd overeenkomstig de regeling voor gemeentelijk personeel. Indien geen regeling als bedoeld in de eerste volzin is vastgesteld vindt op aanvraag saldering van de reiskosten voor de zakelijke reizen van de wethouder plaats overeenkomstig artikel 4a van de Reisregeling binnenland, artikel 2a van de Reisregeling buitenland en artikel 13a van de krachtens het Verplaatsingskostenbesluit 1989 vastgestelde Verplaatsingskostenregeling 1989.
Aan de wethouder worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke verblijfkosten ter zake van reizen, bedoeld in artikel 4 volledig vergoed.
Artikel 7 Buitenlandse dienstreis
Indien de wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maakt worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reis- en verblijfkosten vergoed gelijk aan artikel 3 + bijbehorende tarieflijst van de Reisregeling buitenland van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Artikel 8 Cursus, congres, seminar of symposium
De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van belang is in verband met de uitoefening van het ambt van wethouder.
Artikel 9 Computer en internetverbinding
Indien geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking is gesteld, wordt de wethouder op aanvraag voor de uitoefening van het ambt een tegemoetkoming verleend voor:
a. aanschaf van een computer, bijbehorende apparatuur en software, of
b. gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software.
a. een belastingheffing in verband met een ten laste van de gemeente ter beschikking gestelde computer, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het eerste lid;
b. een tegemoetkoming voor de aanschaf of het gebruik van de eigen computer, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het tweede lid, ontvangt de wethouder ten laste van de gemeente op aanvraag per jaar een tegemoetkoming ter grootte van de brutering van de loonbelasting, uitgaande van de hoogste schijf, die wordt afgedragen over de 30% van de aanschafwaarde/waarde in het economisch verkeer daarvan voor een periode van maximaal drie jaar. Daarbij wordt uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke aan de wethouders in bruikleen ter beschikking worden gesteld.
Artikel 12 Reis- en pensionkosten en verhuiskosten
De wethouder die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikt heeft ten laste van de gemeente maximaal twee jaar aanspraak op vergoeding van:
a. reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van de ministeriële regeling als bedoeld in artikel 22, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders;
b. verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van de ministeriële regeling als bedoeld in artikel 22, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders.
De wethouder ontvangt een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang die in verband met de vervulling van het ambt van wethouder noodzakelijk is, overeenkomstig de ter zake voor het gemeentelijk personeel geldende kinderopvangregeling, danwel de vigerende belastingwetgeving.
Artikel 14 Outplacement gewezen wethouders
In dit artikel wordt verstaan onder:
a. belanghebbende: hij die ophoudt wethouder te zijn en in het genot is van een uitkering op grond van de bepalingen in de Algemene Pensioenwet Politiek Ambtsdragers;
b. outplacementbureau: bureau of organisatie bij voorkeur aangesloten bij de Nederlandse organisatie voor outplacement en loopbaanbegeleiding.
Hoofdstuk III De procedure van declaratie
Artikel 15 Betaling van te declareren kosten
Betaling van te declareren kosten op grond van deze verordening vindt plaats door
Hoofdstuk IV Citeertitel en inwerkingtreding
Artikel 19 Intrekking /wijziging oude regeling
De gedragscode voor de leden van het college van burgemeester en wethouders, vastgesteld op 10 februari 2004, wordt op als volgt gewijzigd:
a. in het tweede deel komt artikel 7.1 te luiden: Aan de leden van het college wordt een college-creditcard ter beschikking gesteld voor buitenlandse dienstreizen;
b. de toelichting op deel 2 artikel 7 komt te luiden: Ten behoeve van buitenlandse dienstreizen kunnen collegeleden gebruik maken van een college-creditcard. Op deze wijze is heel duidelijk zicht op prive- en zakelijke uitgaven. De creditcard ligt met een parafenlijst in de kluis bij de burgemeester;
c. in het tweede deel wordt artikel 8.2 ingetrokken;
d. in het tweede deel komt artikel 8.3 te luiden: Aan de leden van het college wordt geen dienstauto ter beschikking gesteld. De leden kunnen, indien het gebruik redelijkerwijs noodzakelijk is, zich doen verplaatsen met een taxi.