Organisatie | Delft |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Voorwaarden voor ingebruikgeving en het gebruik van de gemeentelijke sportterreinen |
Citeertitel | Voorwaarden voor ingebruikgeving en het gebruik van de gemeentelijke sportterreinen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-12-2001 | Onbekend | 29-11-2001 Stadskrant 9 december 2001 | Onbekend | ||
10-12-2001 | 17-01-2012 | Onbekend | 29-11-2001 Onbekend | Onbekend |
In de vergunning betreffende de ingebruikgeving, wordt opgenomen een omschrijving van de accommodatie, de duur, de dagen en uren waarop deze ter beschikking van de gebruiker wordt gesteld, het in rekening gebrachte tarief en de van toepassing zijnde artikelen van deze Voorwaarden.
Burgemeester en wethouders kunnen de accommodatie - na overleg met de gebruiker - gedurende de tijden, bedoeld onder artikel 2, hetzij voor eigen gebruik, hetzij voor gebruik door andere personen of verenigingen vorderen, mits uitsluitend voor sport- of speldoeleinden en met dien verstande, dat een dergelijke vordering niet zal plaatsvinden op tijden, welke binnen het vastgestelde competitierooster vallen.
De gebruiker zowel als burgemeester en wethouders verbinden zich, elkaar van voorgenomen bijzondere evenementen als schoolsportdagen of wedstrijden, welke niet binnen het tijdvak van het vastgestelde competitierooster vallen, in een zo vroeg mogelijk stadium op de hoogte te stellen en wederzijds met dergelijke plannen rekening te houden.
Burgemeester en wethouders kunnen aan een rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging op haar schriftelijk verzoek, onder nader te stellen voorwaarden, met inachtneming van de algemeen geldende bouwvoorschriften en eisen van welstand toestaan op of nabij de ingebruikgegeven accommodatie voor eigen rekening uitsluitend ten behoeve van en ten gebruike door haar leden een verenigingsgebouw te stichten.
Burgemeester en wethouders hebben de zorg voor het gehele onderhoud van de accommodatie.
Consumptie-artikelen mogen alleen worden verkocht in een verenigingsgebouw, hetwelk eigendom is van de gebruiker en het onmiddellijk aangrenzende, daarbij behorende terrein, waaronder echter niet worden begrepen de voor toeschouwers bestemde stroken terrein rond de speelvelden en de speel- of oefenvelden zelf.
Het is de gebruiker toegestaan bij door hem te organiseren wedstrijden op de accommodatie entree te heffen voor de toegang hierop, met dien verstande dat van personen, die zich naar de andere bij derden in gebruik zijnde sportterreinen dienen te begeven, geen betaling van entree mag worden gevorderd en aan hen moet worden toegestaan, zich naar die andere terreinen te begeven.
Bij niet tijdige betaling van de huurprijs verbeurt de gebruiker ten bate van de gemeente indien de nalatigheid langer dan een week voortduurt, zonder dat enige ingebrekestelling zal zijn vereist, over het tijdvak der nalatigheid een boete van 1% per maand of een gedeelte daarvan over het achterstallig gebleven bedrag, met een minimum van € 0,45.
Indien de vergunning door de gebruiker niet vóór het in het voorgaande lid bedoelde tijdstip is opgezegd, wordt de duur van de vergunning geacht met één jaar te zijn verlengd, echter met dien verstande, dat de gebruiker bevoegd blijft te verzoeken, wijziging te brengen in de dagen en uren, waarop de accommodatie te zijner beschikking is gesteld.
Bij het niet naleven door de gebruiker van de bepalingen van deze voorwaarden of bij niet of niet tijdig voldoen van de gebruiksvergoeding hebben burgemeester en wethouders het recht de ingebruikgeving te doen beëindigen, zonder dat de gebruiker enige aanspraak op vergoeding van schade of restitutie van gebruiksvergoeding kan maken.
Bij beëindiging van de vergunning is de gebruiker verplicht de opstallen, welke door hem op de accommodatie zijn gesticht binnen één maand na het tijdstip van beëindiging der vergunning op zijn kosten en ten genoegen van burgemeeste en wethouders te verwijderen, tenzij burgemeester en wethouders de wens te kennen geven de opstallen voor zich te behouden.
Indien één der partijen in gebreke blijft binnen één maand na beëindiging van de overeenkomst een deskundige aan te wijzen of indien de twee deskundigen binnen één maand na hun aanwijzing casu quo benoeming geen overeenstemming kunnen bereiken omtrent de aanwijzing van de derde deskundige - zullen de nalatigheid of het ontbreken van de overeenstemming blijken door het enkele verloop van de gestelde termijn - dan zal op verzoek van de meest gerede partij de aanwijzing van de deskundigen geschieden door de Kantonrechter te Delft.
Indien de drie deskundigen binnen één maand na de datum hunner aanwijzing casu quo benoeming niet tot overeenstemming kunnen komen omtrent de door hen gezamenlijk te taxeren prijs, zullen op verzoek van de meest gerede partij door de kantonrechter te Delft drie andere deskundigen worden benoemd, die alsdan de taxatie zullen verrichten.
Voor elk geval, dat door of vanwege burgemeester en wethouders wordt geconstateerd, dat door de gebruiker -of met voorkennis van de gebruiker door derden - van de accommodatie is of wordt gebruik gemaakt in strijd met de bepalingen van de aan hem verleende vergunning, kunnen burgemeester en wethouders de gebruiker een boete opleggen van € 11,34.
Onverminderd de bepalingen van de Drank- en Horecawet, is het de gebruiker verboden, zonder schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders in of op de accommodatie of in de door de gebruiker gestichte opstallen, kantine te houden, etenswaren en/of dranken te verkopen, te verstrekken of in voorraad te hebben of te houden.
Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Delft in zijn openbare vergadering van 26 februari 1969.
P.A.L. Brinkman ,lo.secretaris.
Gewijzigd bij raadsbesluit van 11 december 1974.
Gewijzigd bij raadsbesluit van 25 januari 1996. Bekendgemaakt 17 mei 1996.
Laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 29 november 2001. Bekendgemaakt 9 december 2001.
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 september 1977;
tarieven voor overig gebruik van gemeentelijke sportterreinen.
met dien verstande, dat voor het gebruik van de sintelbaan dezelfde tarieven in rekening worden gebracht als voor het gebruik van een veld, voor het gebruik van een oefenveld de helft dezer tarieven, terwijl in het gebruik van een kleedgelegenheid, evenals onder I.2. is vermeld, een normaal gebruik van koud water en elektrische verlichting is begrepen.
Burgemeester en wethouders te machtigen, in bijzondere gevallen van de in dit besluit neergelegde tarieven en garantie-, minimum- en maximumbedragen af te wijken. Jaarlijks zullen burgemeester en wethouders aan de gemeenteraad een overzicht verstrekken van het aantal gevallen, waarin zulks is geschied.
Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Delft in zijn openbare vergadering van 29 september 1977.
Gewijzigd bij raadsbesluit van 26 juli 1984 (goedgekeurd op 6 november 1984, no. 1284/I/2127), bij raadsbesluit van 17 december 1987 (Bekendgemaakt op 13 januari 1988), bij raadsbesluit van 21 december 1989, bij raadsbesluit van 25 januari 1996. (Bekendgemaakt 17 mei 1996), bij raadsbesluit van 9 december 1997, bij raadsbesluit van 17 december 1998 en bij raadsbesluit van 23 december 1999. Laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 29 november 2001. Bekendgemaakt 9 december 2001.
TARIEVEN SEIZOENHUUR SPORTVELDEN per 01-01-1991
TARIEVEN INCIDENTELE HUUR SPORTVELDEN per 01-01-1991
Voor een veld per vereniging een garantie per jaar van € 1.812,85
Tarieven voor doorlopend gebruik van de sintelbaan door de atletiekverenigingen op, in overleg met de verenigingen, te bepalen tijdstippen:
€ 14,52 per jaar per lid met een minimum van € 1.771,10 per vereniging per jaar en met een maximum van
€ 3.542,21,-- per vereniging per jaar.