Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Delft

Verordening voorzieningen wethouders 2006

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Delft
Officiële naam regelingVerordening voorzieningen wethouders 2006
CiteertitelVerordening voorzieningen wethouders 2006
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 33, 44, 95 tn 99, en 147 Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-06-200718-10-2012Onbekend

28-06-2007

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Delft;

gelezen het voorstel van het presidium van 9 oktober 2006;

gelet op de artikelen artikel 33; 44, tweede en derde lid; 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet,

gelet op het Rechtspositiebesluit wethouders.

b e s l u i t :

I vast te stellen de Verordening voorzieningen wethouders 2006

Artikel

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

a Rechtspositiebesluit wethouders: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994; Stb. 243;

b.Regeling rechtspositie wethouders: de ministeriële regeling van 20 februari 2001, Stcrt. 41 als bedoeld in artikel 23 van het Rechtspositiebesluit wethouders.

Hoofdstuk II Voorzieningen voor wethouders

Artikel 2 Onkostenvergoeding

  • 1.

    De vergoeding voor de aan de uitoefening van het wethouderschap verbonden kosten is gelijk aan het bedrag voor de gemeenteklasse meer dan 18.000 inwoners, vermeld in artikel 25 van het Rechtspositiebesluit wethouders.

  • 2.

    Indien de wethouder op grond van artikel 7 van deze verordening een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking is gesteld bedraagt de onkostenvergoeding voor overige aan de uitoefening van het ambt verbonden kosten, in afwijking van het eerste lid, 94% van het voor hem ingevolge het eerste of tweede lid geldende bedrag.

Artikel 3 Zakelijke reiskosten

Aan de wethouder wordt een vergoeding verleend voor gemaakte reiskosten, niet zijnde kosten voor woon-werkverkeer, ter zake van reizen ten behoeve van de gemeente. De vergoeding betreft:

a bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een (trein)taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten naar de laagste klasse, waarbij zoveel mogelijk de terzake voor de ambtenaren in dienst van de gemeente Delft vastgestelde regels worden gehanteerd;

b bij gebruik van een eigen motorvoertuig of bromfiets: een vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten overeenkomstig de bedragen zoals die gehanteerd worden voor ambtenaren in dienst van de gemeente Delft.

Artikel 4 Verblijfkosten

De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfkosten ter zake van reizen, bedoeld in artikel 3 worden volledig aan de wethouder vergoed.

Artikel 5 Buitenlandse dienstreis

  • 1.

    Indien de wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maakt, worden de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reis- en verblijfkosten vergoed, waarbij zoveel mogelijk de terzake voor de ambtenaren in dienst van de gemeente Delft vastgestelde regels worden gehanteerd.

  • 2.

    Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland of België, niet zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf toestemming van het college vereist.

Artikel 6 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1.

    De kosten van deelname van een wethouder aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.

  • 2.

    De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de uitoefening van het ambt van wethouder.

Artikel 7 Mobiele telefoon

  • 1.

    Aan de wethouder wordt voor de uitoefening van zijn ambt op aanvraag een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking gesteld, die uitsluitend bestemd is voor zakelijk gebruik.

  • 2.

    De wethouder ondertekent daartoe een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 3.

    Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

Artikel 8 Spaarloonregeling

  • 1.

    De wethouder kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldende spaarloonregeling.

  • 2.

    De wethouder kan deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964;

  • 3.

    Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien de wethouder gebruik maakt van de wettelijke levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964.

  • 4.

    Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.

    Artikel 8a Fietsregeling

  • 1.

    De wethouder kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Hierbij wordt zoveel mogelijk conform de voor het gemeentelijke personeel geldende regeling behandeld.

  • 2.

    Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.

Artikel 9 Outplacement

De gewezen wethouder die in het genot is van een uitkering op grond van artikel 131 tot en met 136 van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers, kan op aanvraag in aanmerking komen voor outplacementfaciliteiten. Hierbij is het bepaalde in de regeling outplacement en loopbaanmanagementfaciliteiten gewezen wethouders gemeente Delft 1996 van toepassing.

Artikel 10 Reis- en pensionkosten en verhuiskosten

De wethouder die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikt heeft ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van:

  • a.

    reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van de Regeling rechtspositie wethouders;

  • b.

    verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 11 Declaratie van vooruitbetaalde kosten

1.Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door:

1. a betaling uit eigen middelen; of

b rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente.

  • 2.

    Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in lid 1 wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald.

  • 3.

    Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend en binnen drie maanden bij de gemeentesecretaris, of een door hem aangewezen ambtenaar ingediend, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 30 november 2006.

mr. drs. G.A.A. Verkerk , burgemeester.

drs. Y. van Delft , griffier.

Gewijzigd bij raadsbesluit van 28 juni 2007.

.Artikelsgewijze toelichting

.Artikel 3 Reiskosten

.Zakelijke reiskosten voor wethouders, indien gemaakt met het openbaar vervoer of met een (trein)taxi, worden volledig vergoed (mits in redelijkheid gemaakt). Indien gemaakt met eigen middelen van vervoer volgens het belastingvrije tarief dat ook geldt voor het ambtenaren in dienst van de gemeente Delft.

Artikel 4 Verblijfkosten

Dit artikel regelt de vergoeding van verblijfkosten. De grondslag hiervoor is te vinden in artikel 97 van de Gemeentewet. De vergoeding kan worden toegekend als de wethouders een dienstreis maakt ter uitvoering van een besluit van de raad, het college of de burgemeester. Daarvoor gelden dezelfde richtinggevende bedragen als voor het gemeentepersoneel.

.Voor wethouders is nog van belang dat een vergoeding of verstrekking van maximaal 80 maaltijden per kalenderjaar onbelast is als de vergoeding of verstrekking een meer dan bijkomstig zakelijk karakter heeft. Daarvan is niet zonder meer sprake bij deelname aan raads- en commissievergaderingen, maar wel bij tot in de avond doorlopende vergaderingen waardoor men niet op de gewone tijd kan eten, alsmede tijdens dienstreizen. Voor zover het aantal maaltijden per kalenderjaar meer dan 80 is (vergoedingen en verstrekkingen samen), moet een normbedrag bij het loon worden geteld. Als de vergoeding of verstrekking gedeeltelijk tot het loon moet worden gerekend kan eindheffing plaatsvinden op basis van het tabeltarief.

Als het zakelijk karakter van niet meer dan bijkomstig belang is moet de vergoeding of de waarde in het economisch verkeer van de verstrekking tot het loon worden gerekend. Bij verstrekkingen in de vorm van maaltijden in bedrijfskantines met een privé-karakter wordt de waarde van een kantinemaaltijd vastgesteld op een forfaitair bedrag. Als de maaltijd in de bedrijfskantine een meer dan bijkomstig zakelijk karakter heeft geldt de hoofdregel. De vergoeding of verstrekking van maximaal 80 maaltijden per kalenderjaar is dan onbelast.

Artikelen 5 Buitenlandse dienstreis

Bij buitenlandse dienstreizen in het gemeentelijk belang kunnen de wethouder de in redelijkheid gemaakte werkelijke reis- en verblijfkosten worden vergoed. De voor het gemeentepersoneel geldende regeling is daarbij richtsnoer. In de eerder genoemde gedragscode zijn nadere gedragsregels vastgesteld. Daarbij gaat het om expliciete besluitvorming in het college over buitenlandse reizen en over uitnodigingen daartoe op kosten van derden. Maar ook om bijvoorbeeld de rekening en verantwoording achteraf (zowel inhoudelijk als financieel), het meereizen van de partner en het combineren van een dienstreis met een (direct voorafgaande of aansluitende) privé-reis.

Artikel 6 Cursus, congres, seminar of symposium

De in deze artikelen bedoelde cursussen en congressen hebben een zakelijk karakter en zijn aan te merken als beroepskosten waarvan de vergoeding c.q. verstrekking van loonbelasting is vrijgesteld.

Artikel 7 Mobiele telefoon

Als onderdeel van de bedrijfsvoering kan de wethouder voor overwegend zakelijk gebruik (90% of meer) belastingvrij een mobiele telefoon als 2e telefoon om niet ter beschikking worden gesteld. De abonnementskosten en de (zakelijke) gesprekskosten komen dan voor rekening van de gemeente. De nadere voorwaarden zijn geregeld in de bruikleenovereenkomst die de wethouder met de gemeente sluit. Het model van die overeenkomst is door de raad vastgesteld.

b.In de vaste kostenvergoeding zit ook een component telefoonkosten. Indien de gemeente voor zakelijk gebruik een mobiele telefoon aan een wethouder beschikbaar stelt moet er een korting worden toegepast op die vaste kostenvergoeding om te voorkomen dat voor dezelfde zakelijke telefoonkosten zowel in natura (mobiele telefoon in bruikleen) als in geld (via de vaste kostenvergoeding) een voorziening ten laste van de gemeente is getroffen. Dat is geregeld in artikel 23, tweede lid. Voor alle wethouders aan wie de gemeente een mobiele telefoon beschikbaar heeft gesteld geldt dezelfde korting.

Artikel 8 Spaarloon

Een wethouder is een werknemer en kan dientengevolge gebruik maken van de spaarloonregeling dan wel de levensloopregeling. Wanneer de wethouder gebruik maakt van de gemeentelijke levensloopregeling is het niet toegestaan een levensloopbijdrage ten laste van de gemeente te verstrekken. De opbouw van de levensloopvoorziening mag uitsluitend ten laste van de wethouderswedde plaatsvinden. Aangezien wethouders geen verlof kennen, is het slechts mogelijk dat de opgebouwde voorziening bij de beëindiging van het wethouderschap wordt meegenomen naar de volgende werkgever of dat uitbetaling ineens plaatsvindt.

Artikel 9 Outplacement

Om de mogelijkheid dat de gewezen wethouder op eigen kracht en onder eigen verantwoordelijkheid een nieuwe functie kan verwerven te vergroten wordt de mogelijkheid geopend dat outplacement- of loopbaanmanagementfaciliteiten worden verleend.

Artikel 10 Reis- en pensionkosten en verhuiskosten

Sinds de dualisering van het gemeentebestuur kunnen personen van buiten de gemeenteraad tot wethouder worden benoemd. Dat kunnen ook personen zijn die niet in de gemeente zelf wonen. Die zijn op grond van de Gemeentewet verplicht om te gaan wonen in de gemeente waar zij wethouder zijn geworden. In artikel 24 is geregeld dat zij bij verhuizing naar de gemeente in aanmerking komen voor een verhuiskostenvergoeding en eventueel voor vergoeding van reis- en pensionkosten in afwachting van de verhuizing. De vergoedingen zijn onbelast.

Artikel 11 Kinderopvang

Een goede kinderopvangvoorziening is belangrijk. Hierdoor wordt bevorderd dat wethouders hun politieke werk goed kunnen combineren met het ouderschap. Vanaf 1 januari 2005 is er een wettelijke regeling (Wet kinderopvang). Aan deze wet kunnen ook wethouders aanspraken ontlenen in de vorm van een (inkomensafhankelijke) rijksbijdrage. Het rechtspositiebesluit voor wethouders maakt het mogelijk om hen ten laste van de gemeente in aanvulling op de rijksbijdrage een tegemoetkoming te verlenen in de kosten van noodzakelijke kinderopvang. Artikel 12 voorziet hierin. Daarin is geregeld dat voor wethouders de voor het gemeentepersoneel geldende kinderopvangregeling van overeenkomstige toepassing is.

De gemeentelijke bijdrage in de kosten van kinderopvang kan aan de wethouder dat heeft geopteerd voor de loonbelasting onbelast worden verstrekt.

Artikel 12 De procedure van declaratie

In artikel 10 zijn de twee wijzen van betaling aangegeven. In lid 2 en 3 is vervolgens aangegeven in welke gevallen, welke betalingswijze aan de orde is en welke procedurevoorschriften in achtgenomen moeten worden.

Declaratie van vooruitbetaalde kosten

Daarbij gaat het om vergoeding van de volgende kosten:

  • -

    zakelijke reis- en verblijfkosten van wethouders

  • -

    reis- en verblijfkosten bij buitenlandse dienstreizen van wethouders

Rechtstreekse facturering bij de gemeente

Rekeningen kunnen rechtstreeks bij de gemeente in rekening worden gebracht in de volgende gevallen:

  • -

    deelname aan cursussen, congressen, seminars en symposia door wethouders;

  • -

    zakelijke reis- en verblijfkosten van wethouders;

  • -

    reis- en verblijfkosten bij buitenlandse dienstreizen van wethouders.