Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Leidschendam-Voorburg

Verordening op de vertrouwenscommissie voor de vervulling van de vacature burgemeester

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLeidschendam-Voorburg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de vertrouwenscommissie voor de vervulling van de vacature burgemeester
CiteertitelVerordening op de vertrouwenscommissie voor de vervulling van de vacature burgemeester
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuurlijke organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 61, 82 en 86
  2. Archiefwet 1995, art. 15
  3. Archiefbesluit 1995, art. 9
  4. Circulaire van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 4 november 2005, Stcrt. 2005, 15

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-10-2007vervallen van rechtswege

12-10-2007

Besluit ministerraad

19-04-200713-10-2007nieuwe regeling

11-04-2007

Gemeentelijke website 18-04-2007

2007/10084

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de vertrouwenscommissie voor de vervulling van de vacature burgemeester

De raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg,

gezien het voorstel van 6 maart 2007 (2007/10084),

gelet op de artikelen 61, 82 en 86 van de Gemeentewet, artikel 15 van de Archiefwet 1995 en artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 en de Circulaire van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 4 november 2005, Stcrt. 2005, 15;

Besluit

  • I.

    In te stellen een vertrouwenscommissie voor de voorbereiding van de aanbeveling inzake de vervulling van de vacature burgemeester;

  • II.

    Vast te stellen de verordening op de vertrouwenscommissie voor de vervulling van de vacature burgemeester.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    De minister: de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • b.

    De commissaris: de commissaris van de Koningin in Zuid-Holland;

  • c.

    De commissie: de vertrouwenscommissie, zijnde een raadscommissie, die belast is met de voorbereiding van de aanbeveling tot vervulling van de vacature burgemeester.

Artikel 2 Taak en werkwijze van de commissie

  • 1.

    De commissie heeft tot taak de door de commissaris geselecteerde kandidaten te beoordelen.

  • 2.

    De commissie brengt over haar bevindingen schriftelijk en vertrouwelijk verslag uit aan respectievelijk de commissaris en de raad. Het verslag aan de raad wordt voorzien van een conceptaanbeveling van twee personen. Indien geen raadplegend referendum wordt gehouden, geeft de commissie tevens een beredeneerde volgorde van de kandidaten op haar conceptaanbeveling aan.

  • 3.

    De commissie verschaft zich slechts door tussenkomst van de commissaris de door haar nodig geachte informatie over de kandidaten.

  • 4.

    De commissie brengt haar in lid 2 bedoelde bevindingen uit op basis van de gegevens die de commissaris haar verstrekt en op basis van mondelinge en schriftelijke informatie die de door haar ontvangen kandidaten haar geven, zulks na weging van een en ander.

  • 5.

    Bij haar werkzaamheden neemt de commissie het gestelde in de circulaire van de minister d.d. 4 november 2005, kenmerk 2005-278431 (Stcrt. 2005, 15), in acht.

Artikel 3 Samenstelling commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit de volgende raadsleden:

    • -

      de heer R.P. Klop, voorzitter

    • -

      de heer P.M.M. van Ostaijen, plaatsvervangend voorzitter

    • -

      de heer H. Oldersma

    • -

      mevrouw I.S. Roza

    • -

      mevrouw M.C.J. Cornelissens

    • -

      de heer J.J.M. Schellings

    • -

      de heer N.F.J. Hooijmans

  • 2.

    De commissie kent geen plaatsvervangende leden.

Artikel 4 Ambtelijke ondersteuning

  • 1.

    De griffier is secretaris van de commissie.

  • 2.

    De secretaris geeft ambtelijke ondersteuning aan de commissie.

  • 3.

    De secretaris is geen lid van en heeft geen stemrecht in de commissie.

Artikel 5 Vergaderingen

  • 1.

    De vergaderingen van de commissie zijn besloten.

  • 2.

    De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of tenminste twee leden dit noodzakelijk achten.

  • 3.

    De voorzitter doet van elke vergadering ten minste vierentwintig uur tevoren aankondiging aan de leden van de commissie.

  • 4.

    De commissie vergadert niet indien niet tenminste de helft plus één van het aantal leden aanwezig is.

Artikel 6 Geheimhouding

  • 1.

    De commissie legt in elke vergadering, met toepassing van artikel 86 van de Gemeentewet, geheimhouding op over de inhoud van de stukken en het behandelde tijdens de vergadering.

  • 2.

    De voorzitter ziet erop toe dat aan het gestelde in het vorige lid wordt voldaan.

  • 3.

    De commissie en haar leden verstrekken geen inzage in de stukken noch informatie over de stukken en over het behandelde in haar vergadering aan raadsleden die geen zitting hebben in de commissie, noch aan anderen, behoudens het bepaalde in artikel 2, lid 2.

  • 4.

    De commissie, noch de gemeenteraad zal de geheimhouding waartoe het eerste lid verplicht, opheffen.

  • 5.

    De geheimhoudingsplicht blijft na ontbinding van de commissie van kracht.

  • 6.

    Het in dit artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing op de (plaatsvervangend) secretaris en de adviseur.

  • 7.

    Schending van deze geheimhoudingsplicht is strafbaar gesteld in artikel 272 van het wetboek van Strafrecht.

Artikel 7 Verslag

  • 1.

    De bevindingen, bedoeld in artikel 2, worden vastgesteld bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen.

  • 2.

    Het gevoelen van de minderheid wordt desgewenst in het verslag vermeld.

  • 3.

    Bij het staken van de stemmen over de uit te brengen bevindingen, wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan worden geen bevindingen van de commissie, maar de verschillende meningen binnen de commissie ter kennis van respectievelijk de commissaris en de gemeenteraad gebracht.

Artikel 8 Gesprekken met de kandidaten

  • 1.

    De secretaris nodigt, in overleg met de commissie, de kandidaten uit voor een gesprek met de commissie.

  • 2.

    De plaats en het tijdstip van een gesprek worden zodanig gekozen dat wordt voorkomen dat de kandidaten hierdoor aan anderen bekend raken of tijdens het bezoek aan de commissie met elkaar in contact komen.

Artikel 9 Ontbinding commissie

  • 1.

    De commissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag volgende op die waarop door de minister aan de gemeenteraad is bekend gemaakt dat in de vacature van burgemeester is voorzien.

Artikel 10 Archivering van stukken

  • 1.

    De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er zorg voor dat op het tijdstip bedoeld in artikel 9, alle archiefbescheiden onverwijld in een verzegelde envelop en gerubriceerd als "geheim" worden overgebracht naar de krachtens de wet door de raad aangewezen archiefbewaarplaats. Zij dragen er eveneens zorg voor dat uitvoering wordt gegeven aan het bepaalde in de volgende leden van dit artikel.

  • 2.

    Van de in het eerste lid bedoelde overbrenging wordt een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, lid 1 sub a. en c., van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.

  • 3.

    Alle overige bescheiden en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden worden onmiddellijk vernietigd.

Artikel 11 Contactpersoon

  • 1.

    De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon naar buiten.

  • 2.

    Alle stukken bestemd voor de commissie worden gericht aan de voorzitter en gezonden aan het privé-adres van de secretaris en aldaar bewaard tot het moment van archivering.

  • 3.

    Alle stukken die van de commissie uitgaan worden door de voorzitter en de secretaris ondertekend en vanaf het privé-adres van de secretaris verzonden.

Artikel 12 Onvoorziene aangelegenheden

In alle gevallen waarin deze verordening dan wel de circulaire van de minister d.d. 4 november 2005 niet voorziet, beslist de commissie.

Artikel 13 Inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking daags na bekendmaking.

  • 2.

    Deze verordening vervalt met ingang van de dag volgend op die waarop door de minister een besluit is genomen op de aanbeveling van de raad.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 11 april 2007

de griffier, mr. G.A.van Egmond

de voorzitter, mr. drs. B.J.Bruins