Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Helmond

Beleidsregel loketverkoop Helmond 2008

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHelmond
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel loketverkoop Helmond 2008
CiteertitelBeleidsregel loketverkoop Helmond 2008
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpopenbare orde en veiligheid

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Beleidsregel nadere concretisering ontheffingcriteria artikel 8A, vierde lid APV Helmond 1978 en concretisering uitvoering en handhaving artikel 8A APV Helmond

1978 (loketverkoop) van 3 februari 2004.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet bestuursrecht, art. 4:81
  2. Algemene Plaatselijke Verordening Helmond 2008, art. 2.3.4.1
  3. Algemene Plaatselijke Verordening Helmond 2008, art. 2.3.4.2

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2008nieuwe regeling

06-11-2007

Gemeenteblad, 2007, 83

Collegebesluit, 2007, 0756247

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel loketverkoop Helmond 2008

Het college van burgemeester en wethouders van Helmond;

Gelet op artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht en artikel 2.3.4.1 en 2.3.4.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening Helmond 2008

 

b e s l u i t:

  • I.

    Vast te stellen de Beleidsregel loketverkoop Helmond 2008

  • II.

    In te trekken de Beleidsregel nadere concretisering ontheffingcriteria artikel 8A, vierde lid APV Helmond 1978 en concretisering uitvoering en handhaving artikel 8A APV Helmond 1978 (loketverkoop), welke is vastgesteld op 3 februari 2004, en gepubliceerd in Gemeenteblad 2004, nummer 13.

  • III

    Te bepalen dat dit besluit in werking treedt op 1 januari 2008.

I. Probleemstelling:

Steeds vaker wordt de gemeente geconfronteerd met het verschijnsel dat verkoop van goederen (waaronder begrepen eet- en drinkwaren) plaatsvindt vanuit een afleveringsloket aan de openbare weg of op een vanaf de weg voor publiek onmiddellijk bereikbare plaats (verkooploket). In onder andere de Heistraat, Steenweg, Binderseind en de Molenstraat zijn een aantal ondernemers (afhaalcentra en cafetaria's) die via een raam, loket of anderszins vanuit hun inrichting etenswaren verkopen, ook na de in de Winkeltijdenwet vastgestelde sluitingstijden (uiterlijk 22:00 uur). Het verschijnsel doet zich meer en meer voor sinds de invoering van de nieuwe horecasluitingstijden in mei 2000. Door de invoering hiervan werden droge horecaondernemingen (cafetaria's en shoarmazaken) verplicht om een half uur eerder hun deuren voor alle publiek te sluiten dan de natte horeca (cafés). De ondernemers hebben hiervoor een alternatief gevonden. Men sluit volgens de regels om 2.30 uur de deuren voor alle publiek, maar gaat vervolgens door met de verkoop via een raam of loket. Het verschijnsel kreeg navolging bij afhaalcentra met een detailhandelsbestemming. Daar afhaalcentra met een detailhandelsbestemming hun zaak eerder voor alle publiek moeten sluiten (zij vallen onder de Winkeltijdenwet), namelijk uiterlijk om 22:00 uur, is de met het verschijnsel samenhangende overlast niet alleen in de nachtelijke uren een probleem. Door bewoners- en belangenverenigingen wordt regelmatig geklaagd over aantasting van het woon- en leefklimaat als gevolge van loketverkoop.

 

Tot 2004 was het hebben dan wel gebruiken van een afleveringsloket vergunningplichtig ingevolge artikel 8, derde lid A.P.V. Helmond 1978. Specifieke toetsingscriteria waren in de A.P.V. niet opgenomen. Er diende te

worden gekeken naar het hoofdstuk waarin de vergunningplicht was opgenomen, i.c. 'Openbare orde en veiligheid'. Vergunningen konden enkel getoetst worden aan openbare orde en veiligheidsaspecten. De betreffende A.P.V.-bepaling maakte het niet mogelijk verdergaand beleid te voeren, terwijl daar wel behoefte aan bestaat. Tot op heden zijn er overigens geen vergunningen verleend.

Er zijn momenteel zo'n 10-tal niet-vergunde loketten aanwezig.

 

Wij zijn van mening dat op een aantal locaties - het Centrumgebied en Binnenstad-Oost - in de stad in principe geen loketverkoop zou moeten plaatsvinden. Veel loketten hebben namelijk een negatieve uitstraling naar de directe omgeving toe, door het uiterlijk aanzien en het gebruik zoals het achterlaten van zwerfvuil, het hinderlijk verblijf van kopers, blokkeren van een redelijke doorgang voor overige weggebruikers (in het bijzonder voetgangers en hiermee gelijkgestelde weggebruikers), het hinderlijk parkeren of plaatsen van voertuigen door kopers en het veroorzaken van stankoverlast vanuit de inrichting als gevolg van de open loketverbinding. Daar waar aflevering van goederen 's avonds of 's nachts plaatsvindt is veelal ook nog extra sprake van overlast voor de (woon-)omgeving als gevolg van laden en lossen.

De concentratie van loketverkoop in een aantal straten, o.a. Heistraat , Steenweg, Binderseind en Molenstraat heeft een negatief effect op de integrale upgrading van deze gebieden, die thans op basis een tweetal masterplannen in volle gang is. Beide gebieden hebben reeds te maken met relatief veel vormen van overlast en onveiligheid. De aanwezigheid van loketten heeft een averechts effect op de diverse verbeterplannen. Ook in de onderliggende programma's die goedgekeurd zijn door de raad en bewoners- en belangenorganisaties wordt stelling genomen tegen loketverkoop.

 

De gemeenteraad heeft bij haar besluit van 2 december 2003 (bijlage 52) in de Algemene Politieverordening Helmond 1978 voor afleveringsloketten een verbodsmogelijkheid opgenomen voor bepaalde, door ons college nader te benoemen locaties c.q. gebieden in de stad (artikel 8A). In de huidige Algemene Plaatselijke Verordening Helmond 2008 heeft de raad in de artikelen 2.3.4.1 & 2.3.4.2 dezelfde verbodsmogelijkheid opgenomen.

Voor bijzondere gevallen kan in deze gebieden ontheffing verleend worden op grond van in artikel 2.3.4.2, derde lid Algemene Plaatselijke Verordening Helmond 2008 genoemde criteria. In onderhavige beleidsregel, geven wij nader en meer concreet invulling aan die criteria. Daarnaast hebben wij in deze beleidsregel vastgelegd hoe wij de uitvoering en de handhaving van artikel 2.3.4.2 Algemene Plaatselijke Verordening Helmond 2008 ter hand zullen nemen.

II. Doelstellingen:
  • a.

    Het ontwikkelen van beleid m.b.t. de criteria op basis waarvan ontheffing verleend kan  worden van het verbod een afleveringsloket te hebben;

  • b.

    Het concretiseren van de wijze waarop uitvoering wordt geven aan artikel 8A en de wijze  waarop handhaving plaatsvindt;

  • c.

    Het daardoor creëren van een beheersbare situatie op door ons ingevolge artikel 8A  aangewezen gebieden, waaronder begrepen het verminderen van de verkeers- en parkeeroverlast in deze gebieden.

III. Juridisch kader:

Artikel 2.3.4.1 en 2.3.4.2 van de Algemene Politieverordening Helmond 2008 luiden als volgt:

 

Artikel 2.3.4.1 Begripsomschrijving

Onder een afleveringsloket wordt verstaan: een luik, raam of raamvormige opening in een deur muur of wand dan wel een opening in de gevel in welke vorm dan ook, waardoor goederen (waaronder begrepen eet- en drinkwaren) al dan niet tegen betaling, verstrekt worden dan wel verstrekt kunnen worden.

 

Artikel 2.3.4.2 Afleveringsloketten

  • 1.

    Het is verboden in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, in het belang van de voorkoming of opheffing van overlast, in het belang van de bruikbaarheid van de weg of het veilig gebruik daarvan, in door het college aan te wijzen gebieden, een afleveringsloket te hebben dan wel te gebruiken aan de weg of op een vanaf de weg voor publiek onmiddellijk bereikbare plaats.

  • 2.

    Het college kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod. Deze ontheffing kan onder voorwaarden verleend worden.

  • 3.

    Een ontheffing als bedoeld in het tweede lid kan enkel worden verleend, indien:

    • a.

      het afleveringsloket hetzij op zich zelf, hetzij in verband met de omgeving voldoet aan redelijke eisen van welstand;

    • b.

      het afleveringsloket geen gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, en voorts geen belemmering kan vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg;

    • c.

      het afleveringsloket naar verwachting geen overlast voor gebruikers van de in de nabijheid gelegen onroerende zaak zal opleveren, noch het verblijfs-, woon- en leefklimaat zal aantasten;

    • d.

      het hebben c.q. gebruikmaken van het afleveringsloket in overeenstemming is met het geldend bestemmingsplan; en

    • e.

      het afleveringsloket gebruikt gaat worden binnen de vastgestelde winkel- c.q. horecasluitingstijden.

  • 4.

    Het derde lid, sub a geldt niet indien de Woningwet van toepassing is.

  • 5.

    Een op grond van het tweede lid verleende ontheffing kan door het college worden ingetrokken

    • a.

      indien niet langer aan de in het derde lid genoemde eisen wordt voldaan.

    • b.

      indien het afleveringsloket, dan wel de exploitatie van de onderneming wijziging ondergaat, dan wel de exploitatie wordt beëindigd.

IV. Beleidsmatige invulling ontheffingscriteria art. 2.3.4.2, derde lid:

Aan alle ontheffingscriteria van het derde lid moet worden voldaan. Wij hebben een aantal criteria nader geconcretiseerd.

  • 1.

    Artikel 2.3.4.2. derde lid, sub a: er dient een positief advies te zijn uitgebracht door of namens de welstandscommissie. Indien op het afleveringsloket de Woningwet van toepassing is, vindt geen toetsing aan dit criterium plaats, aangezien het welstandsbelang niet twee keer mag worden meegewogen;

  • 2.

    Artikel 2.3.4.2. derde lid, sub b: het trottoir, voetpad of voetgangersgebied direct gelegen voor het pand waarvoor een ontheffing voor een loket wordt aangevraagd, dient over de volledige gevelbreedte van het pand minimaal 4 meter breed te zijn, gemeten vanaf de gevel van het pand e.e.a. om de vrije doorgang voor het voetgangersverkeer te kunnen garanderen;

  • 3.

    Artikel 2.3.4.2. derde lid, sub b en c: er dienen binnen een straal van 25 meter, hemelsbreed gemeten vanaf de plaats waar het loket is of wordt aangebracht, minimaal 6 parkeerplaatsen te zijn. Deze voorwaarde geldt uiteraard niet in het voetgangersgebied Veestraat, Markt c.a. (incl. Elzaspassage), aangezien parkeren in het voetgangersgebied niet is toegestaan;

  • 4.

    Artikel 2.3.4.2. derde lid, sub c.: binnen een straal van 200 meter wordt maximaal 1 afleveringsloket toegestaan uitgaande van het beginsel 'wie het eerst komt, die het eerst maalt' (het ontheffingsverzoek dat het eerst volledig is ingediend, wordt het eerst behandeld, waarbij uiteraard aan alle criteria uit de A.P.V. en de beleidsregel moet worden voldaan). Voor het voetgangersgebied Veestraat, Markt c.a. (incl. Elzaspassage) geldt, i.v.m. de grotere winkeldichtheid, een straal van 100 meter.

V. Concretisering uitvoering en handhaving art. 2.3.4.2:
  • 1.

    Onderhavige beleidsregel wordt op de gebruikelijke wijze gepubliceerd via het Gemeenteblad;

  • 2.

    In de op grond van art. 2.3.4.2. eerste lid aangewezen gebieden worden de bestaande afleveringsloketten geïnventariseerd (actie door politie of afdeling Bouwen en Wonen van de dienst S&B);

  • 3.

    De ondernemer met een loket in het op grond van art. 2.3.4.2, eerste lid aangewezen gebied ontvangt een brief (een model is bij deze beleidsregel gevoegd) waarin wordt aangegeven dat het verboden is een loket te hebben dan wel van een loket gebruik te maken. Onderhavige beleidsregel wordt meegezonden. In de brief wordt aangegeven dat het desbetreffende loket verwijderd dan wel buiten gebruik gesteld moet worden (en blijven). Aangezien het loket reeds is aangebracht zonder dat daartegen van gemeentewege eerder is opgetreden, krijgt de betreffende ondernemer hiervoor een overgangstermijn van 3 maanden, gerekend vanaf het moment van toezending van de brief. In de brief wordt het voornemen geuit dat een dwangsom zal worden opgelegd van € 250,-- per dag in het geval dat het afleveringsloket niet tijdig verwijderd is. Daarnaast zal een dwangsom worden opgelegd van € 500,-- per keer dat geconstateerd wordt dat gebruik gemaakt wordt van het afleveringsloket. De ondernemer krijgt de mogelijkheid om binnen 3 weken na verzending van de brief tegen dit voornemen zijn zienswijze (art.4:8 Algemene wet bestuursrecht) naar voren te brengen (actie door Bouwen en Wonen);

  • 4.

    Na verloop van de termijn van 3 maanden (zie punt 3.) wordt gecontroleerd. Ten aanzien van de ondernemer die het verbod van art. 2.3.4.2, eerste lid nog overtreedt, wordt een rapport opgemaakt (actie door politie of Bouwen en Wonen);

  • 5.

    Aan de hand van het rapport (zie punt 4.) wordt aan de overtreder een last onder dwangsom (art. 5:32 Algemene wet bestuursrecht) opgelegd van € 250,-- per dag dat de overtreding van het verbod een loket te hebben voortduurt en/of van € 500,-- per keer dat geconstateerd wordt dat van het afleveringsloket gebruik wordt gemaakt (een modelbeschikking is bij deze beleidsregel gevoegd). Het bedrag waarboven geen dwangsom meer wordt verbeurd wordt bepaald op €25.000,-- c.q. €50.000,--. De last houdt in verwijdering en/of buitengebruikstelling van het betreffende afleveringsloket. In deze beschikking zal een termijn van 10 dagen gesteld worden gedurende welke de overtreder de last kan uitvoeren zonder dat een dwangsom wordt verbeurd (actie Bouwen en Wonen);

  • 6.

    Na de 10 dagen-termijn (zie punt 5.) vindt iedere week minimaal 1 controle plaats bij het pand van de ondernemer. Van de controle wordt rapport opgemaakt (actie politie of Bouwen en Wonen);

  • 7.

    Verbeurde dwangsommen worden bij dwangbevel ingevorderd (actie B.J.Z.);

  • 8.

    Indien na toezending van de brief genoemd in punt 3. een verzoek om ontheffing ingevolge art 8A, derde lid wordt ingediend, wordt t.a.v. dit verzoek een besluit genomen alvorens wordt overgegaan tot de vervolgstappen (punt 4. en volgende). Indien een ontheffing wordt verleend worden genoemde vervolgstappen uiteraard niet genomen (actie Bouwen en Wonen);

  • 9.

    Indien na het houden van de inventarisatie als bedoeld onder punt 2. wordt geconstateerd dat een afleveringsloket in strijd met art. 2.3.4.2. eerste lid is aangebracht, wordt in een gezamenlijke actie proces-verbaal opgemaakt (actie politie) en een rapport opgemaakt (actie Bouwen en Wonen);

  • 10.

    Aan de hand van het rapport (zie punt 9.) worden de stappen van punt 3. t/m 8. gezet met dien verstande dat geen 3-maandentermijn geldt (punten 3. en 4.), maar een termijn van 2 weken;

  • 11

    Met de stappen van punt 3. t/m 10. wordt vanaf de datum van inwerkingtreding van deze beleidsregel een aanvang gemaakt. Een start wordt gemaakt in de volgende straten van het ingevolge artikel 2.3.4.2, eerste lid aanwezen gebied: Heistraat, Steenweg, Binderseind, Molenstraat en Veestraat.

 Besloten in de vergadering van 6 november 2007

Burgemeester en wethouders van Helmond

De burgemeester,

Drs. A.A.M. Jacobs

De secretaris,

Mr. A.C.J.M. de Kroon

Bekend gemaakt op:

03 december 2007

De gemeentesecretaris,

Mr. A.C.J.M. de Kroon