Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Delft

Voorwaarden waaronder de aan de gemeente toebehorende school- en gymnastieklokalen in gebruik kunnen worden gegeven

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDelft
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVoorwaarden waaronder de aan de gemeente toebehorende school- en gymnastieklokalen in gebruik kunnen worden gegeven
CiteertitelVoorwaarden waaronder de aan de gemeente toebehorende school- en gymnastieklokalen in gebruik kunnen worden gegeven
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

108 Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-05-1996Onbekend

25-01-1996

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Voorwaarden waaronder de aan de gemeente toebehorende school- en gymnastieklokalen in gebruik kunnen worden gegeven

 

De raad der gemeente Delft;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 juli 1960;

gelet op de bepalingen van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende

VOORWAARDEN, waaronder de aan de gemeente toebehorende school- en gymnastieklokalen in gebruik kunnen worden gegeven.

Artikel  

 

Artikel 1.

Voor zover zulks niet geacht kan worden strijdig te zijn met de belangen van het openbaar onderwijs, kunnen door of namens burgemeester en wethouders school- en/of gymnastieklokalen aan instellingen, verenigingen of particulieren in gebruik worden gegeven overeenkomstig de hierna vermelde bepalingen.

Artikel 2.
  • 1.

    Aanvragen tot het mogen gebruiken van een lokaal, opzegging van het gebruik en verzoeken tot wijziging van een verleende vergunning moeten schriftelijk aan burgemeester en wethouders of aan een door hen aan te wijzen instantie worden gedaan, zo mogelijk veertien dagen, doch tenminste een week voor de gewenste datum van ingebruikneming.

  • 2.

    Er mag slechts van een lokaal worden gebruik gemaakt, indien een schriftelijke vergunning in het bezit van de gebruiker is.

  • 3.

    De vergunning wordt verleend voor het gebruik van een lokaal in incidentele gevallen, of voor termijnen van een maand, drie maanden, een half jaar of een jaar.

  • 4.

    De schriftelijke vergunning wordt verstrekt tegen betaling van de op de vergun- ning vermelde vergoeding.

  • 5.

    Indien de vergunning is verleend voor een termijn van een half jaar of langer, kan de vergunning worden uitgereikt tegen betaling van de vergoeding voor het gebruik van het lokaal gedurende de eerste drie maanden.

  • 6.

    Indien voor het verstrijken van deze drie maanden de vergoeding voor het gebruik van het lokaal voor de volgende drie maanden niet is voldaan, wordt de vergunning geacht te zijn vervallen.

Artikel 3.

De vergoeding voor het gebruik van school- en gymnastieklokalen, daarbij inbegre pen de kosten van onderhoud, verlichting, verwarming, gas- en waterverbruik en van het schoonhouden, bedraagt met ingang van 1 juli 1983 voor:

a.schoollokalen: f 6,-- per uur, ongeacht de leeftijd van de deelnemers

b.gymnastieklokalen: f 18,60 per uur, bij gebruik anders dan door scholen, ongeacht het aantal uren per week en ongeacht de leeftijd van de deelnemers.

Artikel 4.

Indien extra verlichting en of verwarming van het lokaal wordt gevraagd en toegestaan, worden de daaraan verbonden kosten aan de houder van de vergunning in rekening gebracht.

Artikel 5.
  • 1.

    Burgemeester en wethouders behouden zich het recht voor, tussentijds geduren- de een of meer dagen over een in gebruik gegeven lokaal te beschikken, indien daarvan tenminste drie dagen tevoren aan de gebruiker is kennis gegeven.

  • 2.

    De vergunning kan steeds worden ingetrokken, mits - voor zover het gebruikers betreft, die in het bezit zijn van een vergunning voor het gebruik van een lokaal gedurende een termijn van drie maanden of langer - aan deze tenminste vier weken te voren mededeling wordt gedaan van de dag, waarop het lokaal niet meer te hunner beschikking kan worden gesteld.

  • 3.

    In de gevallen, bedoeld onder 1 en 2, heeft naar evenredigheid teruggaaf van de betaalde vergoeding plaats.

  • 4.

    In alle andere gevallen heeft teruggaaf van de betaalde vergoeding niet plaats, ook al wordt van het lokaal gebruik gemaakt op minder dagen en/of uren dan waarvoor de vergunning geldt.

Artikel 6.
  • 1.

    Het is de gebruiker van een lokaal verboden, daarin personen toe te laten, behorende tot het gezin, waarin een besmettelijke ziekte voorkomt.

  • 2.

    Tot het gebouw, waarin het lokaal is gelegen waarvoor de vergunning is verleend, of tot het lokaal mogen geen personen worden toegestaan, voordat de leid(st)er aanwezig is.

  • 3.

    Evenmin mag de leid(st)er zich verwijderen voordat alle personen uit het lokaal en/of het gebouw zijn vertrokken.

  • 4.

    Een vergunning voor het gebruik van een lokaliteit wordt geweigerd, indien niet ten genoegen van burgemeester en wethouders wordt aangetoond, dat de leid(st)er voldoet aan de noodzakelijke vereisten, welke aan het leiding geven moeten worden gesteld.

  • 5.

    Een vergunning voor het gebruik van een lokaliteit kan terstond worden ingetrokken, indien blijkt, dat gedurende de looptijd van de vergunning een leid(st)er optreedt, die niet aan die vereisten voldoet.

Artikel 7.
  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders voorwerpen uit de lokalen te verwijderen of buiten de lokalen te gebruiken, of voorwerpen in de lokalen te brengen.

  • 2.

    De gebruikers zijn verplicht ervoor zorg te dragen, dat telkens na afloop van het gebruik de gymnastiektoestellen en/of de oefenbenodigdheden op de daarvoor bestemde plaats worden teruggebracht.

  • 3.

    De houder van de vergunning is verplicht:

    • a.

      de sleutel(s), nodig voor de ontsluiting van de school c.q. het lokaal, af te halen aan het door of namens burgemeester en wethouders aangewezen adres;

    • b.

      deze sleutel(s) terstond na afloop van het gebruik van het lokaal aan het door of namens burgemeester en wethouders aangewezen adres te bezorgen.

Artikel 8.

De houder van de vergunning is verplicht, de deelnemers er op te wijzen, dat zij zich in het lokaal ordelijk hebben te gedragen en hij is aansprakelijk voor het gedrag van die deelnemers.

Artikel 9.
  • 1.

    Rijwielen of andere vervoermiddelen mogen niet in het lokaal of binnen het gebouw waartoe het lokaal behoort worden geplaatst, tenzij hiervoor een vertrek of ruimte is aangewezen.

  • 2.

    De lokalen mogen niet door het achterlaten van vuilnis of afval worden verontreinigd.

Artikel 10.
  • 1.

    Bij het eventueel toebrengen van schade aan gebouwen, meubelen, kaarten, prenten e.d., worden voor rekening van de hieraan schuldige gebruikers of van de houder van de vergunning de nodige herstellingen uitgevoerd.

  • 2.

    De gebruikers of houder van de vergunning zijn/is verplicht, bij het ontstaan van schade een duidelijke kennisgeving voor het hoofd van de school of de beheerder van het gebouw achter te laten, waarin staat vermeld, wie de schade heeft toegebracht en hoe deze is ontstaan.

Artikel 11.

De houder van een vergunning heeft niet het recht om zonder toestemming van burgemeester en wethouders de lokalen of uren met een andere houder van een vergunning te ruilen.

Artikel 12.

's Avonds na 23.00 uur mag onder geen voorwaarden van de lokalen worden gebruik gemaakt.

Artikel 13.
  • 1.

    Gedurende de uren, waarop gebruik van de lokalen wordt gemaakt, hebben de hoofden der onderscheidene inrichtingen van onderwijs en de personen, belast met het algemeen toezicht, vrije toegang tot de lokalen.

  • 2.

    Indien burgemeester en wethouders zulks noodzakelijk achten, zal tijdens de uren, waarop het lokaal in gebruik is, dan wel bij het komen en gaan van de groepen, welke van het lokaal gebruik maken, door de conciërges van het betrokken gebouw toezicht worden gehouden. De gebruikers zijn verplicht, boven de in artikel 3 bedoelde gebruiksvergoeding een vergoeding per avond aan de gemeente te betalen voor de kosten van dit toezicht, zulks uitsluitend bij gebruik van die lokalen waarvoor dit toezicht door burgemeester en wethouders is ingesteld. Het bedrag van de vergoeding wordt door burgemeester en wethou- ders op basis van de werkelijke kosten jaarlijks voor een cursusjaar vastgesteld. De vergoeding moet worden voldaan tegelijk met de in artikel 3 bedoelde gebruiksvergoeding.

  • 3.

    De gebruikers van een lokaal zijn verplicht, de eventuele aanwijzingen te volgen, welke door burgemeester en wethouders of door de door hen gemachtig- de personen worden gegeven.

Artikel 14.

De gemeente stelt zich niet aansprakelijk voor tijdens het gebruik aan de gebruikers overkomen ongevallen, noch voor vermissing van of schade aan eigendommen van die gebruikers.

Artikel 15.
  • 1.

    In een gymnastieklokaal mag alleen worden geoefend onder leiding van personen, die in het bezit zijn van erkende bevoegdheden.

  • 2.

    Tot erkende bevoegdheden behoren:

    • a.

      akte Lichaamsoefening MO;

    • b.

      rijks-leid(st)ers diploma;

    • c.

      leid(st)ers diploma van het Koninklijk Nederlands Gymnastiek Verbond;

    • d.

      leid(st)ers diploma van het Nederlands Christelijk Gymnastiek Verbond;

    • e.

      akte S.

  • 3.

    Voor indoortraining zonder toestellen van sportverenigingen is tevens geldig een erkende leidersbevoegdheid van de desbetreffende landeljke bond.

  • 4.

    In andere gevallen zal de leid(st)er ter beoordeling van zijn (haar) capaciteiten een proefles moeten geven onder toezicht van een door burgemeester en wethouders benoemde commissie.

Artikel 16.
  • 1.

    De toestellen mogen alleen worden gebruikt voor het doel, waarvoor zij zijn bestemd.

  • 2.

    Het aanbrengen van een of meer knopen in de klimtouwen is verboden.

  • 3.

    In een gymnastieklokaal mag slechts op blote voeten of met gymnastiekschoenen aan worden geoefend. Dit schoeisel mag noch van een zwarte zool, noch van uitstekende dopjes of strips zijn voorzien.

  • 4.

    Voetballen en handballen in de zaal is verboden.

  • 5.

    Het is verboden gebruik te maken van de in de gymnastieklokalen aanwezige kleine materialen, zoals ballen, springtouwtjes, hoepels, stokken, knotsen, blokken en springlijnen en daartoe de kasten te openen. Dit verbod geldt niet voor het gebruik door schoolklassen.

Artikel 17.
  • 1.

    Het niet nakomen van deze voorwaarden kan intrekking van de vergunning en/of verwijdering uit de lokalen tot gevolg hebben.

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in het voorgaande lid, zijn burgemeester en wethou- ders bevoegd, bij overtreding of niet nakoming van het bepaalde in de artikelen 6 leden 1 t/m 3, 7 t/m 9, 10, 11, 12, 13, lid 2, 15 en 16, aan de vergunning- houder een boete op te leggen van ten hoogste f 25,--.

Artikel 18.

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, in bepaalde gevallen van deze voorwaarden af te wijken.

Artikel 19.

Deze verordening treedt in werking op 1 september 1960, op welk tijdstip vervalt de verordening d.d. 23 maart 1949, later gewijzigd, regelende hetzelfde onderwerp.

 

Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Delft in zijn openbare vergadering van 27 juli 1960.

 

  • D.

    de Loor ,burgemeester.

  • J.

    van Oel ,secretaris.

     

Gewijzigd bij raadsbesluiten van 28 september 1966, 24 april 1968, 25 november 1970, 29 maart 1972, 25 maart 1982, 30 juni 1983 en 28 juli 1983.

 

Laatstelijk goedgekeurd door het ministerie van economische zaken op 6 november 1984 onder nummer 1284/I/2127.

 

De in werking treding van de wijzigingen:

de eerste wijziging, - artikelen 3 en 13 - treedt in werking met ingang van 15 augustus 1966;

de tweede wijziging, - artikelen 3, 7 en 16 - treedt in werking met ingang van 12 augustus 1968;

de derde wijziging, - artikel 3 - treedt in werking met ingang van 1 december 1970;

de vierde wijziging, - artikel 3 - treedt in werking met ingang van 1 april 1972;

de vijfde wijziging, - artikel 3 - treedt in werking met ingang van 25 maart 1982;

de zesde en zevende wijziging, - artikel 3 - treden in werking met ingang van 1 augustus 1983.

 

Laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 25 januari 1996. Bekendgemaakt 17 mei 1996.