Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oudewater

Participatieverordening Wet Werk en Bijstand 2007

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOudewater
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingParticipatieverordening Wet Werk en Bijstand 2007
CiteertitelParticipatieverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren gemeente Oudewater
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Het overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen is niet compleet, alleen de gegevens van de wijzigingen vanaf 04-11-2009 zijn daarin opgenomen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet werk en bijstand, art. 47

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-11-200901-10-200901-01-2015art. 1, 2, 3, 4, 15

29-10-2009

IJsselbode, 03-11-2009

Raad 200900074 Decos 163

Tekst van de regeling

Intitulé

Participatieverordening Wet Werk en Bijstand 2007

De raad van de gemeente Oudewater,

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 november 2006;gehoord de commissie Bewonerszaken op 29 november 2006;gelet op artikel 47 van de Wet Werk en Bijstand;

besluit:

het volgende vast te stellen:

Participatieverordening Wet Werk en Bijstand 2007 

Artikel 1 Regionale Adviesraad Werk en Bijstand

  • 1

    Er is in het samenwerkingsgebied van de gemeenten Breukelen, Loenen, Montfoort, Woerden en Oudewater een raad van advies met betrekking tot de uitvoering van de Wet werk en bijstand alsmede de Wet investering in Jongeren, hierna te noemen “Regionale Adviesraad Werk en Bijstand”.

  • 2

    De Regionale Adviesraad Werk en Bijstand kiest haar domicilie in de gemeente Woerden.

Artikel 2 Intergemeentelijke Afdeling Sociale Zaken en mandaat college gemeente Woerden

De Intergemeentelijke Afdeling Sociale Zaken is de ambtelijke uitvoeringsorganisatie voor de gemeenten uit het samenwerkingsgebied van de Wet werk en bijstand, de Wet investeren in jongeren en de daaraan verwante (gemeentelijke) regelingen. De kaderstellende en verordende bevoegdheid blijven bij de afzonderlijke gemeenten. De uitvoering wordt gemandateerd aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden.

Artikel 3 Taken

  • 1

    De Regionale Adviesraad Werk en Bijstand brengt gevraagd en ongevraagd advies uit aan de gemeentera(a)d(en) en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden over het bestaande en te ontwikkelen gemeentelijk en/of regionaal beleid en uitvoering aangaande alle terreinen die verband houden met de Wet werk en bijstand, de Wet investeren in Jongeren en de daaraan verwante (gemeentelijke) regelingen op het gebied van de sociale zekerheid;

  • 2

    De Regionale Adviesraad Werk en Bijstand fungeert als contactpunt in de vijf gemeenten voor uitkeringsgerechtigden;

  • 3

    Het bestuur van de Regionale Adviesraad Werk en Bijstand, zoals beschreven in artikel 6 lid 2, kan een “gemeentelijke”afdeling in het leven roepen ten behoeven van individuele belangenbehartiging. De gemeentelijke afdeling heeft geen adviesrecht;

  • 4

    Op schriftelijk verzoek van een gemeenteraad of het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden, dan wel op eigen initiatief, kan de Regionale Adviesraad Werk en Bijstand vertegenwoordigd zijn in overlegorganen of andere vormen van overleg, voorzover deze raken aan het (regionaal/gemeentelijk) beleid inzake de Wet werk en bijstand en de Wet investeren in Jongeren of daaraan verwante beleidsterreinen;

  • 5

    a. De Regionale Adviesraad Werk en Bijstand is alert op ontwikkelingen en knelpunten in het stelsel van de sociale zekerheid en de arbeidsvoorziening,voor zover deze groepen en/of individuen raken; 

    b. De Regionale Adviesraad Werk en Bijstand geeft daarover signalen door en wisselt die waar mogelijk uit met de overheden en/of instellingen;

    c. De Regionale Adviesraad Werk en Bijstand onderhoudt contacten met soortelijke organen. 

Artikel 4 Samenstelling

  • 1

    De Regionale Adviesraad Werk en Bijstand bestaat bij voorkeur uit minimaal tien leden en maximaal zeventien. De leden moeten woonachtig zijn in het samenwerkingsgebied.

  • 2

    De Regionale Adviesraad Werk en Bijstand is als volgt samengesteld:

    1. gestreefd wordt naar vertegenwoordiging van ten minste twee personen uit iedere gemeente; 

    2. gestreefd wordt naar minstens twee leden die tussen de 18 en 27 jaar oud zijn. 

    3. bij voldoende belangstelling is ten minste de helft plus één van de leden uitkeringsgerechtigde van de Intergemeentelijke Afdeling Sociale Zaken, die zitting hebben op persoonlijke titel, en

    4. de overige leden, zijnde onder andere vertegenwoordigers van organisaties welke de belangenbehartiging van uitkeringsgerechtigden, dan wel advisering op dit gebied, mede als doelstelling hebben.

Artikel 5 Benoeming en zittingsduur

  • 1

    De leden van de Regionale Adviesraad Werk en Bijstand worden benoemd door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden op voordracht van de meerderheid van de zitting hebbende leden van de Regionale Adviesraad Werk en Bijstand;

  • 2

    Teneinde uitkeringsgerechtigden de gelegenheid te geven zich kandidaat te stellen, wordt een oproep geplaatst door de afdelingen voorlichting van de vijf gemeenten inde plaatselijke weekbladen, en/of verzorgt de Intergemeentelijke Afdeling Sociale Zaken een oproep door middel van een mailing aan alle uitkeringsgerechtigden. Deze oproep wordt ten minste zes weken, voordat de overige leden”worden benoemd, geplaatst;

  • 3

    Leden worden benoemd voor een periode van vier jaar. Afgetreden leden kunnen worden herkozen doch hebben maximaal acht jaren zitting in de Regionale Adviesraad Werk en Bijstand.

  • 4

    In geval van een tussentijdse vacature benoemt het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden, met inachtneming van het eerder bepaalde in dit artikel, het voorgedragen lid binnen twee maanden na de datum van ontvangst van de voordracht.

  • 5

    Het lidmaatschap van de Regionale Adviesraad Werk en Bijstand eindigt in geval van:

    a. overlijden;

    b. verhuizing naar een woonplaats die buiten het samenwerkingsgebied ligt;

    c. ontslagverlening;

    d. ontslagverkrijging.  

  • 6

    Een uitkeringsgerechtigde die tijdens haar/zijn termijn uit de bijstand geraakt kan haar/zijn lidmaatschap behouden tot de einddatum van haar/zijn termijn. Bij een eventuele herbenoeming kan de voorkeur uitgaan naar een uitkeringsgerechtigde boven een niet-uitkeringsgerechtigde;

  • 7

    Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden verleent op schriftelijk verzoek van een lid aan hem ontslag;

  • 8

    Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden kan op schriftelijk en gemotiveerd verzoek van de Regionale Adviesraad Werk en Bijstand een lid ontslaan. Een zodanig verzoek moet door tenminste driekwart van de zitting hebbende leden van de Regionale Adviesraad Werk en Bijstand worden ondersteund;

Artikel 6 Voorzitter, secretaris en penningmeester

  • 1

    De Regionale Adviesraad Werk en Bijstand kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester;

  • 2

    De voorzitter, secretaris en penningmeester vormen tezamen het dagelijks bestuur van de Regionale Adviesraad Werk en Bijstand;

  • 3

    De voorzitter roept de leden voor een vergadering bijeen en leidt de vergadering van de Regionale Adviesraad Werk en Bijstand;

  • 4

    Bij afwezigheid van de voorzitter treedt de secretaris in diens bevoegdheden;

  • 5

    Bij afwezigheid van de voorzitter en de secretaris wordt de vergadering geleid door de penningmeester;

  • 6

    Bij afwezigheid van de voorzitter, de secretaris en de penningmeester wordt de vergadering geleid door een door de aanwezige leden aan te wijzen lid;

  • 7

    De voorzitter tekent samen met de secretaris alle stukken die van de Regionale Adviesraad Werk en Bijstand uitgaan;

  • 8

    De secretaris is amen met de voorzitter belast met de voorbereiding van de door de Regionale Adviesraad Werk en Bijstand te behandelen zaken.

  • 9

    De secretaris is belast met

    a. de verslaglegging van de vergaderingen

    b. de uitvoering van e besluiten

    c. het voeren van de correspondentie

    d. het maken van een jaarverslag; 

  • 10

    De penningmeester sluit per de laatste dag van het boekjaar – dat samen valt met het kalenderjaar – de boeken van de Regionale Adviesraad Werk en Bijstand af en maakt daaruit zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen drie maanden na afloop van het boekjaar, een balans en een staat van baten en lasten van het verstreken boekjaar, alsmede een begroting van de baten en lasten van het komende boekjaar. De penningmeester zendt deze stukken voor het einde van de inde voorgaande zin bedoelde termijn aan alle leden;

  • 11

    Na vaststelling van het verslag bedoeld bij lid 9 onder d van dit artikel en de financiële stukken genoemd in het vorige lid zorgt de Regionale Adviesraad Werk en Bijstand voor toezending daarvan aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden;

  • 12

    De Regionale Adviesraad Werk en Bijstand legt desgevraagd in elk geval verantwoording af over het gevoerde financiële beleid.

Artikel 7 Vergaderingen

  • 1

    De Regionale Adviesraad Werk en Bijstand vergadert ten minste vier keer per jaar;

  • 2

    De Regionale Adviesraad Werk en Bijstand komt bijeen:

    a. na schriftelijke oproep van de voorzitter;

    b. op verzoek van ten minste eenderde van de zitting hebbende leden;

    c. op verzoek van één of meer gemeentera(a)d(en) of het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden; 

  • 3

    In de situaties bedoeld in het vorige lid onder b en c vindt de vergadering plaats binnen veertien dagen na de datum van verzending van het verzoek;

  • 4

    De secretaris draagt er zorg voor dat de agenda en de bijbehorende stukken voor de vergaderingen bedoeld onder lid 2 onder a en b ten minste tien dagen voor de vergadering aan de leden worden gezonden. Tevens zorgt hij ervoor dat de vergadering op een in de gemeenten gebruikelijke wijze bekend wordt gemaakt en dat de agenda en de bijbehorende stukken op de gebruikelijke plaatsen voor een ieder ter inzage worden gelegd;

  • 5

    De vergadering vindt geen doorgang indien niet ten minste de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is. Indien het vergaderquorum niet wordt gehaald, wordt binnen veertien dagen een nieuwe vergadering belegd waarvoor dezelfde argumenten worden geagendeerd. In deze vergadering kan over de agendapunten worden beraadslaagd en op de agendapunten wordt besloten ongeacht het aantal ter vergadering aanwezige leden;

  • 6

    Vergaderingen van de Regionale Adviesraad Werk en Bijstand zijn in principe openbaar. Indien een lid verzoekt om beslotenheid, beraadslaagt de Regionale Adviesraad Werk en Bijstand achter gesloten deuren over dit verzoek. Het verzoek wordt slechts ingewilligd indien een zwaarwegend algemeen of persoonlijk belang in het geding is. Alsdan kan in beslotenheid een besluit worden genomen.

  • 7

    De vergaderorde wordt zo vastgesteld dat andere aanwezigen dan de leden het woord kunnen voerden.

Artikel 8 Stemming

  • 1

    Een lid neemt niet deel aan de stemming over een onderwerp dat hem rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat;

  • 2

    Alle besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen;

  • 3

    Over zaken wordt gestemd bij handopsteking;

  • 4

    Over personen wordt schriftelijk gestemd;

  • 5

    Indien bij een stemming de stemmen staken, wordt in de eerstvolgende vergadering het voortstel opnieuw aan de orde gesteld. Indien ook dan de stemmen staken, wordt het voorstel geacht niet te zijn aangenomen;

  • 6

    Besluiten van de Regionale Adviesraad Werk en Bijstand worden schriftelijk vastgelegd. Op verzoek van een lid kan een minderheidsstandpunt tot uitdrukken worden gebracht.

Artikel 9 Advisering

  • 1

    Een gevraagd advies wordt door de Regionale Adviesraad Werk en Bijstand uitgebracht na vijf tot uiterlijk zes weken na de datum van verzending van het verzoek door de gemeentera(a)d(en) of het college van burgemeester en wethouders van Woerden. Indien deze termijn niet lang genoeg blijkt te zijn, wordt in overleg een afwijkende termijn afgesproken. Indien om een advies wordt gevraagd binnen een termijn van vijf weken dient vooraf contact met de voorzitter van de Regionale Adviesraad Werk en Bijstand te worden opgenomen om te bekijken of het haalbaar is om tijdig een zorgvuldig advies te kunnen geven;

  • 2

    De advisering door de Regionale Adviesraad Werk en Bijstand vindt schriftelijk en gemotiveerd plaats;

  • 3

    Op verzoek van een lid kan in het advies vermelding van eventuele minderheidsstandpunten plaatsvinden;

  • 4

    In voorstellen aan de gemeentera(a)d(en) in het kader van deze verordening maakt het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden melding van het ter zake door de Regionale Adviesraad Werk en Bijstand uitgebracht advies alsmede van het standpunt van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden;

  • 5

    Op adviezen van de Regionale Adviesraad Werk en Bijstand reageert de gemeentera(a)d(en) of het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden schriftelijk en gemotiveerd binnen drie maanden na de datum van verzending van het advies;

  • 6

    Indien zulks door de Regionale Adviesraad Werk en Bijstand wenselijk wordt geacht kan deze ten behoeve van de advisering werkgroepen instellen dan wel deskundigen van binnen en buiten het gemeentelijk apparaat inschakelen. Indien hieraan kosten zijn verbonden, die het budget te boven gaan, behoeft de inschakeling de goedkeuring van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden.

Artikel 10 Geheimhouding

  • 1

    De Regionale Adviesraad Werk en Bijstand kan op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent hetgeen in een besloten vergadering is behandeld en omtrent de inhoud van de stukken die aan de Regionale Adviesraad Werk en Bijstand worden overlegd, geheimhouding opleggen;

  • 2

    De geheimhouding wordt door hen die bij e behandelingaanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen totdat de Regionale Adviesraad Werk en Bijstand haar in een besloten vergadering opheft;

  • 3

    Indien omtrent de inhoud van een stuk geheimhouding is opgelegd, blijft dit stuk onder berusting van de secretaris. De secretaris verleent de leden, alsmede de leden van een gemeenteraad, op verzoek inzage in het betreffende stuk.

Artikel 11 Werkwijze

  • 1

    .De Regionale Adviesraad Werk en Bijstand heeft ter uitvoering van haar taken ten minste tweemaal per jaar overleg met de verantwoordelijke wethouder van de gemeente Woerden, dan wel diens vervanger, die de verantwoordelijkheid draagt voor het beleid en de uitvoering van de Wet werk en bijstand en de daaraan verwante regelingen;

  • 2

    Op verzoek van de Regionale Adviesraad Werk en Bijstand en/of het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden kunnen andere wethouders uit het samenwerkingsgebied voor het overleg als bedoeld in lid 1 worden uitgenodigd;

  • 3

    De vergaderdata voor het volgende kalenderjaar voor het overleg met de verantwoordelijk wethouder van de gemeente Woerden, danwel diens vervanger, worden bepaald tijdens het laatste overleg van het afgelopen kalenderjaar;

  • 4

    Uiterlijk twee weken voor het overleg als bedoeld in lid1 meldt de Regionale Adviesraad Werk en Bijstand onderwerpen voor de agenda van dat overleg aan bij de ambtelijke secretaris van de Intergemeentelijke Afdeling Sociale Zaken. De agenda wordt uiterlijk één week voor de vergadering verstuurd door de ambtelijk secretaris aan het bestuur van de Regionale Adviesraad Werk en Bijstand en de verantwoordelijke wethouder van de gemeente Woerden, dan wel diens vervanger;

  • 5

    Naast hetgeen reeds is bepaald in artikel 6 lid 11 van deze verordening wordt het verslag van elke vergadering van de Regionale Adviesraad Werk en Bijstand gezonden aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden;

  • 6

    De Regionale Adviesraad Werk en Bijstand informeert ten minste tweemaal per jaar de uitkeringsgerechtigden van de Intergemeentelijke Afdeling Sociale Zaken over de door hem uitgevoerde activiteiten;

  • 7

    De Regionale Adviesraad Werk en Bijstand ontvangt voor de uitvoering van de haar toegekende taken van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden de benodigde facilitaire ondersteuning, die in elk geval bestaat uit:

    . accommodatie

    . administratieve ondersteuning

    . mogelijkheid tot informeren van de achterban;

    . deskundigheidsbevordering

    . reis- en onkostenvergoeding en/of presentiegeld

    . vergoeding van de kosten van kinderopvang tijdens vergaderingen

  • 8

    De Regionale Adviesraad Werk en Bijstand verwerft de in het 7e lid van dit artikel bedoelde facilitaire ondersteuning aan de hand van een jaarlijks voor 1 april ingediende en door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden goedgekeurde begroting;

  • 9

    Met inachtneming van het in deze verordening bepaalde kan de Regionale Adviesraad Werk en Bijstand zijn werkwijze zelf nader regelen in een door hem vast te stellen huishoudelijk reglement.

Artikel 12 Wijziging

Deze verordening kan niet worden gewijzigd dan na overleg met de Regionale Adviesraad Werk en Bijstand.

Artikel 13 Slotbepalingen

De Verordening Platform Sociale Zaken als vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 24 augustus 1999 wordt ingetrokken per 1 januari 2007.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2007.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Participatieverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren gemeente Oudewater”.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 14 december 2006.

 

De griffier, G.A. de Graaff

De voorzitter, mevrouw M.C.A.A. Ruigrok-Verreijt

1 Algemeen

De Wet investeren in jongeren en cliëntenparticipatie

Op l oktober 2009 treedt de Wet investeren in jongeren (WIJ) in werking. Doelstelling van deze wet is de duurzame arbeidsparticipatie in regulier werk van jongeren tot 27 jaar. Om dit te bereiken is in de wet een recht op een zgn. werkleeraanbod vastgelegd. Dit werkleerrecht berust op het uitgangspunt dat jongeren die het goed geschoold zijn en over voldoende kwalificaties beschikken gemakkelijker aan het werk zullen komen en daardoor zelfstandig in hun levensonderhoud kunnen voorzien. De WIJ verplicht gemeenten om te investeren in de arbeidsinschakeling van alle jongeren, ook bij een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Daartoe moeten gemeenten jongeren in beginsel een werkleeraanbod doen. Afgeleide van het werkleeraanbod is en inkomensvoorziening voor jongeren vanaf l8 jaar als de jongere onvoldoende inkomsten heeft. Deze inkomensvoorziening is alleen beschikbaar als het werkleeraanbod wegens in de persoon van de jongere gelegen of niet verwijtbare omstandigheden zijnerzijds geen optie is dit aanbod onvoldoende inkomsten genereert of er nog geen werkleeraanbod kan worden gedaan. De samenhang tussen het werkleeraanbod enerzijds en de inkomensvoorziening anderzijds is en bepalend element in de WIJ. De relatie tussen werken/leren en een uitkering is fundamenteel anders dan de WWB, waarbij het recht op bijstand vooropstaat met als afgeleide de plicht tot arbeidsparticipatie. Met de WIJ wordt een “paradigmawisseling” beoogd: is het uitgangspunt in de WWB een “uitkering, mits” in de WIJ is dit omgedraaid en geldt als uitgangspunt “geen uitkering tenzij”. Waar het college de opdracht heeft gekregen om de WIJ uit te voeren, is het de verantwoordelijkheid van de gemeenteraad om een vijftal verordeningen vast te stellen. De verordening cliëntenparticipatie is één van die verordeningen.

Verordening cliëntenparticipatie.

Met een verordening cliëntenparticipatie WIJ wordt invulling gegeven aan de in artikel 12 WIJ gegeven opdracht om regels te stellen met betrekking tot de wijze waarop jongeren, of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van de WIJ. Het behoort tot de gemeentelijke beleidsvrijheid om daarin eigen beleidskeuzes te maken. Van de zijde van de regering is op vragen vanuit de Tweede Kamer opgemerkt dat het voor de hand ligt om aansluiting te zoeken bij de bestaande vormen van cliëntenparticipatie in het kader van de WWB. Deze suggestie is overgenomen en wordt geformaliseerd door een wijziging van de verordening cliëntenparticipatie WWB. Deze krijgt daardoor niet alleen een andere inhoud maar ook een andere naam en zal voortaan als verordening cliëntenparticipatie WWB en WIJ door het leven gaan. Over e.e.a. is in de cliëntenraad WWB van ...... gesproken. Uitkomst is dat de cliëntenraad in staat en bereid is om de belangen van jongeren te behartigen bij de uitvoering van de WIJ en hierin dus een centrale rol te spelen. Gelet hierop is verordening cliëntenparticipatie WWB aangevuld met de (vertegenwoordigers van de) jongeren als achterban voor de cliëntenraad. Door middel van cliëntenparticipatie worden de jongeren of hun vertegenwoordigers betrokken bij de uitvoering van deze wet.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I onder A, B, C,en E zijn gewijzigd met een verwijzing naar de Wet investeren in jongeren.

In Artikel I onder D is aangegeven dat bij de samenstelling van de adviesraad gestreefd moet worden naar vertegenwoordigers vanuit de doelgroep van de WIJ.