Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Helmond

Aansluitverordening riolering gemeente Helmond 2004

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHelmond
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAansluitverordening riolering gemeente Helmond 2004
CiteertitelAansluitverordening riolering gemeente Helmond 2004
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpverkeer en vervoer

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Lozingsverordening riolering 1994.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 149
  2. Wet Milieubeheer, art. 10.33

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-06-200401-03-2014nieuwe regeling

11-05-2004

Gemeenteblad, 2004, 2

Raadsbesluit, 2004, 69

Tekst van de regeling

Intitulé

Aansluitverordening riolering gemeente Helmond 2004

De raad van de gemeente Helmond;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 maart 2004.

gelet op de bepalingen van de Gemeentewet en artikel 10.33 van de Wet Milieubeheer;

besluit:

vast te stellen de Aansluitverordening riolering gemeente Helmond 2004

Afdeling I: Begripsomschrijving

Artikel 1: Begripsbepaling

  • a.

    Aansluitleiding: Het particulier riool, het aansluitpunt en de perceels aansluitleiding tezamen.

  • b.

    Aansluitpunt: Het overnamepunt van afvalwater, hemelwater en/of drainagewater vanuit het particulier perceel naar het openbaar terrein. Als aansluitpunt wordt meestal, indien aanwezig, het controleputje of het ontstoppingsstuk gebruikt.

    • 1.

      Bij panden waarbij de erfgrens tevens de gevellijn van het pand is bevindt het aansluitpunt zich maximaal 0,60 m uit de erfgrens op openbaar terrein. Het aansluitpunt is in dat geval eigendom van de gemeente.

    • 2.

      In overige situaties bevindt het aansluitpunt zich tegen de erfgrens op particulier terrein. Het aansluitpunt is in dat geval eigendom van de particulier.

    • 3.

      In bestaande situaties kan het voorkomen dat het aansluitpunt uit de erfgrens op openbaar terrein ligt. In dat geval is het eigendom van de gemeente.

  • c.

    Afvalwater: Al het water afkomstig van een perceel, met uitzondering van hemelwater en drainagewater

  • d.

    Bronneringswater: Grondwater, onttrokken ten behoeve van tijdelijke verlaging van de grondwaterstand

  • e.

    Drainagewater: Grondwater, ingezameld door een ingegraven doorlatend buizensysteem.

  • f.

    Drainagestelsel: Gemeentelijk leidingstelsel, bestemd voor de afvoer van overtollig grondwater, met uitzondering van de aansluitleidingen.

  • g.

    Drukriool: Het openbaar riool, voor de afvoer van afvalwater, exclusief hemelwater, waarbij het transport door het riool plaats vindt door middel van met pompinstallaties veroorzaakte druk.

  • h.

    Gebruiker: De perceelseigenaar, de zakelijke gerechtigde van het perceel of de huurder die gebruik maakt van de aansluiting op het openbaar riool.

  • i.

    Gemengd stelsel: Het openbaar riool voor de afvoer van afvalwater inclusief hemelwater

  • j.

    Gescheiden stelsel: Het openbaar riool met een buizenstelsel voor de afvoer van hemelwater en een buizenstelsel voor de afvoer van afvalwater

  • k.

    Openbaar riool: Het gedeelte van de riolering dat bij de gemeente in eigendom en beheer is voor inzameling en transport van afvalwater en hemelwater, met inbegrip van de daartoe behorende rioolgemalen, persleidingen en werken en installaties van overeenkomstige aard, met uitzondering van de aansluitleidingen.

  • l.

    Particulier riool: De binnen de kadastrale eigendomsgrens van het aan te sluiten perceel gelegen binnen, buiten- of terrein rioolleidingen tot aan het aansluitpunt. Het particulier riool wordt ook de 'particuliere afvoerleiding' genoemd.

  • m.

    Perceelsaansluitleiding: Het riool en voorzieningen die deel uitmaken van dit riool, tussen het openbaar riool en het aansluitpunt, in beheer bij de gemeente.

  • n.

    Rechthebbende:

    • 1.

      De eigenaar of zakelijk gerechtigde van het perceel ten behoeve waarvan de aansluiting op het openbaar riool wordt gerealiseerd en in stand gehouden.

    • 2.

      De rechtverkrijgende onder algemene of bijzondere titel van de onder bedoelde personen.

  • o.

    Travee: Verticale stapeling van woningen (meervoud: traveeën).

Afdeling II De vergunning

Artikel 2 Vergunningplicht

  • 1.

    Het is verboden zonder een daartoe verleende aansluitvergunning een aansluiting van een particulier riool op het openbaar riool tot stand te brengen of te wijzigen.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders verlenen een aansluitvergunning alleen voor het tot stand brengen en in stand houden van een aansluiting tussen het particulier riool en de perceelaansluiting:

    • a.

      voor de gescheiden afvoer van afvalwater en hemelwater indien ter plaatse een gemengd stelsel of een (verbeterd) gescheiden stelsel aanwezig is.

    • b.

      voor de afvoer van afvalwater zonder hemelwater indien ter plaatse een drukriool aanwezig is;

    • c.

      voor de afvoer van grondwater indien ter plaatse een drainagestelsel aanwezig is.

  • 3.

    Indien meer dan één aansluiting van een particulier riool op het openbaar riool tot stand dient te worden gebracht, alsmede wanneer meer dan één aansluiting dient te worden gewijzigd, is het eerst lid voor iedere aansluiting of wijziging afzonderlijk van toepassing.

  • 4.

    In de vergunning kunnen voorschriften worden opgenomen met betrekking tot:

    • a.

      het tot stand brengen van de aansluiting;

    • b.

      het onderhoud, de renovatie en de vervanging van de aansluitleiding;

    • c.

      sloopwerkzaamheden op het perceel van de rechthebbende;

    • d.

      de periode waarvoor de vergunning wordt verleend indien het een tijdelijke aansluiting betreft.

  • 5.

    Indien de rechthebbende binnen een jaar na verlening van de aansluitvergunning geen verzoek heeft gedaan de aansluiting of wijziging van de aansluiting waarop die aansluitvergunning betrekking heeft, uit te voeren, kunnen burgemeester en wethouders de aansluitvergunning intrekken.

Artikel 3 De vergunningaanvraag

  • 1.

    De aanvraag van een aansluitvergunning wordt schriftelijk met een daartoe bestemd formulier, bij burgemeester en wethouders ingediend door de rechthebbende van het aan te sluiten perceel.

  • 2.

    Bij de aanvraag van een aansluitvergunning dienen de volgende gegevens door de rechthebbende te worden verstrekt:

    • a.

      de naam en het adres van de rechthebbende;

    • b.

      de dagtekening;

    • c.

      de aanduiding dat het een verzoek om een nieuwe aansluiting of wijziging van een bestaande aansluiting betreft;

    • d.

      de hoeveelheid te lozen water en de periode van de lozing indien het een tijdelijke aansluiting betreft.

    • e.

      de ligging van het aan te sluiten perceel;

      • 1.

        Aan de hand van straat en huisnummer of, indien nog geen huisnummer is toegekend, aan de hand van het kadastrale nummer van het betreffende perceel, en

      • 2.

        Aangegeven op een situatieschets 1:500 of grotere schaal.

    • f.

      voor zover het lozing van bedrijfsafvalwater betreft, de aard en de hoeveelheid van de af te voeren vloeistoffen, waarbij dient te worden aangegeven of niet-verontreinigd water, zoals regen- of koelwater, en/of verontreinigd water, zoals huishoudelijk of industrieel afvalwater, zal worden afgevoerd.

    • g.

      voor zover het enkel lozing van huishoudelijk afvalwater betreft, of er daarnaast hemelwater zal worden afgevoerd;

    • h.

      van het aan te sluiten of te wijzigen particulier riool tenminste de volgende gegevens:

      • 1.

        Het leidingverloop en de dimensionering;

      • 2.

        De hoogteligging ten opzicht van NAP en het materiaal ter plaatse van het aansluitpunt;

      • 3.

        Een duidelijk verschil in kleur tussen de afvalwater- en hemelwater leidingen indien van toepassing. Schoonwaterleidingen dienen met een grijze kleur aangegeven te worden en afvalwaterleidingen met een bruine kleur.

      • 4.

        De wijze waarop de functies van de verschillende leidingen van het particulier riool ter plaatse van het aansluitpunt zullen worden gemarkeerd.

    • i.

      een hydraulische berekening van zowel het hemelwaterriool als het afvalwaterriool indien het een bedrijfsaansluiting of een aansluiting van een appartementencomplex betreft.

    • j.

      indien van toepassing kopieën van verleende of aangevraagde vergunningen op grond van de Wet Milieubeheer.

    • k.

      Indien van toepassing kopieën van verleende of aangevraagde vergunningen op grond van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren.

  • 3.

    Indien de gegevens bedoeld in het tweede lid, reeds zijn vastgelegd in de voor het perceel afgegeven bouwvergunning of een vergunning op grond van de Wet milieubeheer of de Wet verontreiniging oppervlaktewateren, kan bij de aanvraag van de aansluitvergunning worden volstaan met het overleggen van een kopie van de gegevens uit deze vergunning.

  • 4.

    De aanvraag van een aansluitvergunning wordt slechts in behandeling genomen nadat bij de aanvraag alle in het tweede lid vermelde gegevens zijn verstrekt. Bij ontbreken van gegevens wordt de rechthebbende daarover geïnformeerd en in de gelegenheid gesteld deze gegevens binnen vier weken na kennisgeving daarvan alsnog aan te vullen.

Artikel 4 Weigering van de aansluitvergunning

  • 1.

    Een aansluitvergunning kan slechts worden geweigerd indien aansluiting van het particulier riool op het openbaar riool of wijziging van de aansluiting vanwege technische, juridische of milieuhygiënische redenen bezwaarlijk is.

  • 2.

    Aansluiting van het particulier riool op het openbaar riool of wijziging van die aansluiting is in ieder geval bezwaarlijk indien:

    • a.

      de hoogteligging van het aansluitpunt zich niet bevindt tussen 0,50m tot 0,70m -AT (= achterkant trottoir).

    • b.

      de bovenzijde van een lozingstoestel lager is gelegen dan 150 mm boven de kruin van de straat, tenzij via een pompinstallatie voorzien van terugslagklep wordt aangesloten.

    • c.

      de gevraagde aansluiting een samengevoegde voorziening betreft voor hemelwater en afvalwater.

    • d.

      de gevraagde aansluiting een samenvoeging betreft van twee of meerdere traveeën in het geval van bijvoorbeeld een appartementencomplex.

    • e.

      de gevraagde aansluiting een samenvoeging betreft van een leidingensysteem voor huishoudelijk water van woningen en bedrijfsruimten.

    • f.

      de gevraagde aansluiting een lozing voor afvalwater en/of bronneringswater betreft, waarvan krachtens de geldende milieuwetgeving een vergunning benodigd is, maar niet is verleend, of niet aan de algemeen geldende regels is voldaan;

    • g.

      het openbaar riool ter plaatse niet over voldoende capaciteit beschikt om de hoeveelheid te lozen vloeistoffen te kunnen afvoeren;

    • h.

      het een lozing van afvalwater betreft dat door aard, concentratie en/of samenstelling de goede werking van het openbaar riool kan belemmeren of de constructie aan kan tasten.

    • i.

      het een lozing van drainagewater betreft tenzij aangesloten kan worden op een drainagestelsel.

    • j.

      de gevraagde aansluiting een afvoerleiding voor niet-verontreinigd bronneringswater betreft, die zonder bezwaar op het oppervlaktewater kan worden aangesloten of middels retourbemaling kan worden afgevoerd;

    • k.

      een bouwvergunning voor het aan te sluiten perceel is geweigerd;

  • 3.

    Een weigering van een aansluitvergunning is met redenen omkleed, waarbij burgemeester en wethouders de nadere eisen aangeven waaraan het particulier riool dient te voldoen om voor vergunningverlening in aanmerking te komen.

Artikel 5 Verlening van de aansluitvergunning

  • 1.

    Burgemeester en wethouders besluiten binnen 8 weken na ontvangst op de aanvraag.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid houden burgemeester en wethouders de beslissing omtrent een aanvraag van een aansluitvergunning aan indien er geen reden is de vergunning te weigeren:

    • a.

      terwijl voor het aan te sluiten perceel nog een aanvraag moet worden gedaan of in behandeling is voor een bouwvergunning krachtens artikel 40 Woningwet.

    • b.

      terwijl er voor het aan te sluiten perceel nog een aanvraag moet worden gedaan of in behandeling is voor een vergunning krachtens artikel 8.1 Wet milieubeheer.

  • 3.

    Rechthebbende wordt zo spoedig mogelijk van de aanhouding op de hoogte gesteld.

  • 4.

    Na verlening van de in lid 2 sub a en b bedoelde vergunningen, nemen burgemeester en wethouders alsnog binnen 8 weken een besluit op de aanvraag

Afdeling III De aansluiting

Artikel 6 Het verzoek tot aanleg van de perceelsaansluiting

  • 1.

    De rechthebbende aan wie ingevolge afdeling II een aansluitvergunning is verleend kan de gemeente verzoeken de aansluiting of wijziging van de aansluiting waarop de vergunning betrekking heeft uit te voeren. Hiertoe kan de rechthebbende telefonisch contact opnemen met de betreffende wijkopzichter.

  • 2.

    Bij het verzoek tot aansluiting dienen in ieder geval de volgende gegevens door de rechthebbende te worden doorgegeven:

    • a.

      de naam en het woonadres van de rechthebbende;

    • b.

      het nummer van de aansluitvergunning;

    • c.

      de door de rechthebbende gewenste datum van uitvoering.

Artikel 7 Kosten van de aansluiting

  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen de kosten van de aanleg van de perceelsaansluiting vast.

  • 2.

    De gemeente kan in ieder geval niet worden gehouden tot feitelijke aanleg van de perceelsaansluitleiding over te gaan, voordat de rechthebbende zich schriftelijk akkoord heeft verklaard met de kosten van de aanleg van de perceelsaansluiting en de over die kosten verschuldigde omzetbelasting.

  • 3.

    De kosten voor de aanleg van de perceelsaansluiting, zoals bedoeld in het tweede lid, kunnen niet meer in rekening worden gebracht indien deze reeds op andere wijze op de rechthebbende worden of zijn verhaald.

Artikel 8 Uitvoering aanleg of wijziging van de perceelsaansluiting

  • 1.

    De uitvoering van de aanleg of wijziging van de perceelsaansluiting, inclusief de aansluiting van het particulier riool op de perceelsaansluiting, vindt niet plaats anders dan door of vanwege de gemeente.

  • 2.

    De aansluiting van het particulier riool op de perceelsaansluitleiding vindt slechts plaats, als het aan te sluiten particulier riool tot aan het aansluitpunt aanwezig is en voldoet aan de daaraan op grond van het Bouwbesluit of de Bouwverordening van de gemeente Helmond te stellen eisen.

  • 3.

    De aansluiting van het particulier riool op de perceelsaansluitleiding vindt slechts plaats, als het aan te sluiten particulier riool aanwezig is conform hetgeen in de aanvraag voor de aansluitvergunning en de daarop gebaseerde aansluitvergunning gesteld is.

Afdeling IV Beheer en Onderhoud

Artikel 9 Beheer, onderhoud, renovatie en vervanging

  • 1.

    Het beheer en onderhoud, de renovatie dan wel de vervanging van de perceelsaansluitleiding wordt uitgevoerd door of namens de gemeente en voor rekening van de gemeente, tenzij de betreffende werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd ten gevolge van onjuist gebruik van het particulier riool. In dat geval komen de kosten voor rekening van de rechthebbende of veroorzaker.

  • 2.

    Onder onjuist gebruik wordt in ieder geval begrepen:

    • a.

      Het via deze aansluiting lozen van stoffen die, vanwege hun aard en samenstelling, verstoppingen in de aansluitleiding of het openbaar riool veroorzaken;

    • b.

      Het via deze aansluiting lozen van stoffen die, door hun aard of concentratie, de constructie van de leiding aantasten.

  • 3.

    De kosten voor beheer en onderhoud, renovatie dan wel vervanging van het particulier riool komen voor rekening van de rechthebbende, tenzij vaststaat dat de noodzaak tot onderhoud is veroorzaakt vanuit het openbaar riool.

  • 4.

    Bij wijziging, door de gemeente, van de hoogteligging van het aansluitpunt of bij aanpassen van de perceelsaansluitleiding ten gevolge van een wijziging in het openbaar riool, dient de rechthebbende ervoor te zorgen dat het particulier riool hierop kan worden aangesloten op een zodanige wijze dat de afvoer vanuit het perceel ongehinderd plaats kan vinden.

  • 5.

    De kosten voor eventuele aanpassingen van het particuliere riool ten gevolge van hetgeen in lid 4 is gesteld komen voor rekening van de gemeente en worden vooraf door gemeente en rechthebbende overeengekomen.

Artikel 10 Storingen en verstoppingen

  • 1.

    Bij een verstopping of een andere storing in de aansluitleiding onderzoekt de rechthebbende of het een verstopping of een storing betreft in het particulier riool of in de perceelsaansluiting.

  • 2.

    Indien na het in lid 1 bedoelde onderzoek blijkt dat er sprake is van een verstopping of storing in het particulier riool dient de rechthebbende deze verstopping of storing zelf te verhelpen.

  • 3.

    Indien na het in lid 1 bedoelde onderzoek wordt vermoed dat sprake is van een verstopping of storing in de perceelsaansluiting of van een verstopping of storing in het openbaar riool, neemt de rechthebbende contact op met de gemeente Helmond of met de aannemer van de gemeente Helmond.

  • 4.

    Indien bij het door de gemeente verrichten van de in lid 3 bedoelde werkzaamheden alsnog wordt geconstateerd dat het probleem is veroorzaakt vanuit het particulier riool, dan zullen de kosten alsnog aan de rechthebbende in rekening worden gebracht.

Afdeling V Verwijdering aansluiting, sloop

Artikel 11 Zorgplicht

  • 1.

    Bij sloopwerkzaamheden of andere werkzaamheden op een op het openbaar riool aangesloten perceel, moeten door de rechthebbende zodanige voorzieningen aan het particuliere riool worden getroffen dat (bijvoorbeeld) zandinloop in het openbaar riool en de perceelaansluitleiding wordt voorkomen.

  • 2.

    Indien de rechthebbende bij sloopwerkzaamheden niet voldoet aan de in het eerste lid omschreven zorgplicht, heeft de gemeente de bevoegdheid de aansluiting op het openbaar riool af te sluiten en de hieraan verbonden kosten te verhalen op de rechthebbende.

  • 3.

    Indien in een sloopvergunning bepalingen zijn opgenomen ter bescherming van de ter plaatse aanwezige perceelsaansluitleiding en het hoofdriool, dan prevaleren deze bepalingen boven het in lid 1 en 2 gestelde.

  • 4.

    Indien het gebruik van een aansluitleiding definitief wordt beëindigd is de rechthebbende verplicht de gemeente hiervan in kennis te stellen.

  • 5.

    Indien het gebruik van een aansluitleiding definitief wordt beëindigd, wordt de op de aansluiting betrekking hebbende vergunning ingetrokken, waarna de perceelsaansluitleiding op kosten van de rechthebbende door de gemeente wordt verwijderd.

Afdeling VI Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 12 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen van de bepalingen in deze verordening afwijken voor zover toepassing gelet op het belang dat deze regeling beoogd te beschermen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 12A Toezicht

  • 1.

    Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast: de politieambtenaren van de Regiopolitie Brabant-Zuidoost en de Koninklijke marechaussee Noord-Brabant/Limburg, voorzover zij werkzaam zijn binnen een territoriaal onderdeel dat een deel van de gemeente Helmond omvat, alsmede de ambtenaren van de afdeling Beheer Openbare Ruimte en de afdeling Bouwen en Wonen van de dienst Stedelijke ontwikkeling en beheer.

  • 2.

    Voorts zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening belast de bij besluit van burgemeester en wethouders aan te wijzen personen.

Artikel 13 Overgangsrecht

  • 1.

    De aanvragen tot aansluiting of wijziging van een aansluiting die voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening zijn ingediend vallen onder de bepalingen van deze verordening.

  • Op aansluitingen die op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening krachtens de tot dan geldende wetgeving en voorschriften tot stand zijn gebracht, zijn de bepalingen van afdeling IV en afdeling V van deze verordening rechtstreeks van toepassing.

  • 3.

    Bij strijd van deze verordening met bepalingen in overeenkomsten gesloten tussen de gemeente en rechthebbende, prevaleert het bepaalde in deze overeenkomsten.

Artikel 14 Raadgevend correctief referendum en inwerkingtreding

Ten aanzien van deze verordening kan een raadgevend correctief referendum worden gehouden. Gelet hierop treedt deze verordening in werking 6 weken na bekendmaking, tenzij een inleidend verzoek tot het houden van een referendum over deze verordening onherroepelijk is toegelaten.

Met ingang van de datum van inwerkingtreding is de Lozingsverordening riolering 1994 ingetrokken.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Aansluitverordening riolering gemeente Helmond 2004

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 11 mei 2004, bijlage 69.

De raad voornoemd,

De voorzitter,

drs. A.A.M. Jacobs

De griffier,

mr. J.P.T.M. Jaspers

Bekend gemaakt op:

14 mei 2004

De gemeentesecretaris,

Mr. A.C.J.M. de Kroon.

Aansluitverordening riolering

Artikelsgewijze toelichting  

Artikel 1 Begripsbepaling

Voor de uitleg van de bepalingen in de aansluitverordening en de voorschriften in een aansluitvergunning, gelden de definities van artikel 1.

In de begripsbepaling is ook een omschrijving gegeven van bronneringswater en drainagewater omdat verzoeken aan de gemeente voor (tijdelijke) lozingen van dit water onder het regime van de aansluitverordening vallen.

Een aantal begrippen vragen daarnaast nog een nadere toelichting:

  • -

    Locatie aansluitpunt: De gemeente Helmond hanteert verschillende opties voor het lokaliseren van de aansluitpunten. Voor woningen met een voortuin (dus waarbij de gevellijn van het pand achter de kavelgrens staat), wordt het aansluitpunt gerealiseerd aan de particuliere zijde tegen de kavelgrens aan. Bij woningen zonder voortuin (dus waarbij de gevellijn samenvalt met de kavelgrens) wordt het aansluitpunt gerealiseerd op openbaar terrein, ten hoogste 0,60 m uit de kavelgrens.

    In de bestaande situatie komt het nog voor dat aansluitpunten, ook voor woningen die wel een voortuin hebben, zich op het openbaar terrein bevinden. In dat geval is de gemeente eigenaar van het aansluitpunt.

  • -

    Aansluiting: hoewel in Helmond verschillende typen rioolstelsels liggen (gemengd, gescheiden en verbeterd gescheiden met en zonder afkoppeling), hanteert de gemeente slechts één definitie van een aansluiting: In alle nieuwe gevallen, waarop deze aansluitverordening betrekking heeft, dient het afvalwater vanaf het particuliere perceel gescheiden aangeleverd te worden. Dat wil zeggen dat (schoon) regenwater en afvalwater via aparte leidingen tot aan de perceelsgrens gebracht moeten worden. Een leiding voor schoon (regen)water dient een grijze kleur te hebben. De afvalwaterleiding dient een bruine kleur te hebben. De gemeente Helmond kiest voor deze handelswijze, omdat het op deze manier makkelijker wordt om bij toekomstige grootschalige rioolvervangingswerken afkoppelprojecten in bestaande wijken uit te kunnen voeren.

  • -

    Drainagewater: De gemeente Helmond hanteert het uitgangspunt dat het lozen van drainagewater op het rioolstelsel (ongeacht het soort stelsel) in beginsel ongewenst is. Slechts in zeer uitzonderlijke gevallen en onder randvoorwaarden kan de gemeente het lozen van drainagewater op rioolstelsels toestaan. Om deze reden is in de aansluitverordening uitgegaan van een principeverbod van lozing van drainagewater op rioolstelsels. Alleen in uitzonderlijke gevallen, waarvoor telkens een aparte afweging gemaakt moet worden, kan de gemeente vergunning verlenen. Lozing van drainagewater op een aanwezig drainagestelsel is onder voorwaarden toegestaan en valt eveneens onder het aansluitvergunningenregime.

  • -

    Bronneringswater: Bronneringswater komt in het algemeen vrij bij bouwactiviteiten. De lozing is van tijdelijke aard. Afhankelijk van de locatie kan het bronneringswater meer of minder vervuild zijn. Voor het mogen lozen van bronneringswater op het riool is een vergunning vereist op basis van deze aansluitverordening. De gemeente bepaalt op basis van de gegevens die worden aangeleverd of lozing op het riool mogelijk is vanwege hydraulische belasting van het riool. Bij het waterschap dient altijd nog een vergunning aangevraagd te worden i.v.m. de kwaliteit van het te lozen water. Daarnaast dient bij de provincie nagegaan te worden of een vergunning voor het onttrekken van grondwater vereist is of dat volstaan kan worden met een melding.

  • -

    Rechthebbende: de rechthebbende is degene die een aansluitvergunning aan kan vragen. Verder wordt een vereniging van eigenaren als rechthebbende aangemerkt, omdat bij appartementsgebouwen vaak maar één of enkele aansluitingen aanwezig zijn voor het hele gebouw. De vereniging van eigenaren wordt dan vergunninghouder voor die aansluiting(en) en zal vervolgens met de leden moeten regelen hoe met verstoppingen en storingen wordt omgegaan. Dit geldt ook voor een rechthebbende die zijn eigendommen verhuurt. Hij dient er zelf voor te zorgen dat de huurder de voorschriften van de aansluitvergunning naleeft. Dit geldt ook als de verhuurder een woningcoöperatie is. Als rechthebbende wordt niet alleen aangemerkt de (perceels)eigenaar, maar ook de zakelijk gerechtigde van een aan te sluiten perceel. Ook de rechtsopvolgers van deze eigenaren of zakelijk gerechtigden worden aangemerkt als rechthebbende, zodat de vergunning geldig blijft in geval het perceel bijvoorbeeld wordt verkocht.

 

Artikel 2

Aansluiting van een particulier riool op een openbaar riool of wijziging van een dergelijke aansluiting is verboden zonder vergunning. In de vergunning zijn voorschriften opgenomen over het particulier riool zoals dat aanwezig moet zijn op het moment dat de aansluiting tot stand wordt gebracht. Daarnaast zullen in de vergunning de regels worden vermeld met betrekking tot het onderhoud, renovatie, vervanging en sloop van de aansluiting.

In lid 2 wordt aangegeven dat burgmeester en wethouders alleen een aansluitvergunning verlenen voor gescheiden aansluitingen, dus waarbij afvalwater en schoon (regen)water apart op de perceelsgrens worden aangeboden.

Voor panden die op drukriolering worden aangesloten geldt dat er alleen afvalwater op de perceelsgrens aangeboden mag worden. Lozing van (schoon) regenwater op het drukriool is verboden in verband met een adequate en zoveel mogelijk storingsvrije werking van het drukrioolsysteem.

 

Artikel 3 De vergunningaanvraag

Artikel 3 lid 1 bepaalt dat de vergunning moet worden aangevraagd door de rechthebbende. Om dit te vereenvoudigen, moet de aanvraag worden gedaan met een daartoe bestemd formulier. Deze wordt als bijlage toegevoegd aan deze aansluitverordening en is verkrijgbaar via de afdeling Bouwen en Wonen van de gemeente Helmond.

In het tweede lid is aangegeven waaraan de aanvraag moet voldoen. Omdat het mogelijk is dat de gevraagde gegevens, die nodig zijn om een aansluiting goed tot stand te brengen, reeds zijn vastgelegd in een bouwvergunning of een vergunning op grond van de Wet Milieubeheer of de Wet verontreiniging oppervlaktewater, kan de aanvrager in dat geval volstaan met een kopie van deze gegevens.

Indien de gegevens incompleet zijn krijgt de aanvrager, na daarover geïnformeerd te zijn, op grond van lid 4 nog vier weken de tijd om de gegevens aan de vullen. Als na het verstrijken van deze periode de gegevens nog steeds onvolledig zijn of opnieuw een onvolledige aanvraag wordt ingediend, kunnen burgemeester en wethouders op basis van de Algemene wet bestuursrecht besluiten de aanvraag niet te behandelen.

 

Artikel 4 Weigering van de aansluitvergunning

In artikel 4 is vastgelegd op welke gronden de vergunning geweigerd kan worden. In lid 1 is aangegeven dat het moet gaan om technische, juridische of milieuhygiënische weigeringsgronden. In lid 2 worden voorbeelden gegeven van mogelijke weigeringsgronden. Sub a over de hoogte ligging is bijvoorbeeld een technische weigeringsgrond, sub f over de lozing van niet- verontreinigd drainagewater is een milieuhygiënische weigeringsgrond en sub h over de verlening van andere vergunningen een juridische grond.

Ten aanzien van lid 2 sub h, betreffende stoffen die het riool kunnen aantasten of een goede werking daarvan kunnen belemmeren, kunnen een aantal nadere eisen gesteld worden. Lozing van afvalwater is in dit verband in ieder geval bezwaarlijk indien:

  • De temperatuur van het afvalwater hoger is dan 30° C;

  • De zuurgraad van het afvalwater, uitgedrukt in pH, lager is dan 6,5 of hoger dan 10,0 alsmede zuren en basen bevat die niet in water zijn opgelost;

  • De sulfaatconcentratie van het afvalwater meer dan 300 mg per liter is;

  • Het afvalwater stoffen bevat die verstoppingen of beschadigingen kunnen veroorzaken aan het openbaar riool;

  • Het afvalwater stoffen bevat die worden versneden door middel van versnijdende apparatuur, tenzij het stoffen betreft die ook zonder te zijn versneden geloosd mogen worden;

  • Het afvalwater stoffen bevat die brand- of explosiegevaar kunnen opleveren;

  • Het afvalwater stoffen bevat die stankoverlast kunnen veroorzaken;

  • Het afvalwater voorafgaande aan de lozing door een beerput, een rottingsput of een septictank is geleid.

De in lid 2 genoemde weigeringsgronden zijn niet uitputtend bedoeld en moeten worden gezien als ondersteuning van de motivering om een vergunning te weigeren. Bij een weigering wordt altijd aangegeven aan welke eisen moet worden voldaan om alsnog voor een aansluitvergunning in aanmerking te kunnen komen.

 

Artikel 5 Verlening van de aansluitvergunning

Burgemeester en wethouders moeten binnen 8 weken beslissen op de aanvraag. Deze termijn moet voldoende zijn om een aanvraag voor een aansluitvergunning af te werken en komt overeen met de termijn die in de Algemeen wet bestuursrecht als redelijk wordt aangemerkt in het geval er geen termijn is bepaald.

In het geval de rechthebbende voor het betreffende perceel ook nog een aanvraag voor een bouwvergunning of een vergunning op grond van de Wet milieubeheer heeft lopen, wordt de aanvraag voor de aansluitvergunning aangehouden totdat deze vergunningen zijn verleend. Een weigering deze vergunning(en) te verlenen vormt een directe weigeringsgrond voor de aansluitvergunning. Deze weigeringsgrond is opgenomen in artikel 4.

 

Artikel 6 De realisatie of wijziging van de perceelsaansluitleiding

In dit artikel is opgenomen hoe de aansluiting, na vergunningverlening, gerealiseerd wordt.

De gemeente gaat pas over tot feitelijke realisatie, als de kosten die hieraan verbonden zijn, door de rechthebbende zijn betaald of indien de rechthebbende hiervoor getekend heeft.

Het moment voor uitvoering van het werk wordt bepaald in overleg met de particulier.

Het volstaat om telefonisch contact op te nemen met de betrokken wijkopzichter, daarbij dienen de gegevens doorgegeven te worden zoals vermeld in lid 2.

 

Artikel 7 Kosten van de aansluiting

De gemeente Helmond hanteert twee soorten kosten voor het realiseren van aansluitingen op het openbaar riool.

Voor huisaansluitingen (daarmee wordt bedoeld de vuil- en schoonwater aansluiting tezamen) wordt met een standaard bedrag gerekend. Dit bedrag wordt periodiek bijgesteld.

Bedrijfsaansluitingen, welk in het algemeen groter en lastiger te realiseren zijn, worden geraamd op basis van voorcalculatie aan de hand van een tarievenlijst die jaarlijks wordt geactualiseerd. Aansluitingen voor appartementen worden voor wat betreft de kostenberekening behandeld als zijnde bedrijfsaansluitingen.

In lid 2 is de bepaling vastgelegd dat burgemeester en wethouders niet zijn verplicht tot feitelijke uitvoering als de kosten voor de aanleg niet zijn voldaan èn als de leges voor het behandelen van de vergunningaanvraag niet is voldaan. De hoogte van de leges is vastgelegd in de legesverordening van de gemeente en wordt jaarlijks aangepast.

Het is mogelijk dat de kosten voor de aansluiting reeds zijn verhaald bij de bouw van de woning of het bedrijf, bijvoorbeeld op grond van een exploitatieverordening. In dat geval kan de gemeente niet nogmaals kosten in rekening brengen aan de particulier.

 

Artikel 8 Uitvoering of wijziging van de perceelsaansluitleiding

De perceelsaansluitleiding mag uitsluitend door of vanwege de gemeente aangelegd of gewijzigd worden. Het is ieder ander verboden werken uit te voeren in of aan de openbare ruimte zonder schriftelijke toestemming van de gemeente.

Lid 2 geeft aan dat een aansluiting niet plaatsvindt als het particulier riool niet voldoet aan de daaraan te stellen bouwtechnische eisen. Deze bepaling moet gezien worden als een vangnetbepaling. In de meeste gevallen zal op basis van de eisen die gesteld zijn in de bouwvergunning al een particulier riool aanwezig zijn dat voldoet aan de eisen. Daarnaast vormt ook het feit dat een particulier riool niet goed is aangelegd een grond om de aansluitvergunning te weigeren.

Lid 3 geeft aan dat in het geval toch al een aansluitvergunning is verleend en nadien bijvoorbeeld het particulier riool nog is verlegd of beschadigd, op basis van dit artikel toch kan worden afgezien van aansluiting.

 

Artikel 9 Beheer, onderhoud, renovatie en vervanging

Artikel 9 geeft nadere regels over het beheer, onderhoud, renovatie en vervanging. Deze worden door en voor rekening van de gemeente uitgevoerd tot het aansluitpunt, gerekend vanaf het openbaar riool, tenzij het aannemelijk is dat de betreffende werkzaamheden uitgevoerd moeten worden ten gevolge van onjuist gebruik van het particulier riool. In dat geval komen de kosten voor rekening van de rechthebbende. De rechthebbende moet zorgen dat de door hem gebruikte aansluiting vrij blijft van aanslag, slib en dergelijke, waardoor op den duur de leiding verstopt kan raken.

De rechthebbende is zelf verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van het particulier riool, tenzij aannemelijk is dat de noodzaak tot onderhoud is veroorzaakt door storingen of verstoppingen vanuit het openbaar riool (bijvoorbeeld wortel ingroei vanuit het openbaar riool of de perceelsaansluitleiding).

 

Artikel 10 Storingen en verstoppingen

In beginsel is de rechthebbende zelf verantwoordelijk voor het constateren, lokaliseren en oplossen van verstoppingen en storingen. Hij kan dit onderzoek laten uitvoeren door een aannemer die werkt voor de gemeente (namen en telefoonnummers worden periodiek geplaatst in de gemeentepagina van de lokale krant). Indien hij geconstateerd heeft dat de storing in de perceelsaansluitleiding of het openbaar riool zit, dan kan de rechthebbende of gebruiker contact opnemen met de gemeente via het algemeen Klanteninformatienummer. De gemeente zal dan, via de wijkopzichter, zijn aannemer sturen om het probleem te verhelpen. Alleen de aannemer van de gemeente heeft een vergunning om te werken in openbaar terrein en is dus de enige die de perceelsaansluitleiding op mag graven en hier werkzaamheden aan mag verrichten. Indien een aannemer van de gemeente het onderzoek voor de rechthebbende of gebruiker heeft uitgevoerd, dan gebeurt dit automatisch.

In lid 2 wordt nadrukkelijk gesteld dat de rechthebbende zelf verantwoordelijk is voor het verhelpen van verstoppingen in het particulier riool. Iedere particulier dient te beschikken over een deugdelijk en waterdicht riool. Dit betekent dat de rechthebbende, indien hij het pand bijvoorbeeld verhuurt, bij verstoppingen en andere problemen met de afvoer voor de gebruiker het aanspreekpunt is.

 

Artikel 11 Zorgplicht

In artikel 11 zijn bepalingen opgenomen over de zorg die betracht moet worden bij werkzaamheden die schade kunnen veroorzaken aan het openbaar riool. Indien er een sloopvergunning is afgegeven waarin bepalingen zijn opgenomen ter bescherming van het ter plaatse aanwezige hoofdriool en perceelsaansluitleiding, dan prevaleren de bepalingen in de sloopvergunning.

In lid 3 en 4 is vastgelegd dat bij definitieve beëindiging van het gebruik van een aansluitleiding, de aansluitvergunning wordt ingetrokken en de perceelsaansluitleiding, door of vanwege de gemeente op kosten van de particulier, wordt verwijderd. Indien het aansluitpunt zich ook bevindt in openbaar terrein, wordt deze ook verwijderd op kosten van de particulier.

 

Artikel 12 Hardheidsclausule

Om te voorkomen dat toepassing van de bepalingen van deze verordening in een concreet geval zou leiden tot een beslissing in strijd met de redelijkheid en billijkheid, is in artikel 12 een hardheidsclausule opgenomen.

 

Artikel 13 Overgangsrecht

Aanvragen tot aansluiting of wijziging van een aansluiting die na inwerkingtreding van de verordening in behandeling worden genomen, worden behandeld volgens de regeling in de verordening.

In lid 2 zijn op alle reeds bestaande aansluitingen de bepalingen met betrekking tot het beheer en onderhoud en de zorgplicht bij verwijdering en sloop van toepassing verklaard. Hierbij mag uiteraard geen strijd ontstaan met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.

Omdat het denkbaar is dat in het verleden met perceelseigenaren overeenkomsten zijn gesloten waarin afspraken zijn gemaakt die strijd opleveren met de aansluitverordening, is in lid 3 vastgelegd dat in dergelijke situaties de bepalingen van de overeenkomst prevaleren.