Organisatie | Epe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van baatbelasting riolering Tongerenseweg, Laarstraat, Kerkstraat en Westendorperheideweg |
Citeertitel | Verordening baatbelasting riolering Tongerenseweg, Laarstraat, Kerkstraat en Westendorperheideweg |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | belastingen |
De historie bij “Het overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen” is mogelijk niet compleet.
Er kunnen wijzigingen ontbreken tussen het onstaan van de regeling en de eerste opgenomen wijziging daarvan.
Datum ingang heffing wijkt af van datum inwerkingtreding. Datum ingang heffing is 1 januari 1996
1.Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-11-2001 | 06-10-2011 | Art. 5 | 14-11-2001 Veluws Nieuws, 28-11-2001 | Handelingen van de raad, bijlagenr. D 6-XII 2001 |
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders (Handelingen van de raad, afdeling I, jaar 1995, bijlagenr. D 22);
gelet op artikel 222 van de Gemeentewet en het bekostigingsbesluit riolering Tongerenseweg, Laarstraat, Kerkstraat en Westendorperheideweg, vastgesteld bij raadsbesluit van 20 april 1995;
vast te stellen de volgende Verordening op de heffing en invordering van baatbelasting riolering Tongerenseweg, Laarstraat, Kerkstraat en Westendorperheideweg.
Artikel 2 Aard van de heffing en belastbaar feit
onder de naam "baatbelasting riolering Tongerenseweg, Laarstraat, Kerkstraat en Westendorperheideweg Epe" wordt in de vorm van een heffing-ineens een belasting geheven ter zake van de onroerende zaken gelegen in de gemeente binnen de blauwe omlijning op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart, die op 1 januari 1996 zijn gebaat door de in het tweede lid genoemde voorzieningen die tot stand zijn gebracht door of met medewerking van het gemeentebestuur;
voor de toepassing van het eerste lid wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die op het tijdstip van ingang van de heffing dan wel, indien de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse belasting bij de aanvang van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Artikel 6 Regeling inzake heffing in de vorm van een jaarlijkse belasting
in afwijking van het bepaalde in artikel 2 wordt op verzoek van de belastingplichtige de belasting geheven in de vorm van een jaarlijkse belasting gedurende vijftien jaren. Het verzoek genoemd in de eerste volzin dient binnen zes weken na de dagtekening van de aanslag schriftelijk bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet, bedoelde gemeenteambtenaar te worden ingediend;
ingeval de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse heffing en de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak, als bedoeld in het eerste lid, eindigt of wijzigt als gevolg van het overdragen van eigendom, bezit of beperkt recht, wordt de nieuwe genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met ingang van het eerstvolgende belastingjaar een aanslag-ineens opgelegd voor de resterende belastingjaren van het belastingtijdvak, berekend overeenkomstig het vierde lid van dit artikel;
in afwijking van het bepaalde in onderdeel a, wordt op verzoek van de in dat onderdeel bedoelde belastingplichtige de jaarlijkse heffing overeenkomstig het eerste lid gecontinueerd. Het verzoek daartoe dient binnen 6 weken na de dagtekening van de aanslag ingevolge onderdeel a, schriftelijk bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet, bedoelde gemeenteambtenaar te worden ingediend.
Artikel 9 Termijnen van betaling
De aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de baatbelasting.