Organisatie | Bunschoten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van reinigingsrechten 2010 |
Citeertitel | Verordening reinigingsrechten Bunschoten 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-12-2009 | 23-12-2010 | nieuwe regeling | 17-12-2009 Gemeenteblad 2009, 11 | 465j |
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 december 2009, nr. 465;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;
“Verordening op de heffing en de invordering van reinigingsrechten 2010”
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen, bedoeld in artikel 1, gebruik maakt.
Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten
De rechten bedoeld in de hoofdstukken 1.2, 1.3 en 2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Artikel 8 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel die worden opgelegd in het belastingjaar waarop zij betrekking hebben worden betaald in zes gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste acht bedraagt. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking van het eerste, tweede en derde lid geldt voor aanslagen, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder of gelijk is aan € 20,00, dat het verschuldigde bedrag moeten worden betaald op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld;
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet moeten de rechten bedoeld in hoofdstukken 1.2 en 1.3 van de tarieventabel:
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet moeten de rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 5, tweede lid, schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 1 maand na de dagtekening van de kennisgeving.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste, tweede, derde, vierde, vijfde en zesde lid gestelde termijnen.
Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van reinigingsrechten.
Van de geheven reinigingsrechten is slechts kwijtschelding mogelijk voor het basistarief, zoals vermeld in artikel 1.1.1. van de tarieventabel behorende bij deze verordening. Voor het toekennen van kwijtschelding gelden de uitgangspunten, zoals is verwoord in de “Kwijtscheldingsregeling gemeente Bunschoten 2010”.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad van de gemeente Bunschoten van
17 december 2009
de griffier a.i., de voorzitter,
Mr. M.C. van de Plasse M. v.d. Groep
De bedragen genoemd in hoofdstuk 2 van deze tabel zijn inclusief omzetbelasting.
Hoofdstuk 1.1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven reinigingsrechten
Het recht als bedoeld in onderdeel 1.1.1 wordt vermeerderd voor het op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij de aanvang van de belastingplicht, in bruikleen hebben van één of meer éxtra kliko’s (= boven het basispakket aan kliko’s; zie hiertoe de toelichting bij deze verordening):
Hoofdstuk 1.2 Achterlaten van grove huishoudelijke afvalstoffen op verzamelplaats
1.2.1 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt het recht voor het achterlaten van grof huishoudelijke afvalstoffen, op een daartoe van gemeentewege beschikbaar gestelde plaats,
1.2.2 De tarieven vermeld in artikel 1.2.1 worden verhoogd met € 10,00 administratiekosten, indien betaling op verzoek van de aanbieder achteraf middels een factuur plaatsvindt.
Hoofdstuk 1.3 Halen van overig grof huishoudelijk afval
1.3.1 Voor het halen van overig grof huishoudelijk afval bedraagt het recht € 2,70 per 0,5 m³ of een gedeelte
daarvan, verhoogd met € 12,00 per ophaalbeurt.
Hoofdstuk 2 Maatstaven en tarieven overige reinigingsrechten
2.1 Het recht voor het achterlaten van afvalstoffen, andere dan huishoudelijke afvalstoffen, op een daartoe van gemeentewege beschikbaar gestelde plaats bedraagt, indien het betreft:
Behoort bij raadsbesluit van 17 december 2009
UITLEG TARIEFSOPBOUW HOOFDSTUK 1.1 TARIEVENTABEL:
Basistarief eénpersoons-, tweepersoons- of meerpersoonshuishoudens
De situatie op 1 januari (of bij het begin van de belastingplicht) is bepalend tot welke categorie men wordt gerekend. Veranderingen van het aantal bewoners in de loop van het jaar hebben geen invloed op de hoogte van de aanslag. Aan de hand van de hiervoor geschetste situatie wordt men aangeslagen voor het basistarief reinigingsrecht voor een éénpersoons-, tweepersoons- of meerpersoonstarief.
Waarom is er sprake van verschillende basistarieven?
Eénpersoons- en tweepersoonshuishoudens bieden gemiddeld minder afval aan dan meerpersoonshuis-houdens. Het voert vanuit efficiëncy-oogpunt te ver om hier afzonderlijke klikopakketten voor aan te bieden met kleinere kliko’s. Zij krijgen daarom hetzelfde basispakket kliko’s als meerpersoonshuishoudens t/m 5 personen aangeboden tegen een lager tarief.
Voor het basistarief mag men (maximaal) beschikken over het volgende basispakket aan kliko’s
Uitgebreidere basispakketten onder bepaalde omstandigheden
Gezinnen bestaande uit zes personen of meer hebben nog de optie om over een extra GFT- of extra restafvalkliko te beschikken binnen het basispakket zonder bijkomende kosten. Voor ieder veelvoud van zes personen geldt daarboven de mogelijkheid voor nog een extra GFT- of rest-afvalkliko binnen het basispakket zonder bijkomende kosten (zie bijgevoegde tabel);
Waarom is er sprake van verschillende basispakketten?
Er is sprake is van een objectieve rechtvaardigingsgrond voor de verschillende basispakketten. Meerpersoonshuishoudens van zes personen of meer hebben nagenoeg altijd een extra afvalkliko nodig voor hun reguliere afval. De minder dan zes persoonshuishoudens hebben de extra kliko niet per definitie nodig. De verstrekking daarvan is slechts nodig bij een méér dan normale aanlevering van afval. In dat geval is het met het oog op het inperken van de afvalstroom te rechtvaardigen dat een toeslag wordt opgelegd indien kleinere huishoudens een extra kliko nodig hebben boven het voor hen geldende basispakket.
Een vergelijkbare redenatie kan gevolgd worden bij het uitgebreidere basispakket voor hele grote gezinnen en voor scholen, kerken, verenigingen en andere niet-woningen die huishoudelijk afval aanbieden in relatie tot de andere categoriën huishoudens.
Behoort bij raadsbesluit van 17 december 2009