Organisatie | Bunschoten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeenschappelijke regeling Welstand en Monumenten Midden Nederland 2005 |
Citeertitel | Gemeenschappelijke regeling Welstand en Monumenten Midden Nederland 2005 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Datum ondertekening is bij benadering vastgesteld.
Wet gemeenschappelijke regelingen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-02-2006 | 01-02-2006 | nieuwe regeling | 01-02-2006 Gemeenteblad, 2006, 2 |
De raden van de gemeenten Abcoude, Amerongen, Baarn, De Bilt, Breukelen, Bunnik, Bunschoten, Doorn, Driebergen-Rijsenburg, Eemnes, Houten, Leersum, Leusden, Loenen, Lopik, Maarn, Maarssen, Montfoort, Nieuwegein, Renswoude, Rhenen, De Ronde Venen, Veenendaal, Woerden, Woudenberg, Wijk bij Duurstede, IJsselstein en Zeist,
overwegende dat in 1969 een bestuurlijke samenwerking van gemeenten in de provincie Utrecht in de vorm van een gemeenschappelijke regeling tot stand is gekomen in het belang van de bouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Utrecht de "Provinciale Utrechtse Welstandscommissie;
dat deze regeling sedertdien is aangepast aan zich wijzigende wettelijke voorschriften ter zake, laatstelijk bij besluit van 28 januari 1993;
gelet op het bepaalde in artikel 39 van deze voorschriften en het bepaalde in de Woningwet van 28 augustus 1991, laatstelijk gewijzigd bij wet van 5 december 2002, Stbl. 590, de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Gemeentewet, de Monumentenwet alsmede het Treasurystatuut;
gelet op het voorstel van het dagelijks bestuur van 30 maart 2005
de gemeenschappelijke regeling "Provinciale Utrechtse Welstandscommissie adviescommissie voor de ruimtelijke kwaliteit (P.U.W.C.) 1992" te wijzigen door het vaststellen van onderstaande integrale tekst:
In de regeling wordt verstaan onder:
Gemeentewet: wet van 14 februari 1992, Stb. 96, sedertdien gewijzigd
Woningwet: wet van 29 augustus 1991, Stb. 439, sedertdien gewijzigd
Monumentenwet: wet van 23 december 1988, Stb. 638, sedertdien gewijzigd
Kieswet: wet van 28 september 1989, Stb. 423, sedertdien gewijzigd
Wet gemeenschappelijke regelingen: wet van 20 december 1984, Stb. 667, sedertdien gewijzigd
Waar in deze regeling artikelen van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing worden verklaard, wordt in die artikelen gelezen in plaats van de gemeente, de raad, burgemeester en wethouders en de burgemeester respectievelijk Welstand en Monumenten Midden-Nederland, het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter.
Waar in deze regeling wordt verwezen naar een artikel zonder nadere aanduiding wordt bedoeld het betreffende artikel van deze regeling.
Welstand en Monumenten Midden Nederland heeft in de deelnemende gemeenten tot haar zorg de instandhouding en bevordering van het bouwkundig schoon, de welstandszorg, het landschaps- en stedenschoon, waaronder de monumentenzorg, alsmede de zorg voor de ruimtelijke kwaliteit in zijn algemeenheid begrepen.
Welstand en Monumenten Midden Nederland heeft tot taak de deelnemende gemeenten van advies te dienen omtrent alle zaken, die met omschreven doel als bedoeld in artikel 5 in verband staan. Daarnaast kunnen ook , op verzoek, aan andere gemeenten adviezen worden verstrekt die passen binnen de doelstelling.
De deelnemende gemeenten verplichten zich om alle aanvragen die in het kader van de Woningwet van een welstandsadvies dienen te worden voorzien ter advisering voor te leggen aan Welstand en Monumenten Midden Nederland.
Het gewone tijdstip voor de benoeming van nieuw aangewezen leden van het algemeen bestuur en van aftreden van de zitting hebbende leden is het voor de leden van de raden der gemeenten in de Kieswet of bij speciale wet aangewezen tijdstip voor periodieke aftreding als zodanig. Voor aangewezen voorzitters van raden geldt hetzelfde tijdstip.
VERGADERINGEN ALGEMEEN BESTUUR
Tegelijkertijd met de oproeping brengt de voorzitter dag, tijdstip en plaats van de vergadering ter kennis. De agenda en de daarbij behorende voorstellen - met uitzondering van die stukken ten aanzien waarvan geheimhouding kan worden opgelegd - worden gelijktijdig met de oproeping ten kantore van Welstand en Monumenten Midden Nederland ter inzage gelegd.
Wanneer op het moment waarop de vergadering volgens de oproep daartoe zou moeten worden geopend niet ten minste de helft van het aantal bestuursleden aanwezig is, sluit de voorzitter na vaststelling daarvan de vergadering. Direct aansluitend daarop belegt hij een tweede vergadering die doorgaat ongeacht het aantal aanwezige leden. Een oproeping voor deze tweede vergadering wordt tegelijkertijd met de oproeping voor de eerste vergadering verzonden.
De deuren worden gesloten wanneer dit door ten minste een vijfde deel van het aantal leden dat de presentielijst heeft getekend wordt gevraagd of wanneer de voorzitter dit nodig oordeelt. De vergadering besluit vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd. Over de onderwerpen die in besloten vergadering zijn behandeld kan daarin ook een besluit worden genomen.
Omtrent de geheimhouding is het bepaalde in artikel 23 van de Wet gemeenschappelijke regelingen van toepassing.
Het gestelde in de artikelen 28, 29, 30, 31 en 32, van de Gemeentewet ter zake van stemming is voor deze regeling van overeenkomstige toepassing.
In geval de voorzitter of een door hem op grond van het vijfde lid aangewezen gemachtigde behoort tot het bestuur van een gemeente, die partij is in een geding waarbij Welstand en Monumenten Midden Nederland betrokken is, oefent een ander door het dagelijks bestuur aan te wijzen lid van dit college de in het vijfde lid, eerste zin, genoemde bevoegdheid uit.
Het dagelijks bestuur bestaat uit:
één door het algemeen bestuur benoemde vertegenwoordiger vanuit de groep van gemeenten die de advisering in het kader van de Monumentenwet aan de gemeenschappelijke regeling hebben opgedragen;
VERGADERINGEN DAGELIJKS BESTUUR
Ten aanzien van het oproepen tot en het houden van de vergaderingen alsmede de besluitvorming van het dagelijks bestuur zijn de artikelen 17 en de19 van Gemeentewet van overeenkomstige toepassing;
DIRECTEUR EN AMBTELIJKE ORGANISATIE
Artikel 16. (oud 22, 23 en 24)
Het algemeen bestuur stelt een bureau in met aan het hoofd daarvan een directeur, dat het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur en de overige op grond van deze regeling in te stellen commissies in de uitvoering van hun taak terzijde staat.
Het algemeen bestuur benoemt, schorst en ontslaat de directeur.
Voor elke benoeming van een directeur doet het dagelijks bestuur een voordracht aan het algemeen bestuur van ten minste twee personen.
Het overige personeel in dienst van het lichaam wordt –de directeur gehoord- benoemd, geschorst en ontslagen door het dagelijks bestuur.
De directeur is in ondergeschiktheid aan en onder verantwoordelijkheid van het dagelijks bestuur belast met de leiding van de ambtelijke organisatie en is tevens secretaris van zowel het algemeen als van het dagelijks bestuur.
De directeur notuleert, daarin bijgestaan door een door hem aan te wijzen medewerker van het bureau, de vergaderingen van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur en ondertekent alle stukken mede, die van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur uitgaan.
Het algemeen bestuur regelt, op voorstel van het dagelijks bestuur, de taak, de bevoegdheden, de verplichtingen en de vervanging van de directeur nader in een instructie.
Voor het uitbrengen van advies, bedoeld in artikel 6, stelt het algemeen bestuur op voorstel van het dagelijks bestuur rayoncommissies in. Daarnaast stelt het algemeen bestuur op voorstel van het dagelijks bestuur één of meerdere monumentencommissies dan wel geïntegreerde commissies in voor het adviseren omtrent de ruimtelijke kwaliteit.
De in lid 1 bedoelde rayoncommissies fungeren ten behoeve van de deelnemende gemeenten als gemeentelijke adviescommissie ingevolge het bepaalde in artikel 12b en artikel 48, eerste lid van de Woningwet, respectievelijk als monumentencommissie ingevolge artikel 15 van de Monumentenwet en plaatselijke monumentenverordeningen . Voor wat dit laatste betreft eerst nadat daaromtrent door de deelnemende gemeente een besluit is genomen om advisering daarover aan Welstand en Monumenten Midden Nederland op te dragen..
De voorzitters van de commissies, de twee buiten-leden en plaatsvervangend buiten-leden worden benoemd en ontslagen door het algemeen bestuur op voordracht van het dagelijks bestuur. Het rooster van aftreden wordt –voor zover nodig- vastgesteld door loting. Voor wat de volgorde van aftreden betreft treedt een nieuw buiten-lid in de plaats van degene die hij/zij opvolgt.
Het bestuur van een gemeente kan conform het gestelde in artikel 12b van de Woningwet, onder eigen verantwoordelijkheid maximaal twee burgerleden benoemen ter aanvulling van een in artikel 22, lid 1 genoemde commissie voor het gebied waarbinnen de gemeente is gelegen. Benoeming, ontslag en vergoeding worden buiten verantwoordelijkheid van de gemeenschappelijke regeling door de betreffende gemeente zelf geregeld. Deze commissieleden hebben slechts stembevoegdheid in de advisering aan het bestuur van de gemeente dat hen als burgerlid heeft aangewezen.
De voorzitter en de leden van de in artikel 21, lid 1, genoemde commissies zullen zich onthouden van deelneming aan de beoordeling van enig plan, indien er te hunnen aanzien feiten of omstandigheden met betrekking tot dat plan bestaan waardoor in het algemeen hun onpartijdigheid in twijfel zou kunnen worden getrokken.
De commissies richten zich ten aanzien van hun werkzaamheden naar de aanwijzingen die door iedere gemeente afzonderlijk worden gegeven in overleg met de directeur conform het bepaalde in de Woningwet .
Het algemeen bestuur stelt een commissie in die de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten op hun verzoek advies verstrekt, wanneer – nadat de bevoegde rayoncommissie ter zake advies heeft uitgebracht – zij bij hun beslissing van het oorspronkelijke advies wensen af te wijken dan wel wanneer zij moeten beslissen op een bezwaar tegen een besluit van hun college, waarbij op grond van welstandsoverwegingen een bouwvergunning is geweigerd.
In alle andere gevallen waarin om heroverweging van het advies wordt gevraagd dan wel wanneer het gaat om zaken van geringe importantie, een en ander ter beoordeling van het dagelijks bestuur, wordt het verzoek om een tweede advies ter beoordeling voorgelegd aan de commissie van een aangrenzend rayon.
Het algemeen bestuur stelt regelen vast overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 212 en 213 van de Gemeentewet. De regelen worden binnen 14 dagen nadat ze zijn vastgesteld ter kennisneming aan gedeputeerde staten gezonden.
Eventuele nadelige exploitatie saldi dienen uit de reserve te worden bestreden. Onvoorziene tekorten op de exploitatie, die redelijkerwijs niet of niet meer kunnen worden bestreden uit de algemene bedrijfsreserve, worden door de deelnemende gemeenten gedragen in verhouding tot het bedrag dat per deelnemende gemeente in het afgelopen dienstjaar aan Welstand en Monumenten Midden Nederland is betaald voor verleende diensten.
Ten aanzien van geschillen omtrent de toepassing in de ruimste zin van de regeling geldt het gestelde in artikel 28 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Voor alle vorderingen voortvloeiende uit deze gemeenschappelijke regeling geldt een betaaltermijn van dertig dagen. Overschrijding van deze betaaltermijn levert een executoriale titel op voor een direct opeisbare vordering, terwijl vanaf die datum zonder aanzegging wettelijke rente in rekening wordt gebracht.
De gemeente Zeist zendt de regeling ter goedkeuring en opname in het register als bedoeld in artikel 27, tweede lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen aan gedeputeerde staten
Binnen één maand nadat de in het eerste lid bedoelde goedkeuring ontvangen is dragen de besturen van de deelnemende gemeenten zorg voor de bekendmaking van de regeling, alsmede de opname daarvan in het register bedoeld in artikel 27, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen.