Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Uden

Verordening op de heffing en de invordering van woonwagenrechten

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieUden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van woonwagenrechten
CiteertitelVerordening woonwagenrechten
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 229

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201101-01-2012Nieuwe regeling

11-11-2010

Infopagina 01-12-2010

2010/78

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van woonwagenrechten

De Raad van de gemeente Uden;

gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 5 oktober 2010;

gelet op artikel 156, tweede lid, onderdeel g en artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet;

b e s l u i t

vast te stellen de

 

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    woonwagen : een woonwagen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e, van de Woningwet;

  • b.

    standplaats : een standplaats op een centrum als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel h van de Woningwet;

  • c.

    centrum : een complex van standplaatsen, als zodanig op grond van de Woonwagenwet, aangewezen door de gemeenteraad;

  • d.

    maand : een kalendermaand;

  • e.

    huurovereenkomst : de overeenkomst tussen de huurder en de verhuurder van de standplaats c.a. waarin de huurbepalingen voor de standplaats zijn geregeld.

Artikel 2. Belastbaar feit

Onder de naam 'woonwagenrechten' wordt een recht geheven voor het hebben van een standplaats voor een woonwagen op een centrum, daaronder begrepen de diensten die met de standplaats verband houden.

Artikel 3. Belastingplicht

Het recht, als bedoeld in artikel 2, wordt geheven van degene die de standplaats heeft. Als degene die de standplaats heeft wordt aangemerkt de hoofdbewoner van de woonwagen. Wie als hoofdbewoner wordt aangemerkt wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

Artikel 4. Vrijstelling

Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt niet geheven zolang voor de standplaats een huurovereenkomst geldt.

Artikel 5. Maatstaf van heffing en tarief

 

Artikel 5. Maatstaf van heffing en tarief

Het recht als bedoeld in artikel 2, bedraagt per standplaats per maand of gedeelte daarvan voor:

  • -

    woonwagensubcentrum Berkendonk € 117,93

  • -

    woonwagensubcentrum Abdijlaan € 122,63

Artikel 6. Wijze van heffing

Het recht wordt geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving.

Artikel 7. Ontstaan van de belastingschuld

Het recht, als bedoeld in artikel 2, wordt verschuldigd op het moment dat een standplaats wordt ingenomen.

Artikel 8. Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet het recht worden betaald binnen 14 dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn.

Artikel 9. Kwijtschelding

Bij de invordering van staangeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10. Nadere regels door het College van burgemeester en wethouders

Het College van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van woonwagenrechten.

Artikel 11. Inwerkingtreding en citeerartikel

  • 1.

    De Verordening woonwagenrechten van 12 november 2009 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening woonwagenrechten’.

 

Vastgesteld in de openbare vergadering van 11 november 2010.

De Raad voornoemd

de griffier de burgemeester

drs. M.A.H. Heffels drs. H.A.G. Hellegers