Organisatie | Beek |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Wet inburgering gemeente Beek. |
Citeertitel | Verordening Wet inburgering gemeente Beek. |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Indien de bekendmaking van deze regeling vóór 22-12-2010 niet heeft plaatsgevonden, dan geldt de bekendmaking in de Maas- en Geleenbode van 22-12-2010 als officiële bekendmaking van deze regeling zoals bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-02-2007 | Nieuwe regeling | 29-01-2007 Onbekend | Onbekend |
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 maart 2007;
gelet op het bepaalde in de Wet inburgering;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Beek;
gelet op de artikelen 8, 19, vijfde lid, 23, derde lid, en 35 van de Wet inburgering;
overwegende, dat de raad bij verordening regels dient te stellen over de informatieverstrekking door de gemeente aan inburgeringsplichtigen, het aanbieden van een inburgeringsvoorziening aan bijzondere groepen inburgeringsplichtigen en de rechten en plichten van de inburgeringsplichtige voor wie een inburgeringsvoorziening is vastgesteld, alsmede dat de raad bij verordening het bedrag dient vast te stellen van de bestuurlijke boete die voor de verschillende overtredingen kan worden opgelegd;
Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking
Hoofdstuk 2. Doelgroepen en samenstelling van de inburgeringsvoorziening
Artikel 3 Aanwijzen van de doelgroepen
Het college wijst de groepen inburgeringsplichtigen aan, waaraan zij bij voorrang een inburgeringsvoorziening kan aanbieden op basis van criteria, die zij in beleidsregels vastlegt.
Hoofdstuk 4. De bestuurlijke boete
Artikel 11 De hoogte van de bestuurlijke boetes voor de verschillende overtredingen
De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 250,-- indien de inburgeringsplichtige of de persoon ten aanzien van wie het college op redelijke gronden kan vermoeden, dat deze inburgeringsplichtig is geen of onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek, bedoeld in artikel 25, vierde lid, van de wet. De opbouw van de bestuurlijke boete wordt vastgelegd in door het college vast te stellen beleidsregels.
De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 500,-- indien de inburgeringsplichtige geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde inburgeringsvoorziening, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de wet of aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 6 van deze verordening. De opbouw van de bestuurlijke boete wordt vastgelegd in door het college vast te stellen beleidsregels.
De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 500,-- indien de inburgeringsplichtige niet binnen de in artikel 7, eerste lid, van de wet bedoelde termijn of binnen de door het college op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel a, van de wet verlengde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald. De opbouw van de bestuurlijke boete wordt vastgelegd in door het college vast te stellen beleidsregels.
Aldus besloten door de raad der gemeente Beek in zijn openbare vergadering van 29 maart 2007.
De griffier, De voorzitter,
drs. G.H.M. Erven drs. A.M.J. Cremers
De Wet inburgering (Wi) is op 1 januari 2007 in werking getreden en komt in de plaats van de Wet inburgering nieuwkomers (WIN) en de verschillende oudkomersregelingen. De Wi regelt de inburgeringsplicht voor in beginsel alle onderdanen van derdelanden van 16 tot 65 jaar die duurzaam in Nederland willen en mogen verblijven.
Bij het invulling geven aan de inburgeringsverplichting staat de eigen verantwoordelijkheid (ook in financiële zin) van de inburgeringsplichtige centraal. De inburgeringsplichtige kan naar eigen inzicht bepalen hoe hij zich wil voorbereiden op het inburgeringsexamen. Aan de inburgeringsverplichting is voldaan, wanneer het inburgeringsexamen is behaald (een resultaatsverplichting).
Gemeenten krijgen in de Wi een aantal belangrijke taken toebedeeld. Zo hebben gemeenten de opdracht om de inburgeringsplichtigen in de gemeente goed te informeren over de rechten en plichten die voortvloeien uit deze wet. Daarnaast hebben gemeenten de taak aan bepaalde groepen inburgeringsplichtigen een inburgeringsvoorziening aan te bieden. Een inburgeringsvoorziening leidt inburgeringsplichtigen toe naar het inburgeringsexamen. Ook moeten gemeenten de inburgeringsplicht van inburgeringsplichtigen handhaven. Het college moet een bestuurlijke boete opleggen als een inburgeringsplichtige zich verwijtbaar niet houdt aan de verplichtingen die voor hem gelden.
In verband met deze taken draagt de Wi gemeenten op om bij verordening regels te stellen over de volgende onderwerpen:
In Beek wordt gekozen voor een verordening die alleen maar kaders bevat. Uitwerking van de kaders geschiedt via beleidsregels.
Regels over de informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen
Artikel 8 Wi bepaalt, dat de gemeenteraad bij verordening regels vaststelt over de informatieverstrekking door de gemeente aan inburgeringsplichtigen. Het gaat dan om informatie over de rechten en plichten uit hoofde van de Wi en informatie over het aanbod van inburgeringsvoorzieningen en de toegang tot die voorzieningen. De in te zetten middelen voor informatieverstrekking en de procedure voor evaluatie van de doelmatigheid en doeltreffendheid van deze informatieverstrekking gebeuren via beleidsregels.
Regels met betrekking tot het aanbieden van inburgeringsvoorzieningen
Het uitgangspunt van de Wi is de eigen verantwoordelijkheid van de inburgeringsplichtige om te bepalen hoe hij zich voorbereidt op het inburgeringsexamen. Voor een aantal bijzondere groepen biedt de Wi extra faciliteiten. Gemeenten krijgen de taak om voor deze groepen inburgeringsplichtigen een inburgeringsvoorziening aan te bieden. Het gaat om de volgende vier groepen inburgeringsplichtigen:
Aan inburgeringsplichtigen die behoren tot de eerste twee groepen (nieuw- en oudkomers die een algemene bijstand of een nader aangeduide uitkering ontvangen en oudkomers die zelf geen inkomsten uit werk of uitkering hebben) kán het college een inburgeringsvoorziening aanbieden (artikel 19, eerste lid, Wi). In beleidsregels legt het college vast aan welke groepen zij met prioriteit een aanbod wil doen.
Het college is verplicht een inburgeringsvoorziening aan te bieden aan alle asielgerechtigde inburgeringsplichtigen en aan nieuw- en oudkomers die werkzaam zijn als geestelijke bedienaar (artikel 19, tweede lid, Wi).
Het aanbod behelst een inburgeringsvoorziening die toe leidt naar het inburgeringsexamen en het eenmaal gratis afleggen van dat examen. Voor asielgerechtigde inburgeringsplichtigen bestaat een inburgeringsvoorziening ook uit maatschappelijke begeleiding.
De Wi draagt de gemeenteraden op om bij verordening regels te stellen met betrekking tot het aanbieden van inburgeringsvoorzieningen aan deze vier groepen. In de Wi is ook vastgelegd over welke onderwerpen in ieder geval regels moeten worden gesteld:
Het vaststellen van de bedragen van de bestuurlijke boete
Artikel 35 Wi draagt gemeenten op bij verordening de hoogte van de bestuurlijke boete vast te stellen die voor de verschillende overtredingen kan worden opgelegd. Artikel 34 Wi bepaalt het bedrag, dat ten hoogste als bestuurlijke boete kan worden opgelegd.
In deze verordening is bepaald, dat geen bestuurlijke boete wordt opgelegd als de betrokkene een uitkering in het kader van de Wet werk en bijstand ontvangt. Dan wordt een maatregel in het kader van de Wet werk en bijstand opgelegd. In beleidsregels volgt een nadere uitwerking van de hoogte van de boete per gedraging, als ook onder welke omstandigheden kan worden afgezien van een boete