Organisatie | Westland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van Reinigingheffingen 2007 |
Citeertitel | Verordening reinigingsheffingen Westland 2007 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | belastingen, retributies en heffingen |
1. De datum van ingang van de heffing is 1-1-2007.
2. Door de inwerkingtreding van deze verordening wordt de Verordening reinigingsheffingen 2005 ingetrokken.
3. Deze verordening is ingetrokken in de Verordening afvalstoffenheffing Westland 2008.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-12-2006 | 01-01-2008 | nieuwe regeling | 02-11-2006 Het Hele Westland d.d. 7-12-2006 | besluitenlijst b&w d.d. 19-09-2006, nr. 5.3.6 |
De raad van de gemeente Westland;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 september 2006 nr. 5.3.7 ;
gelet op het bepaalde in artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer ;
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2007
HOOFDSTUK 1: Algemene bepalingen
Artikel 2. Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
Grof bedrijfsafval: afvalstoffen, met uitzondering van autowrakken, afkomstig van bedrijven en instellingen, welke door aard, omvang of hoeveelheid niet periodiek worden igezameld;
Bedrijfspand: een gebouwde onroerende zaak - of een zelfstandig gebruikt gedeelte ervan - geen perceel zijnde als bedoeld in artikel 10.11 van de Wet milieubeheer;
Grijs afval (kantoor-winkel-dienstenafval): afvalstoffen die naar aard, omvang en samenstelling overeenkomen met huishoudelijk afvalstoffen en die in dezelfde reguliere inzamelgang door inzameldiensten met het huishoudelijke afval kunnen worden ingezameld;
Gebruikssituatie: het aantal personen dat deel uitmaakt van een particuliere huishouding die feitelijk gebruik maakt van een perceel.
HOOFDSTUK 2: Afvalstoffenheffing
Artikel 3. Aard van de belasting
Onder de naam 'afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.
Artikel 4. Belastbaar feit en belastingplicht
Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:
a. degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit of beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;
b. ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.
Artikel 5. Maatstaf van heffing en belastingtarief
In afwijking in zoverre van het eerste lid is het tarief:
a. indien het heffingstijdvak gedeelten van kalenderjaren omvat, gelijk aan de som van zoveel twaalfde delen van het voor het desbetreffende kalenderjaar geldende tarief als daarvan kalendermaanden behoren tot het heffingstijdvak;
b. indien het heffingstijdvak een half kalenderjaar is, de helft van het desbetreffende krachtens het eerste lid van toepassing zijnde tarief.
Het in het eerste en tweede lid bedoelde tarief wordt per gehele periode van twaalf kalendermaanden verminderd met:
a. € 56,99 voor een perceel dat wordt gebruikt door één persoon;
b. € 28,50 voor een perceel dat wordt gebruikt door twee personen. Hierbij blijft het bepaalde in artikel 4, derde lid, buiten toepassing.
Artikel 8. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het heffingstijdvak aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel naar maandbedragen herleide gedeelten van het overeenkomstig artikel 5 van toepassing zijnde tarief als er in dat heffingstijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog kalendermaanden overblijven. Het vierde lid is van overeenkomstige toepassing.
Indien de belastingplicht in de loop van het heffingstijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel naar maandbedragen herleide gedeelten van het overeenkomstig artikel 5 van toepassing zijnde tarief als er in dat heffingstijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog kalendermaanden overblijven. Het vijfde lid is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 9. Termijnen en wijze van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen meer is dan € 100,00 doch minder dan € 1200,00 dat de aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn drie maanden na de dagtekening.
Indien en voor zo lang gebruikgemaakt wordt van de mogelijkheid van automatische betalingsincasso geldt voor de aanslagen bedoeld onder:
a. lid 1, een betalingstermijn van drie maanden, waarbij de derde termijn vervalt één maand na de tweede termijn;
b. lid 2, een betalingstermijn van 8 maanden, waarbij de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
HOOFDSTUK 3: Reinigingsrechten
Onder de naam 'reinigingsrechten' worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 12. Maatstaf van heffing en belastingtarief
Het recht, voor het gelijktijdig met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen inzamelen van grijs afval van beperkte omvang, bedraagt per bedrijfspand:
a. bij één minicontainer 240 liter (grijs) en één minicontainer 140 liter (groen) ten behoeve van groente- fruit- en tuinafval: € 284,93;
b. Voor de minicontainers genoemd onder a. inclusief een extra minicontainer van 140 liter: € 400,00.
HOOFDSTUK 4: Aanvullende bepalingen
Artikel 16. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reinigingsheffingen.