DE RAAD VAN DE GEMEENTE BEEK;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 november
2004;
gelet op het bepaalde in de Wet werk en bijstand (WWB);
B E S L U I T :
de Verordening Cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand (WWB) gemeente Beek
vast te stellen.
VERORDENING CLIËNTENPARTICIPATIE WWB GEMEENTE
BEEK.
Artikel 1 Begripsomschrijving
- a.
de wet: de Wet werk en bijstand;
- b.
uitkeringsgerechtigde: degene, die algemene bijstand ontvangt op de
grond van de wet;
- c.
niet-uitkeringsgerechtigde: als omschreven in artikel 6, sub a van
de wet;
- d.
cliënten: de sub b en c bedoelde persoon, alsmede degene die een
uitkering ontvangt op grond van de Algemene nabestaandenwet;
- e.
vertegenwoordiger: afgevaardigde van een maatschappelijke instelling
of belangenorganisatie die direct of indirect deel uit maakt van het
dagelijkse leven van de cliënt;
- f.
college : burgemeester en wethouders;
- g.
portefeuillehouder: het collegelid dat belast is met de portefeuille
Werk en Inkomen.
Artikel 2 Doelstelling
Het doel van de cliëntenparticipatie is dat cliënten en
vertegenwoordigers invloed kunnen uitoefenen op het beleid, de
uitvoering en de kwaliteit van de afdeling Werk en Inkomen door gevraagd
en ongevraagd te adviseren.
Artikel 3 Beleidsterreinen
- 1.
In het kader van de cliëntenparticipatie adviseert de cliëntenraad
over beleid in het kader van de wet, alsmede over aangelegenheden
die de uitvoering en de kwaliteit van de dienstverlening
betreffen.
- 2.
De cliëntenraad houdt zich niet bezig met:
- -
individuele klachten, bezwaarschriften en andere zaken die
een individueel karakter dragen dan wel betrekking hebben op
individuele cliënten;
- -
de Wet voorzieningen gehandicapten;
- -
verplichte uitvoering door de gemeentelijke organen van
wettelijke voorschriten voor zover bij de uitvoering geen
ruimte voor eigen gemeentelijk beleid aanwezig is.
Artikel 4 De voorzitter
- 1.
Het voorzitterschap van de raad berust bij een door het college van
burgemeester en wethouders te benoemen onafhankelijk voorzitter.
Deze heeft geen stemrecht.
- 2.
Het college kan in afwijking van het gestelde in lid 1 besluiten tot
het benoemen van een lid van het college van burgemeester en
wethouders als voorzitter.
- 3.
De voorzitter is belast met:
- -
de voorbereiding en uitvoering van het overleg;
- -
de leiding van het overleg;
- -
hetgeen deze verordening hem overigens opdraagt.
Artikel 5 De secretaris en aanwezigheid andere gemeenteambtenaren
- 1.
Als secretaris van de cliëntenraad treedt op een door het hoofd van
de afdeling Werk en Inkomen aangewezen ambtenaar.
- 2.
Het overleg van de cliëntenraad kan worden bijgewoond door
ambtenaren van de gemeente om inlichtingen en adviezen te
verstrekken.
- 3.
In overleg met de voorzitter nodigt de secretaris de cliëntenraad en
de betrokken wethouder uit voor het overleg en zorgt dat de agenda
en de benodigde stukken tijdig worden verstuurd. Hij biedt
ondersteuning tijdens het overleg, maakt de notulen en bewaakt de
voortgang en afhandeling van de uitgebrachte adviezen.
Artikel 6 Tekenen van stukken
Alle van de cliëntenraad uitgaande stukken worden ondertekend door de
voorzitter.
Artikel 7 Samenstelling
De cliëntenraad bestaat, naast de voorzitter en de secretaris, uit
maximaal:
- 1.
Vier cliënten, die zoveel mogelijk een afspiegeling vormen van
het cliëntenbestand. Indien minder dan vier cliënten bereid zijn
om zitting te nemen in de cliëntenraad, kan deze aangevuld
worden met maximaal twee afgevaardigden van de overkoepelende
organen van cliënten.
- 2.
Vier leden van organisaties, die actief betrokken zijn bij de
uitvoering van de sociale zekerheid en de belangen van de
doelgroepen kunnen behartigen.
- 3.
Behoudens het bepaalde in artikel 4 lid 2 van deze verordening
is het lidmaatschap van de cliëntenraad overenigbaar met het
lidmaatschap van de gemeenteraad of het college.
Artikel 8 Voordracht en benoeming
- 1.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beek
benoemt de cliënt-leden op basis van het in artikel 7 lid 1 genoemd
criterium. Indien de raad aangevuld moet worden met afgevaardigden
van overkoepelende organen van cliënten, worden het Provinciaal
Samenwerkingsverband Uitkeringsgerechtigden Limburg (PSUL) en/of het
comité van Vrouwen in de Bijstand in de gelegenheid gesteld ieder
voor zich één lid en één plaatsvervangend lid voor benoeming voor te
dragen.
- 2.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beek
benoemt de leden en plaatsvervangend leden op voordracht van de
cliëntvertegenwoordigende organisaties. De volgende organisaties
worden in de gelegenheid gesteld ieder voor zich één lid en één
plaatsvervangend lid voor benoeming voor te dragen:
- 3.
De leden van de cliëntenraad worden benoemd voor een periode van
twee jaar.
- 4.
Aftredende leden zijn direct hernoembaar.
- 5.
Een lid van de cliëntenraad kan te allen tijde ontslag nemen. Het
lid geeft daarvan schriftelijk kennis aan de voorzitter van de
cliëntenraad.
- 6.
De leden van de cliëntenraad kunnen tussentijds door het college van
burgemeester en wethouders ontslagen worden op eigen verzoek of op
verzoek van de organisatie die hen voor benoeming heeft
voorgedragen.
- 7.
Aftredende leden, die blijven voldoen aan de vereisten van het
lidmaatschap, kunnen hun functie blijven uitoefenen totdat hun
opvolgers zijn benoemd.
- 8.
Zodra blijkt dat een lid van de cliëntenraad de hoedanigheid op
grond waarvan hij benoemd is niet meer bezit, kan hij nog maximaal 6
maanden lid blijven van de cliëntenraad danwel, indien dit eerder
ligt, tot het einde van de periode waarvoor hij benoemd is.
- 9.
De vervulling van een tussentijds ontstane vacature geschiedt binnen
acht weken nadat zij is ontstaan.
- 10.
Burgemeester en wethouders kennen de leden van de cliëntenraad per
bijgewoond én door de portefeuillehouder noodzakelijk geacht overleg
een vergoeding toe conform de bedragen zoals opgenomen in de
raamverordening voor commissies. Burgemeester en wethouders kennen
een budget toe voor de kosten gemaakt in verband met deelname aan de
cliëntenraad verbonden activiteiten.
Artikel 9 Tijd en plaats
- 1.
De cliëntenraad overlegt maximaal zes keer per jaar. Indien de
voorzitter, de wens daartoe schriftelijk en met opgaaf van redenen
aan de portefeuillehouder te kennen heeft gegeven, kan een extra
overleg gehouden worden. Het initiatief voor een extra overleg kan
ook uitgaan van de portefeuillehouder.
- 2.
Het overleg wordt in de regel in het gemeentehuis gehouden.
Artikel 10 Werkwijze
- 1.
In het kader van de cliëntenparticipatie vraagt het college de
cliëntenraad om advies inzake het gemeentelijk beleid en de
uitvoering en kwaliteit van dienstverlening zoals bedoeld in artikel
3 lid 1 van de verordening.
- 2.
De cliëntenraad is gerechtigd uit eigen beweging advies uit te
brengen aan het college inzake het gemeentelijk beleid en de
uitvoering en kwaliteit van dienstverlening zoals bedoeld in artikel
3 lid 1 van de verordening.
- 3.
Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het
toegevoegd kan worden aan de voor besluitvorming van college of raad
ter beschikking te stellen stukken.
- 4.
Contacten tussen cliëntenraad en de afdeling Werk en Inkomen lopen
via de voorzitter en de secretaris.
- 5.
Wanneer de cliëntenraad uit eigen beweging advies uitbrengt, gebeurt
dit via de voorzitter.
- 6.
De oproeping voor een overleg vindt schriftelijk plaats en wordt,
spoedeisende gevallen uitgezonderd, tenminste 14 dagen vóór het
overleg aan de leden toegezonden.
- 7.
De oproepingsbrief vermeldt de onderwerpen die in het overleg
behandeld zullen worden.
- 8.
De leden kunnen agendapunten aanleveren. Deze dienen uiterlijk twee
werkdagen vóór de verzending van de agenda bij de secretaris
aangeleverd te zijn.
- 9.
De voorzitter kan agendapunten samenvoegen of, onder vermelding van
de reden, niet opnemen.
Artikel 11 Adviezen cliëntenraad
- 1.
De adviezen van het cliëntenraad aan het college worden gegeven
overeenkomstig de mening van de meerderheid van de
cliëntenraad.
- 2.
Op verzoek kan het minderheidsstandpunt in het advies worden
opgenomen.
- 3.
Indien in de raad de stemmen staken, wordt dat als zodanig vermeld
in de notulen.
Artikel 12 Slotbepaling
- 1.
Het college van burgemeester en wethouders kunnen met betrekking tot
de uitvoering van deze verordening nadere regels stellen.
- 2.
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het
college.
- 3.
De verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2005 onder
gelijktijdige intrekking van de verordening cliëntenraad gemeente
Beek 1999.