Organisatie | Haarlem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Commissie Oudheidkundig Bodemonderzoek |
Citeertitel | Verordening Commissie Oudheidkundig Bodemonderzoek |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp | archeologisch monument, archeologisch verwachtingsgebied, monument, monumenten, monumentlijst, Monumentwet, Monumentencommissie |
Geen
Monumentenwet 1988, art. 15, lid 1
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-12-2001 | Nieuwe regeling | 12-12-2001 Stadskrant, 20-12-2001 | 230/2001 |
De stadsarcheoloog: de als archeoloog gekwalificeerde gemeente-ambtenaar, die op grond van artikel 39 van de Monumentenwet 1988 de kwalitatieve verantwoordelijkheid heeft voor het archeologisch werk, de archeologica, het bodemarchief en het archeologisch depot in Haarlem en die tevens de titel stadsarcheoloog mag voeren.
De voorzitter en de vice-voorzitter vormen tezamen met een door de commissie uit haar midden aangewezen derde lid het bestuur van de commissie. De secretaris en de penningmeester maken eveneens deel uit van het bestuur en hebben hierin een adviserende stem.
De commissie biedt jaarlijks voor 15 oktober aan het college van burgemeester en wethouders een ontwerp-begroting voor het volgende jaar aan. De ontwerp-begroting dient een raming te bevatten van alle lasten en baten en van alle kapitaalinkomsten en -uitgaven. Buiten de begroting kan geen uitgave worden gedaan dan na goedkeuring van het college van burgemeester en wethouders.