Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Leidschendam-Voorburg

Referendumverordening 2002

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLeidschendam-Voorburg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingReferendumverordening 2002
CiteertitelReferendumverordening 2002
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuurlijke organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 108, 147, lid 1, en 149
  2. Tijdelijke referendumwet, art. 8, lid 4

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-04-2002nieuwe regeling

02-01-2002

Leidschendamse Krantje 09-01-2002 / Voorburgse Courant 10-01-2002

2002/767

Tekst van de regeling

Intitulé

Referendumverordening 2002

 

De raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg;

gelezen het desbetreffende voorstel van de Stuurgroep fusie Leidschendam-Voorburg;

gelet op artikel 147, eerste lid, juncto 108 en 149, van de Gemeentewet en artikel 8, vierde lid, van de Tijdelijke referendumwet;

b e s l u i t:

vast te stellen de volgende Referendumverordening 2002.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Tijdelijke referendumwet;

  • b.

    het besluit: Besluit Tijdelijke referendumwet;

  • c.

    correctief raadgevend referendum: een referendum zoals bedoeld in de Tijdelijke referendumwet;

  • d.

    raadplegend referendum: een referendum op initiatief van de gemeenteraad over een reeds genomen raadsbesluit;

  • e.

    kiesgerechtigden: diegenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezingen van de leden van de gemeenteraad, overeenkomstig artikel B3 van de Kieswet en artikel 31, tweede lid, van de wet;

  • f.

    de raad: de gemeenteraad van de gemeente Leidschendam-Voorburg;

  • g.

    burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leidschendam-Voorburg;

  • h.

    gemeente: de gemeente Leidschendam-Voorburg.

Artikel 2 Reikwijdte

  • 1.

    Een referendum wordt gehouden onder de kiesgerechtigden van het gehele grondgebied van de gemeente.

  • 2.

    Bij een gecombineerde stemming zal het referendum worden gehouden op de dag van de verkiezing, met inachtneming van artikel 111 en volgende van de wet.

Hoofdstuk 2 Het correctief raadgevend referendum

Artikel 3 Uitzonderingen

Een correctief raadgevend referendum kan niet worden gehouden over:

  • a.

    een besluit van de raad, inhoudende een algemeen verbindend voorschrift dan wel de intrekking daarvan dat uitsluitend betrekking heeft op:

    • 1.

      de rechtspositie van ambtsdragers of gewezen ambtsdragers als zodanig dan wel hun nagelaten betrekkingen of hun rechthebbenden;

    • 2.

      de gemeentelijke belastingen, bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

  • b.

    een besluit van de raad, als bedoeld in artikel 155, eerste lid, van de Gemeentewet;

  • c.

    een besluit van de raad, als bedoeld in artikel 1, eerste en derde lid, artikel 51, eerste en derde lid, artikel 6, eerste en derde lid, artikel 73, eerste en derde lid, en artikel 96 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

Hoofdstuk 3 Het raadplegend referendum

Artikel 4 Beslissing en initiatief om te komen tot een referendum

  • 1.

    De raad kan besluiten tot het houden van een referendum over een raadsbesluit.

  • 2.

    Een raadplegend referendum wordt niet gehouden dan nadat is gebleken dat geen raadgevend referendum wordt gehouden.

  • 3.

    Een niet-correctief raadplegend referendum op grond van deze verordening is niet mogelijk.

  • 4.

    Een verzoek vanuit de raad om te besluiten tot het houden van een raadplegend referendum geschiedt door een initiatiefvoorstel als bedoeld in artikel 36 van het Reglement van orde van de raad.

Hoofdstuk 4 De procedure

Artikel 5 Procedure ten aanzien van het raadplegend referendum

  • 1.

    Wanneer de raad besluit een raadplegend referendum te initiëren, dan is de procedure zoals deze is beschreven in de wet en het besluit van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders kan ten aanzien van het raadplegend referendum aanvullende regels stellen.

Artikel 6 Het budget

  • 1.

    Indien een besluit tot toelating van het inleidende verzoek als bedoeld in artikel 70 van de wet is genomen, kan het college van burgemeester en wethouders kiesgerechtigden die een geldig verzoek tot het houden van een referendum hebben ingediend desgevraagd een tegemoetkoming toekennen in de kosten van de organisatie en publiciteit ten behoeve van het verwerven van voldoende verklaringen ter ondersteuning van het inleidende verzoek.

  • 2.

    Indien een besluit tot toelating van het definitieve verzoek als bedoeld in artikel 105 van de wet is genomen, kan het college van burgemeester en wethouders kiesgerechtigden die een geldige ondersteuningsverklaring hebben ingediend desgevraagd een tegemoetkoming toekennen in de kosten van de organisatie en publiciteit ten behoeve van de campagne over het besluit waarop het referendum betrekking heeft.

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders stelt nadere regels vast voor de voorwaarden waaraan moet worden voldaan om in aanmerking te komen voor de in het eerste en tweede lid bedoelde tegemoetkoming.

  • 4.

    Op een financiële tegemoetkoming als bedoeld in dit artikel is de Algemene Subsidieverordening Voorburg 1998 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7 Advies

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders kan zich bij de beslissing als bedoeld in artikel 6 laten adviseren door een referendumcommissie.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders kan deze commissie instellen en haar leden benoemen en ontslaan.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 8 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag van de derde kalendermaand na de datum van bekendmaking in de gemeenterubriek.

  • 2.

    Met ingang van die datum vervalt de Referendumverordening gemeente Voorburg 1997 en de Referendumverordening van de gemeente Leidschendam 1998.

Artikel 9 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Referendumverordening 2002”.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg van 2 januari 2002

de secretaris

de voorzitter