Organisatie | Leidschendam-Voorburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening tot regeling van de procedure bij toepassing van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening |
Citeertitel | Procedureverordening planschadevergoeding ex artikel 49 WRO 2004 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | ruimtelijke ordening en volkshuisvesting |
Geen.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-12-2004 | 01-01-2011 | nieuwe regeling | 24-08-2004 Postiljon 16-9-2004 | 2004/7341 |
De raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 6 april 2004, nr 2004/7341
gelet op de artikelen 147 van de Gemeentewet en 49 en 72 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening
vast te stellen de Verordening tot regeling van de procedure bij toepassing van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
Van de mondelinge uiteenzetting door de aanvrager en/of zijn gemachtigde en door de vertegenwoordiger(s) van de gemeente wordt door de onafhankelijke deskundige een kort verslag gemaakt, dat toegezonden wordt aan aanvrager en gemeente en tezamen met de eventuele schriftelijke reacties als bijlage aan het advies wordt gehecht.
Toelichting op de Procedureverordening planschadevergoeding ex artikel 49 WRO 2004 als vastgesteld bij raadsbesluit van 24 augustus 2004.
Op grond van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) bestaat de mogelijkheid om de schade die een belanghebbende ondervindt ten gevolge van een bestemmingsplan, een beslissing omtrent vrijstelling of een ander besluit zoals genoemd in artikel 49 WRO, die redelijkerwijs niet voor zijn rekening dient te komen, van de gemeente vergoed te krijgen.
De WRO geeft geen voorschriften omtrent de wijze waarop een vergoeding als bedoeld in artikel 49 WRO moet worden aangevraagd en hoe een aanvraag door de gemeenteraad moet worden behandeld. Jurisprudentie en de bepalingen in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geven hiervoor uiteraard wel regels. De gemeenteraad heeft zelf de mogelijkheid richtlijnen vast te stellen voor de te volgen procedure in die gevallen, waarin om toepassing van artikel 49 WRO is verzocht.
Er bestaat voor de gemeenteraad geen verplichting om een procedureverordening schadevergoeding ex artikel 49 WRO vast te stellen.
Het vaststellen van gemeentelijke procedurevoorschriften bevordert en waarborgt een zo goed mogelijke kwaliteit van de voor artikel 49 WRO toepasselijke 'rechtsgang'.
Tevens kunnen gemeentelijke procedurevoorschriften het inschakelen van objectieve deskundigen bewerkstelligen en een waarborg scheppen voor de termijnen van in behandeling nemen van een aanvraag om schadevergoeding ex artikel 49 WRO en de beslissing van de gemeenteraad daarop.
Het waarborgen van een goede rechtsbescherming voor belanghebbende in de zin van artikel 49 WRO, alsmede het bevorderen van een goede rechtsbedeling en het verkrijgen van rechtsduidelijkheid bij toepassing van artikel 49 WRO achten wij van belang.
Artikel 1 (Begripsomschrijvingen)
De opneming van deze begrippen heeft geen principiële betekenis, doch heeft slechts ten doel de redactie van de verdere artikelen zo eenvoudig mogelijk te houden.
De aanvraag moet schriftelijk en gemotiveerd worden ingediend opdat de gemeenteraad zal kunnen beoordelen of de aanvraag verband houdt met een van de in artikel 49 genoemde planologische maatregelen, een en ander met het oog op mogelijke toepassing van artikel 4 (Directe afdoening door de raad).
In lid 2 van dit artikel is de bepaling opgenomen dat ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om toekenning van een schadevergoeding ex artikel 49 WRO op grond van het bepaalde in de legesverordening (met de bijbehorende tabel) leges verschuldigd is. Indien een aanvraag wordt gehonoreerd wordt teruggaaf van 100% van de geheven leges verleend.
Lid 3 van dit artikel stelt dat het aanvragen van planschadevergoeding dient te gebeuren middels een door de gemeenteraad vastgesteld formulier. Er wordt alleen gevraagd naar informatie die bij de aanvrager bekend mag worden verondersteld. Het is natuurlijk altijd mogelijk om bij het invullen hulp te krijgen van de servicecentra.
Artikel 3 (Inschakelen onafhankelijke deskundige)
Teneinde te waarborgen dat de gemeenteraad zo goed mogelijk en zo objectief mogelijk wordt geadviseerd over de vraag of er inderdaad sprake is van schade ex artikel 49 WRO, welke redelijkerwijze niet of niet geheel ten laste van de belanghebbende behoort te blijven, en vervolgens over de omvang van de schadevergoeding, is het inschakelen van een onafhankelijke deskundige vereist. Het college kan ad hoc één of meerdere onafhankelijke deskundigen aanwijzen. Aan de hand van de complexiteit en de aard van de aanvraag kan worden bepaald welke onafhankelijke deskundigen moeten worden aangewezen.
Artikel 4 (Directe afdoening door de raad)
Op grond van dit artikel kan de raad een aanvraag zonder een uitputtend onafhankelijk onderzoek weigeren. Een dergelijke weigering zal in bijzonder duidelijk liggende gevallen verantwoord zijn te achten ter voorkoming van onnodig werk en onnodige kosten.
Op grond van jurisprudentie is het in principe verplicht een onafhankelijk deskundig advies in te winnen over planschadeverzoeken. De rechter heeft hiertoe besloten omdat de schadeveroorzakende instantie, in dit geval dus de gemeente, tevens de planschadeverzoeken beoordeelt. Het onafhankelijke advies kan achterwege blijven indien het verzoek om planschadevergoeding kennelijk ongegrond of kennelijk niet-ontvankelijk is, danwel indien op eenvoudige wijze, zonder diepgaand onderzoek, kan worden vastgesteld dat het verzoek dient te worden afgewezen.
Als voorbeeld kan worden gewezen op gevallen waarin een aanvraag is gebaseerd op nog niet onherroepelijk geworden planologische maatregelen, niet bestaande planologische plannen of op niet-gemeentelijke planologische maatregelen.
In dit artikel is geregeld dat de onafhankelijke deskundige de aanvrager en vertegenwoordigers van de gemeente dient te horen, verslag dient op te maken van hetgeen mondeling is uiteengezet en dit verslag dient toe te zenden aan de aanvrager en aan de gemeente. Voorts dient de onafhankelijke deskundige de situatie ter plaatse op te nemen.
Artikel 6 (onderzoek door onafhankelijke deskundige)
In dit artikel is bepaald dat de onafhankelijke deskundige nagaat of er schade is in de zin van artikel 49 WRO en zo ja, dan zal de onafhankelijke deskundige de ten laste van aanvrager blijvende schade en de billijke schadevergoeding berekenen.
Artikel 7 (advisering door de onafhankelijke deskundige)
In dit artikel is nader geregeld, dat de onafhankelijke deskundige binnen een bepaalde termijn een schriftelijk en gemotiveerd advies dient uit te brengen aan de gemeenteraad. Als de onafhankelijke deskundige deze termijn niet haalt, dient hij/zij de gemeenteraad en de aanvrager hiervan in kennis te stellen.
Nadat de onafhankelijke deskundige het advies als bedoeld in artikel 8 heeft uitgebracht, stelt de gemeente de aanvrager in staat kennis te nemen van de inhoud van dit advies en in de gelegenheid binnen 4 weken eventuele opmerkingen naar aanleiding hiervan te maken.
Daarna gaat het advies met de evt. opmerkingen van de aanvrager en het concept raadsvoorstel en besluit naar het college.
Na behandeling van het verzoek in het college, zal de gemeenteraad een beslissing dienen te nemen. De gemeenteraad dient zich ervan te vergewissen dat het advies van de deskundige op zorgvuldige wijze heeft plaatsgevonden (artikel 3:9 Awb)
De gemeenteraad dient binnen een termijn van 18 weken nadat advies is uitgebracht door de onafhankelijke deskundige een besluit te nemen. Als dit besluit inhoudt een vaststelling van een schadevergoeding dan dient tevens bepaald te worden voor welke datum de vergoeding moet zijn uitbetaald of geregeld.
Artikel 9 (inwerkingtreding en citeertitel)
De inwerkingtreding van deze verordening is met inachtneming van het bepaalde in de Gemeentewet en de Referendumwet bepaald op de eerste dag van de derde kalendermaand na de datum van bekendmaking in de gemeenterubriek.