Titeldeel 1 Verordening commissie Bezwaarschriften personele aangelegenheden
2006
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft
genomen;
- b.
commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften.
Artikel 2 Inleidende bepaling commissie
- 1
Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren
als bedoeld in artikel 1:5
eerste lid van de wet, op het terrein van de personele
aangelegenheden.
Artikel 3 Samenstelling van de commissie
- 1
De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee
leden.
- 2
De commissie wordt als volgt samengesteld:
- a.
een lid aan te wijzen door burgemeester en wethouders;
- b.
een lid aan te wijzen door de vertegenwoordiging vanuit de
organisaties in de commissie voor het Georganiseerd Overleg;
- c.
een lid, tevens voorzitter, aan te wijzen in overleg tussen de
leden genoemd onder a. en b.
- 3
De voorzitter en de leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken
van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een gemeentelijk
bestuursorgaan.
Artikel 4 Secretaris
De secretaris van de commissie is een door het college aangewezen
persoon.
Artikel 5 Zittingsduur
- 1
De voorzitter en de leden van de commissie treden af op de dag van
het aftreden van de
raad.
- 2
De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment
ontslag nemen.
- 3
De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie
blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.
Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift
- 1
Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst
aangetekend.
- 2
Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo
spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.
Artikel 7 Uitoefening bevoegdheden
De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden
voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter
van de commissie:
- a.
- b.
artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een
termijn;
- c.
artikel 6:17, voorzover het de verzending van stukken betreft tijdens
de behandeling door de commissie;
- d.
- e.
Artikel 8 Vooronderzoek
- 1
De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste
inlichtingen in te
winnen of te laten inwinnen.
- 2
De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de
commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo
nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien
daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college
vereist.
Artikel 9 Hoorzitting
- 1
De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de
zitting waarin de
belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden
gesteld zich door
de commissie te laten horen.
- 2
De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb.
- 3
Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien
van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en
het verwerend orgaan.
Artikel 10 Uitnodiging zitting
- 1
De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten
minste twee weken
voor de zitting schriftelijk uit.
- 2
Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het
verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken
het tijdstip van de zitting te wijzigen.
- 3
De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één
week voor het tijdstip van
de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan
meegedeeld.
- 4
De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken
of afwijking toe te staan
van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde
lid.
Artikel 11 Quorum
Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het
aantal leden, onder wie in elk geval de voorzitter, of zijn
plaatsvervanger, aanwezig is.
Artikel 12 Niet-deelneming aan de behandeling
De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de
behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in
het geding kan zijn.
Artikel 13 Openbaarheid zitting
De zitting van de commissie is niet openbaar.
Artikel 14 Schriftelijke verslaglegging
- 1
Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb vermeldt de namen
van de aanwezigen en
hun hoedanigheid.
- 2
Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer
is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.
- 3
Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden,
die aan het verslag kunnen worden gehecht.
- 4
Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris
van de commissie.
Artikel 15 Nader onderzoek
- 1
Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt
opgesteld, nader onderzoek
wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op
verlangen van de andere
commissieleden dit onderzoek houden.
- 2
De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift
aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de
belanghebbenden toegezonden.
- 3
De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de
belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere
informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten
tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist
op zo'n verzoek.
- 4
Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die
betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van
overeenkomstige toepassing.
Artikel 16 Raadkamer en advies
- 1
De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het
door haar uit te
brengen advies.
- 2
- a.
De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te
brengen advies.
- b.
Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de
voorzitter.
- c.
Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt
indien die
minderheid dat verlangt.
- 3
Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen
beslissing op het
bezwaarschrift.
- 4
Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de
commissie ondertekend.
Artikel 17 Uitbrengen advies en verdaging
- 1
Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in
artikel 14 en eventueel
door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag,
tijdig uitgebracht aan het
bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.
- 2
Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de
termijn van 10 weken, als
bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb, ontoereikend is
voor achtereenvolgens het
uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt
hij het verwerend
orgaan tijdig de beslissing te verdagen.
- 3
Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de
belanghebbenden een afschrift.
Artikel 18 Intrekking oude regeling
De Verordening behandeling bezwaarschriften 1994 wordt ingetrokken.
Artikel 19 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2006.
Artikel 20 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening commissie
Bezwaarschriften personele aangelegenheden 2006.