Organisatie | Boekel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Boekel |
Citeertitel | Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Boekel |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet op de lijkbezorging, artikel 35
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-09-2012 | Wijziging artikel 20, lid 1 en lid 2 | 16-12-2010 Weekblad Boekel & Venhorst, d.d. 5-9-2012 | Z/11168 AB/5101 | ||
22-12-2010 | 21-11-2012 | Onbekend | 16-12-2010 Weekblad Boekel & Venhorst, d.d. 21-12-2010 | Z/11168 AB/5101 |
De raad van de gemeente Boekel;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 november 2010;
gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging,
overwegende dat het gewenst is om regels vast te stellen voor het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen,
besluit vast te stellen de navolgende
“Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Boekel”
Hoofdstuk II Openstelling, orde en rust op de begraafplaats
Artikel 3 Openstelling begraafplaatsen
1 De begraafplaatsen zijn voor een ieder dagelijks toegankelijk gedurende de door het college bij nadere regels vast te stellen tijden. Zij maken deze tijden openbaar bekend.
2 De toegang tot en het verblijf op de begraafplaats is verboden voor kinderen beneden de leeftijd van 12 jaar zonder begeleiding van een meerderjarige.
3 Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaatsen kan het college de toegang(en) of delen van de begraafplaats tijdelijk sluiten.
4 Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.
1 Het is steenhouwers, hoveniers en daarmede gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van de beheerder van de begraafplaats, werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaatsen te verrichten. Deze toestemming kan mondeling worden gegeven.
Rij- of voertuigen, met uitzondering van invalidewagens, mee te nemen, anders dan ter gelegenheid van een begrafenis, ter bezorging van as of tot het vervoeren van materialen bestemd voor op de begraafplaats te verrichten werkzaamheden.
4Honden worden alleen aangelijnd toegelaten op de begraafplaats.
5 Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaatsen hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.
6 Degenen die zich niet aan de in het vijfde lid bedoelde aanwijzing houden, moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen.
1 Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats moeten vijf dagen tevoren worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.
2 De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid moeten zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de beheerder.
Hoofdstuk III Voorschriften voor lijkbezorging
Artikel 7 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
De rechthebbende of belanghebbende, die wil doen begraven, een asbus wil doen bijzetten of as wil verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur op de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder op het daarvoor bestemde formulier. De zaterdag, zondag en algemeen erkende feest- en gedenkdagen gelden voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft verleend om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.
Tot begraving wordt niet overgegaan dan nadat de houder van de begraafplaats de identiteit van het lijk heeft vastgesteld door vergelijking van het op de kist of ander lijkomhulsel vermelde registratienummer met dat, vermeld op een bijgevoegd document dat tevens de namen, overlijdens- en geboortedata van de overledene dan wel de geslachtsnaam van de levenloosgeborene bevat.
De nabestaanden kunnen de werkzaamheden onder lid 4. onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen. De zaterdag, zondag en algemeen erkende feest- en gedenkdagen gelden voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag.
Artikel 9 Over te leggen stukken
1 Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven of de bezorging van as is overgelegd aan de beheerder.
2Indien de begraving of de bezorging van as in een particulier graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.
3 De beheerder onderzoekt de genoegzaamheid van de overgelegde stukken.
4 Begraving in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met 10 jaren. De kosten van deze verlenging wordt bij de rechthebbende van het graf in rekening gebracht.
Hoofdstuk IV Indeling en uitgifte der graven
Artikel 11 Indeling graven en asbezorging
1 Op de gemeentelijke begraafplaatsen van de gemeente Boekel kunnen worden uitgegeven:
Artikel 15 Termijnen particuliere graven
Een recht als bedoeld in lid 1 van dit artikel, kan slechts aan één rechthebbende worden verleend ten behoeve van zichzelf en voor de personen genoemd in artikel 18 lid 2 (overschrijving). Verlening van het recht ten behoeve van een ander is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Indien alsnog een uitsluitend recht wordt verleend op een bestaand algemeen graf, wordt de termijn gedurende welke het recht geldt, geacht te zijn aangevangen vanaf de datum waarop het algemene graf in gebruik is genomen. Hiervoor geldt het tarief van het jaar waarin het uitsluitend recht wordt omgezet.
Indien niet binnen drie maanden na verzending van de mededeling, bedoeld in lid 4, om verlenging van het grafrecht is verzocht, maakt de houder van de begraafplaats de mededeling bekend bij het graf en bij de ingang van de begraafplaats, tot het einde van de periode waarvoor het recht was gevestigd.
Artikel 16 Reservering van graven
1 Ten behoeve van het naast elkaar begraven van echtgenoten, levenspartners en familieleden tot de 2e graad, wordt de mogelijkheid geboden om bij het begraven van de eerst overleden levenspartner of familielid een grafakte te verkrijgen voor het uitsluitend recht tot begraven in één naastliggend graf. Termijn waarvoor grafrecht verschuldigd is vangt aan op het moment waarop het graf wordt gereserveerd.
2 Het college biedt de mogelijkheid geruimde graven binnen één jaar na het verstrijken van de graftermijn opnieuw te reserveren ten behoeve van begraving van de levenspartner of familieleden tot de 2e graad van de eerst overledene.
Artikel 18 Overschrijving van verleende rechten
Het grafrecht op een particulier graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan de voorgenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
3 Na het overlijden van de rechthebbende kan het grafrecht van een particulier graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan de in de vorige zin bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
4 Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het derde lid van dit artikel gestelde termijn, is het college bevoegd het grafrecht op het particuliere graf vervallen te verklaren.
5 Na het verstrijken van de in het derde lid van dit artikel genoemde termijn van één jaar kan het college het grafrecht alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een particulier graf dat, of urnenruimte die, inmiddels is geruimd.
Artikel 19 Afstand doen van graven
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particulier graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
Artikel 20 Grafbedekking / Gedenkteken
Zowel op een particulier graf als op een algemeen graf kan een gedenkteken worden aangebracht dat voldoet aan de afmetingen die zijn aangegeven op bijlage 1. Het gedenkteken dient te zijn gemaakt van duurzame materialen.
Onder duurzame materialen wordt verstaan vaste, niet buigzame materialen van natuursteen, glas, hout, keramiek, kunststof en metaal, die van nature of door een speciale behandeling weerbestendig zijn, niet breukgevoelig en die bestaan uit een geheel en waarvan de praktische toepasbaarheid zoals opnemen, verplaatsen en dergelijke gewaarborgd is.
5 Het college kan het aanbrengen van grafbedekking weigeren indien:
Artikel 21 Verwijdering grafbedekking
1Het college is bevoegd tot verwijdering en vernietiging van gedenktekens of beplantingen en andere voorwerpen over te gaan indien na de dag waarop het graf geruimd mag worden de grafbedekking niet is verwijderd, waarbij geldt dat zij voor deze handeling niet aansprakelijk kan worden gesteld en zonder dat zij tot enige vergoeding verplicht is.
2 Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd aan de entree van de begraafplaats door het college bekend gemaakt, tenzij het adres van de rechthebbende bij het college bekend is. In dat geval maakt zij aan hem uiterlijk een jaar voor het genoemd tijdstip per brief haar voornemen bekend.
3Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij het college ingediende aanvraag, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende twaalf weken ter beschikking van de rechthebbende op het graf. De aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn.
Artikel 22 Onderhoud door de rechthebbende / belanghebbende
1Dit artikel is van toepassing op het onderhoud niet zijnde algemeen onderhoud voor zover dit onderhoud niet bij de houder van de begraafplaats berust.
2 De rechthebbende of de belanghebbende is verplicht de grafbedekking en andere voorwerpen op het graf behoorlijk te onderhouden of te herstellen.
3 Indien de rechthebbende of belanghebbende nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking (geheel of gedeeltelijk) doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende twaalf weken ter beschikking van de rechthebbende of belanghebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
4 De verwijdering van de grafbedekking of het gedenkteken, zoals bedoeld in lid 3, vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende of belanghebbende schriftelijk is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van het gedenkteken en / of de grafbeplanting. De oproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.
5Niet blijvende beplantingen, verwelkte bloemen of kransen en kapotte voorwerpen op een graf kunnen zonder voorafgaande kennisgeving door de beheerder worden verwijderd, zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding.
Artikel 23 Onderhoud door de gemeente
Burgemeester en wethouders voorzien in het schoonhouden, verzorgen en beplanten van de begraafplaats. Het herstellen van verzakkingen geschiedt door of vanwege de gemeente.
1Zolang het graf niet geruimd mag worden blijft de eigenaar de eigendom houden van hetgeen op het graf geplaatst is.
2 Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking geschiedt door en voor rekening en risico van de rechthebbende of belanghebbende.
3 Schade en eventuele gevolgschade voor derden, is voor rekening en risico van de rechthebbende of belanghebbende en deze dient daaraan toegebrachte schade, door welke omstandigheden ook, op eerste aanschrijven te (doen) herstellen.
4 Indien binnen 3 maanden na de dag van aanschrijving geen herstel of vernieuwing heeft plaatsgevonden, is het college bevoegd tot verwijdering en vernietiging van de gedenktekens of beplantingen en andere voorwerpen over te gaan, waarbij geldt dat zij voor deze handeling niet aansprakelijk kan worden gesteld.
5 Indien door een ondeugdelijke (geworden) constructie naar het oordeel van de beheerder een gevaarlijke situatie is ontstaan, kan het college direct maatregelen treffen.
Artikel 25 Tijdelijke verwijdering
1Een rechthebbende of belanghebbende is verplicht te gedogen dat de op een graf aanwezige gedenktekens, beplanting en voorwerpen vanwege de gemeente op kosten van de gemeente tijdelijk geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd en herplaatst, indien dit voor een begraving of bijzetting in de nabijheid van het graf of om een andere reden nodig is. Een voorafgaande kennisgeving aan de rechthebbende is niet vereist.
Hoofdstuk VI Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen
Artikel 27 Aflopen termijn particulier graf
Indien niet binnen drie maanden na verzending van de mededeling, bedoeld in het eerste lid, om verlenging van het grafrecht is verzocht, maakt de houder van de begraafplaats de mededeling bekend bij het graf en bij de ingang van de begraafplaats, tot het einde van de periode waarvoor het grafrecht was gevestigd.
3 De rechthebbende op een particulier graf, kan bij de beheerder een aanvraag indienen om na afloop van het grafrusttermijn de overblijfselen te doen verzamelen om deze, indien mogelijk, elders opnieuw te doen begraven.
4 De rechthebbende op een particulier urnengraf of particuliere urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien zolang het recht op het graf of de nis loopt.
2 Het ruimen geschiedt niet dan op last van de houder van de begraafplaats en na verloop van 10 jaar nadat in het graf laatstelijk een lijk is geplaatst, en, indien het een particulier graf betreft, met toestemming van de rechthebbende op het graf.
Artikel 33 Indiening, behandeling en beslissing
1 Ingezetenen en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke personen en rechtspersonen kunnen omtrent feitelijke handelingen of het nalaten van feitelijke handelingen betreffende de begraafplaats bij het college een schriftelijke klacht indienen.
2 Het college beslist binnen vier weken na ontvangst van de klacht. Zij kan deze termijn met ten hoogste vier weken verlengen.
De rechten en verplichtingen met betrekking tot eigen graven die voortvloeien uit de ingevolge artikel 38 lid 1 ingetrokken verordening, worden geacht ingevolge deze verordening te zijn ontstaan.
Artikel 37 Beslissingsbevoegdheid
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet of in geval van verschil van mening over de uitleg van haar bepalingen, beslist het college.
1 De “Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Boekel ", vastgesteld bij raadsbesluit van 13 februari 2003 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van inwerkingtreding.
2.Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag volgende op de dag na die van de bekendmaking.