Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Oosterhout

Verordening handhaving Sociale Zekerheid 2010, gemeente Oosterhout

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Oosterhout
Officiële naam regelingVerordening handhaving Sociale Zekerheid 2010, gemeente Oosterhout
CiteertitelVerordening handhaving Sociale Zekerheid 2010, gemeente Oosterhout
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet werk en bijstand, art. 8a 
  2. Wet investeren in jongeren, art. 12 lid 1, onderdeel c 
  3. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, art. 35 lid 1, onderdeel c 
  4. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, art. 35 lid 1, onderdeel c 
  5. Algemene wet bestuursrecht 
  6. Gemeentewet 

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-201027-01-2011nieuwe regeling

18-05-2010

Weekblad Oosterhout, 16-06-2010

BI.0100050

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Oosterhout;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 april 2010;

gelet op artikel 8a van de Wet werk en bijstand, artikel 12, lid 1, onderdeel c van de Wet investeren in jongeren, artikel 35, lid 1, onderdeel c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers en artikel 35, lid 1, onderdeel c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

overwegende dat het noodzakelijk is de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand, inkomensvoorziening of uitkering alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet werk en bijstand, de Wet investeren in jongeren, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen bij verordening te regelen;

besluit

vast te stellen: de “Verordening handhaving Sociale Zekerheid 2010, gemeente Oosterhout”.

Artikel 1 Begripsbepalingen

Artikel 2 Beleidsplan

  • 1.

    De gemeenteraad stelt een beleidsplan vast waarin aandacht wordt besteed aan de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van uitkering alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de WWB, de WIJ, de IOAWen de IOAZ.

  • 2.

    Het college zendt eenmaal per jaar aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van het beleid.

Artikel 3 Onderwerpen beleidsplan

Het beleidsplan als genoemd in artikel 2, lid 1, besteedt in ieder geval aandacht aan:

  • a.

    De visie van de gemeente op handhaving;

  • b.

    Het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van de WWB, de WIJ, de IOAW en de IOAZ;

  • c.

    Het opsporen van misbruik en oneigenlijk gebruik van de WWB, de WIJ, de IOAWen de IOAZ.

Artikel 4 Fraudepreventie

Het college voert een actief fraudepreventiebeleid. Onderdeel daarvan is de wijze waarop het college belanghebbenden informeert over de rechten en plichten, die aan het ontvangen van uitkering of een re-integratievoorziening zijn verbonden en over de consequenties van misbruik en oneigenlijk gebruik. Ter controle van het beroep op uitkering wordt onder meer gebruik gemaakt van bestandsvergelijkingen met actuele gegevens en van de samenloopsignalen die daaruit voortkomen.

Artikel 5 Controle

  • 1.

    Het college doet stelselmatig onderzoek naar de rechtmatigheid van de uitkering en kan daarbij gebruikmaken van huisbezoeken, risicoprofielen en bestandsvergelijkingen en de samenloopsignalen die daaruit voortkomen. Het college onderzoekt daarnaast overige signalen en tips die relevant zijn voor het recht op uitkering of het werkleeraanbod.

  • 2.

    Het college doet onderzoek naar de reden van de beëindiging van de uitkering en neemt op basis daarvan besluiten met betrekking tot de rechtmatigheid van de uitkering en de wederzijds tussen het college en de belanghebbende resterende verplichtingen en de afhandeling daarvan.

  • 3.

    De onderzoeken als bedoeld in het eerste en tweede lid kunnen ook uitgevoerd worden met betrekking tot het gebruik van een re-integratievoorziening.

Artikel 6 Verlaging van de uitkering

Indien belanghebbende onjuiste, onvolledige of in het geheel geen inlichtingen verstrekt die van belang zijn of kunnen zijn voor de hoogte, de duur of de voortzetting van de uitkering, of het recht op een werkleeraanbod, verlaagt het College de uitkering. De verlaging vindt plaats conform hetgeen hierover is bepaald in de Afstemmingsverordening Inkomensvoorzieningen 2010, gemeente Oosterhout, onverminderd de mogelijkheid tot terugvordering van de eventueel ten onrechte ontvangen uitkering.

Artikel 7 Inzenden onderzoeksbevindingen naar het Openbaar Ministerie

Indien een gedraging van belanghebbende als bedoeld in artikel 6 leidt tot benadeling van de gemeente, worden de bevindingen van het strafrechtelijk onderzoek naar het Parket Breda gezonden conform de Aanwijzing Sociale Zekerheidsfraude (Staatscourant 2008, 249), onverminderd de mogelijkheid de uitkering te verlagen en de ten onrechte ontvangen uitkering terug te vorderen.

Artikel 8 Nadere regels

Het college is bevoegd om nadere regels te stellen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening.

Artikel 9 Uitvoering

De uitvoering van deze verordening berust bij het college.

Artikel 10 Intrekking

De verordening handhaving Wet werk en bijstand, gemeente Oosterhout, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 12 mei 2004 wordt ingetrokken met ingang van de datum van inwerkingtreding genoemd in artikel 11.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 juli 2010.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald: ‘Verordening handhaving Sociale Zekerheid 2010, gemeente Oosterhout’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 18 mei 2010

de voorzitter de griffier

Toelichting

Algemene toelichting

In het oorspronkelijke wetsvoorstel van de Wet werk en bijstand (WWB) was geen bepaling opgenomen over de plicht tot het vaststellen van een verordening gericht op fraudebestrijding. Via een amendement is hierover een bepaling opgenomen in artikel 8a WWB. In dit artikel is namelijk de verplichting opgenomen om in het kader van het financiële beheer bij verordening regels op te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet werk en bijstand. Bij de invoering van de Wet investeren in jongeren (WIJ) per 1 oktober 2009 is in artikel 12 ook de verplichting opgenomen om regels te stellen inzake handhaving. Door de invoering van de wet tot bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten (BUIG) per 1 januari 2010 is de gemeente met ingang van 1 juli 2010 ook verplicht bij de IOAW en de IOAZ dergelijke nadere regels te stellen.

Afgezien van de korte bepaling van artikel 8a van de Wet werk en bijstand, artikel 12, lid 1, onderdeel c van de WIJ, en artikel 35, lid 1, onderdeel c van de IOAW en de IOAZ zijn er geen nadere aanduidingen over wat nu precies in die verordening moet worden geregeld. In de Algemene bijstandswet was bepaald dat er in het jaarlijks verplicht gestelde beleidsplan aandacht besteed moest worden aan de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. De WWB, de WIJ, de IOAW en de IOAZ kennen geen verplichting om jaarlijks een beleidsplan vast te stellen. In Oosterhout is er echter voor gekozen om de cyclus van een beleidsplan en beleidsverslag te handhaven. In het verlengde hiervan wordt er in deze verordening voor gekozen om de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet jaarlijks aandacht te geven in het beleidsplan.

Er is bewust voor gekozen deze verordening niet de naam fraudeverordening te geven maar om te spreken van handhaving. Door deze naamgeving wordt benadrukt dat het niet alleen gaat om de opsporing van fraude, maar dat het voorkomen van fraude een aspect is dat minstens zo belangrijk is. Handhaving is namelijk niet alleen gericht op de opsporing van gepleegde fraude maar gaat meer uit van de spontane naleving van de wet- en regelgeving.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

Er is voor gekozen om begrippen die al zijn omschreven in de WWB, de WIJ, de IOAW en de IOAZ of Awb niet afzonderlijk te definiëren in deze verordening. Dit voorkomt dat in geval van wijziging van betreffende definities in de WWB, de WIJ, de IOAW en de IOAZ of de Awb ook de verordening moet worden gewijzigd.

De begrippen die niet zijn omschreven in de WWB, de WIJ, de IOAW en de IOAZ of de Awb, of die verduidelijkt moeten worden, zijn in het tweede lid omschreven.

Artikel 2 Beleidsplan

In dit artikel wordt bepaald dat de wijze waarop het ten onrechte ontvangen van bijstand, alsmede het misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet, wordt bestreden jaarlijks aandacht krijgt in een beleidsplan. Dit beleidsplan dient vastgesteld te worden door de gemeenteraad.

Ook in artikel 3 van de re-integratieverordening is opgenomen dat jaarlijks een beleidsplan dient te worden vastgesteld. Vanwege een integrale aanpak van de uitvoering van de WWB, de WIJ, de IOAW en de IOAZ zal er sprake zijn van één beleidsplan waarin in ieder geval zowel aandacht besteed wordt aan handhaving als aan re-integratie.

Het tweede lid is de basis voor verantwoording van het gevoerde beleid. Er is voor gekozen om deze verantwoording door middel van een beleidsverslag plaats te laten vinden.

Artikel 3 Onderwerpen beleidsplan

Dit artikel bepaalt de onderdelen met betrekking tot handhaving, die in ieder geval aan de orde moeten komen in het beleidsplan. De onder a genoemde gemeentelijke visie op handhaving vormt de basis voor de verdere uitwerking van het handhavingsbeleid.

Onder b en c is opgenomen dat zowel de preventieve kant als de repressieve kant van het handhavingsbeleid aan de orde moet komen in het beleidsplan. De preventieve kant van het handhavingsbeleid is gericht op het bevorderen van de spontane naleving van wet- en regelgeving. De repressieve kant richt zich op de opsporing van het niet naleven van de wet- en regelgeving. Hierbij zal ook aandacht besteed moeten worden aan de maatregelen die genomen worden als misbruik of oneigenlijk gebruik wordt vastgesteld.

Artikel 4 Fraudepreventie

Dit artikel geeft aan het belang dat het college hecht aan het voorkomen van misbruik van uitkering en re-integratievoorziening. Aan de gevolgen van misbruik wordt preventief in de communicatie aan de burger (via communicatie en beschikkingen) aandacht besteed. Eveneens zal door bestandsvergelijking fraude actief worden opgespoord. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de informatie die afkomstig is van het Inlichtingenbureau.

Artikel 5 Controle

In dit artikel wordt aangegeven op welke wijze de gemeente invulling geeft aan de controle op een goed gebruik van de voorzieningen. Dit kan aan de hand van huisbezoeken, risicoprofielen en bestandsvergelijkingen. Ook zullen signalen van misbruik worden onderzocht. De controle strekt zich ook uit bij het beëindigen van een uitkering. De reden van beëindiging en de rechtmatigheid worden onderzocht, zodat tot een goede afhandeling gekomen kan worden van nog resterende wederzijdse verplichtingen. Controle zal niet alleen plaats vinden op de uitkeringsverstrekking, maar ook op re-integratievoorzieningen.

Artikel 6 Verlaging van de uitkering

Hier wordt een relatie gelegd met de afstemmingsverordening. In de afstemmingsverordening is vastgelegd op welke wijze een verlaging van de uitkering plaatsvindt. Deze verlaging is gerelateerd aan het benadelingsbedrag voor de gemeente.

Artikel 7 Inzenden onderzoeksbevindingen naar het Openbaar Ministerie

Conform de regels in de Aanwijzing Sociale Zekerheidsfraude (Staatscourant 2008, 249) zal de gemeente indien het benadelingsbedrag groter of gelijk is dan € 10.000,- het dossier zenden aan het parket in Breda.

Artikel 8 Nader regels

Voor de juiste uitvoering van de verordening kan het noodzakelijk zijn dat nadere uitvoeringsregels worden vastgesteld. Dit artikel geeft het college de bevoegdheid om dergelijke regels vast te stellen.

Artikel 9 Uitvoering

Evenals de uitvoering van de WWB, de WIJ, de IOAW en de IOAZ berust de uitvoering van deze verordening bij het college.

Artikel 10 Intrekking

Deze verordening vervangt de Verordening handhaving Wet werk en bijstand, gemeente Oosterhout, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 12 mei 2004. Deze verordening wordt dan ook ingetrokken met ingang van de datum van inwerkingtreding genoemd in artikel 11.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 juli 2010.

Deze datum van inwerkingtreding sluit aan bij de overgangsbepalingen die bij de invoering van de WIJ zijn vastgesteld en bepalingen die in de BUIG zijn opgenomen over de verordeningsplicht in het kader van de IOAW en de IOAZ.

Artikel 12 Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.