Organisatie | Oosterhout |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening burgerparticipatie Wet maatschappelijke ondersteuning, gemeente Oosterhout |
Citeertitel | Verordening burgerparticipatie Wet maatschappelijke ondersteuning, gemeente Oosterhout |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2008 | nieuwe regeling | 18-03-2008 Weekblad Oosterhout, 26-03-2008 | RV.0008015 |
De raad van de gemeente Oosterhout;
Gelet op artikel 11 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en artikel 150 van de Gemeentewet;
overwegende dat het wenselijk is om burgerparticipatie in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning bij verordening te regelen;
Vast te stellen: de “Verordening burgerparticipatie Wet maatschappelijke ondersteuning, gemeente Oosterhout”.
Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Algemene wet bestuursrecht.
In deze verordening wordt verstaan onder:
prestatievelden : de 9 prestatievelden genoemd in artikel 1, eerste lid, onder g Wmo;
Wmo-platform : het samenwerkingsverband van Wmo-vragers in Oosterhout met minimaal één vertegenwoordiger vanuit het betreffende prestatieveld, mogelijk aangevuld met vertegenwoordigers van andere belangengroepen en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties;
Artikel 2 Doel burgerparticipatie
Het doel van burgerparticipatie is het bevorderen van de betrokkenheid van de burgers bij de vorming, uitvoering en evaluatie van het Wmo-beleid en daarmee het bewaken en vergroten van de kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning, zodat iedereen in Oosterhout kan meedoen aan de samenleving.
Artikel 3 Benoeming leden Wmo-platform
De leden van het Wmo-platform worden benoemd voor een periode van vier jaar. Ieder lid mag maximaal twee zittingstermijnen doorlopen.
Artikel 4 Taken en bevoegdheden Wmo-platform
De taak van het Wmo-platform is het gevraagd of ongevraagd adviseren van het college over de vorming, uitvoering en evaluatie van het gemeentelijke Wmo-beleid alsmede over de uitvoering van de landelijke Wmo-wet- en regelgeving, waarvan de uitvoering is opgedragen aan de gemeente. Verder is het Wmo-platform bevoegd om advies uit te brengen en initiatieven aan te dragen over het uitbreiden van de dienstverlening dan wel andere vormen van dienstverlening.
Het college vraagt het Wmo-platform in ieder geval om advies bij het opstellen van beleidsplannen en verordeningen.
Niet tot de taak en bevoegdheid van het Wmo-platform behoort het uitbrengen van advies bij klachten, bezwaarschriften of andere zaken van individuele cliënten.
De leden van het Wmo-platform hebben een geheimhoudingsplicht over zaken die nog niet in het college zijn geweest.
Artikel 5 Overleg met het Wmo-platform
Het Wmo-platform vaardigt voor het overleg met het college minimaal vijf en maximaal vijftien leden af. Ieder lid is bevoegd zich bij afwezigheid te laten vervangen door een andere vertegenwoordiger van de eigen belangengroep of maatschappelijke organisatie.
Het Wmo-platform streeft tijdens het overleg met het college naar een evenwichtige samenstelling, bestaande uit vertegenwoordigers van Oosterhoutse belangengroepen en maatschappelijke organisaties.
Tijdens het overleg tussen het college en het Wmo-platform wordt het college vertegenwoordigd door de portefeuillehouder Wmo. De portefeuillehouder kan deze vertegenwoordiging mandateren aan de ambtelijke voorzitter.
Het voorzitterschap tijdens het overleg tussen het college en het Wmo-platform wordt vervuld door de ambtelijk voorzitter.
Het secretariaat tijdens het overleg tussen het college en het Wmo-platform wordt vervuld door een ambtelijk secretaris.
De secretaris stelt in overleg met een vertegenwoordiger van het Wmo-platform de agenda van de vergadering op. Het Wmo-platform levert daartoe tijdig (minstens twee weken voordat het overleg plaatsvindt) zijn agendapunten aan.
De secretaris verspreidt de agenda en bijbehorende stukken twee weken voorafgaand aan de vergadering, onder alle leden van het Wmo-platform.
De secretaris draagt zorg voor een verslaglegging van het besprokene tijdens de vergadering en verspreidt het verslag binnen twee weken aan alle leden van het Wmo-platform.
De secretaris draagt er zorg voor dat het Wmo-platform in overige gevallen tijdig beschikt over de nodige informatie om haar taak naar behoren uit te kunnen oefenen.
Het Wmo-platform vergadert vier maal per jaar met het college of zoveel meer als voor een goede uitoefening van zijn taak nodig is.
Het college draagt kosteloos zorg voor alle faciliteiten om het overleg tussen het college en het Wmo-platform naar behoren te laten verlopen. Verder draagt het college bij aan deskundigheidsbevordering onder de leden van het Wmo-platform. Ter bevordering van die deskundigheid en ter bestrijding van kosten van taken en bevoegdheden van het Wmo-platform stelt het college aan het Wmo-platform jaarlijks een bedrag ter beschikking.
Over de uitvoering van deze verordening legt het college jaarlijks door middel van het beleidsverslag verantwoording af aan de raad.
Na het eerste jaar vindt er een evaluatie plaats om te bepalen of het Wmo-platform naar tevredenheid functioneert voor zowel het Wmo-platform als de gemeente.
Naar aanleiding van de evaluatie kan de overeenkomst door één van de partijen worden beëindigd.
Artikel 11 van de Wet maatschappelijke ondersteuning luidt als volgt:
Het college van burgemeester en wethouders betrekt de ingezetenen van de gemeente en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen bij de voorbereiding van het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning, op de wijze voorzien in de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet vastgestelde verordening.
Met deze verordening komt de gemeenteraad tot een invulling van deze uit de wet voortvloeiende verplichting.
Opgemerkt wordt dat reeds eerder een overlegstructuur in het leven is geroepen tussen het college en een aantal cliëntenorganisaties op het gebied van de Wet maatschappelijke ondersteuning: Wmo-coördinatie.
Zonder dat de gemeente zich op enigerlei wijze wil inlaten met het bestaan en de samenstelling van de verschillende belangengroepen en maatschappelijke organisaties, streeft zij in deze verordening wel naar verdere professionalisering van de burgerparticipatie en daarmee een enkel periodiek overleg met een evenwichtige vertegenwoordiging van de betrokken organisaties, Wmo-platform genoemd.
In de huidige praktijk is namelijk structureel een grote overlap te constateren tussen zowel de aanwezige personen, vaak lid van meerdere belangengroepen en -organisaties, als de besproken onderwerpen. Uit overweging van efficiency en eenduidigheid in het overleg tussen de gemeente en de diverse cliëntenorganisaties, regelt deze verordening dat de gemeente haar plicht om cliënten en hun vertegenwoordigers te betrekken bij de uitvoering van gemeentelijke en landelijke maatschappelijke ondersteuning, invult door een periodiek en gestructureerd overleg tussen het college en een evenwichtig samengesteld Wmo-platform.
Er is voor gekozen om begrippen die al zijn omschreven in de Wmo of Awb niet afzonderlijk te definiëren in deze verordening. Dit voorkomt dat in geval van wijziging van betreffende definities in de Wmo of Awb ook de verordening moet worden gewijzigd.
De begrippen die niet zijn omschreven in de Wmo of Awb, of die verduidelijkt moeten worden, zijn in het tweede lid omschreven.
Artikel 2 Doel burgerparticipatie
Dit artikel behelst een globale omschrijving van het doel van burgerparticipatie en omarmt de gedachte dat burgerparticipatie onmisbaar is in een uitvoering van een beleidsgebied waarin de burger centraal staat.
Artikel 4 Taken en bevoegdheden van het Wmo-platform
Dit artikel bepaalt de reikwijdte van de taken en bevoegdheden die aan het Wmo-platform zijn toebedeeld. Naast een adviserende taak wat betreft de algemene werkzaamheden en dienstverlening van de afdelingen die de Wet maatschappelijke ondersteuning uitvoeren, heeft het Wmo-platform ook recht van initiatief op dit terrein. Het Wmo-platform wordt in ieder geval om advies gevraagd bij het opstellen van beleidsplannen en verordeningen die gericht zijn op maatschappelijke ondersteuning, zodat iedereen in Oosterhout kan meedoen aan de samenleving. Uitdrukkelijk worden individuele zaken buiten het overleg met het Wmo-platform gehouden omdat deze worden behandeld via andere procedures en overlegstructuren. Tot slot wordt in dit artikel de geheimhouding geregeld.
Artikel 5 Overleg met het Wmo-platform
Dit artikel regelt in grote lijnen het aantal aanwezigen tijdens het overleg tussen het college en het Wmo-platform, staat een zeker evenwicht voor in de vertegenwoordiging van alle betrokken belangengroepen en maatschappelijke organisaties en deelt een aantal functies toe aan de gemeentelijke vertegenwoordiging tijdens het overleg.
Dit artikel bepaalt dat het Wmo-platform overleg voert met het college. Het college is immers het bestuursorgaan dat is belast met de uitvoering van de Wmo. In beginsel zal het college zich tijdens het overleg laten vertegenwoordigen door de portefeuillehouder Wmo. Met name waar het gaat om beleidszaken wordt de positie van de portefeuillehouder in dit overleg van belang geacht. De mogelijkheid wordt geboden dat de afdelingsmanager de plaats van de portefeuillehouder overneemt. Dit zal met name aan de orde zijn wanneer het gaat om dienstverleningsaspecten. In de praktijk kan dit betekenen dat de portefeuillehouder slechts dat deel van het overleg bijwoont voor wat betreft het gaat om beleidszaken.
In dit artikel staat een aantal taken opgesomd die de ambtelijke voorzitter tijdens het overleg tussen het college en het Wmo-platform heeft en hoofdzakelijk te maken heeft met de ordehandhaving tijdens het overleg.
In dit artikel staat een aantal taken opgesomd die de ambtelijke secretaris tijdens het overleg tussen het college en het Wmo-platform heeft en te maken heeft met de voorbereiding op en verslaglegging tijdens het overleg.
Het eerste lid biedt een waarborg voor een minimale vergaderfrequentie van vier maal per jaar tussen het college en het Wmo-platform. Uiteraard is het mogelijk om extra vergaderingen uit te schrijven. Dit kan zowel op verzoek van het Wmo-platform als op verzoek van de gemeente.
Het college draagt kosteloos zorg voor alle faciliteiten om het overleg met het Wmo-platform naar behoren te laten verlopen. Hier wordt expliciet onder verstaan het beschikbaar stellen van een vergaderruimte en het kopiëren en verspreiden van noodzakelijke stukken. Verder draagt het college bij aan deskundigheidsbevordering onder de leden van het Wmo-platform. Daarbij kan gedacht worden aan periodieke instructies aan de leden c.q. deelnemende belangengroepen en maatschappelijke organisaties. Ter bestrijding van kosten in verband met de bevordering van die deskundigheid en ter bestrijding van kosten die worden gemaakt in de uitoefening van taken en bevoegdheden van het Wmo-platform wordt door het college aan het Wmo-platform jaarlijks een vast bedrag ter beschikking gesteld. Het college voert overleg met het Wmo-platform over de hoogte en verantwoording van dat bedrag. Het college stelt jaarlijks dat bedrag vast.
Voor de juiste uitvoering van de verordening kan het noodzakelijk zijn dat nadere uitvoeringsregels worden vastgesteld. Dit artikel geeft het college de bevoegdheid om dergelijke regels vast te stellen.
In het tweede lid wordt geregeld dat het Wmo-platform hier vooraf over gehoord wordt.
Evenals de uitvoering van de Wmo ligt de uitvoering van deze verordening bij het college.
De gemeenteraad kan zijn controlerende functie alleen op een goede wijze vormgeven indien beschikt wordt over de van belang zijnde gegevens. Om deze reden is in dit artikel bepaald dat het college jaarlijks verslag moet doen over de uitvoering van deze verordening. Deze verantwoording wordt afgelegd door middel van het beleidsverslag Wmo.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting