Organisatie | Oosterhout |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsbesluit scholingssubsidie |
Citeertitel | Uitvoeringsbesluit scholingssubsidie |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Uitvoeringsbesluit op basis van de Reïntegratieverordening Sociale Zekerheid 2010, gemeente Oosterhout.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2012 | 20-03-2012 Weekblad Oosterhout, 28-03-2012 | BI.0120352 | |||
10-09-2009 | 01-04-2012 | nieuwe regeling | 06-07-2010 Weekblad Oosterhout, 04-08-2010 | BI.0100834 |
Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Oosterhout;
gelezen het daartoe strekkende voorstel behandeld in zijn vergadering van 25 augustus 2009;
gelet op artikel 8, lid 4 en artikel 14 van de Re-integratieverordening Sociale Zekerheid 2012, gemeente Oosterhout;
vast te stellen: “het Uitvoeringsbesluit scholingssubsidie”.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Alle begrippen die in dit uitvoeringsbesluit worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Re-integratieverordening Sociale Zekerheid 2012, gemeente Oosterhout.
In dit uitvoeringsbesluit wordt verstaan onder:
uitkeringsgerechtigde: de persoon als bedoeld in artikel 1, lid 2, onderdeel e, van de verordening;
Anw-er: de persoon als bedoeld in artikel 1, lid 2, onderdeel f, van de verordening die langer dan 6 maanden werkloos is;
nugger: de persoon als bedoeld in artikel 1, lid 2, onderdeel g van de verordening die langer dan 6 maanden werkloos is;
Artikel 3 Hoogte van de subsidie
De hoogte van de maximaal te verstrekken subsidie bedraagt in beginsel € 3.500,00.
Artikel 5 Verkrijging van de voorziening
De aanvrager verschaft de gegevens en bescheiden die voor de beslissing op de aanvraag nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen.
Op grond van artikel 8, lid 4 en artikel 14 van de Re-integratieverordening Sociale Zekerheid 2010, gemeente Oosterhout, heeft het college van burgemeester en wethouders de opdracht gekregen tot het opstellen van uitvoeringsbesluit. In dit uitvoeringsbesluit stelt het college regels met betrekking tot de noodzakelijkheid, duur van de subsidie en de maximaal te vergoeden kosten.
Door middel van het Uitvoeringsbesluit scholingssubsidie wordt hieraan gevolg gegeven.
In lid 2 worden de gehanteerde begrippen nader omschreven.
Onder b, c en d wordt onderscheid gemaakt naar de diverse groepen belanghebbenden. De duur van de werkloosheid is relevant met betrekking tot de vraag in hoeverre betrokkenen eerst zelf hebben geprobeerd werk te vinden en zo mogelijk te aanvaarden zonder tussenkomst van de overheid. Immers, ook hier staat het principe van de eigen verantwoordelijkheid voorop.
Bij uitkeringsgerechtigden onder b is dit bekend: immers, de uitkeringsgerechtigde wordt bij voortduring gevolgd bij diens activiteiten met betrekking tot het vinden en zo mogelijk aanvaarden van algemeen geaccepteerde arbeid.
Bij de personen onder c en d zal dit naar verwachting minder evident zijn. Ten einde toch te kunnen beoordelen of de persoon zijn eigen verantwoordelijk heeft genomen, dient deze aannemelijk te maken dat gedurende een periode van een half jaar voldoende activiteiten zijn ondernomen om werk te vinden en zo mogelijk te aanvaarden. Indien dit naar het oordeel van het college niet aan de orde is, vormt dit een afwijzingsgrond.
Artikel 2 Duur van de subsidie
Dit artikel regelt de duur van de subsidie.
In dit artikel wordt bepaald dat de duur van scholing in zijn algemeenheid maximaal één jaar is. Deze duur wordt als acceptabel ervaren, gelet op de duur van het merendeel der huidige scholingstrajecten, evenals de periode waarover de arbeidsmarktrelevantie van die scholing kan worden overzien. Er is echter een mogelijkheid om van deze termijn af te wijken. Het dient echter wel om uitzonderingsgevallen te gaan.
Artikel 3 Hoogte van de subsidie
In artikel 3 wordt de hoogte van de subsidie geregeld.
In dit artikel wordt bepaald dat de hoogte van de opleiding in zijn algemeenheid maximaal € 3.500,00 bedraagt. De hoogte van de scholingssubsidie is buitengewoon lastig te indiceren, gelet op de veelheid aan opleidingen en cursussen. Hierbij dient wel het uitgangspunt van de Wet werk en bijstand te worden vermeld: bijstand vergoedt alleen de goedkoopste en adequate voorziening. Dit betekent dat niet alleen wordt gekeken naar dezelfde opleiding van meerdere aanbieders, maar dat ook wordt beoordeeld of door middel van een andere, goedkopere en even adequate opleiding het uiteindelijke doel, namelijk aanvaarding van algemeen geaccepteerde arbeid, kan worden bereikt. Het is steeds deze afweging die leidt tot een besluit.
Artikel 4 Noodzakelijkheid van de scholing
Dit artikel 4 regelt de noodzakelijkheid van de scholing.
De scholing dient gerelateerd aan het verkrijgen van algemeen geaccepteerde arbeid.
In lid 2 wordt er beschreven dat scholing verplicht kan worden indien het een directe arbeidsplaats oplevert of indien het college het noodzakelijk acht.
Sub b heeft een ruime insteek:
In lid 3 wordt geregeld wat de relatie kan zijn tussen scholing en niveauverhoging. In zijn algemeenheid wordt gesteld dat deze vorm van scholing bedoeld is voor het verkrijgen van voldoende vaardigheden voor aanvaarding van een bepaalde, vooraf bekende, functie. Het is derhalve functiegerichte scholing.
Indien scholing noodzakelijk is gelet het ontwikkelingsniveau van betrokkene, kan deze scholing wel geboden en bekostigd worden, doch slechts tot niveau 1. Hiermee wordt voorkomen dat dit besluit indirect zou kunnen worden gebruikt als verkapte vorm van studiefinanciering.
Tot slot wordt in lid 4 geregeld dat de noodzakelijke kosten die gemaakt worden in verband met vervoer, kinderopvang en eventuele andere noodzakelijke kosten door het college vergoed worden.
Artikel 5 Verkrijging van de voorziening
In artikel 5 wordt de aanvrager verplicht de benodigde gegevens en bescheiden voor de aanvraag aan te leveren. Indien de scholing verplicht wordt gesteld door het college, zijn er geen gegevens en bescheiden nodig en hoeven deze dus ook niet door de verkrijger te worden aangeleverd.