Organisatie | Oosterhout |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsbesluit chronisch zieken, gehandicapten en ouderen 2007 |
Citeertitel | Uitvoeringsbesluit chronisch zieken, gehandicapten en ouderen 2007 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Invoeringswet WWB, artikel 10 lid 3
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-11-2007 | 01-01-2011 | wijziging | 06-07-2010 Weekblad Oosterhout, 04-08-2010 | BI.0100834 | |
07-11-2007 | 01-11-2007 | 07-11-2007 | nieuwe regeling | 29-10-2007 Weekblad Oosterhout, 06-11-2007 | BI.0070812 |
Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Oosterhout;
gelet op het gestelde in artikel 10 lid 3 WWB;
overwegende dat het noodzakelijk is de regeling chronisch zieken, gehandicapten en ouderen bij uitvoeringsbesluit te regelen;
vast te stellen: “Uitvoeringsbesluit chronisch zieken, gehandicapten en ouderen 2007”.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In dit uitvoeringsbesluit wordt verstaan onder:
huishouden een gezamenlijke huishouding zoals beschreven in artikel 3 van de Wet werk en bijstand.
Artikel 3 Hoogte van de tegemoetkoming
De hoogte van de bijdrage wordt vastgesteld op een bedrag van € 200,-- per kalenderjaar.
De WWB staat niet meer toe dat de gemeente aan categoriale inkomensondersteuning doet. Een uitzondering hierop geldt echter voor personen van 65 jaar en ouder en chronisch zieken en gehandicapten. In de nota Minimabeleid 2004 is besloten ten aanzien van personen van 65 jaar en ouder geen vorm van categoriale inkomensondersteuning in het leven te roepen. Reden hiervoor was het feit dat deze groep een hogere bijstandsnorm ontvangt en het feit dat de WWB nog een extra vrijlating van pensioeninkomsten kent.
Een deel van de groep ouderen heeft echter mogelijk wel te maken met extra medische kosten.
Ten aanzien van chronisch zieken, gehandicapten en ouderen zijn voor het jaar 2004 extra middelen toegevoegd aan het gemeentefonds. Hiervan is voor een deel van deze groep voor het jaar 2004 een extra maatregel getroffen. Vanaf 2005 wordt er jaarlijks een bedrag aan het gemeentefonds toegevoegd voor deze doelgroep. Daarom wordt de regeling niet meer jaarlijks verlengd, maar structureel ingevoerd.
Lid 2 onder a: Het gaat hierbij in ieder geval om personen die lijden aan Cara (Astma), Cystus fibriosis, diabetes mellitus, epilepsie, lever-en darmziekten, spierziekten, nierziekten, migraine, multiple sclerose, A.L.S., hemofilie, hartafwijkingen, kanker en reuma, zoals SLE, Artrose, chronische artritis, etc. Deze opsomming van chronische ziekten is niet limitatief, bij onduidelijkheid over de vraag of de aandoening van aanvrager chronisch is, moet advies bij derden worden gevraagd
Lid 2 onder b: Kenmerkend voor de handicap is de tegenstelling tussen prestatie en toestand van de persoon enerzijds en de eigen verwachtingen of die van de sociale omgeving anderzijds.
Bij de definitie van chronisch zieken en gehandicapten gaat het dus om personen van verschillende groepen met langdurige, zo niet blijvende fysieke, geestelijke of zintuigelijke aandoeningen of gebreken die leiden tot beperkingen van sociale-of functionele aard.
In dit artikel wordt de doelgroep omschreven die recht kan doen gelden op een tegemoetkoming op grond van dit uitvoeringsbesluit.
Om beschouwd te worden als chronisch ziek of gehandicapt in de zin van deze regeling moet er gedurende langere tijd sprake zijn van beperkingen.
Indien iemand een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt is er al langere tijd sprake van beperkingen, omdat men pas voor een dergelijke uitkering in aanmerking kan komen als er sprake is van langdurige arbeidsongeschiktheid.
Ook voor voorzieningen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de voorzieningen in het kader van de Wet voorzieningen gehandicapten geldt dat deze pas kunnen worden verleend indien er sprake is van “langdurig noodzakelijk”om beperkingen op te heffen of te verminderen.
Voor wat betreft de groep die meer dan 6 maanden thuiszorg heeft, kan ook worden uitgegaan van een langdurige beperking.
Door de groep ouderen die een beroep doet op bijzondere bijstand voor medische kosten in dit uitvoeringsbesluit te betrekken kunnen ook ouderen die niet reeds tot de in artikel 2 onder lid a,b en c benoemde categorieën behoren voor deze tegemoetkoming in aanmerking komen.
Artikel 3 Hoogte van de tegemoetkoming
Het bedrag voor deze verstrekking is afgeleid van ziektegerelateerde kosten en een vergelijking tussen het bedrag dat een persoon met ziektegerelateerde kosten per maand uitgeeft versus een bedrag dat een persoon zonder beperkingen uitgeeft per maand. Hierbij is rekening gehouden met de toename van de zorgkosten.
Het gaat daarbij ook om “verborgen ziektekosten”. Dit zijn kosten van bijvoorbeeld een hogere telefoonrekening, extra voedingsmiddelen, niet vergoede zelfzorgmiddelen, het lidmaatschap van een belangenvereniging of patiëntenorganisatie. Op grond hiervan is besloten de te verstrekken bijdrage per jaar vast te stellen op € 200,--.
In lid 3 is bepaald dat voor het bepalen van een inkomens en vermogensgrens wordt aangesloten bij het gemeentelijk beleid voor de Bijzondere Bijstand, meer bepaald de regels met betrekking tot de financiële draagkracht, waarbij het vermogen in een eigen woning voor 100% wordt vrijgelaten.
Voor de aanvraag wordt aansluiting gezocht bij de regels van de bijzondere bijstand.
Lid 6 geeft aan dat per huishouden éénmaal recht bestaat op de tegemoetkoming.
In lid 1 is de bepaling opgenomen dat deze vergoeding geen invloed heeft op eventuele aanvragen bijzondere bijstand die aanvrager in dezelfde periode heeft ingediend. De tegemoetkoming is dus aanvullend en niet bedoeld voor kosten waarvoor de bijzondere bijstand openstaat.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.