Organisatie | Oosterhout |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels voor de warenmarkt in de gemeente Oosterhout |
Citeertitel | Marktregeling |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlagen | Bijlage II behorende bij Nadere regels voor de warenmarkten in de gemeente Oosterhout 30-11-2009 090922Weekmarkt Markt A3 090922Weekmarkt Arkendonk 090922Weekmarkt Zuiderhout |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-01-2015 | 11-04-2017 | Bijlage 1 Branchelijst | 27-01-2015 zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2015-9719.html, 04-02-2015 | BI.0140722 | |
01-03-2010 | 28-01-2015 | nieuwe regeling | 22-02-2010 Weekblad Oosterhout, 23-6-2010 |
BEHORENDE BIJ MARKTVERORDENING
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oosterhout;
gelet op artikel 160, eerste lid sub h, Gemeentewet, artikel 3 van de Marktverordening, de Algemene wet bestuursrecht;
overwegende dat het wenselijk is nadere regels vast te stellen met betrekking tot uitvoering van de marktverordening en een ordelijk verloop van de markten;
vast te stellen de volgende Nadere regels voor de warenmarkten in de gemeente Oosterhout.
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1. Begripsomschrijving
Voor de begripsomschrijvingen wordt verwezen naar artikel 1 van de Marktverordening.
Artikel 2. Dag, tijd en plaats van de markten
Het college kan, in afwijking van het eerste lid, bepalen dat de markt tijdelijk plaats zal vinden op een andere dag, tijd of plaats, op grond van dringende redenen of het samenvallen van een onder lid 1 genoemde dag met een dag zoals genoemd in de Winkeltijdenwet, artikel 2, eerste lid, onder b.
Artikel 3. Inrichting van de markten
Het college bepaalt ten aanzien van de markt op zaterdag (Markt en Basiliekstraat):
de standplaatseenheden, op de tekening als bedoeld in lid 1 onder a aangeduid met de nummers 1 t/m 120, worden aangewezen als vaste standplaats. De plaatsen op de tekening als bedoeld in lid 1 onder a aangeduid met het nummer S1 t/m S3 als standwerkerplaats. De plaatsen op de tekening als bedoeld in lid 1 onder a aangeduid met de nummers 86 en 87 als seizoensplaats;
Het college kan een ontheffing verlenen op het verbod zoals gesteld in lid 2, op grond waarvan het de vergunninghouder is toegestaan het vervoermiddel achter de kraam te parkeren, namelijk op advies van een door de gemeente erkende adviseur, waaruit blijkt dat de vergunninghouder voor de uitoefening van zijn werkzaamheden genoodzaakt is het vervoermiddel achter de kraam te parkeren.
HOOFDSTUK 2. BEPALINGEN OVER VERGUNNINGEN
Paragraaf 2. Algemene bepalingen
Artikel 9. Inschrijving op de anciënniteitlijst
Vergunninghouders van vaste standplaatsen worden ingeschreven op een doorlopend genummerde lijst met vermelding van en in volgorde van de datum waarop aan hen voor het eerst een vaste standplaats is toegewezen of overgeschreven. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld de soort artikelen die de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe hij behoort.
Artikel 10. Volgorde toewijzing vaste standplaatsen
Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste standplaats meer aanvragers in aanmerking komen, wordt de standplaats achtereenvolgens toegewezen aan:
Artikel 11. Overschrijving vaste standplaatsvergunning
In geval van overlijden, of blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder, of ingeval van bedrijfsbeëindiging kan de vaste standplaatsvergunning worden overgeschreven op de echtgenoot, de geregistreerde partner, het kind mits deze op dat moment in loondienst of als mede-eigenaar in het bedrijf heeft meewerkte, of een achterblijvende persoon met wie hij duurzaam samenwoonde.
Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan een medewerk(st)er van de vergunninghouder de vergunning voor een vaste standplaats krijgen indien hij aantoonbaar ten minste drie jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd.
Paragraaf 3. Dagplaatsen en standwerkers
Artikel 13d. Nadere regels standwerkers
De standwerker die een standwerkerplaats krijgt toegewezen, moet deze plaats persoonlijk innemen. Weigeren (passen), onderling ruilen of doorgeven van deze plaats is niet toegestaan.
Het is niet toegestaan dat op de standwerkerplaats een andere standwerker actief is dan hij die is ingeloot, waaronder mede wordt verstaan dat de ingelote standwerker zich niet door een ander mag laten vervangen of aflossen. Wel mag de standwerker zich door maximaal één persoon laten bijstaan. Bij tijdelijke afwezigheid van de ingelote standwerker dienen de goederen te worden afgedekt.
Artikel 13f. Beoordeling en sancties
Indien een standwerker bij de loting heeft gepast of zijn standwerkerplaats aan een niet ingelote standwerker heeft doorgegeven zal hij, na de mondelinge mededeling door de marktmeester, tijdelijk (voor de duur van tenminste 4 marktdagen) van deelname aan de loting worden uitgesloten, hetgeen schriftelijk aan de standwerker zal worden bevestigd.
Indien deze standwerker ook de daaropvolgende marktdag opnieuw één of meer van de in het derde lid genoemde overtredingen begaat, zal de standwerker tijdelijk (voor de duur van tenminste 4 marktdagen) van deelname aan de loting worden uitgesloten, hetgeen schriftelijk aan de standwerker zal worden medegedeeld.
HOOFDSTUK 3. BEPALINGEN OVER HET GEBRUIK VAN DE STANDPLAATS
Artikel 15. Innemen standplaats; bijstand
De vergunninghouder van een vaste plaats is verplicht zijn plaats in te nemen, met uitzondering van de situaties genoemd in de artikelen 16 en 17.
Artikel 16. Afwezigheid wegens vakantie of bijzondere omstandigheden
De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens vakantie of bijzondere omstandigheden, zoals bedoeld in lid 2, verhinderd is zijn vaste standplaats in te nemen, deelt dit tijdig voor de betreffende marktdag schriftelijk, telefonisch of mondeling mee aan de marktmeester. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.
Artikel 17. Ontheffing en vervanging
1. In geval van vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de vergunninghouder van een vaste standplaats hem tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting uit artikel 15.
2. Het college kan op aanvraag van de vergunninghouder hem toestemming verlenen zich, in geval van bijzondere omstandigheden als bedoeld in artikel 16, op zijn standplaats te laten vervangen door een met name genoemde persoon.
Artikel 21. Intrekken oude regeling
De marktregeling, vastgesteld op 3 februari 2004 wordt ingetrokken. In verband met het vervallen van de wachtlijst is er een overgangsregeling voor ambulante handelaren die voor 1 maart 2010 hebben aangegeven inschrijving op de wachtlijst te willen handhaven. Zij zullen tot 31-12-2010 als eerste benaderd worden voor een vrijgekomen plaats op de weekmarkt.