Organisatie | Hilversum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Hilversum 2010 |
Citeertitel | Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Hilversum 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet op de lijkbezorging, art. 35; Gemeentewet, art. 149
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-07-2010 | 06-12-2017 | Nieuwe regeling | 30-06-2010 De Gooi en Eembode, 15-07-2010 | Onbekend |
De raad van de gemeente Hilversum,
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 mei 2010;
gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Hilversum 2010
HOOFDSTUK 2 OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS
Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaatsen te rijden met uitzondering van gehandicaptenvoertuigen en voertuigen die gebruikt worden voor de uitvoering van een begrafenis of bezorging van as of het vervoer van materialen bestemd voor op de begraafplaats te verrichten werkzaamheden mits deze voertuigen:
Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats, die geen direct verband houden met het doen begraven of het doen bijzetten of verstrooien van as op de begraafplaats als bedoeld in artikel 7, kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.
HOOFDSTUK 3 VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING
Artikel 7 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan minimaal twee werkdagen voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag.
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe minimaal twee werkdagen voorafgaand aan die waarop de werkzaamheden zullen plaatsvinden mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.
Artikel 8 Gebouwen en muziekinstallatie
Het gebruik van de ontvangstruimten, de aula alsmede van de muziekinstallatie en/of het aanwezige orgel moet uiterlijk twee werkdagen voorafgaande aan de dag waarop van de ruimte of de aula gebruik zal worden gemaakt, worden aangevraagd bij de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag.
De ruimten en de muziekinstallatie staan voor iedere plechtigheid gedurende een per keer vooraf door de beheerder te bepalen tijdsduur ter beschikking van de aanvrager. De beheerder houdt zoveel mogelijk rekening met de wensen van de betrokkenen. De muziekinstallatie wordt uitsluitend bediend door personen die daarmee door de beheerder zijn belast, tenzij in overleg met de aanvrager door de beheerder anders wordt bepaald.
Artikel 9 Over te leggen stukken
Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende.
HOOFDSTUK 4 INDELING EN UITGIFTE VAN DE GRAVEN
Artikel 11 Indeling graven en asbezorging
Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en er kunnen worden bijgezet in de particuliere graven. Het college bepaalt tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de particuliere graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.
Artikel 12 Aantal overledenen in algemene graven
In de algemene graven kan een door het college te bepalen aantal lijken worden begraven.
Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en particuliere graven onderverdelen in categorieën. Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.
Artikel 15 Termijnen particuliere graven en particuliere urnengraven / urnennissen
Artikel 16 Termijn algemene graven
Algemene graven worden uitgegeven voor een periode van tien jaar. Deze periode wordt niet verlengd.
Het college kan aan de rechthebbende op een particulier graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door het college te stellen voorwaarden.
Artikel 18 Overschrijving van verleende rechten
Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het particuliere graf, of kindergraf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met urn met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.
Artikel 19 Afstand doen van graven
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particuliere graf, of kindergraf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
Artikel 21 Onderhoud door de gemeente
Het college voorziet in het één maal per jaar schoonmaken van het gedenkteken en in de zorg voor de winterharde beplantingen.
Artikel 22 Onderhoud door rechthebbende of gebruiker
Indien de rechthebbende of de gebruiker nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende dertien weken ter beschikking van de rechthebbende of de gebruiker en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
De verwijdering vindt niet plaats dan nadat het college de rechthebbende of de gebruiker door middel van een verklaring schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking. Wanneer het adres van de rechthebbende of de gebruiker niet bekend is maakt het college de verklaring bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.
Het college kan de rechthebbende of de gebruiker per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het college gestelde termijn indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar op levert voor derden.
Artikel 23 Niet-blijvende grafbeplanting
Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende dertien weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, van de belanghebbende indien deze daartoe tevoren een aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.
Artikel 24 Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn
Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking maakt het college ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de belanghebbende bekend. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is, maakt het college het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats bekend.
HOOFDSTUK 6 RUIMING VAN GRAVEN, URNENGRAVEN EN URNENNISSEN
Artikel 25 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de belanghebbende bekend gemaakt. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is maakt het college het voornemen tot ruiming van het graf gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip van ruiming door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend.
Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de menselijke resten, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of voor herbegraving elders. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.
De rechthebbende op een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de menselijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een particulier urnengraf of particuliere urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.
HOOFDSTUK 7 GEDEELTE VOOR KERKGENOOTSCHAP
Artikel 26 Afwijkende regels en kennisgeving onderhoudsbehoefte van graven
Het college kan na overleg met het bestuur van het kerkgenootschap ten aanzien van de openstelling van het gedeelte, de indeling van graven, de onderverdeling van graven in categorieën en de eisen voor de grafbedekking op het ter beschikking van het kerkgenootschap gestelde deel van de begraafplaats nadere regels stellen die afwijken van de regels krachtens de artikelen 3, eerste lid, 11, tweede lid, 14 en 19, derde lid, van deze verordening.
Artikel 29 Intrekking oude regeling
De Verordening op het beheer, de inrichting en het gebruik van de algemene begraafplaatsen der gemeente Hilversum (Beheersverordening) vastgesteld op 14 december 1961 en sindsdien gewijzigd, wordt ingetrokken.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Verordening op het beheer, de inrichting en het gebruik van de algemene begraafplaatsen der gemeente Hilversum (Beheersverordening) is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.