VERORDENING TOT REGELING VAN DE BEZOLDIGING VAN DE AMBTENAREN IN
DIENST VAN DE GEMEENTE HEFSHUIZEN
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a.
|
ambtenaar :
|
1.
|
de ambtenaar in de zin van het Algemeen
Ambtenarenreglement;
|
|
|
2.
|
de werknemer in de zin van de
Arbeidsovereenkomstenverordening, voor zoveel
artikel 6, derde lid, van laatstgenoemde verordening
van toepassing is;
|
|
|
3.
|
de werknemer waarmee een arbeidsovereenkomst naar
burgerlijk recht is afgesloten, omdat betrokkene een
zodanige arbeidstijd heeft, dat deze geen deelnemer
aan de 1.Z.A.-regeling kan zijn;
|
b.
|
salaris :
|
|
het salaris, als bedoeld in artikel C 1, vierde lid,
van het Algemeen Ambtenarenreglement;
|
c.
|
salaris per uur :
|
|
het 1/165e deel van het salaris bij een werkweek van
gemiddeld 38 uren;
|
d.
|
salarisschaal :
|
|
de schaal als bedoeld in artikel C 1, vierde lid,
van het Algemeen Ambtenarenreglement opgenomen in
bijlage A, behorende bij deze verordening;
|
e.
|
salarisnummer :
|
|
een aanduiding, bestaande uit een getal of uit een
letter en een getal, dat in een salarisschaal voor
eensalaris is vermeld;
|
f.
|
maximumsalaris :
|
|
het hoogste bedrag van een salarisschaal, dat kan
worden bereikt door jaarlijkse
salarisverhoging;
|
g.
|
bezoldiging :
|
|
de bezoldiging, als bedoeld in artikel C 1, vierde
lid, van het Algemeen Ambtenarenreglement;
|
h.
|
functie :
|
|
het samenstel van werkzaamheden door de ambtenaar te
verrichten;
|
i.
|
functiewaarderingsonderzoek :
|
|
het op systematische wijze in rangorde plaatsen van
functies, met als criterium de relatieve zwaarte van
het werk;
|
j.
|
conversie :
|
|
de vertaling van de gevonden rangorde naar
salarisschalen;
|
k.
|
volledige werktijd :
|
|
een werktijd welke gemiddeld 38 werkuren per week
omvat.
|
Artikel 2 Ingang en einde der bezoldiging
- 1.
Het recht op bezoldiging vangt aan met de dag waarop de
aanstelling van de ambtenaar ingaat.
Indien in het aanstellingsbesluit geen datum van ingang is
vermeld, vangt het recht op bezoldiging aan met de dag waarop de
ambtenaar feitelijk in dienst is getreden.
- 2.
Het recht op bezoldiging eindigt, in geval van ontslag, met
ingang van de dag waarop het ontslag ingaat.
Artikel 3 Gebroken tijdvakken
Wanneer het salaris, een emolument of een toelage moet worden berekend
over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld
door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die
maand.
Artikel 4 Vaststelling salarissen
De salarissen van de ambtenaren, wier salaris niet bij of krachtens de
wet is geregeld, worden vastgesteld op de bedragen volgens de
salarisschalen of, indien voor zijn betrekking een vast bedrag geldt,
dit bedrag, opgenomen in de bij deze verordening behorende
bijlagen.
Artikel 5 Vaststelling salarisschaal
- 1.
Burgemeester en wethouders bepalen met inachtneming van de
resultaten van een functiewaarderingsonderzoek en aan de hand
van de vastgestelde conversie de voor de ambtenaar geldende
salarisschaal, tenzij zijn wijze van functioneren zich nog
daartegen verzet.
- 2.
Burgemeester en wethouders kunnen een ambtenaar bij aanstelling
indelen in een lagere salarisschaal (aanloopniveau) dan in het
vorige lid is aangegeven.
- 3.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen met
betrekking tot de uitvoering van een functiewaarderingsonderzoek
en de daarbij te hanteren methode.
- 4.
Anders dan bij wijze van disciplinaire straf, als bedoeld in het
Algemeen Ambtenarenreglement, kan zonder voorafgaand ontslag
voor een ambtenaar geen salarisschaal gaan gelden met een lager
maximumsalaris dan dat van de reeds voor hem geldende
salarisschaal.
Artikel 6 Salaris bij aanstelling
- 1.
Bij aanstelling kennen burgemeester en wethouders de ambtenaar
het salaris toe dat:
- a.
wanneer hij 22 jaar of ouder is, in de voor hem geldende
salarisschaal is vermeld achter het salarisnummer
0;
- b.
wanneer hij jonger dan 22 jaar is, in de voor hem
geldende salarisschaal is vermeld achter het
salarisnummer, bestaande uit de letter J en het getal,
dat overeenkomt met de leeftijd die hij in het jaar van
aanstelling heeft bereikt of nog zal bereiken.
- 2.
Van het bepaalde in het vorige lid kan worden afgeweken door het
toekennen van een hoger salaris, indien daarvoor naar het
oordeel van burgemeester en wethouders aanleiding bestaat.
Artikel 7 Verhoging van het salaris
- 1.
Het salaris van de ambtenaar wordt binnen de voor hem geldende
salarisschaal jaarlijks per 1 januari verhoogd tot het
naasthogere bedrag.
- 2.
Het salaris wordt, indien de salarisschaal dit aangeeft en
wanneer het maximumsalaris is bereikt, voor de eerste maal na
zes jaar en vervolgens om de twee jaar verhoogd tot het
naasthogere bedrag, vermeld achter een salarisnummer beginnende
met de letter U.
- 3.
De tijd gedurende welke de ambtenaar ingevolge de wettelijke
verplichting, als bedoeld in hoofdstuk C van het Algemeen
Ambtenarenreglement, wordt geacht in zijn betrekking met verlof
te zijn, wordt voor de toekenning van het salaris als diensttijd
in aanmerking genomen.
Artikel 8 Buitengewone bekwaamheid enzovoort
- 1.
Burgemeester en wethouders kunnen aan de ambtenaar, die het
maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet
heeft bereikt, een extra salarisverhoging tot een in de
salarisschaal genoemd bedrag, niet uitgaande boven het
maximumsalaris, toekennen op grond van:
- a.
buitengewone bekwaamheid, geschiktheid en ijver;
- b.
andere, door burgemeester en wethouders van voldoende
belang geachte, werkzaamheden.
- 2.
Bij de toepassing van het vorige lid blijft het tijdstip, waarop
ingevolge artikel 7 een salarisverhoging wordt toegekend
onverlet, tenzij burgemeester en wethouders anders bepalen.
Artikel 9 Onvoldoende bekwaamheid enzovoort
- 1.
Bij onvoldoende bekwaamheid, geschiktheid of ijver van de
ambtenaar, kunnen burgemeester en wethouders bepalen, dat ten
aanzien van hem salarisverhogingen, als bedoeld in artikel 7,
achterwege worden gelaten.
- 2.
Burgemeester en wethouders kunnen nadien bepalen dat de
salarisverhogingen, welke met toepassing van het eerste lid
achterwege zijn gelaten, al dan niet met terugwerkende kracht,
alsnog worden toegekend.
- 3.
Van een beslissing tot toepassing van het eerste lid wordt de
ambtenaar zo spoedig mogelijk, doch in elk geval voor de datum
waarop anders de salarisverhoging zou ingaan, schriftelijk
mededeling gedaan, onder vermelding van de redenen welke tot de
beslissing hebben geleid.
Artikel 10 Salaris bij overgang naar hogere schaal
- 1.
Wanneer voor de ambtenaar een salarisschaal gaat gelden met een
hoger maximumsalaris, wordt het salaris in de nieuwe schaal
vastgesteld op een bedrag, gelegen onmiddellijk boven het
salaris dat de ambtenaar in de oude schaal zou hebben genoten,
zulks onverminderd het bepaalde in artikel 8.
- 2.
Onverminderd het bepaalde in artikel 7 wordt het salaris in de
nieuwe salarisschaal verhoogd tot een bedrag in die schaal,
zodra en voor zoveel zulks nodig is om te bereiken dat het
nieuwe salaris blijft uitgaan boven het salaris dat ambtenaar in
de oude schaal zou hebben genoten.
Artikel 11 Onvolledige werktijd
Het salaris van de ambtenaar met een niet-volledige werktijd, wordt
vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou
gelden bij een volledige werktijd.
Artikel 12 Persoonlijke toelage
De in artikel C 14, lid 1 van het Algemeen Ambtenarenreglement bedoelde
toelage is niet hoger dan 10 procent van het salaris van de betrokken
ambtenaar, met dien verstande, dat de som van dat salaris en die toelage
het hoogste bedrag van de naasthogere salarisschaal niet
overschrijdt.
Artikel 13 Minimumloon
- 1.
Indien het salaris minder is dan het maandbedrag van het
minimumloon, dat krachtens de artikelen 7, 8 en 14 van de Wet
minimumloon en minimumvakantiebijslag (Stb. 1968, 657) geldt
voor werknemers van dezelfde leeftijd als de ambtenaar, wordt
hem een toelage toegekend ten bedrage van het verschil.
- 2.
Voor de ambtenaar met een niet volledige werktijd, wordt het
voor werknemers van dezelfde leeftijd geldende minimumloon
geacht te zijn vastgesteld op een evenredig deel van het
minimumloon bij een volledige werktijd.
Artikel 14 Toelage onregelmatige dienst
- 1.
Aan de ambtenaar voor wie een salarisschaal geldt met een lager
maximumsalaris dan dat van schaal 11, en voor wie werktijden
zijn vastgesteld als bedoeld in artikel C 4, eerste lid, van het
Algemeen Ambtenarenreglement, wordt door burgemeester en
wethouders een toelage toegekend.
- 2.
De in het vorige lid bedoelde toelage bedraagt per gewerkt uur
een percentage van het voor de ambtenaar geldende salaris per
uur.
Dit percentage bedraagt:
20 voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 6 en 8 uur
en tussen 18 en 22 uur;
40 voor de uren op zaterdag tussen 6 en 22 uur;
40 voor de uren op maandag tot en met zaterdag tussen O en 6 uur
en tussen 22 en 24 uur;
65 voor de uren op zondag en op de feestdagen genoemd in artikel
D 1, vijfde lid, van het Algemeen Ambtenarenreglement,
met dien verstande, dat genoemde percentages worden berekend
over ten hoogste het salaris per uur, dat is afgeleid van het
salaris behorende bij salarisnummer 10 van salarisschaal 6 van
bijlage A.
- 3.
In bijzondere gevallen kunnnen burgemeester en wethouders een
regeling treffen, welke het bepaalde in dit artikel aanvult of
daarvan afwijkt.
Artikel 15 Overgangstoelage onregelmatige dienst
- 1.
Aan de ambtenaar wiens bezoldiging, als gevolg van het buiten
zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage als
bedoeld in artikel 14 een blijvende verlaging ondergaat, wordt
door burgemeester en wethouders een aflopende toelage toegekend,
indien:
a. die blijvende verlaging tenminste 3% bedraagt van de som van
het salaris en de toelagen bedoeld in artikel 12;
en
b. de ambtenaar de toelage, als bedoeld in artikel 14, direct
voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of
vermindering ervan, gedurende tenminste 2 jaren zonder
wezenlijke onderbreking heeft genoten.
- 2.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt aan de
ambtenaar van 60 jaar of ouder, wiens bezoldiging als gevolg van
het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een
toelage, als bedoeld in artikel 14, een blijvende verlaging
ondergaat, een blijvende toelage toegekend indien:
- de ambtenaar de toelage als bedoeld in artikel 14 direkt
voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of
vermindering ervan, gedurende tenminste 10 jaren zonder
wezenlijke onderbreking heeft genoten.
- 3.
De in het eerste lid bedoelde aflopende toelage gaat, wanneer de
ambtenaar de leeftijd van 60 jaar bereikt en hij onmiddellijk
voor de aanvang van die toelage, gedurende tenminste 10 jaren
zonder wezenlijke onderbreking een toelage als bedoeld in
artikel 14 heeft genoten, over in een blijvende toelage als
bedoeld in het vorige lid.
- 4.
Voor de toepassing van de voorgaande leden wordt onder
wezenlijke onderbreking verstaan een onderbreking van langer dan
twee maanden.
- 5.
Burgemeester en wethouders stellen voor de uitvoering van dit
artikel nadere regels vast.
Artikel 16 Algemene salarismaatregelen
- 1.
Indien in de salarissen van het burgerlijk rijkspersoneel een
wijziging wordt aangebracht welke een algemeen karakter draagt,
wordt door burgemeester en wethouders met ingang van de datum
waarop die wijziging ingaat, een overeenkomstige wijziging
aangebracht in de salarissen van de ambtenaren.
- 2.
Van de wijziging bedoeld in het vorige lid geven burgemeester en
wethouders kennis aan de raad.
Artikel 17 Onvoorziene gevallen
Voor gevallen waarin deze verordening niet of niet naar billijkheid
voorziet, treffen burgemeester en wethouders een bijzondere
regeling.
Artikel 18 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als
"Bezoldigingsverordening".
Artikel 19 Ingangsdatum
Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 januari
1990.
Artikel 20 Overgangsbepalingen
De ambtenaar, die op 31 december 1989 in dienst was van een van de
voormalige gemeenten Hefshuizen, Kantens, Usquert of Warffum, en die bij
toepassing van de op dat tijdstip voor hem geldende
bezoldigingsverordening recht zou hebben op een hogere bezoldiging dan
bij toepassing van deze verordening, ontvangt een toelage ten bedrage
van het verschil.
Bij indeling in een schaal met een hoger maximumsalaris wordt bedoelde
toelage voor zoveel mogelijk geïncorporeerd.