Organisatie | Leidschendam-Voorburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het beheer en het gebruik van gemeentelijke begraafplaatsen van Leidschendam-Voorburg 2004 |
Citeertitel | Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Leidschendam-Voorburg 2004 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | openbare gezondheid, veiligheid en zedelijkheid |
Deze regeling is vervangen door de "Verordening op het beheer en het gebruik van gemeentelijke begraafplaatsen van Leidschendam-Voorburg 2010".
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2010 | intrekking | 15-12-2009 De Leidschendammer / De Voorburgse Courant 23-12-2009 | 2009/26737 | ||
01-01-2004 | 01-01-2010 | nieuwe regeling | 25-11-2003 Leidschendammer / Voorburgse Courant 18-12-2003 | 2003/17311 |
De raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg;
gelezen het desbetreffende voorstel van het college;
gelet op de artikelen 35 en 90 van de Wet op de lijkbezorging en de artikelen 108, 147 en 149 van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen van Leidschendam-Voorburg 2004.
Hoofdstuk I Inleidende bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
Artikel 2 Uitbreiding begrippen eigen en algemeen graf
Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang, onder 'eigen graf' mede verstaan: eigen kindergraf, eigen urnengraf, eigen urnennis, een eigen plaats in de urnentuin en keuzegraf. Als de keuze gemaakt is voor een keuzegraf wordt dit na de keuze behandeld als zijnde een eigen graf.
Hoofdstuk II Openstelling, orde en rust op de begraafplaats
Artikel 6 Opgravingen en ruimen
Het opgraven van stoffelijke overschotten en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast. Het college kan, met inachtneming van het voorgaande, voorschriften geven inzake opgravingen en ruimen.
Hoofdstuk III Voorschriften voor lijkbezorging
Artikel 7 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
Degene, die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, dan wel het bovengronds plaatsen of verplaatsen van asbussen en urnen, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen, mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.
Artikel 9 Over te leggen stukken
Indien de begraving van een stoffelijk overschot of de bezorging van as in een eigen graf, eigen kindergraf, eigen urnengraf, eigen urnennis, eigen plaats in de urnentuin of keuzegraf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.
Begraving of bijzetting van een stoffelijk overschot in een eigen graf, eigen kindergraf of keuzegraf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgifte termijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 17, tweede lid.
Hoofdstuk IV Indeling en uitgifte der graven
Artikel 11 Indeling graven en asbezorging
Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel stoffelijke overschotten en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de eigen graven en hoeveel verstrooiingen van as er op of in de eigen graven kunnen plaatshebben. Zij bepaalt tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de eigen graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.
Artikel 12 Aantal overledenen in algemene graven
Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel stoffelijke overschotten er kunnen worden begraven in de algemene graven en algemene kindergraven. Zij bepaalt tevens de afmetingen en uitgifteduur van de algemene graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.
Artikel 13 Volgorde van uitgifte
De eigen graven, eigen kindergraven, algemene graven en algemene kindergraven worden slechts voor directe begraving en in door of namens het college bepaalde volgorde uitgegeven. De urnennissen, urnengraven, eigen plaatsen in urnentuin en keuzegraven worden door of namens het college uitgegeven op de daarvoor bestemde gedeelten van de begraafplaats waarbij een keuze kan worden gemaakt, welke keuze dan direct omgezet wordt in een reservering.
Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en eigen graven onderverdelen in categorieën. Zij bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.
Artikel 15 Termijnen eigen graven
Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaatsen zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van twintig jaar het recht op een eigen graf, een eigen kindergraf of een keuzegraf, een en ander tegen betaling van het daarvoor verschuldigde recht. De termijn begint te lopen op de datum waarop het eigen graf is uitgegeven of het keuzegraf is uitgegeven of gereserveerd.
Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van vijf of tien jaren, mits de aanvraag binnen twee jaar vóór het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend, een en ander tegen betaling van het daarvoor verschuldigde recht.
Het college verleent, voor zover de bestemde ruimte van de begraafplaats zulks toelaat, op een daartoe bij hen in te dienen aanvraag, voor de tijd van vijf jaar het recht op een eigen urnengraf, een eigen plaats in urnentuin of een eigen urnennis, een en ander tegen betaling van het daarvoor verschuldigde recht. De termijn begint te lopen op de datum waarop het urnengraf, eigen plaats in urnentuin of plaats in de urnennis is uitgegeven of gereserveerd.
Het college kan aan de rechthebbende op een eigen graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door hen te stellen voorschriften.
Artikel 17 Overschrijving van verleende rechten
Het recht op een eigen graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op aanvraag van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Na het overlijden van de rechthebbende kan het eigen graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan de in de vorige zin bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Artikel 18 Afstand doen van graven
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het eigen graf, keuzegraf, eigen kindergraf, eigen urnengraf, eigen urnennis of eigen plaats in urnentuin. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
Artikel 19 Sluiting van graven
Op aanvraag van de rechthebbende kan het college een graf gesloten verklaren. Gedurende de tijd dat een graf gesloten is, mag daarop geen andere grafbedekking worden geplaatst en mag daarin geen andere begraving plaatshebben, of asbus worden bijgezet, dan wel as worden verstrooid dan die van de stoffelijke overschotten van de personen die de rechthebbende in zijn aanvraag met name heeft genoemd.
Artikel 19A Einde van de grafrechten
Onverminderd het bepaalde in artikel 17, derde lid kan het college de grafrechten vervallen verklaren:
indien de betaling van het daarvoor verschuldigde recht en/of de onderhoudskosten ten behoeve van de vestiging of een verlenging van het grafrecht, ondanks een aanmaning, niet binnen 8 weken na dagtekening van de aanmaning is geschied. Deze aanmaning geschiedt schriftelijk indien het adres van de rechthebbende bekend is en anders door mededeling op het mededelingenbord bij de ingang van de begraafplaats en mededeling bij het graf;
indien de rechthebbende ondanks een schriftelijke waarschuwing of, indien het adres van de rechthebbende niet bekend is, door mededeling op het mededelingenbord bij de ingang van de begraafplaats en mededeling bij het graf, in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt.
Artikel 20A Verplichtingen vergunninghouder inzake het aanbrengen en onderhoud van grafbedekking
Het (doen) plaatsen of aanbrengen van grafbedekking geschiedt door of vanwege de rechthebbende of gebruiker. Hierbij moeten de aanwijzingen van de beheerder van de begraafplaats in acht worden genomen. Het plaatsen van een gedenkteken mag uitsluitend geschieden door een erkend steenhouwer in opdracht van de rechthebbende of gebruiker.
De rechthebbende is verplicht de grafbedekking goed te onderhouden. Onder dit onderhoud wordt in ieder geval begrepen: het rechtzetten, herstellen, vernieuwen, verven of bijkleuren van de grafbedekking; het verven van opschriften; het regelmatig snoeien van winterharde gewassen en het verwijderen van dode beplanting.
De rechthebbende of gebruiker is verplicht een beschadiging aan de grafbedekking op aanschrijven van het college te herstellen indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of dat de beschadiging van de grafbedekking gevaar oplevert voor derden. Indien het adres van de rechthebbende of gebruiker niet bekend is, wordt de opgelegde verplichting bekend gemaakt door mededeling op het mededelingenbord bij de ingang van de begraafplaats en mededeling bij het graf.
Indien binnen twee maanden na de dag van aanschrijven als bedoeld in het zevende lid geen herstel of vernieuwing heeft plaatsgevonden, is het college bevoegd tot verwijdering en/of vernietiging van de grafbedekking over te gaan. Voor deze handeling kan de eigenaar van de begraafplaats niet aansprakelijk worden gesteld, onverlet het recht van het college tot herstel of vernieuwing op kosten van de rechthebbende of gebruiker over te gaan.
Artikel 20 B Grafbedekking en schade
De grafbedekking wordt geacht voor rekening en risico van de rechthebbende of de gebruiker te zijn aangebracht. Schade als gevolg van brand, vorst, wateroverlast, bliksem, ontploffing, molest, vandalisme en andere van buiten komende oorzaken of ontstaan door het weghalen en terugplaatsen van grafbedekking ten behoeve van een bijzetting en eventuele gevolgschade voor derden, is voor rekening van de rechthebbende of de gebruiker.
Artikel 21 Nietblijvende grafbeplanting
Nietblijvende beplantingen op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren, kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd.
Hoofdstuk VI Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen
Artikel 25 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
Het voornemen van het college om een graf of grafveld te ruimen wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf of grafveld geruimd zal worden op een bij het te ruimen graf of grafveld te plaatsen bordje ter kennis van de belanghebbenden gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf aan hen bekend is. In dat geval deelt het college mee wanneer de termijn van uitgifte gaat verstrijken. Als de rechthebbende geen verzoek indient om de termijn te verlengen maken zij uiterlijk 1 jaar voor het genoemde tijdstip per brief het voornemen tot ruiming bekend.
Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor herbegraving elders. Het is niet mogelijk de overblijfselen te laten herbegraven in een algemeen graf op een van de drie begraafplaatsen zoals bedoeld in artikel 1 sub a.
De rechthebbende op een eigen graf kan voor het verstrijken van de graftermijn bij de beheerder een aanvraag indienen om de overblijfselen te doen verzamelen om deze weer in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze elders opnieuw te doen begraven. Het is niet mogelijk de overblijfselen te laten herbegraven in een algemeen graf op een van de drie begraafplaatsen zoals bedoeld in artikel 1 sub a.
De rechthebbende op een eigen urnengraf, urnennis of eigen plaats in urnentuin kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.
Vergunningen en ontheffingen - hoe ook genaamd - verleend krachtens de verordeningen genoemd in artikel 30, tweede lid, blijven, indien en voorzover het onderwerp waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft ook vervat is in deze verordening, van kracht tot de termijn waarvoor zij werden verleend, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.
Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens verordeningen bedoeld in artikel 30, tweede lid, blijven - indien en voorzover de bepalingen ingevolge welke deze verplichtingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening - van kracht tot de termijn waarvoor zij zijn opgelegd, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning of ontheffing op grond van een verordening bedoeld in artikel 30, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop de overeenkomstige bepaling van de onderhavige verordening toegepast.