Organisatie | Oosterhout |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige en/of WOZ-belanghebbende in een keuzesituatie Oosterhout 2009 |
Citeertitel | Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige en/of WOZ-belanghebbende in een keuzesituatie Oosterhout 2009 |
Vastgesteld door | geattribueerde functionaris |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze beleidsregels zijn vastgesteld door het hoofd van de afdeling Belastingen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-12-2008 | 25-02-2010 | nieuwe regeling | 19-12-2008 Weekblad Oosterhout, 24-12-2008 | Algemeen verkrijgbare uitgave gemeentelijke belastingen gemeente Oosterhout onder volgnummer 297 |
De in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar van de gemeente Oosterhout;
het bepaalde in Hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken;
Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige en/of WOZ-belanghebbende in een keuzesituatie Oosterhout 2009
In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich mee dat meer personen belastingplichtig kunnen zijn voor één belastingobject (onroerende of roerende zaak, perceel, hond etc.). In de gevallen waarin dat voorkomt mag de gemeente de aanslag ten name van één van de belastingplichtigen stellen. In deze gevallen hanteert de gemeente Oosterhout een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belastingplichtige die de aanslag op zijn of haar naam krijgt. Deze voorkeursvolgorde is gebaseerd op de veronderstelde betaalcapaciteit en doelmatige c.q. doeltreffende heffing en invordering en wordt toegepast voor zover de gegevens voorhanden of te achterhalen zijn.
Ook bij de aanwijzing van een belanghebbende aan wie de bekendmaking van de WOZ-beschikking zal worden verzonden, kan zich een keuzesituatie voordoen. In een dergelijk geval hanteert de gemeente Oosterhout een voorkeursvolgorde, waarbij wordt beoogd de ontvanger van de WOZ-beschikking dezelfde te laten zijn als de belastingplichtige voor de onroerende-zaakbelastingen die de aanslag op zijn of haar naam krijgt.
De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming. Zij moeten worden beschouwd als richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen.
Onroerende-zaakbelastingen (eigenarenbelasting)
Met betrekking tot de onroerende-zaakbelastingen die worden geheven van de genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt, indien er met betrekking tot één onroerende zaak verschillende categorieën genothebbenden zijn, de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:
Met betrekking tot de onroerende-zaakbelastingen die worden geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt binnen één categorie genothebbenden de aanslag gesteld ten name van:
de eerstgerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden.
Onroerende-zaakbelastingen (gebruikersbelasting niet-woningen)
WOZ-belanghebbende in een keuzesituatie
Met betrekking tot de tenaamstelling van een beschikking ingevolge hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken, is hetgeen in deze beleidsregels is bepaald voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie, voor zover zij betrekking hebben op de onroerende-zaakbelastingen, van overeenkomstige toepassing.
De onderdelen 1, 2, 3, 5 en 6 vinden geen toepassing indien:
Voor zover de belasting wordt geheven over een belastingtijdvak, is bij de toepassing van de voorkeursvolgorde beslissend de situatie bij de aanvang van dat tijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
Aangezien de voorkeursvolgorde erop is gericht de aanslag op te leggen aan een belastingplichtige die in staat geacht mag worden om de belasting te betalen, kan ook tot een andere keuze gekomen worden dan uit de voorkeursvolgorde zou volgen.
Wijzigingen kunnen, indien reeds een aanslag aan een belastingplichtige is opgelegd, pas plaatsvinden met ingang van het eerstvolgende belastingtijdvak.
Indien in uitzonderingsgevallen, door welke oorzaak dan ook, een aanslag wordt opgelegd in afwijking van het in de voorgaande onderdelen bepaalde, is die aanslag alleen ongeldig als er sprake is van willekeur. Beroep bij de rechter is mogelijk.
Indien een belasting niet wordt geheven bij wege van aanslag, maar op andere wijze, is het bepaalde in de onderdelen 1 tot en met 12 van overeenkomstige toepassing.
De "Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige en/of WOZ-belanghebbende in een keuzesituatie 2008" van 1 januari 2008, worden ingetrokken met ingang van belastingjaar 2009, met dien verstande dat zij van toepassing blijven voor belastingen en WOZ-beschikkingen over de belastingjaren tot en met 2008.