Organisatie | Boekel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de warenmarkt(en) Gemeente Boekel 2011 |
Citeertitel | Verordening op de warenmarkt(en) Gemeente Boekel 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-12-2010 | Onbekend | 16-12-2010 Weekblad Boekel & Venhorst, d.d. 21-12-2010 | Z/007534 AB/004482 |
De raad van de gemeente Boekel;
Overwegende dat het uit een oogpunt van vermindering van administratieve lasten en regeldruk nastrevenswaardig is zo veel mogelijk aan te sluiten bij de modelverordeningen die de VNG haar leden voorlegt; dat conformering aan modelverordeningen er tevens toe bijdraagt dat belanghebbenden, in casu de marktkooplieden, zoveel mogelijk van doen hebben met uniforme regelingen;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 oktober 2010:
Gelet op artikel 147, eerste lid, en artikel 149 van de Gemeentewet;
De raad van de gemeente Boekel;
Overwegende dat het uit een oogpunt van vermindering van administratieve lasten en regeldruk nastrevenswaardig is zo veel mogelijk aan te sluiten bij de modelverordeningen die de VNG haar leden voorlegt; dat conformering aan modelverordeningen er tevens toe bijdraagt dat belanghebbenden, in casu de marktkooplieden, zoveel mogelijk van doen hebben met uniforme regelingen;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 oktober 2010:
Gelet op artikel 147, eerste lid en artikel 149 van de Gemeentewet;
Artikel 4. Vergunning tot het organiseren van een markt
Het is verboden zonder een vergunning van het college een markt te organiseren.
Artikel 7. Voorschriften en beperkingen
Een aanvraag voor een vergunning bevat een door het bestuur van een rechtspersoon vast te stellen plan dat waarborgt dat de markt op een veilige wijze wordt georganiseerd en waarin in ieder geval wordt ingegaan op:
Artikel 8. Beoordeling aanvraag vergunning
Het college rangschikt de aanvragen voor vergunningverlening waarbij een vergunningaanvraag hoger wordt gerangschikt naarmate de aanvraag naar het oordeel van het college een grotere bijdrage levert aan de belangen die deze verordening beschermt. Daarbij betrekt het college in ieder geval de mate waarin de continuïteit, kwaliteit en doelmatigheid van de organisatie van de markt is gewaarborgd.
Indien het college gerede twijfel heeft ten aanzien van de integriteit van de hoogst gerangschikte aanvrager, kan het college de aanvrager verzoeken een Verklaring Omtrent het Gedrag voor rechtspersonen te overleggen, of indien het een buitenlandse rechtspersoon betreft, een document dat ten minste gelijkwaardig is. Indien een Verklaring Omtrent het Gedrag voor rechtspersonen dan wel een vergelijkbaar document niet kan worden overlegd, kan het college besluiten de vergunning niet te verlenen.
HOOFDSTUK 3. STRAF- EN SLOTBEPALINGEN
Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de marktmeester en de bij besluit van het college aangewezen personen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van
De raad van de gemeente Boekel, gehouden op 16 december 2010.
De voorzitter, De griffier,
P.M.J.H. Bos M.R.P. Philipse
Door aan een vergunning voorschriften en beperkingen te verbinden, kan een verfijning in de gewenste rechtstoestand worden aangebracht. De in het eerste lid genoemde belangen in verband waarmee de vergunning is vereist, zijn de gemeentelijke belangen van openbare orde, zedelijkheid en gezondheid, beperking van overlast, regulering van het woon- en leefklimaat en de veiligheid binnen de gemeente. Niet-nakoming van voorschriften die aan een vergunning verbonden zijn, kan grond opleveren voor intrekking van de vergunning of voor toepassing van andere bestuursrechtelijke sancties. De strafbepaling van artikel 11 is eveneens van toepassing.
Van belang is dat de marktorganisator (de rechtspersoon) niet kan worden aangemerkt als bestuursorgaan in de zin van de Awb. Hieruit vloeit voort dat een beslissing van de marktorganisator, bijvoorbeeld met betrekking tot de toewijzing van marktplaats, ook geen besluit is in de zin van de Awb. Derhalve kan hiertegen geen bezwaar of beroep worden ingesteld, maar moet men zich bij een geschil tot de burgerlijke rechter wenden.
In dit artikel is een uitgebreide inhoudsopgave gegeven van het plan dat de organisator van de markt in het kader van de vergunningaanvraag aan de gemeente moet overleggen. Het plan moet de gemeente voldoende vertrouwen geven dat de markt op een juiste wijze wordt georganiseerd.
Indien het college twijfels heeft met betrekking tot de integriteit van de aanvrager, bijvoorbeeld omdat het vermoeden bestaat dat er in het verleden wel eens fraude is gepleegd, kan het een Verklaring Omtrent het Gedrag voor rechtspersonen (VOGrp) opvragen. De VOGrp is een instrument waarmee rechtspersonen hun integriteit kunnen aantonen aan bijvoorbeeld de overheid. De VOGrp is een verklaring van de Minister van Justitie waarin staat dat niet is gebleken van bezwaren tegen de betreffende rechtspersoon. De aanvraag moet worden ingediend door een vertegenwoordiger van de rechtspersoon. In het onderzoek worden onder andere het Justitieel Documentatie Systeem, politieregistergegevens, het Openbaar Ministerie en de Reclassering geraadpleegd.
De vergunning kan door de gemeente worden geweigerd indien uit het plan onvoldoende blijkt dat de organisatie de continuïteit, kwaliteit of doelmatigheid van de markt kan waarborgen.
Het zesde lid ziet op het geval er meerdere aanvragen worden ingediend, terwijl er slechts één vergunning kan worden verleend. Deze weigeringsgrond is worden opgenomen, omdat de vergunning, wanneer de aanvraag voldoet aan de vereisten van artikel 6 en 7, anders moet worden verleend.