Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Leek

Subsidieverordening duurzaam bouwen nieuwbouwwoningen Oostindie 2007

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLeek
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieverordening duurzaam bouwen nieuwbouwwoningen Oostindie 2007
CiteertitelSubsidieverordening duurzaam bouwen nieuwbouwwoningen Oostindie 2007
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerp
Externe bijlagenBijlage I Bijlage II Bijlage III

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 149
  2. Algemene wet bestuursrecht, art. 4.23, lid 1
  3. Algemene subsidieverordening gemeente Leek 2006

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-03-200712-04-2012Nieuwe regeling

26-02-2007

Midweek, 28-03-2007

60

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieverordening duurzaam bouwen nieu w bouwwoningen Oostindie 2007

De raad van de gemeente Leek;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 16 februari 2007, nr. 60;

 

gelet op de artikelen van de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht en dan specifiek het bepaalde in titel 4.2 ( Subsidies) van Hoofdstuk 4 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

B E S L U I T :

 

vast te stellen de Subsidieverordening duurzaam bouwen nieuwbouwwoningen Oostindie 2007.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Duurzaam bouwen: het op zodanige wijze inrichten en gebruiken van de gebouwde omgeving, dat gezondheids- en milieuschade in alle stadia, van inrichten, bouwen, beheren, renoveren en sloop, zoveel mogelijk beperkt blijven.

  • b.

    Duurzame, energiezuinige woning: een woning waaraan tenminste 10 maatregelen zijn toegepast uit de Lijst met duurzame keuzemaatregelen en waarvan de EPC 0,75 of lager is. De lijst is vermeld in bijlage III.

  • c.

    Belanghebbende:

    • 1.

      De particuliere bouwer die een bouwterrein heeft gekocht in bestemmingsplan Oostindie met het oogmerk daarop een duurzame, energiezuinige woning te bouwen en hiertoe een bouwaanvraag heeft ingediend.

    • 2.

      De woningbouwcorporatie die een of meer bouwterreinen heeft gekocht in bestemmingsplan Oostindie met het oogmerk daarop duurzame woningen te bouwen en hiertoe een bouwaanvraag heeft ingediend.

    • 3.

      De koper van een duurzame, energiezuinige woning, gerealiseerd door een projectontwikkelaar.

  • d.

    Projectontwikkelaar:de projectontwikkelaar die een of meer bouwterreinen heeft gekocht in bestemmingsplan Oostindie met het oogmerk daarop duurzame, energiezuinige woningen te bouwen en hiertoe een bouwaanvraag heeft ingediend.

  • e.

    Duurzaamheidsfonds: het fonds van waaruit subsidies worden verleend.

  • f.

    Duurzame keuzemaatregelen: de lijst met maatregelen, behorende bij deze verordening, waaruit belanghebbende een keuze dient te maken. Deze maatregelen zijn vermeld op bijlage III bij deze verordening: lijst van duurzame keuzemaatregelen.

  • g.

    Specifieke maatregelen: de lijst van maatregelen, op grond waarvan een afzonderlijke subsidie kan worden verleend. Deze maatregelen zijn vermeld in bijlage II bij deze verordening: lijst van specifieke maatregelen.

  • h.

    Duurzaamheidsklasse: deze vermelding is een maat voor het duurzaamheidniveau en de energiezuinigheid van de te bouwen woning. Er worden drie niveaus onderscheiden: Klasse A, B en C, waarbij A het meest ambitieuze niveau is. De klassen hangen samen met het aantal punten cq maatregelen uit de Lijst met duurzame keuzemaatregelen en met de EPC.

  • i.

    Basisklasse: een basisklasse is een klasse waarbij tenminste 10 maatregelen worden toegepast uit de Lijst met duurzame keuzemaatregelen. Daarbij heeft:

    een Abasis een EPC die lager is dan 0,6;

    een Bbasis een EPC van 0,6 tot 0,7;

    een Cbasis een EPC van 0,7 tot 0,75.

  • j.

    Plusklasse: een plusklasse is een klasse waarbij tenminste 25 maatregelen worden toegepast uit de Lijst met duurzame keuzemaatregelen. Daarbij heeft:

    een Aplus een EPC die lager is dan 0,6;

    een Bplus een EPC van 0,6 tot 0,7; een Cplus

    een EPC van 0,7 tot 0,75.

  • k.

    EPC: energie prestatie coëfficiënt, berekent conform NEN 5128 (uitgebreide methode). De EPC is een maat voor het energiegebruik van een woning.

  • l.

    Vernieuwbare energiebron: een niet fossiele bron, waarmee het verwarmings- of tapwatersysteem van de woning van energie wordt voorzien, zoals bijvoorbeeld biomassa, zonne-energie of aardwarmte.

  • m.

    Onderuitputting: van onderuitputting van het subsidiefonds is sprake indien minder dan 20% van de aangevraagde bouwvergunningen voor woningen per gronduitgiftefase in het plangebied Oostindie worden vergezeld van een subsidieaanvraag.

  • n.

    Wet: Algemene wet bestuursrecht.

  • o.

    Algemene subsidieverordening: de Algemene subsidieverordening gemeente Leek 2006.

Artikel 1.2 Reikwijdte

  • 1.

    Deze subsidieverordening is van toepassing op de subsidiëring van het duurzaam en energiezuinig bouwen en het bevorderen van het gebruik van duurzame, niet fossiele energiebronnen bij nieuwbouwwoningen in het bestemmingsplan Oostindie.

  • 2.

    Het college verleent, met inachtneming van het bepaalde in de wet, de Algemene subsidieverordening en deze verordening, aan aanvragers subsidie.

Artikel 1.3 Subsidiefonds

  • 1.

    De raad stelt jaarlijks de hoogte van het duurzaamheidfonds vast (volumebesluit) van waaruit subsidies op grond van deze verordening kunnen worden verleend.

  • 2.

    Het duurzaamheidsfonds wordt gevoed met bijdragen vanuit de exploitatie van het plangebied Oostindie ter hoogte van € 2,27 per m² verkochte bouwgrond.

  • 3.

    Subsidies worden slechts verleend op basis van aanvragen van belanghebbenden.

  • 4.

    Het college kan jaarlijks de hoogte van de subsidies wijzigen.

  • 5.

    Het college kan de aard van de keuzemaatregelen dan wel de specifieke maatregelen wijzigen.

Artikel 1.4 Algemene voorwaarden

  • 1.

    De subsidie wordt slechts verleend op voorwaarde dat de door het college met controle belaste personen op de door die personen te bepalen tijdstippen:

    • a.

      toegang wordt verleend tot de woning(en);

    • b.

      inzage wordt verleend in alle bescheiden die op de werkzaamheden betrekking hebben;

    • c.

      gelegenheid wordt geboden tot het controleren van de gegevens betrekking hebbende op de getroffen maatregelen.

  • 2.

    Alle bescheiden en gegevens moeten worden verstrekt die naar het oordeel van het college nodig zijn voor de juiste toetsing van de duurzaamheidsaspecten van het bouwplan.

  • 3.

    Subsidie wordt niet verleend als niet ook de voor het verrichten van de activiteiten noodzakelijke vergunningen zijn verleend.

  • 4.

    Het college kan bij een dreigende onderuitputting van het duurzaamheidsfonds de uitvoering van een aantal specifieke maatregelen en de toekenning van bijdragen daarvoor zelf initiëren. De hoogte van de bijdrage kan daarbij afwijken van het bepaalde in artikel 2.1, tweede en derde lid.

Artikel 1.5 Herziening bedragen

Het college kan jaarlijks per 1 januari de in (de bijlagen bij) deze verordening opgenomen bedragen herzien.

Hoofdstuk 2 Subsidie duurzaam, energiezuinig bouwen

Artikel 2.1 De bijdrage

  • 1.

    Het college kan aan een belanghebbende subsidie verlenen op grond van de door deze belanghebbende gekozen duurzaamheidsklasse, het aantal keuzemaatregelen en de gekozen specifieke maatregelen.

  • 2.

    De hoogte van de aan de duurzaamheidsklasse van de woning gerelateerde bijdragen zijn vermeld in bijlage I bij deze verordening.

  • 3.

    De hoogte van de aan de specifieke maatregelen gerelateerde bijdragen zijn vermeld in bijlage II bij deze verordening.

  • 4.

    De mogelijke keuzemaatregelen zijn vermeld in bijlage III. Voor een duurzaamheidsklasse "basis" moeten ten minste 10 maatregelen worden toegepast; voor een duurzaamheidsklasse "plus" moeten ten minste 25 maatregelen worden toegepast.

  • 5.

    Indien blijkt dat maatregelen bij projectmatige bouw alleen toepasbaar zijn als deze collectief (voor alle woningen) worden aangebracht, dan kan de subsidie hiervoor door de projectontwikkelaar worden aangevraagd en aan deze worden verleend. De projectontwikkelaar berekent de subsidie door aan belanghebbenden.

  • 6.

    Subsidieverlening aan een projectontwikkelaar is niet mogelijk voor de duurzaamheidsklasse C.

  • 7.

    Het uiteindelijke subsidiebedrag wordt bepaald door de daadwerkelijk toegepaste maatregelen.

  • 8.

    In uitzonderlijke gevallen kan het college afwijken van het gestelde in dit artikel.

Artikel 2.2 De subsidieaanvraag

  • 1.

    De aanvraag om subsidie dient op het daarvoor vastgesteld formulier te worden ingediend bij het college.

  • 2.

    De aanvraag om subsidie kan tezamen met de aanvraag voor een bouwvergunning, doch uiterlijk twee weken voordat met de bouwwerkzaamheden wordt begonnen, worden ingediend.

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in de wet en de algemene subsidieverordening verstrekt de aanvrager bij zijn subsidieaanvraag de volgende gegevens en/of bescheiden:

    • a.

      een epc-berekening van de woning;

    • b.

      een bouwkundige tekening met daarop duidelijk aangegeven welke keuzemaatregelen en/of specifieke maatregelen worden uitgevoerd (middels een teksttabel) en waaruit duidelijk blijkt dat uitvoering wordt gegeven aan een gekozen keuzemaatregel en/of specifieke maatregel (middels verwerking in de bouwkundige tekening);

    • c.

      indien van toepassing, productinformatie over specifieke maatregelen die de aanvrager treft.

Artikel 2.3 Voorwaarden

De subsidie wordt verleend onder de voorwaarde dat:

  • a.

    het werk conform de verstrekte gegevens bij de aanvraag wordt uitgevoerd;

  • b.

    het werk voor tenminste 75% door een geregistreerde bouwondernemer wordt uitgevoerd;

  • c.

    de met de controle belaste personen in de gelegenheid worden gesteld het werk te controleren.

Artikel 2.4 Aanvraag definitieve vaststelling subsidie

  • 1.

    Belanghebbende dient binnen 13 weken na oplevering van de woning een verzoek tot definitieve vaststelling van de subsidie in te dienen.

  • 2.

    Belanghebbende is verplicht afwijkingen ten opzichte van de aanvraag als bedoeld in artikel 2.2 aan te geven en nader te onderbouwen.

  • 3.

    Ten aanzien van de onderbouwing bedoeld in het tweede lid kan het college nadere regels stellen.

  • 4.

    Het college stelt de bijdrage vast binnen 8 weken, nadat de aanvraag als bedoeld in het eerste lid is ingediend.

  • 5.

    De subsidie wordt uitbetaald na de feitelijke toetsing- en opleveringscontrole van de woning uiterlijk 4 weken nadat de subsidie is vastgesteld.

Artikel 2.5 Intrekken van de subsidie

  • 1.

    Zolang de subsidie niet is vastgesteld, kan het college naast de in artikel 4:48 van de wet genoemde gronden de beschikking tot verlening van subsidie intrekken of ten nadele van de ontvanger van de subsidie wijzigen indien:

    • a.

      niet of niet geheel aan het gestelde in de algemene subsidieverordening en deze verordening wordt voldaan.

  • 2.

    Indien de aanvraag tot vaststelling niet binnen de daartoe gestelde termijn is ingediend kan het college de subsidieontvanger een termijn stellen, waarbinnen de aanvraag alsnog moet wordt ingediend.

  • 3.

    Het college kan de subsidie ambtshalve vaststellen, als na afloop van de in het tweede lid bedoelde termijn geen aanvraag is ingediend.

Artikel 2.6 Ontsnappingsclausule

Als tijdens de looptijd van deze regeling technieken of materialen beschikbaar komen waarmee de doelstellingen van deze regeling beter kunnen worden uitgevoerd, kan het college deze technieken of maatregelen toevoegen of in de plaats stellen van de technieken of maatregelen uit de Lijst van specifieke maatregelen (bijlage II) of de Lijst met duurzame keuzemaatregelen(bijlage III).

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 3.1

Op aanvragen, die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van deze verordening, wordt op grond van het bepaalde in deze verordening beslist.

Artikel 3.2 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die, waarop zij bekend is gemaakt.

Artikel 3.3 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Subsidieverordening duurzaam bouwen nieuwbouwwoningen Oostindie 2007”.

Aldus besloten in de openbare vergadering

van de raad der gemeente Leek,

d.d. 26 februari 2007.

B.C. Hoekstra, voorzitter, W. Loonstra, griffier

Bijlage I Lijst van duurzaamheidsklassen en de bijbehorende subsidiebedragen

Bijlage I

Bijlage II Lijst van specifieke maatregelen en de bijbehoreden subsidiebedragen

Bijlage II

Bijlage III Lijst van duurzame keuzemaatregelen

Bijlage III