Artikel 6 Aanvullende criteria
De jeugdsportsubsidie wordt slechts verstrekt indien er naast de in artikel 4 genoemde criteria ook aan de volgende criteria is voldaan:
- 1.
de activiteiten komen ten goede aan de jeugdleden van de instelling;
- 2.
het percentage jeugdleden, woonachtig in gemeente Waalwijk, moet tenminste 70% zijn van het totale jeugdledenbestand van de instelling;
- 3.
de instelling moet ten minste 15 actieve jeugdleden hebben;
- 4.
de instelling bestaat tenminste 1 jaar en heeft actief deelgenomen aan officiële bondsactiviteiten (competities, wedstrijden, e.d.).
Artikel 7 Aanvraag
- 1.
In afwijking van artikel 8 van de algemene subsidieverordening wordt de aanvraag voor jeugdsportsubsidie ingediend voor 1 februari van het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.
- 2.
In afwijking van artikel 9 van de algemene subsidieverordening gaat de aanvraag vergezeld van:
- a.
De in artikel 4:2 van de Awb genoemde gegevens, te weten:
- -
de naam en het adres van de aanvrager;
- -
- -
een aanduiding van de beschikking die wordt aangevraagd;
- b.
een opgave van de namen en adressen van de leden van het dagelijks bestuur;
- c.
het aantal jeugdleden, peildatum 1 januari van het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft;
- d.
een opgave van het (bank-)rekeningnummer, waarnaar het subsidiebedrag moet worden overgeschreven.
Artikel 8 Vaststelling
De subsidieverlening en subsidievaststelling worden tegelijkertijd bepaald.
Artikel 9 Grondslag subsidieberekening
De jeugdsportsubsidie bestaat uit een vast bedrag per jeugdlid. De hoogte van het bedrag wordt jaarlijks door het college vastgesteld.
Artikel 10 Subsidietijdvak
De subsidie wordt in beginsel voor een tijdvak van een subsidieseizoen verleend.
HOOFDSTUK 3 BIJDRAGEN UIT HET SPORTFONDS
Paragraaf 3.1 Algemene bepalingen
Artikel 11 Aanvraag
- 1.
In afwijking van artikel 8 van de algemene subsidieverordening moeten aanvragen voor start-, incidentele activiteiten-, sportmaterialen- en cursussubsidies worden ingediend tenminste veertien weken voor de datum waarop de desbetreffende activiteit plaatsvindt.
- 2.
Het college kan besluiten een te laat ingediend subsidieverzoek in behandeling te nemen, indien een beslissing op dat verzoek genomen kan worden op een- naar het oordeel van het college – redelijk tijdstip voordat de desbetreffende activiteit plaatsvindt, of indien de aanvrager ermee instemt dat de beslissing nadien wordt genomen.
- 3.
In afwijking van de in artikel 9 van de algemene subsidieverordening gaat de aanvraag vergezeld van:
- a.
De in artikel 4:2 van de Awb genoemde gegevens, te weten:
- -
de naam en het adres van de aanvrager;
- -
de dagtekening;
- een aanduiding van de beschikking die wordt aangevraagd;
- b.
een opgave van de namen en adressen van de leden van het dagelijks bestuur;
- c.
een opgave van het (bank-)rekeningnummer, waarnaar het subsidiebedrag moet worden overgeschreven.
Paragraaf 3.2 Startsubsidie
Artikel 12 Aanvullende criteria
De startsubsidie wordt slechts verleend indien naast de in artikel 4 genoemde criteria ook is voldaan aan de volgende criteria:
- 1.
er sprake is van een instelling, welke een tak van sport beoefent, die binnen Gemeente Waalwijk nog niet in verenigingsverband kan worden bedreven;
- 2.
de aanvraag heeft alleen betrekking op de oprichtingskosten: notariële acte, kosten inschrijving Kamer van Koophandel en administratiekosten, zoals pennen, papier enz.
Artikel 13 Aanvraag
In aanvulling op artikel 11 gaat de aanvraag vergezeld van:
- 1.
een uittreksel uit het register van de Kamer van Koophandel, waaruit de inschrijving van de aanvragende instelling blijkt;
- 2.
een begroting over tenminste één jaar vanaf de datum van oprichting, waarin duidelijk de inkomsten en uitgaven zijn vermeld;
- 3.
overzicht van de oprichtingskosten, waarin de volgende kosten duidelijk zijn vermeld en onderbouwd met een rekening:
- a.
nota inschrijving Kamer van Koophandel;
- b.
- c.
- 4.
een korte omschrijving van de activiteiten van de instelling.
Artikel 14 Vaststelling
De subsidieverlening en subsidievaststelling worden tegelijkertijd bepaald.
Artikel 15 Maximale subsidie
Het maximale subsidiebedrag dat wordt verleend is€ 200,- per instelling.
Paragraaf 3.3 Incidentele activiteitensubsidie
Artikel 16 Aanvullende criteria
De incidentele activiteitensubsidie wordt slechts verleend indien naast de in artikel 4 genoemde criteria ook aan de volgende criteria is voldaan:
- 1.
het betreft incidentele sport- en sportieve recreatieactiviteiten, welke naar het oordeel van het college van belang zijn voor de plaatselijke sport en recreatie in het algemeen of voor een specifiek onderdeel daarvan;
- 2.
de activiteit, ter beoordeling van het college, een zo open mogelijk karakter heeft, met andere woorden: open moeten staan voor andere verenigingen en/of inwoners van de gemeente en algemeen voor het publiek toegankelijk moeten zijn;
- 3.
de instelling draagt ten minste 1/3 deel van de kosten zelf.
Artikel 17 Aanvraag
In aanvulling op artikel 11 gaat de aanvraag voor een incidentele activiteitensubsidie vergezeld van:
- 1.
een omschrijving van de incidentele sport- en sportieve recreatieactiviteit, waarvoor subsidie wordt aangevraagd;
- 2.
een begroting voor die activiteit waarin duidelijk de inkomsten en uitgaven terug te vinden zijn.
Artikel 18 Vaststelling
- 1.
Binnen twee maanden nadat de activiteit waarvoor subsidie is verleend, heeft plaatsgevonden, dient de instelling een verzoek tot vaststelling van de subsidie in.
- 2.
Bij dat verzoek legt de instelling een financieel verslag met betrekking tot de activiteit over, waaruit de desbetreffende inkomsten en uitgaven blijken.
Paragraaf 3.4 Sportmateriaalsubsidie
Artikel 19 Aanvullende criteria
De sportmateriaalsubsidie wordt slechts verleend indien naast de in artikel 4 genoemde criteria ook aan de volgende criteria is voldaan:
- 1.
het sportmateriaal valt onder de standaarduitrusting van een sportvereniging, dit conform de NOC*NSF-normen;
- 2.
voor de vervanging van het sportmateriaal geldt een vastgestelde afschrijvingstermijn, vastgelegd in de afschrijvingstaat;
- 3.
per vereniging kan slechts één maal voor de eerste aanschaf beroep gedaan worden op de sportmateriaalsubsidie.
Artikel 20 Aanvraag
In aanvulling op artikel 11 gaat de aanvraag vergezeld van:
- 1.
een duidelijke omschrijving van het sportmateriaal waarvoor de subsidieaanvraag wordt ingediend;
- 2.
aangeven of het om een eerste aanschaf of om een vervanging gaat.
- 3.
indien van toepassing: reden van de vervanging van het sportmateriaal;
- 4.
minimaal 2 offertes voor de vervanging of 1e aanschaf van het sportmateriaal.
Artikel 21 Vaststelling
De subsidieverlening en subsidievaststelling worden tegelijkertijd bepaald.
Artikel 22 Financiële verantwoording
Na aanschaf van de sportmateriaal dient het bewijs van betaling voor aanschaf van het sportmaterialen te worden overgelegd.
Artikel 23 Maximaal bedrag
- 1.
Voor de eerste aanschaf van sportmateriaal, welke tot de standaarduitrusting - dit conform de NOC*NSF-normen - van een sportvereniging wordt gerekend, geldt dat de eerste aanschaf voor 100% subsidiabel wordt gesteld.
- 2.
Bij vervanging van het sportmateriaal wordt 75% van de laagste offerte subsidiabel gesteld; 25% is voor rekening van de vereniging.
Paragraaf 3.5 Cursussubsidie
Artikel 24 Aanvullende criteria
De cursussubsidie wordt slechts verleend indien naast de in artikel 4 genoemde criteria ook aan de volgende criteria is voldaan:
- 1.
de opleiding, training of cursus waarvoor subsidie wordt gevraagd, is een algemene basisopleiding voor recreatiesportleider en door een erkende bond georganiseerde jeugdleiders- en jeugdtrainerscursus;
- 2.
de aanvraag heeft alleen betrekking op de voor cursus verplicht aan te schaffen cursusboeken en de kosten, die redelijkerwijs gemaakt moeten worden voor het reizen om deel te kunnen nemen aan de cursus, berekend overeenkomstig de bepalingen van het Reisbesluit burgerlijk rijkspersoneel.
Artikel 25 Aanvraag
In aanvulling op artikel 11 gaat iedere aanvraag vergezeld van:
- 1.
een duidelijke omschrijving van de cursus;
- 2.
de naam en geboortedatum van de cursist;
- 3.
een opgave van de kosten als bedoeld in artikel 24, tweede lid.
Artikel 25 Verstrekking
De subsidieverlening en subsidievaststelling worden tegelijkertijd bepaald. Na afloop dient er worden aangetoond dat de cursus daadwerkelijk is gevolgd door de aangemelde cursist.
Artikel 26 Maximaal bedrag
- 1.
Het maximale subsidiebedrag is € 100,- per cursist per jaar, maar nooit meer dan 75% van de totale kosten als bedoeld in artikel 24, tweede lid.
- 2.
Per subsidieseizoen wordt aan een instelling een cursussubsidie voor maximaal vijf leden verleend.
HOOFDSTUK 4 SLOTBEPALINGEN
Artikel 27 Hardheidsclausule
- 1.
Het college handelt overeenkomstig deze verordening, tenzij dat voor één of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de verordening te dienen doelen.
- 2.
Op verzoek van het college dient de subsidiënt inzage in de administratie te geven.
Artikel 28 Citeerartikel
Deze verordening kan worden aangehaald als: Subsidieverordening Sport 2008.
Artikel 29 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
- 2.
De “Subsidieverordening Sport Waalwijk 2006” vastgesteld op 24 november 2005, wordt ingetrokken.
Artikel 30 Overgangsrecht
Bij de inwerkingtreding van deze Subsidieverordening Sport 2008 is de Subsidieverordening Sport Waalwijk 2006 komen te vervallen, met dien verstande dat die verordening van toepassing blijft op subsidies die vóór de inwerkingtreding zijn verleend en/of vastgesteld.
Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 31 januari 2008
DE RAAD VAN WAALWIJK
de griffier, de voorzitter,
G.H. Kocken drs. A.M.P. Kleingeld