Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Onderbanken

Verordening leerlingenvervoer gemeente Onderbanken 2007

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOnderbanken
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening leerlingenvervoer gemeente Onderbanken 2007
CiteertitelVerordening leerlingenvervoer gemeente Onderbanken 2007
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200701-04-2011Onbekend

21-12-2006

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening leerlingenvervoer gemeente Onderbanken 2007

De Raad van de gemeente Onderbanken;

Gezien het voorstel van het college Burgemeester en Wethouders van 7 november 2006,

Gezien het advies van de commissie WWW van 29 november 2006;

Gelet op de artikelen 4 van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs;

BESLUIT

Vast te stellen de volgende verordening

Verordening leerlingenvervoer gemeente Onderbanken 2007

Titel 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

De verordening verstaat onder:

  • a.

    school:

    • -

      een basisschool of speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs (Stb.1998, 495);

    • -

      een school voor speciaal onderwijs of speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra (Stb. 1998.496); of

    • -

      een school voor speciaal voortgezet onderwijs als bedoeld in deel II van de Wet op het voortgezet onderwijs;

    • -

      een school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs (Stb. 1998,512);

  • b.

    ouders: de ouders, voogden of verzorgers van de leerling;

  • c.

    leerling: een leerling van een school als bedoeld onder lid a;

  • d.

    woning: de plaats waar de leerling feitelijk zijn hoofdverblijf heeft;

  • e.

    afstand: de afstand tussen de woning en de school, gemeten langs de kortste voor de leerling voldoende begaanbare en veilige weg;\

  • f.

    vervoer: openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer tussen de woning en de school dat plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde van de schooldag volgens het schoolplan, tenzij de structurele handicap van een leerplichtige leerling die aansluiting onmogelijk maakt;

  • g.

    openbaar vervoer: voor een ieder openstaand personenvervoer volgens een dienstregeling per trein, metro, tram, bus, veerdienst of auto;

  • h.

    aangepast vervoer: vervoer per besloten (school)busvervoer, taxi, treintaxi of bustaxi;

  • i.

    eigen vervoer: vervoer per eigen motorvoertuig, bromfiets of fiets;

  • j.

    reistijd: de totale tijdsduur die ligt tussen het verlaten van de woning en de aanvang van de schooldag volgens het schoolplan dan wel de totale tijdsduur die ligt tussen het einde van de schooldag volgens het schoolplan en de aankomst bij de woning;

  • k.

    toegankelijke school:

    • -

      voor wat betreft basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs: de basisschool van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school of de speciale school voor basisonderwijs waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school;

    • -

      voor wat betreft scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs en scholen voor speciaal voortgezet onderwijs: de school van de soort waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school van de soort waarop de leerling is aangewezen;

  • l.

    inkomen: het ingevolge de Wet op de inkomstenbelasting 2001 vastgestelde gecorrigeerde verzamelinkomen van de ouders in het tweede kalenderjaar voorafgaande aan het schooljaar waarvoor bekostiging van de vervoerskosten wordt gevraagd;

  • m.

    commissie voor de begeleiding: de commissie die is ingesteld door het bevoegd gezag van een school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde een instelling, of de bevoegde gezagsorganen van twee of meer scholen als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde instellingen, die hetzelfde regionaal expertisecentrum instandhouden;

  • n.

    vervoersvoorziening: een gehele of gedeeltelijke vergoeding van de door het college noodzakelijk geachte vervoerskosten van de leerling en zo nodig diens begeleider;

    • -

      de verstrekking van een abonnement of strippenkaart voor de leerling en zo nodig diens begeleider, of:

    • -

      aanbieding van aangepast vervoer dat de gemeente verzorgt of doet verzorgen;

  • o.

    permanente commissie leerlingenzorg: de commissie als bedoeld in artikel 23 van de Wet op het primair onderwijs;

  • p.

    samenwerkingsverband: het samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 18 van de Wet op het primair onderwijs;

  • q.

    regionale verwijzingscommissie: de commissie als bedoeld in artikel 10g van de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • r.

    opdc: othopedagogisch en -didactisch centrum als bedoeld in artikel 10h, derde lid van de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • s.

    ambulante begeleiding de begeleiding door een personeelslid van een school of instelling als bedoeld in artikel 1van de Wet op de expertisecentra van leerlingen die zijn geplaatst op een basisschool of leerlingen die zijn geplaatst op een school voor voortgezet onderwijs en die naar het oordeel van het bevoegd gezag zonder die begeleiding zouden zijn aangewezen op het speciaal onderwijs of het voortgezet speciaal onderwijs;

  • t.

    commissie voor indicatiestelling de commissie als bedoeld in artikel 28 c van de Wet op de expertisecentra.

Artikel 2 Vergoeding van de door het college noodzakelijk te achten vervoerskosten

  • 1.

    Ten behoeve van het schoolbezoek kent het college aan de ouders van in de gemeente verblijvende leerlingen op aanvraag een vervoersvoorziening toe met inachtneming van het bepaalde in deze verordening.

  • 2.

    Indien het college toepassing geeft aan het eerste lid, verlangt zij dat de ouders aan wie slechts een gedeeltelijke vergoeding van de vervoerskosten toekomt, hun kinderen van het aldus verzorgde vervoer gebruik laten maken tegen betaling van een bijdrage tot ten hoogste het bedrag dat de ouders ingevolge het bepaalde in deze verordening moeten bijdragen aan de kosten van het vervoer. Weigering tot of nalatigheid in de betaling van de in de vorige volzin bedoelde bijdrage doet de aanspraak op een vergoeding of voorziening vervallen.

  • 3.

    De bepalingen in deze verordening laten onverlet de verantwoordelijkheid van de ouders voor het schoolbezoek van hun kinderen.

  • 4.

    Indien de leerling meerderjarig en handelingsbekwaam is, wordt de bekostiging op aanvraag verstrekt aan de leerling.

Artikel 3 Vergoeding naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school

  • 1.

    Een vergoeding van de vervoerskosten wordt toegekend over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, tenzij vervoer naar een verder weggelegen school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen en de ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instemmen.

  • 2.

    Indien ouders een vergoeding van de vervoerskosten aanvragen voor het bezoeken van een school voor basisonderwijs, die op grotere afstand is gelegen dan in artikel 11 lid 1 is bepaald, terwijl één of meer scholen van dezelfde onderwijssoort dichterbij de woning zijn gelegen, ontstaat slechts aanspraak op een vergoeding naar eerstgenoemde school als door de ouders schriftelijk wordt verklaard dat zij overwegende bezwaren hebben tegen het openbaar onderwijs dan wel tegen de richting van het onderwijs van alle bijzondere scholen, van de soort waarop de leerling is aangewezen, die dichterbij de woning zijn gelegen.

  • 3.

    Indien ouders een vergoeding van de vervoerskosten aanvragen voor het bezoeken van een speciale school voor basisonderwijs terwijl één of meer scholen van dezelfde onderwijssoort dichterbij de woning en buiten de gemeente Onderbanken zijn gelegen, ontstaat slechts aanspraak op een vergoeding naar eerstgenoemde school als door de ouders schriftelijk wordt verklaard dat zij overwegende bezwaren hebben tegen het openbaar onderwijs dan wel de richting van het onderwijs van alle bijzondere scholen, van de soort waarop de leerling is aangewezen, die dichterbij de woning zijn gelegen.

  • 4.

    Indien ouders een vergoeding van de vervoerskosten aanvragen voor het bezoeken van een school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs terwijl één of meer scholen van dezelfde onderwijssoort dichterbij de woning zijn gelegen, ontstaat slechts aanspraak op een vergoeding naar eerstgenoemde school als door de ouders schriftelijk wordt verklaard dat zij overwegende bezwaren hebben tegen het openbaar onderwijs dan wel tegen de richting van het onderwijs van alle bijzondere scholen, van de soort waar de leerling is aangewezen, die dichterbij de woning is gelegen.

  • 5.

    Voor een leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs uit cluster 4 bezoekt geldt als dichtstbijzijnde toegankelijke school, de school die door de commissie voor de indicatiestelling is geadviseerd. Dit is van toepassing zolang de leerling zijn woonplaats heeft in het gebied van het regionaal expertisecentrum waaraan voornoemde commissie is verbonden.

Artikel 4 Uitbetaling van de bekostiging

Het college bepaalt bij het verstrekken van een vergoeding van de vervoerskosten de wijze en het tijdstip van de uitbetaling, alsmede de tijdsduur van de vergoeding.

Artikel 5 Aanvraagprocedure

  • 1.

    Een aanvraag voor bekostiging van de vervoerskosten wordt gedaan door indiening bij het college van een volledig ingevuld en door de ouders ondertekend formulier, voorzien van de op het formulier vermelde gegevens.

  • 2.

    Indien dit voor een juiste beoordeling van de aanvraag noodzakelijk is, kan het college de ouders verzoeken aanvullende gegevens te verstrekken.

  • 3.

    Het college besluit over de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.

  • 4.

    Het college kan het in het vorige lid bedoelde besluit met ten hoogste vier weken verdagen. De aanvrager wordt hiervan schriftelijk in kennis gesteld.

  • 5.

    Indien een vervoersvoorziening wordt toegekend wordt deze getroffen:

    • -

      met ingang van het nieuwe schooljaar indien de aanvraag voor 1 juni is ingediend;

    • -

      met ingang van de door de ouders verzochte datum als het een aanvraag gedurende het schooljaar betreft, met dien verstande dat de datum waarop de vergoeding wordt toegewezen niet ligt voor de datum van ontvangst van de aanvraag door het college.

Artikel 6 Doorgeven van wijzigingen

  • 1.

    De ouders zijn verplicht wijzigingen, die van invloed kunnen zijn op de verstrekte bekostiging, onder vermelding van de datum van wijziging, onverwijld schriftelijk mede te delen aan het college.

  • 2.

    Indien sprake is van een wijziging die van invloed is op de verstrekte vergoeding, vervalt de aanspraak op vergoeding en kent het college al dan niet opnieuw een vergoeding van de vervoerskosten toe.

  • 3.

    Indien de ouders niet voldoen aan het bepaalde in het eerste lid, en het college een wijziging als bedoeld in het tweede lid vaststelt, waardoor blijkt dat ten onrechte een vergoeding is genoten, vervalt de vergoeding van de vervoerskosten terstond en kent het college al dan niet opnieuw een vergoeding van de vervoerskosten toe. Het college deelt het besluit schriftelijk mee aan de ouders.

  • 4.

    Een ten onrechte genoten vergoeding kan van de ouders worden teruggevorderd, dan wel worden verrekend bij een eventuele nieuwe toekenning van een vergoeding.

Artikel 7 Peildatum leeftijd leerling

Voor de toekenning van een vergoeding op basis van artikel 12, 15 en 24 is bepalend de leeftijd of ontwikkelingsniveau van de leerling op 1 augustus van het schooljaar waarop de vergoeding betrekking heeft.

Artikel 8 Andere vergoedingen

Een vergoeding wordt verminderd met de aanspraak op een toelage, voor zover die voor de betreffende leerling betrekking heeft op de reiskosten.

Titel 2: Bepalingen omtrent het vervoer van de leerlingen van scholen voor primair onderwijs

Artikel 9 Vergoeding naar de dichtstbijzijnde toegankelijk speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 kunnen de kosten worden vergoed van het vervoer tussen de woning en

  • a.

    de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband van de basisschool waarvan de leerling afkomstig is, of

  • b.

    een andere speciale school voor basisonderwijs in het onder a. bedoelde samenwerkingsverband, indien het vervoer naar die school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen dan het vervoer naar de speciale school voor basisonderwijs, bedoeld onder a., en de ouders met het vervoer naar die andere school instemmen.

Artikel 10 Permanente commissie leerlingenzorg

  • 1.

    Het college neemt bij de beoordeling van de aanvraag voor leerlingenvervoer de beslissing in acht van de permanente commissie leerlingenzorg over de toelating van de leerling op een speciale school voor basisonderwijs.

  • 2.

    Het college kan bij de beoordeling van de aanvraag voor leerlingenvervoer eventuele adviezen betrekken van de permanente commissie leerlingenzorg die voor de beoordeling van die aanvraag van belang zijn.

Artikel 11 Vergoeding van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets

  • 1.

    Het college kent aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs bezoekt zoals genoemd in artikel 1 lid k een vergoeding toe op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school meer dan 4 kilometer bedraagt.

  • 2.

    Het college kent aan de ouders van de leerling tot en met 12 jaar, f met een vergelijkbaar ontwikkelingsniveau, die een speciale school voor basisonderwijs bezoekt zoals genoemd in artikel 1 lid k een vergoeding toe op basis van de kosten van aangepast vervoer indien die schol als dichtstbijzijnde toegankelijke school kan worden aangemerkt.

  • 3.

    Het college kent aan de ouders van de leerling die een speciale school voor basisonderwijs bezoekt zoals genoemd in artikel 1 lid k een vergoeding toe op basis van de kosten van openbaar vervoer indien die school als dichtstbijzijnde toegankelijke school kan worden aangemerkt.

  • 3.

    In afwijking van het eerste en het tweede lid kent het college de ouders een vergoeding toe op basis van de kosten van het vervoer per fiets, indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets.

Artikel 12 Vergoeding van de kosten van vervoer ten behoeve van een begeleider

Indien aanspraak bestaat op een in artikel 11, lid 1 of 3, bedoelde vergoeding, vergoedt het college tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van een begeleider, indien de leerling jonger dan elf jaar is, en door de ouders tegenover burgemeester en wethouders genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik te maken.

Artikel 13 Vergoeding op basis van de kosten van aangepast vervoer

Het college kent een vergoeding toe op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, indien voldaan wordt aan het genoemde in artikel 11 lid 1 of 2, en

  • a.

    de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug meer dan één uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 45 minuten reistijd of minder kan worden teruggebracht, of:

  • b.

    openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets.

Artikel 14 Vergoeding op basis van de kosten van eigen vervoer

  • 1.

    Indien aanspraak bestaat op een vergoeding van de vervoerskosten, kan het college de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.

  • 2.

    Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die een leerling zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, een vergoeding in de vorm van:

    • a.

      een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer of openbaar vervoer met begeleiding, indien aanspraak zou bestaan op een vergoeding op basis van de kosten van het openbaar vervoer of openbaar vervoer met begeleiding, behoudens het bepaalde in het derde lid;

    • b.

      een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op een vergoeding van de kosten van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het derde lid.

  • 3.

    Indien aanspraak bestaat op een vergoeding van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets, vergoedt het college aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.

Titel 3 Bepalingen omtrent het vervoer van de leerlingen van scholen voor speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs

Artikel 15 Vergoeding van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets

  • 1.

    Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs bezoekt met in achtneming van het bepaalde in artikel 3, een vergoeding op basis van de kosten van het openbaar vervoer indien de school als dichtstbijzijnde toegankelijke school kan worden aangemerkt.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid kent het college de ouders een vergoeding toe op basis van de kosten van het vervoer per fiets dan wel bromfiets, indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

  • 3.

    in afwijking van het eerste en tweede lid kent het college een vergoeding toe op basis van de kosten van aangepast vervoer indien de leerling 12 jaar of jonger is, of indien de ouderen leerling een vergelijkbaar ontwikkelingsniveau heeft.

Artikel 16 Commissie voor de begeleiding

Indien het college de gevraagde voorziening ten behoeve van een leerling op een school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient zij bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen te betrekken.

Artikel 17 Vergoeding van de kosten van openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider

  • 1.

    Indien aanspraak bestaat op een in artikel 15 bedoelde vergoeding, vergoedt het college tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van een begeleider, indien door de ouders tegenover burgemeester en wethouders genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling, gelet op zijn geestelijke, zintuiglijke of lichamelijke handicap of leeftijd, niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.

  • 2.

    Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient zij het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen te betrekken.

Artikel 18 Vergoeding op basis van de kosten van aangepast vervoer

  • 1.

    Het college kent een vergoeding toe op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs bezoekt, indien voldaan wordt aan het genoemde in artikel 15 lid 1, en

    • a.

      de leerling, naar het oordeel van het college, gelet op zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet in staat is - ook niet onder begeleiding - van openbaar vervoer gebruik te maken, of:

    • b.

      de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug meer dan één uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 45 minuten of minder kan worden teruggebracht, of:

    • c.

      openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

  • 2.

    Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient zij bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen te betrekken.

Artikel 19 Vergoeding op basis van de kosten van eigen vervoer

  • 1.

    Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kan het college de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.

  • 2.

    Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, vergoedt het college aan de ouders die een leerling zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren:

    • a.

      een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer of openbaar vervoer met begeleiding, indien aanspraak zou bestaan op een vergoeding op basis van de kosten van het openbaar vervoer of het openbaar vervoer met begeleiding, behoudens het bepaalde in het derde lid;

    • b.

      een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op een vergoeding van de kosten van aangepast vervoer.

  • 3.

    Indien aanspraak bestaat op een vergoeding van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, vergoedt het college aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets dan wel bromfiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.

Titel 4 Bepalingen omtrent weekeinde- en vakantievervoer

Artikel 20 Vergoeding van kosten van het weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders

Het college vergoedt desgewenst de kosten van het weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders van de leerling die, met het oog op het volgen van voor hem passend speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs in een internaat of pleeggezin verblijft, volgens het bepaalde in deze titel.

Artikel 21 Vergoeding kosten weekeinde- en vakantievervoer

  • 1.

    Het college vergoedt aan de ouders de kosten van het weekendvervoer van de leerling voor de, `eenmaal per weekeinde gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de weekeinden niet vallen binnen de in het tweede lid bedoelde schoolvakanties.

  • 2.

    Het college vergoedt de kosten van het vakantievervoer van de leerling voor de, eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer, gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft naar de woning van de ouders en terug, voor zover de vakantie voorkomt in het schoolplan van de school die de leerling bezoekt.

  • 3.

    Titel 3 van deze verordening is van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van artikel 16, artikel 17 lid 2, artikel 18 lid 1 b, artikel 18 lid 2.

Titel 5 Eigen bijdrage en vergoeding naar financiële draagkracht

Artikel 22 Drempelbedrag

  • 1.

    Aan de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, van wie het inkomen tezamen meer bedraagt dan € 21.600,00 wordt slechts een vergoeding verleend voorzover de kosten van het vervoer de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 11 lid 1 of 2 bepaalde voorwaarde te boven gaan.

  • 2.

    In geval het college in plaats van een vergoeding in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgen dan wel doen verzorgen, betalen de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, per leerling per schooljaar een eigen bijdrage die gelijk is aan de kosten van het openbaarvervoer over de afstand zoals bedoeld middels artikel 11 lid 1 of 2 dan wel artikel 15 lid 1, indien het inkomen van de ouders meer bedraagt dan € 21.600,00.

  • 3.

    De kosten voor het openbaar vervoer, genoemd in het eerste en het tweede lid, betreffen de kosten van openbaar vervoer die op grond van de zone-indeling in de regeling die is gebaseerd op artikel 30, eerste lid, van de Wet personenvervoer 2000, voor de afstand redelijkerwijs zouden worden gemaakt, ongeacht de aanwezigheid van openbaar vervoer of daadwerkelijk gebruik ervan.

  • 4.

    Het bedrag van € 21.600,00 genoemd in het eerste en tweede lid, wordt met ingang van 1 januari 2007 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van het voorafgaande jaar, en afgerond op een veelvoud van € 450,00. Het aangepaste bedrag treedt in de plaats van het in het eerste lid genoemde bedrag van € 21.600,00.

  • 5.

    Deze bepaling is niet van toepassing op de leerling voor wie ingevolge Titel 6 een vervoersvoorziening is verstrekt.

Artikel 23 Financiële draagkracht

  • 1.

    Indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs, meer dan 20 kilometer bedraagt, wordt de vastgestelde vergoeding verminderd met een van de financiële draagkracht van de ouders afhankelijk bedrag.

  • 2.

    In geval burgemeester en wethouders in plaats van een vergoeding in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgen dan wel doen verzorgen, en de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs, speciale school voor basisonderwijs meer dan 20 kilometer bedraagt, betalen de ouders een van de financiële draagkracht afhankelijke bijdrage tot ten hoogste het bedrag van de kosten van het vervoer.

  • 3.

    De hoogte van het bedrag als bedoeld in het eerste lid en de bijdrage als bedoeld in het tweede lid zijn afhankelijk van de hoogte van het gecorrigeerd verzamelinkomen van de ouders in de zin van de Wet op de inkomstenbelasting 2001 en bedragen:

    Inkomen in euro’s

    eigen bijdrage in euro’s

    0 - 28.500

    Nihil

    28.500 - 34.000

    115

    34.000 - 40.000

    465

    40.000 – 45.000

    870

    45.000 – 51.500

    1.265

    51.500 – 56.000

    1.680

    56.000 en verder

    voor elke extra 4.500,00: 395 erbij

  • 4.

    De inkomensbedragen, genoemd in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2007 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de CAO-lonen van volwassen werknemers per maand heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 500,00.

  • 5.

    De bedragen van de eigen bijdrage, bedoeld in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2007 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het consumentenprijsindexcijfer van de reeks alle huishoudens, op het onderdeel vervoersdiensten, heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 5,00.

  • 6.

    Deze bepaling is niet van toepassing op de leerling voor wie ingevolge Titel 6 een vervoersvoorziening is verstrekt.

Titel 6: Bepalingen omtrent het vervoer van gehandicapte leerlingen van scholen voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs

Artikel 24 Bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding

  • 1.

    Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt en vanwege een lichamelijk, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik kan maken. Ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs neemt het college artikel 9 in acht.

  • 2.

    Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de permanente commissie leerlingenzorg, de ambulante begeleider of het advies van andere deskundigen te betrekken.

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets dan wel bromfiets, indien de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

  • 4.

    indien voldaan wordt aan het gestelde in lid 1 én de leerling is 12 jaar of jonger, of indien voldaan wordt aan het genoemde in lid 1 én een ouderen leerling heeft een vergelijkbaar ontwikkelingsniveau van een twaalfjarige of jonger, dan kent het college een vergoeding toe op basis van de kosten van aangepast vervoer.

Artikel 25 Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer

  • 1.

    Het college verstrekt bekostiging op basis van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt, indien:

    • a.

      de leerling, naar het oordeel van het college, gelet op zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet in staat is – ook niet onder begeleiding – van openbaar vervoer gebruik te maken. Ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs neem het college artikel 9 in acht, of:

    • b.

      aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 24 en de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug, meer dan één uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 45 minuten of minder kan worden teruggebracht, of:

    • c.

      aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 24 en openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan net onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets.

  • 2.

    Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de permanente commissie leerlingenzorg of de ambulante begeleider of het advies van andere deskundigen te betrekken.

Artikel 26 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer

  • 1.

    Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kan het college de ouders op aanvraag toestaan de leerling zelf te vervoeren of te laten vervoeren.

  • 2.

    Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan ouders wordt verleend, bekostigt het college aan de ouders die de leerling zelf vervoeren of laten vervoeren :

    • a.

      een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer of het openbaar vervoer met begeleiding, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van het openbaar vervoer of het openbaar vervoer met begeleiding, behoudens het bepaalde in het derde lid.

    • b.

      een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van aangepast vervoer.

  • 3.

    Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat dan wel van oordeel is dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, verstrekt het college aan de ouders bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets of bromfiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.

Titel 7: Slotbepalingen

Artikel 27 Wijziging normbepalingen

Het college besluit jaarlijks, vóór aanvang van het schooljaar, tot wijziging van de bedragen zoals genoemd in artikel 22 en 23, overeenkomstig het advies van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).

Artikel 28 Publicatie wijzigingen

Het besluit als genoemd in artikel 27 wordt bekend gemaakt via publicatie in het Onderbanken Journaal vóór aanvang van het schooljaar.

Artikel 29 Beslissing college in gevallen waarin de regeling niet voorziet

In gevallen, de uitvoering van het leerlingenvervoer betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 30 Afwijken van bepalingen

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening, zo nodig na advies te hebben gevraagd aan de permanente commissie leerlingenzorg, de commissie voor de begeleiding, de regionale verwijzingscommissie of andere deskundigen.

Artikel 31 Intrekken oude regeling

De verordening leerlingenvervoer gemeente Onderbanken 2003, gewijzigd per 01 januari 2006, wordt ingetrokken.

Artikel 32 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze verordening treedt in werking met ingang van 01 januari 2007 en is alleen van toepassing op aanvragen leerlingenvervoer voor het schooljaar 2007-2008 en volgende schooljaren. Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening leerlingenvervoer gemeente Onderbanken 2007".

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 december 2006.

DE RAAD VAN DE GEMEENTE ONDERBANKEN,

De voorzitter

De griffier