Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Onderbanken

Verordening Klachtenbehandeling Onderbanken

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOnderbanken
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Klachtenbehandeling Onderbanken
CiteertitelKlachtenverordening Onderbanken
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-07-200501-01-2021Onbekend

26-05-2005

Onderbanken Journaal 13-07-2005

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Klachtenbehandeling Onderbanken

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Onderbanken;

Ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft;

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 19 april 2005;

Gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet;

Besluiten vast te stellen de volgende verordening:

Verordening Klachtenbehandeling Onderbanken

HOOFDSTUK 1

1:1 Begrips- en algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

commissie:

de commissie voor de bezwaarschriften als bedoeld in de “Verordening commissie bezwaarschriften”, zoals vastgesteld in de openbare raadsvergadering d.d. 26 september 2002;

b.

Nationale ombudsman:

externe klachtvoorziening (in tweede aanleg):

c.

bestuursorgaan:

1.

de gemeenteraad;

 

 

2.

het college van burgemeester en wethouders;

 

 

3.

de burgemeester;

 

 

4.

een commissie waaraan bevoegdheden van de raad en/of het college en/of de burgemeester zijn toegekend;

d.

raadspresidium:

het raadspresidium als bedoeld in artikel 3b van het reglement van orde voor de vergadering en andere werkzaamheden van de gemeenteraad, zoals vastgesteld in de openbare raadsvergadering d.d. 13 maart 2002.

e.

functionaris:

eenieder die door of vanwege de gemeente is aangesteld om in de openbare dienst werkzaam te zijn; een ieder met wie de gemeente een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is aangegaan en voorts eenieder die onder de verantwoordelijkheid van de gemeente ten behoeve van haar dienst – al dan niet tijdelijk – werkzaam is en die tot de gemeente in een met een werknemer te vergelijken gezagsverhouding staat. Het voorgaande met uitzondering van het onderwijzend personeel in het onderwijs.

f.

gedraging

het handelen of nalaten te handelen;

g.

klacht:

een mondelinge of schriftelijke uiting van ongenoegen over de wijze waarop een bestuursorgaan zich in een bepaalde aangelegenheid jegens een natuurlijk persoon of een rechtspersoon heeft gedragen;

h.

wet:

Algemene wet bestuursrecht

Artikel 2 Algemene bepalingen

  • 1.

    Eenieder heeft het recht om over de wijze waarop een bestuursorgaan zich in een bepaalde aangelegenheid jegens hem of een ander heeft gedragen, een klacht in te dienen bij dat bestuursorgaan.

  • 2.

    Een gedraging van een wethouder wordt aangemerkt als een gedraging van het daarvoor verantwoordelijk bestuursorgaan.

  • 3.

    Een gedraging van een functionaris wordt aangemerkt als een gedraging van het daarvoor verantwoordelijk bestuursorgaan.

  • 4.

    De burgemeester ziet toe op een zorgvuldige behandeling van klachten door het gemeentebestuur.

  • 5.

    Mondelinge klachten worden in principe mondeling afgedaan. Wordt de klacht niet tot tevredenheid van de klager afgedaan, dan wordt de klager op de mogelijkheid gewezen van schriftelijke klachtbehandeling.

  • 6.

    Zodra naar tevredenheid van klager aan zijn klacht is tegemoet gekomen, vervalt de verplichting tot verdere behandeling van de klacht. Bij een schriftelijke klacht wordt dit schriftelijk bevestigd aan klager en aan degene over wie werd geklaagd.

1:2. Onafhankelijkheid, samenstelling, benoeming, zittingsduur en niet-deelneming aan behandeling commissie

Artikel 3 Onafhankelijkheid commissie

De voorzitter van de commissie, diens plaatsvervanger en de leden van de commissie en hun plaatsvervangers maken geen deel uit van en zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente Onderbanken.

Artikel 4 Samenstelling en benoeming commissie

Ten aanzien van de samenstelling van de commissie is artikel 3 van de Verordening commissie bezwaarschriften van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Zittingsduur commissie

Ten aanzien van de zittingsduur van de (leden van de) commissie is artikel 5 van de Verordening commissie bezwaarschriften van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6 Niet-deelneming aan de behandeling

Overeenkomstig artikel 12 van de Verordening Commissie bezwaarschriften nemen de voorzitter en de leden van de commissie niet deel aan de behandeling van een klaagschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

1:3 Secretariaat commissie

Artikel 7 Secretariaat

  • 1.

    Ter ondersteuning van haar werkzaamheden wordt de commissie in de klachtenprocedure bijgestaan door nader door burgemeester en wethouders, in overleg met de commissie, aan te wijzen personeel, hierna te noemen het ambtelijk secretariaat.

  • 2.

    Voor de toepassing van de gemeentelijke rechtspositieregelingen treedt, voor zover het betreft het uitvoeren van werkzaamheden van het aangewezen personeel, zoals bedoeld in lid 1aanhef onder a , voor deze commissie de voorzitter van de commissie jegens dit personeel op als diensthoofd.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders maken van hun bevoegdheid tot bestraffing, schorsing en ontslag ten aanzien van het aangewezen personeel, bedoeld in lid 1aanhef onder a, geen gebruik dan na een daartoe strekkend voorstel van de commissie.

HOOFDSTUK 2 Behandeling schriftelijke klachten in eerste aanleg

Artikel 8 Voorwaarden schriftelijke klacht

  • 1.

    Indien een schriftelijke klacht betrekking heeft op een gedraging jegens de klager en tevens voldoet aan de voorwaarden van het tweede lid, is dit hoofdstuk van toepassing.

  • 2.

    Het klaagschrift wordt ondertekend en bevat ten minste:

    • a.

      de naam en het adres van de klager;

    • b.

      de dagtekening;

    • c.

      een omschrijving van de gedraging waartegen de klacht is gericht;

    • d.

      de reden(en) waarom over de gedraging wordt geklaagd.

  • 3.

    De op grond van artikel 9 aangewezen klachtbehandelaar draagt zorg voor het vastleggen van alle voor het verkrijgen van zekerheid over de toedracht van de gedraging en voor de beoordeling van de klacht van belang zijnde gegevens. Naast de in het tweede lid genoemde gegevens behoren in ieder geval:

    • a.

      een tijdsaanduiding van de gedraging;

    • b.

      voor zover van belang een aanduiding van de plaats waar de gedraging heeft plaatsgevonden;

    • c.

      de naam en de functie van de functionaris dan wel een aanduiding van het onderdeel van de ambtelijke organisatie waartegen de klacht is gericht danwel de vermelding dat de klacht tegen de gehele ambtelijke organisatie is gericht.

  • 4.

    Het ambtelijk secretariaat registreert alle klachten op een verzamellijst.

  • 5.

    Indien de klager dat wenst, wordt hem door het ambtelijk secretariaat van de commissie medewerking verleend bij het op schrift stellen van de klacht.

Artikel 9 Indiening , afhandeling en klachtbehandelaar

Een klacht wordt door tussenkomst van het ambtelijk secretariaat van de commissie ingediend bij en afgehandeld door:

  • a.

    de gemeentesecretaris, indien het een klacht betreft die betrekking heeft op:

    • -

      een onderdeel van de ambtelijke organisatie;

    • -

      een functionaris zoals bedoeld in artikel 1 onder e.

  • b.

    het raadspresidium, indien het een klacht betreft die betrekking heeft op:

    • -

      de griffier.

  • c.

    Het college van burgemeester en wethouders, indien het een klacht betreft die betrekking heeft op:

    • -

      de gemeentesecretaris;

  • d.

    De commissie, indien het een klacht betreft die betrekking heeft op:

    • -

      de burgemeester;

    • -

      het college van burgemeester en wethouders;

    • -

      een wethouder;

    • -

      de gemeenteraad.

Artikel 10 Ontvangstbevestiging

  • 1.

    De ontvangst van het in artikel 8 omschreven klaagschrift wordt namens de commissie schriftelijk bevestigd. Daarbij wordt zoveel mogelijk informatie verstrekt over het verdere procedurele verloop van de klachtbehandeling.

  • 2.

    De ontvangstbevestiging bevat in ieder geval informatie over de termijn waarbinnen op de klacht een beslissing dient te zijn genomen.

Artikel 11 Ontvankelijkheid klacht

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 9:8, eerste lid, aanhef, onder a t/m f en tweede lid van de wet, wordt een klacht niet (verder) in behandeling genomen indien:

    • a.

      de klacht betrekking heeft op:

      • -

        algemeen gemeentelijk beleid;

      • -

        algemeen verbindende voorschriften;

      • -

        aangelegenheden, die niet vallen onder de verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan;

    • b.

      niet is voldaan aan de voorwaarden zoals omschreven in artikel 3 leden 2 en 3 van deze verordening èn klager de voor de behandeling van het klaagschrift vereiste gegevens niet binnen twee weken heeft verstrekt, nadat klager van deze tekortkomingen schriftelijk in kennis is gesteld.

    • c.

      De klager een ander is dan degene jegens wie de gedraging heeft plaatsgevonden.

    • d.

      Over de klacht of de gedraging door de Nationale Ombudsman reeds een oordeel is uitgesproken.

  • 2.

    Van het niet in behandeling nemen van een klacht wordt de klager en degene tegen wie de klacht is gericht, zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van het klaagschrift schriftelijk, onder vermelding van de reden(en), in kennis gesteld.

Artikel 12 Onderzoek en horen

  • 1.

    De conform artikel 9 van deze verordening bevoegde instantie, behandelt de klacht en stelt klager en degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft, in de gelegenheid te worden gehoord.

  • 2.

    Van het horen van klager kan worden afgezien, indien de klacht kennelijk ongegrond is dan wel indien de klager heeft verklaard geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord.

  • 3.

    Van het horen wordt een verslag gemaakt.

Artikel 13 Termijn van afdoening

  • 1.

    De klachtbehandelaar handelt de klacht af binnen zes weken na ontvangst van het klaagschrift;

  • 2.

    De klachtbehandelaar kan de afhandeling met ten hoogste vier weken verdagen. Van de verdaging wordt schriftelijk mededeling gedaan aan de klager en aan degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft.

Artikel 14 Bevindingen schriftelijk en gemotiveerd

  • 1.

    De klachtbehandelaar stelt de klager, degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft en de burgemeester, schriftelijk en gemotiveerd in kennis van de bevindingen van het onderzoek naar de klacht alsmede van de eventuele conclusies die hieraan worden verbonden;

  • 2.

    De klachtbehandelaar geeft tevens aan klager aan dat, indien deze niet tevreden is over de uitkomst van de klachtbehandeling, er voorziening kan worden gevraagd bij de Nationale ombudsman.

Artikel 15 Andere wijze van afdoening

In afwijking van het bepaalde in de artikelen 12 tot en met 14 van deze verordening kan de klachtbehandelaar, in overleg met klager en uitsluitend met diens toestemming, besluiten tot een ander wijze van afdoening van de klacht.

HOOFDSTUK 3 De klachtenprocedure in tweede aanleg.

De bestuursorganen van de gemeente Onderbanken zijn door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties per 1 januari 2005 aangewezen als bestuursorganen, waarop de Wet Nationale Ombudsman van toepassing is.

Behandeling van klachten in tweede aanleg geschiedt derhalve door de Nationale Ombudsman.

HOOFDSTUK 4 Slot- en overgangsbepalingen

4:1. Verslag commissie

Artikel 16 Verslag

  • 1.

    De commissie stelt jaarlijks, in het eerste kwartaal van het jaar, een concept-verslag op terzake de verrichte werkzaamheden in eerste aanleg van het voorgaande jaar, en overlegt dit aan de burgemeester.

  • 2.

    De burgemeester voegt aan het in het eerste lid bedoelde concept-verslag een paragraaf toe, waarin hij zijn bevindingen terzake nader toelicht en stelt het verslag vervolgens definitief vast.

  • 3.

    De burgemeester legt dit vastgestelde verslag vervolgens ter kennisname voor aan de gemeenteraad.

  • 4.

    Het vastgestelde verslag bevat uitsluitend geanonimiseerde gegevens en wordt algemeen verkrijgbaar gesteld.

4:2. Bevoegdheid college burgemeester en wethouders en inwerkingtreding

Artikel 17 Bevoegdheid college burgemeester en wethouders

Voorzover deze verordening in bepaalde zaken niet voorziet, beslist het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 18 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na haar bekendmaking.

  • 2.

    Met ingang van de in het eerste lid bedoelde datum wordt de “Klachtenverordening” vastgesteld door de gemeenteraad op 27 januari 2005, ingetrokken.

Artikel 19 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Klachtenverordening Onderbanken”.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad d.d. 26 mei 2005.

De griffier

De voorzitter