Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Eemsmond

Destructieverordening van de gemeente Hefshuizen (Eemsmond)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEemsmond
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingDestructieverordening van de gemeente Hefshuizen (Eemsmond)
CiteertitelDestructieverordening voor de gemeente Hefshuizen (Eemsmond)
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum bekendmaking onbekend.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-12-1991nieuwe regeling

16-12-1991

Onbekend

28.12.91

Tekst van de regeling

Intitulé

DESTRUCTIEVERORDENING VAN DE GEMEENTE HEFSHUIZEN (EEMSMOND)

De raad van de gemeente Hefshuizen (Eemsmond);

 

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 december 1991;

besluit:

 

vast te stellen de volgende

 

DESTRUCTIEVERORDENING VAN DE GEMEENTE HEFSHUIZEN (EEMSMOND)

Hoofdstuk I Begripsbepalingen

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:

a.wet :

Destructiewet;

b.direkteur :

de direkteur van kring 2 van de Rijksdienst voor de keuring van vee en vlees, zoals deze is vastgesteld bij besluit van de Staatssecretaris van Landbouw en Visserij van 20 maart 1984, nr. J7845;

c.aangifteplichtige :

degene, die als eigenaar of houder van destructiemateriaal ingevolge de wet verplicht is daarvan aangifte te doen;

d.ondernemer :

de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een vergunning, als bedoeld in artikel 5 van de wet, is verleend en in wiens, krachtens artikel 10 van de wet vastgestelde, gebied de gemeente is gelegen;

e.vervoerder :

ophaaldienst waarmee een overeenkomst terzake van het verzamelen en afvoeren van destructiemateriaal is aangegaan;

f.destructor :

inrichting, uitsluitend of in hoofdzaak bestemd tot het door verwerking onschadelijk maken van destructiemateriaal, voor welke aan de ondernemer een vergunning is verleend, als bedoeld in artikel 5 van de wet;

g.destructiemateriaal :

materiaal van dierlijke herkomst, bedoeld in artikel 2 van de wet;

h.destructiemateriaal A :

doodgeboren slachtdieren alsmede gestorven en in nood gedode slachtdieren, die onbruikbaar gemaakt moeten worden voor voedsel voor mens en dier, zonder dat een nader onderzoek ingevolge de Vleeskeuringswet heeft plaatsgevonden;

i.destructiemateriaal B :

destructiemateriaal, bedoeld in artikel 2, eerste lid, sub 2, f en h, van de wet;

j.destructiemateriaal C :

materiaal van dierlijke herkomst, dat na een nader onderzoek ingevolge de Vleeskeuringswet voor destructie bestemd is en zich tot het tijdstip van ophalen door de ondernemer onder beheer of toezicht van de Keuringsdienst van slachtdieren en van vlees bevindt.

Hoofdstuk II Aangifte, vervoer en bewaring door de aangifteplichtige

Artikel 2
  • 1.

    De aangifteplichtige doet van het hebben of houden van destructiemateriaal zo spoedig mogelijk doch uiterlijk op de eerste werkdag, volgende op de dag, waarop dit materiaal als zodanig is ontstaan, telefonisch aangifte bij de direkteur (kadavernummer), voor zover in de volgende artikelen niet anders wordt bepaald.

  • 2.

    De aangifte geschiedt onder opgave van naam van de aangifteplichtige, de soort en de hoeveelheid van het destructiemateriaal alsmede van de plaats, waar het zich bevindt.

  • 3.

    De direkteur stelt, met inachtneming van het bepaalde in artikel 12, tweede lid, van de wet, een model van het aangifteformulier vast.

  • 4.

    Door of vanwege de direkteur wordt een gewaarmerkt exemplaar van het ingevulde aangifteformulier verstrekt aan de aangifteplichtige.

Artikel 3

Het bepaalde in artikel 2, tweede en derde lid, geldt niet ten aanzien van destructiemateriaal B, indien de direkteur ter zake van de aangifte van dat materiaal afwijkende regelen vaststelt.

Artikel 4

Het bepaalde in artikel 2 geldt niet ten aanzien van destructiemateriaal C.

Artikel 5
  • 1.

    De aangifteplichtige, wonende in de voormalige gemeente Warffum, moet, behoudens het bepaalde in het tweede lid en het bepaalde in artikel 16, het destructiemateriaal na de aangifte afgeven aan de vervoerder voor vervoer naar de destructor. Afgifte dient te geschieden aan de ondernemer indien het kadaver is ontstaan als gevolg van een calamiteit. De direkteur kan aanwijzingen geven omtrent het tijdstip van vervoer van het destructiemateriaal.

    De aangifteplichtige dient in afwachting van het vervoer het destructiemateriaal te deponeren op een voor een vervoermiddel van de vervoerder redelijkerwijs bereikbare, niet aan de openbare weg gelegen, plaats.

     

  • 2.

    De aangifteplichtige, wonende in de voormalige gemeenten Hefshuizen, Kantens of Usquert, is, behoudens het bepaalde in artikel 16, gehouden tot vervoer van het destructiemateriaal zo spoedig mogelijk in de daguren naar de naastbijgelegen gemeentelijke verzamelplaats en afgifte aldaar, tenzij door of vanwege de direkteur anders is bepaald.

     

  • 3.

    Indien het destructiemateriaal afkomstig is van gestorven dieren, geleden hebbende aan of verdacht van een ziekte, waarop titel III van de Veewet van toepassing is, moet de aangifteplichtige dit destructiemateriaal ter beschikking houden en het afgeven voor vervoer door of vanwege de ondernemer ter plaatse, waar dit destructiemateriaal zich bevindt, zulks met inachtneming van de door de direkteur gegeven aanwijzingen omtrent de bewaring van dit materiaal.

     

  • 4.

    Burgemeester en wethouders geven met betrekking tot het afsluiten, het schoonhouden en het verdere beheer van verzamelplaatsen alsmede het gemeentelijk toezicht daarop nadere voorschriften.

Artikel 6
  • 1.

    De aangifteplichtige is gehouden destructiemateriaal B en C te bewaren, ter beschikking te stellen en af te geven voor vervoer naar de destructor, met inachtneming van de ter zake door de direkteur gegeven aanwijzingen.

  • 2.

    Destructiemateriaal, genoemd in artikel 2, eerste lid, sub b, c, d en f, van de wet, moet worden bewaard in daarvoor bestemde bakken dan wel confiscaatemmers, tenzij de direkteur ter zake van de bewaring een andere regeling met de aangifteplichtige treft.

  • 3.

    De direkteur kan ten aanzien van het bepaalde in dit artikel afwijkende regelen met betrekking tot destructiemateriaal B of C vaststellen, indien ter zake voor de afgifte van dit materiaal een voorziening is getroffen, als bedoeld in artikel 20 van de wet.

Artikel 7

De aangifteplichtige is gehouden, zolang destructiemateriaal onder zijn berusting is, bederf of vermenging met andere stoffen tegen te gaan, zulks overeenkomstig door de direkteur gegeven aanwijzingen.

Artikel 8

Aanwijzingen van de direkteur omtrent de bewaring van destructiemateriaal anders dan op grond van artikel 7 kunnen slechts strekken ter voorkoming van gevaar, schade of hinder voor de openbare gezondheid.

Hoofdstuk III Ophalen en vervoer van destructiemateriaal door of vanwege de ondernemer

Artikel 9
  • 1.

    De ondernemer is verplicht tot het ophalen van het destructiemateriaal van de plaats, waar dit zich ingevolge de bepalingen van deze verordening bevindt.

  • 2.

    Het ophalen geschiedt uiterlijk op de werkdag, volgende op die, waarop het destructiemateriaal is aangemeld, tenzij het betreft destructiemateriaal B of C, dat door de ondernemer, ingevolge een met de direkteur getroffen regeling, op gezette tijden wordt opgehaald.

  • 3.

    De direkteur kan ten aanzien van het bepaalde in dit artikel afwijkende regelen met betrekking tot destructiemateriaal B of C vaststellen, indien ter zake voor de afgifte van dit materiaal een voorziening is getroffen, als bedoeld in artikel 20 van de wet.

Artikel 10

Het vervoer van destructiemateriaal binnen de gemeente dient langs de kortste weg plaats te vinden. De vervoerder is verplicht er voor zorg te dragen, dat het vervoer geen sporen van het destructiemateriaal op de openbare weg nalaat.

Hoofdstuk IV Overdracht

Artikel 11
  • 1.

    Ten dienste van de overdracht aan de ondernemer wordt destructiemateriaal A door of vanwege de direkteur op de dag van aangifte door middel van telecommunicatieapparatuur aangemeld bij de ondernemer, onder mededeling van de gegevens, bedoeld in artikel 2, tweede lid.

  • 2.

    De aanmelding bij de ondernemer van destructiemateriaal B of C geschiedt door de direkteur zo spoedig mogelijk, tenzij het betreft destructiemateriaal, dat door de ondernemer, ingevolge een met de direkteur getroffen regeling, op gezette tijden wordt opgehaald.

Artikel 12
  • 1.

    De overdracht van destructiemateriaal geschiedt door inlading in een daarvoor bestemd vervoermiddel van de ondernemer.

  • 2.

    De ondernemer is verplicht de overdracht van destructiemateriaal B of C jaarlijks voor 1 maart, onder opgave van de totale hoeveelheid over het voorafgaande jaar, aan het gemeentebestuur te bevestigen.

Hoofdstuk V Dode honden en katten

Omtrent de aangifte, het vervoer, het ophalen en de overdracht van dode honden en katten alsmede omtrent de afgifte daarvan aan een van gemeentewege aangewezen verzameldienst kunnen burgemeester en wethouders, met inachtneming van het bepaalde in artikel 32 van het Destructiebesluit (Stbl. 1958, nr. 71), nadere voorschriften geven.

Hoofdstuk VI Slotbepalingen

Artikel 14
  • 1.

    De aanwijzing van materiaal, als bedoeld in artikel 2, derde lid, laatste alinea, van de wet, geschiedt door de direkteur; zij wordt onverwijld aan de eigenaar of houder meegedeeld.

  • 2.

    De direkteur houdt aantekening van het ingevolge het eerste lid aangewezen destructiemateriaal.

Artikel 15

Burgemeester en wethouders kunnen, met afwijking van het bepaalde in artikel 2, eerste lid, bepalen, dat de aangifte geschiedt bij een door de direkteur aangewezen ambtenaar van de Vleeskeuringsdienst. Hetzelfde geldt met betrekking tot de aanmelding, bedoeld in artikel 11, eerste lid.

Artikel 16

Indien de direkteur dan wel de eigenaar of houder van destructiemateriaal A sectie van dit destructiemateriaal noodzakelijk of wenselijk acht, wordt de sectie verricht op een daartoe door de direkteur aan te wijzen plaats dan wel in een daartoe bestemde lokaliteit van de destructor. De eigenaar of houder is, indien de sectie niet aan de destructor geschiedt, verplicht het destructiemateriaal naar de eerstgenoemde plaats te vervoeren of te doen vervoeren.

Artikel 17

De verordening kan worden aangehaald als "Destructieverordening voor de gemeente Hefshuizen (Eemsmond)" en treedt in werking met ingang van de dag, volgende op die van haar afkondiging, op welke datum vervallen de verordeningen betreffende hetzelfde onderwerp, vastgesteld door de raden van de voormalige gemeenten Hefshuizen, Kantens, Usquert en Warffum.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

van de raad van de gemeente Hefshuizen (Eemsmond),

gehouden op 16 december 1991.

De raad voornoemd,

, voorzitter.

, secretaris.