De raad der gemeente Delft;
gelezen het voorstel van het college van 10 februari 2004;
gelet op artikel 84 van de Gemeentewet;
b e s l u i t :
vast te stellen de
VERORDENING op de begeleidingscommissie voor het Instituut Sociaal
Raadslieden
Artikel 1. Bestaan van de begeleidingscommissie
Er is een begeleidingscommissie voor het Instituut Sociaal Raadslieden.
Artikel 2. Taken
De taken van de begeleidingscommissie zijn:
- 1.
Het waarborgen van de onafhankelijkheid van de raadslieden.
- 2.
Het bevorderen van goede werkomstandigheden voor de
raadslieden.
- 3.
Het bevorderen van de communicatie tussen de raadslieden enerzijds
en instellingen op sociaal-maatschappelijk terrein anderzijds.
- 4.
De zorg voor periodieke verslaglegging met betrekking tot het
functioneren van het instituut.
- 5.
De zorg voor een goede registratie in het algemeen.
- 6.
Het signaleren van de bevindingen van de raadslieden onder meer bij
instellingen en organisaties als bedoeld onder lid 3 van dit
artikel.
- 7.
Het periodiek beoordelen van de adviserende, verwijzende en
signalerende functie van het instituut.
- 8.
Het doen van voorstellen omtrent de taakstelling van de raadslieden,
teneinde een doelmatig functioneren te bevorderen.
Artikel 3. Het vooraf horen van de begeleidingscommissie
De begeleidingscommissie wordt vooraf gehoord over:
- 1.
De benoeming van de leden van de begeleidingscommissie.
- 2.
Voorstellen met betrekking tot wijziging van deze verordening.
- 3.
Voorstellen met betrekking tot de taken van de raadslieden.
- 4.
Benoeming, bevordering, schorsing en ontslag van de
raadslieden.
- 5.
Het ontwerpen van de begroting van het instituut.
Artikel 4. Samenstelling van de begeleidingscommissie
- 1.
De begeleidingscommissie bestaat uit tenminste zeven leden.
- 2.
De leden worden door het college van burgemeester en wethouders
benoemd, te weten:
- a.
een lid te benoemen als voorzitter;
- b.
tenminste vier leden van wie uit hoofde van hun
deskundigheid en betrokkenheid bij sociaal-maatschappelijke
problemen kan worden verwacht dat zij een bijdrage kunnen
leveren met betrekking tot het functioneren van het
instituut.
- 3.
De leden van de begeleidingscommissie mogen geen lid zijn van het
college.
Artikel 5. Advisering en bijwoning vergaderingen door derden
- 1.
De directeur van het cluster Publiekszaken kan door de
begeleidingscommissie worden uitgenodigd om als adviseur aan een
vergadering van de begeleidingscommissie deel te nemen.
- 2.
De begeleidingscommissie is bevoegd om (ook) anderen dan de in het
vorige lid bedoelde persoon te raadplegen en tot bijwonen van haar
vergaderingen uit te nodigen.
- 3.
De voorzitter van de begeleidingscommissie kan op verzoek van de
begeleidingscommissie gemeenteambtenaren uitnodigen vergaderingen
van de begeleidingscommissie bij te wonen.
- 4.
De vergaderingen van de begeleidingscommissie zijn openbaar. Op
voorstel van de voorzitter kan de begeleidingscommissie besluiten
besloten te vergaderen.
Artikel 6. Zittingsperiode en beëindiging lidmaatschap
- 1.
De zittingsperiode van de begeleidingscommissie valt samen met die
van de gemeenteraad, met dien verstande, dat de leden aftreden op 1
november van het jaar, waarin de gemeenteraadsverkiezing wordt
gehouden.
- 2.
Het lidmaatschap van de begeleidingscommissie eindigt:
- a.
- b.
ten gevolge van overlijden.
- 3.
Het lid, dat ter vervulling van een tussentijds opengevallen plaats
is benoemd, treedt af op het tijdstip, waarop degene in wiens plaats
hij is benoemd, zou zijn afgetreden.
- 4.
De aftredende leden zijn terstond voor éénmaal herbenoembaar.
Artikel 7. Vice-voorzitter
De begeleidingscommissie kiest uit haar midden een vice-voorzitter.
Artikel 8. Vergaderfrequentie, quorum en besluitvorming
- 1.
De begeleidingscommissie vergadert ten minste vier maal per jaar.
Voorts wordt een vergadering gehouden als dit door de voorzitter of
door drie van de andere leden nodig wordt geacht.
- 2.
De begeleidingscommissie mag geen besluiten nemen, indien niet
tenminste vier leden aanwezig zijn.
- 3.
Alle besluiten worden bij eenvoudige meerderheid van stemmen
genomen.
Artikel 9 Vergoeding leden begeleidingscommissie
- 1.
Leden van de begeleidingscommissie genieten een vergoeding voor het
bijwonen van de vergaderingen van de begeleidingscommissie krachtens
de in artikel 96 van de Gemeentewet vastgestelde regeling.
- 2.
De werkelijk gemaakte kosten terzake van andere werkzaamheden of
bemoeiingen ten behoeve van de begeleidingscommissie worden
vergoed.
Artikel 10. Slotbepalingen
- 1.
Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening
begeleidingscommissie Instituut Sociaal Raadslieden” .
- 2.
Deze verordening treedt zes weken na de vaststelling ervan in
werking .
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 26 februari 2004.
H.M.C.M. van Oorschot ,burgemeester.
Bekendgemaakt 29 februari 2004. Inwerkingtreding 12 april 2004.
Gewijzigd bij raadsbesluit van 23 september 2010.