Organisatie | Eindhoven |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Langdurigheidstoeslag gemeente Eindhoven |
Citeertitel | Verordening Langdurigheidstoeslag gemeente Eindhoven |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
De integrale tekst van de verordening is samengesteld uit gemeenteblad 2009, nr. 20 en de wijziging van gemeenteblad 2010, nr. 69
Wet werk en bijstand, art. 8, 36
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-02-2009 | 01-01-2015 | Onbekend | 16-12-2008 Gemeenteblad 2009, nr. 20 | KB09001420.def |
Paragraaf 1 Algemene bepalingen
1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand en de Algemene wet bestuursrecht.
2. In deze verordening wordt verstaan onder:
a. de wet: de Wet werk en bijstand;
b. Awb: de Algemene wet bestuursrecht;
de omschrijvingen, zoals opgenomen in artikel 4 van de wet;
d. de bijstandsnorm: de op grond van paragraaf 3.2 en 3.3. van de wet en verordening toeslagen en verlagingen van toepassing zijnde norm;
e. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven;
f. woonplaats: de woonplaats, zoals bedoeld in de artikel 10, eerste lid en 11 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;
g. WSF: Wet studiefinanciering 2000;
h. WTOS: Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en scholingskosten;
i. premie: de omschrijving in artikel 31 lid 2 sub j van de wet;
j. peildatum: de datum waarop de periode van 60 maanden als nader beschreven in artikel 3 lid 1 sub a van deze verordening is bereikt.
3. De langdurigheidstoeslag is een vorm van categoriale bijzondere bijstand als bedoeld in artikel 36 lid 1 en 2 sub c van de wet.
4. Voor de uitvoering van de langdurigheidstoeslag zijn de algemene bepalingen van de wet en de Awb van toepassing voor zover deze verordening geen nadere regels stelt.
De bepalingen van deze verordening gelden alleen voor belanghebbenden van 23 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar. In geval van gehuwden gelden de bepalingen van deze verordening alleen indien beide echtgenoten 23 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar zijn.
Paragraaf 2 Criteria voor het verlenen van de langdurigheidstoeslag
Artikel 3 Voorwaarden Langdurigheidstoeslag
1. Het college verleent op aanvraag een langdurigheidstoeslag aan een persoon van 23 of ouder doch jonger dan 65 jaar die:
a. gedurende een ononderbroken periode van 60 maanden voorafgaande aan de aanvraag een inkomen heeft dat niet hoger is dan de voor de aanvrager geldende bijstandsnorm en geen in aanmerking te nemen vermogen als bedoeld in artikel 34 van de wet heeft;
b. zijn woonplaats in de gemeente Eindhoven heeft;
c. tot de personenkring behoort zoals bedoeld in artikel 11 van de wet.
2. Indien er op de peildatum, sprake is van een gezin moeten beide belanghebbenden voldoen aan de voorwaarden als bedoeld in het vorige lid.
3. Indien in een gezinssituatie één partner geen recht op bijstand heeft als bedoeld in artikel 11 lid 4 van de wet, dan kan de andere partner in aanmerking komen voor een langdurigheidstoeslag als alleenstaande, mits voldaan wordt aan de bepalingen in deze verordening
4. Bij de vaststelling van de hoogte van het inkomen, bedoeld in het eerste lid sub a, wordt een eerder verstrekte langdurigheidstoeslag buiten beschouwing gelaten.
5. Bij de vaststelling van de hoogte van het inkomen, bedoeld in het eerste lid sub a, wordt een inkomstenvrijlating als bedoeld in artikel 31 lid 2 sub o buiten beschouwing gelaten;
6. Bij de vaststelling van de hoogte van het inkomen bedoeld in het eerste lid sub a, wordt een premie buiten beschouwing gelaten.
7. Indien in de periode van 60 maanden als bedoeld in lid 1 sub a sprake is van een opleiding als bedoeld in de WTOS of studie op basis waarvan men aanspraak kan maken op WSF dan wordt die periode verlengd met de periode van studie.
Artikel 4 Inkomsten uit arbeid
In afwijking van het gestelde in artikel 3 lid 1 sub a worden inkomsten uit arbeid buiten beschouwing gelaten voor zover deze lager zijn dan € 1.500,- netto per jaar.
Bij overschrijding van dit bedrag tellen de inkomsten uit arbeid volledig mee voor de vaststelling van de hoogte van het inkomen zoals bedoeld in artikel 3 lid 1 sub a.
Artikel 5 Ingangsdatum langdurigheidstoeslag
Paragraaf 4 Uitsluitingsgronden
Artikel 6. Uitsluitingsgronden
1. Geen langdurigheidstoeslag wordt verstrekt aan:
a. aan wie rechtens zijn vrijheid is ontnomen;
b. studerenden die op grond van hun studie aanspraak kunnen maken op WSF dan wel op een tegemoetkoming als bedoeld in de WTOS;
c. degene die recht heeft op een premie welke betrekking heeft op een tijdvak gelegen drie maanden of langer voor de peildatum.
2. Indien toepassing is gegeven aan sub c van het voorgaande lid bedraagt de periode van uitsluiting 12 maanden na de periode als bedoeld in artikel 3 lid 1 sub a.
Artikel 7. Hoogte Langdurigheidstoeslag
1. De langdurigheidstoeslag bedraagt voor gehuwden € 486,-, voor een alleenstaande ouder € 436,- en voor een alleenstaande € 341,- per jaar.
2. De bedragen genoemd in het eerste lid van dit artikel worden vanaf 2009 jaarlijks gecorrigeerd met de algemene prijsstijging voor goederen en diensten met een afronding op € 1,- naar boven.
3. Het college kan, de bedragen genoemd in het eerste lid, voor één of meerdere kalenderjaren wijzigen. Tevens kan de raad of het college besluiten de indexering als bedoeld in het vorige lid niet toe te passen voor één of meerdere kalenderjaren.
Het college kan met betrekking tot de uitvoering van deze verordening nadere regels stellen.
Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening Langdurigheidstoeslag gemeente Eindhoven.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de datum waarop het gewijzigde artikel 36 WWB in werking treedt.
Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,