Overheidsorganisatie | Gemeente Veendam |
---|---|
Officiële naam regeling | Winkeltijdenverordening |
Citeertitel | Winkeltijdenverordening gemeente Veendam |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-05-2010 | 11-04-2012 | Onbekend | 26-04-2010 De Veendammer, 4 mei 2010 | 163/SO | |
12-05-2010 | 11-04-2012 | Onbekend | 26-04-2010 De Veendammer, 4 mei 2010 | 163/SO |
Nummer 163 / SO
De raad van de gemeente Veendam;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.; 19 januari 2010
Overwegende dat de raad bij verordening regels dient te stellen betreffende de winkeltijden binnen de gemeente Veendam.
Gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en Winkeltijdenwet;
Besluit vast te stellen de
luidende als volgt:
In deze verordening wordt verstaan onder:
de wet: Winkeltijdenwet;
feestdagen: Nieuwjaarsdag, Tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, Tweede Pinksterdag, Eerste en Tweede Kerstdag.
1. Het college van burgemeester en wethouders beslist op een aanvraag van een ontheffing binnen 8 weken.
2. Het college van burgemeester en wethouders kan de beslissing voor ten hoogste 6 weken verdagen.
1. Ontheffingen op grond van deze verordening zijn overdraagbaar na verkregen toestemming van burgemeester en wethouders
2. In geval van een voorgenomen overdracht van de in het eerste lid bedoelde ontheffingen doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan burgemeester en wethouders onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende.
Burgemeester en wethouders kunnen een ontheffing intrekken of wijzigen indien:
ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;
op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;
het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf andere dan in een winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;
de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;
van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;
de houder of zijn rechtverkrijgenden dit verzoekt.
1. De verboden, vervat in artikel 2, eerste lid, onder a en b van de wet, gelden niet op ten hoogste twaalf, door burgemeester en wethouders aan te wijzen, zon- en feestdagen per kalenderjaar.
2. De in het eerste lid bedoelde bevoegdheid geldt voor elk deel van de gemeente afzonderlijk.
1. Het college van burgemeester en wethouders kan op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste lid, onder a en b van de wet vervatte verboden ten behoeve van winkels, die gesloten zijn op de in de verboden bedoelde zon- en feestdagen tussen 00.00 en 16.00 uur.
2. Het college van burgemeester en wethouders kan voor ten hoogste één winkel ontheffing verlenen.
3. Aan de ontheffing worden de volgende voorschriften verbonden:
de winkel dient gesloten te zijn tussen 00.00 en 16.00 uur;
er dienen uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren te worden verkocht, met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet.
Openstelling tot 22.00 uur, op 4 mei tot 19.00 uur en 24 december tot 19.00 uur.
Centrum aan te wijzen als gebied voor een avondwinkel; kernwinkelgebied zoals gedefinieerd is in rapport DPO, pagina 13 en 17, vastgesteld in gemeenteraad op 17 december 2007.
4. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.
1. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op een zon- of feestdag, ten behoeve van:
bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard
het uitstallen van goederen.
2. De in het eerste lid genoemde ontheffing kan worden verleend in geval van feestelijkheden, bijeenkomsten, veilingen, beurzen, kunstateliers en galeries.
Het college van burgemeester en wethouders kan bepalen dat de vrijstelling genoemd in artikel 12 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet niet geldt voor de gehele gemeente of voor een of meer delen van de gemeente.
1. Het college van burgemeester en wethouders kan op aanvraag ontheffing verlenen van de verboden van artikel 2 van de wet, voor zover deze betrekking hebben op werkdagen, ten behoeve van:
bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard;
het uitstallen van goederen.
2. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de opstelling van de winkel en/of indien bij eerder afgegeven ontheffingen waarvan gebruik is gemaakt is gebleken dat zich een dergelijke ontoelaatbare situatie heeft voorgedaan.
De winkeltijdenverordening zoals vastgesteld op 27 oktober 1997, nummer wordt ingetrokken op de dag dat deze verordening in werking treedt.
Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na bekendmaking.
Deze verordening kan worden aangehaald als “Winkeltijdenverordening” 2010.
Aldus besloten in de openbare vergadering van d.d. 26 april 2010.
De raad voornoemd,
Voorzitter
A.Meijerman
Griffier,
R. Brekveld