Organisatie | Voorst |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Exploitatieverordening Gemeente Voorst 2006 |
Citeertitel | Exploitatieverordening gemeente Voorst 2006 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet op de Ruimtelijke Ordening, art. 42
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-11-2006 | nieuwe regeling | 16-10-2006 Voorster Nieuws, 08-11-2006, G 286 | 2006-3916 |
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Algemene begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
grondexploitatie: de door de gemeente vastgelegde en dynamisch bij te houden financieel-economische onderbouwing en verantwoording van de ontwikkeling en realisatie van het exploitatiegebied, waarin alle baten en lasten, investeringen en opbrengsten ten opzichte van elkaar worden verrekend en waaruit eerst voorcalculatorisch en uiteindelijk definitief een exploitatieresultaat kan worden berekend;
(medewerking verlenen aan) in exploitatie brengen:
het (medewerking verlenen aan het) treffen van voorzieningen van openbaar nut waardoor onroerende zaken die in het exploitatiegebied liggen gebaat worden, dat wil zeggen geschikt of beter geschikt voor bebouwing worden, dan wel anderszins in een voordeliger positie komen te verkeren;
(treffen van) voorzieningen van openbaar nut: (het verrichten van) onder andere de in lid b vermelde werken en werkzaamheden binnen een exploitatiegebied, alsmede het verrichten daarvan buiten het exploitatiegebied voor zover deze werken direct dan wel indirect profijt opleveren voor de binnen het exploitatiegebied liggende onroerende zaken.
De volgende werken en werkzaamheden worden tenminste beschouwd als als voorzieningen van openbaar nut in de zin van deze verordening:
het realiseren van alle weg- en waterbouwkundige werken, waaronder wegen, parkeervoorzieningen, pleinen, trottoirs, voet- en rijwielpaden, straatmeubilair, alsmede waterpartijen, watergangen, drainages, bruggen, tunnels, viaducten en alle andere rechtstreeks met de aanleg daarvan verband houdende werken;
Artikel 2 Kosten van exploitatie
Voor de berekening van kosten en de vaststelling van exploitatiebijdragen, wordt onder kosten van in exploitatie brengen begrepen:
de inbrengwaarde van alle binnen het exploitatiegebied gelegen gronden, bestaande uit:
2. de waarde van de opstallen die voor de verwezenlijking van de
bestemming niet gehandhaafd kunnen worden;
3. de kosten van het vrijmaken van de gronden van opstallen;
4. de kosten van verwijdering van zich in de grond bevindende funderingen, leidingen, kabels, explosieven e.d., alsmede de kosten van boscompensatie;
5. de kosten van planschade en overige schadevergoedingen en schadeloosstellingen en de kosten van het teniet doen gaan van persoonlijke en zakelijke rechten en lasten.
De kosten van aanleg van voorzieningen van openbaar nut buiten het exploitatiegebied inclusief de verwervingskosten voor de ondergrond, voor zover de binnen het exploitatiegebied liggende onroerende zaken door deze voorzieningen direct dan wel indirect gebaat zijn, waaronder voorzieningen zoals bedoeld in artikel 1, lid 2 en artikel 2, lid 1, sub a.
Alle overige werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor het verlenen van medewerking aan het in exploitatie brengen van gronden, in ieder geval:
1. de kosten van planontwikkeling, planvoorbereiding, planbeheer en plantoezicht; onder deze kosten wordt ten minste verstaan: de in en externe kosten verband houdende met het opstellen of vervaardigen van structuurplannen, bestemmingsplannen, planmatige uitwerkingen of -wijzigingen, besluiten tot het verlenen van vrijstelling van een bestemmingsplan alsmede van overige planologische maatregelen voor zover deze nodig zijn voor het in exploitatie brengen;
2. de in- en externe kosten verband houdende met onderzoeken, voorbereidingen en toezicht ten behoeve van de voorzieningen van openbaar nut voor zover deze verband houden met in exploitatie brengen van gronden binnen het exploitatiegebied;
3. de in- en externe kosten terzake van het sluiten van exploitatieovereenkomsten, alsmede de overige kosten van het gemeentelijk apparaat, voor zover die rechtstreeks aan het in exploitatie brengen van gronden kunnen worden toegerekend;
4. de rente van geïnvesteerde kapitalen en overige lasten, verminderd met rente-opbrengsten;
5. de kosten van tijdelijk beheer van de ondergrond van openbare voorzieningen, zijnde de beheerkosten die ten gevolge van een noodzakelijk actief verwervingsbeleid worden gemaakt en niet dan wel niet geheel door middel van huur- of pachtopbrengsten worden gedekt;
6. overige kosten die in beginsel ten laste van de grondexploitatie behoren te worden gebracht, waaronder de bij de gemeente bestendig gebruikelijke omslagfondsen voor zover deze aan het plangebied kunnen worden toegerekend.
HOOFDSTUK 2 IN EXPLOITATIE BRENGEN OP INITIATIEF VAN DE GEMEENTE
Artikel 3 Vaststelling bekostigingsbesluit
Het bekostigingsbesluit bevat de volgende onderdelen:
a. een tekening van het gebied waarvoor het bekostigingsbesluit geldt, waarop is aangeduid welke onroerende zaken gebaat zijn door de aanleg van voorzieningen van openbaar nut;
b. een aanduiding van de mate waarin de kosten, verband houdende met het verlenen van medewerking aan het in exploitatie brengen van gronden, op de eigenaren, erfpachters of gerechtigden van of op van de in het vorige lid bedoelde onroerende zaken kunnen worden verhaald;
Artikel 4 Wijze van toerekening naar mate van profijt
Voor de toerekening van het profijt wordt uitgegaan van de gemiddelde kosten per m2 van het kadastrale oppervlak van het exploitatiegebied, te vermenigvuldigen met een factor voor ligging, een factor voor toekomstige bestemming en een factor voor de objectieve gebruiksmogelijkheid van de onroerende zaken waaraan het profijt wordt toegerekend.
Indien op deze wijze de verschillen in profijt van de van gemeentewege getroffen voorzieningen van openbaar nut niet voldoende tot uitdrukking komen in de wijze van toerekening, geschiedt de toerekening op basis van een nader door het college van burgemeester en wethouders te bepalen grondslag die beter uitdrukking geeft aan de aanwezige verschillen in profijt.
Artikel 5 Vaststelling exploitatiebijdrage
De waarde van de in lid a bedoelde, door de exploitant ingebrachte grond, wordt door de gemeente en de exploitant gezamenlijk door middel van taxatie vastgesteld. Indien hierover geen overeenstemming kan worden bereikt, wordt deze waarde vastgesteld door een commissie van drie deskundigen, van wie één aan te wijzen door de gemeente, één door de exploitant en een derde door de beide reeds aangewezen deskundigen of, indien zij het daarover niet eens kunnen worden, door de ter zake bevoegde kantonrechter.
Indien de exploitant zelf conform artikel 6, lid 3, sub 5 voorzieningen van openbaar nut aanlegt, bestaat de exploitatiebijdrage uit de bijdrage, zoals deze op grond van lid a van dit artikel wordt bepaald, verminderd met de kosten van de door exploitant uit te voeren werkzaamheden, voor zover deze kosten corresponderen met de exploitatieopzet. In dit geval stelt de gemeente de exploitatieopzet bij het aangaan van de exploitatieovereenkomst aan de exploitant ter beschikking.
Artikel 6 Inhoud exploitatieovereenkomst
Het verhaal van kosten van het in exploitatie brengen van gronden vindt plaats op basis van een exploitatieovereenkomst, vervaardigd met inachtneming van de voorgaande artikelen. Van de exploitatieovereenkomst wordt een akte opgemaakt die in ieder geval notarieel verleden wordt indien de exploitatieovereenkomst mede een grondtransactie initieert.
De exploitatieovereenkomst bevat bepalingen over:
in gevallen waarbij het college van burgemeester en wethouders besluiten de gehele of gedeeltelijke uitvoering van de door de gemeente aan te leggen voorzieningen van openbaar nut aan de exploitant op te dragen: de opdracht of aanlegverplichting en sluitende waarborgen voor tijdige, kwalitatief goede en duurzame uitvoering en voor de nakoming van de financiële verplichtingen van de exploitant, zulks in overeenstemming met de exploitatieopzet;
de wijze waarop de eventuele planschade drukkende op het exploitatiegebied wordt doorberekend;
HOOFDSTUK 3 IN EXPLOITATIE BRENGEN OP AANVRAAG VAN EXPLOITANT
Artikel 7 Indiening aanvraag voor medewerking
Ingeval door het college van burgemeester en wethouders een aanvraag voor een bouwvergunning, en/of een aanvraag voor vrijstelling wordt ontvangen, waarbij in geval van verlening van de vrijstelling en/of bouwvergunning van gemeentewege voorzieningen van openbaar nut moeten worden getroffen, wordt hiervan zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval voor de beslissing op de aanvraag mededeling gedaan aan de aanvrager. Daarbij zal een zo nauwkeurig mogelijke raming van de voor rekening van de exploitant komende kosten, verband houdende met het in exploitatie brengen van gronden, worden verstrekt. Tevens zal daarbij aan de aanvrager de gelegenheid worden gegeven tot het indienen van een aanvraag voor medewerking.
Het college van burgemeester en wethouders reageren op de aanvraag om medewerking, hetzij met een weigering op grond van artikel 8, hetzij met een aanhouding op grond van artikel 9, hetzij met de aanbieding van een concept-overeenkomst, binnen 12 weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen. De bepalingen in hoofdstuk 2 van deze verordening zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 8. Weigeringsgronden voor een exploitatieovereenkomst
De medewerking aan het in exploitatie brengen van gronden behoeft onder meer niet te worden verleend indien:
HOOFDSTUK 4 RELATIE GRONDUITGIFTE EN ANDERE KOSTENVERHAALINSTRUMENTEN
Artikel 10 Relatie baatbelasting
In een gebied waarvoor een bekostigingsbesluit is genomen, zal, indien de exploitant een exploitatieovereenkomst aangaat, in de overeenkomst worden bepaald dat, met betrekking tot de uitvoering van de in deze overeenkomst genoemde voorzieningen van openbaar nut, geen aanvullend kostenverhaal op basis van baatbelasting ten laste van de betreffende onroerende zaak zal plaatsvinden.
Artikel 11 Voorzieningen van ondergeschikt belang
De artikelen 3, 5 en 6 leden 1 en 2 van deze verordening zijn niet van toepassing voor voorzieningen van openbaar nut van ondergeschikt belang, zoals een uitweg op de openbare weg of een aansluiting op het openbare riool, al dan niet in het buitengebied.
In dergelijke gevallen besluit het college van burgemeester en wethouders onder welke voorwaarden deze voorzieningen van openbaar nut door of met medewerking van de gemeente zullen worden aangelegd.
HOOFDSTUK 5 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 12 Overgangsbepalingen
Ten aanzien van exploitatiegebieden waarvoor geldt dat op het moment van inwerkingtreding van deze verordening een bekostigingsbesluit is genomen, een exploitatieovereenkomst is afgesloten of de voorzieningen van openbaar nut reeds in uitvoering zijn, vinden de bepalingen van deze verordening voor dat exploitatiegebied, voor zover nodig, op een aan die situatie aangepaste wijze toepassing.