Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Edam-Volendam

Parkeerverordening Edam-Volendam

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEdam-Volendam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingParkeerverordening Edam-Volendam
CiteertitelParkeerverordening Edam-Volendam
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-05-200909-02-2018nieuwe regeling

28-05-2009

Onbekend

32-2009

Tekst van de regeling

Intitulé

Parkeerverordening Edam-Volendam

 

 

Afdeling I Definities en begripsomschrijvingen

Artikel 1 Definities en begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. het RVV 1990:

het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens van 26 juli 1990, Staaatsblad 459;

 

b. motorvoertuig:

hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990;

 

c. parkeren:

het gedurende en aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en

gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van passagiers of

laden of lossen van goederen;

 

. houder:

degene die naar omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig

dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet

aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt

aangemerkt, degene op wiens naam voor het motorvoertuig

opgegeven kenteken ten tijde van parkeren in het register was

ingeschreven. Als houder wordt tevens aangemerkt degene die

middels een rechtsgeldig leasecontract aantoont ten tijde van

parkeren het motorvoertuig met opgegeven kenteken te leasen;

 

e. belanghebbendenplaats:

een parkeerplaats die:

1. is aangeduid met bord E09 uit bijlage I van het RVV 1990, of

2. gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E09 uit

bijlage 1 van het RVV 1990, met opschrift zone, voor zover

deze plaats niet is uitgezonderd;

 

f. vergunning:

een door burgemeester en wethouders verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen belanghebbendenplaats;

 

g. vergunninghouder:

de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie de vergunning is verleend;

 

h. parkeerschijfzone:

een zone bedoeld in artikel 25 van het RVV 1990, ook wel aangeduid als blauwe zone;

 

i. ontheffing:

een door burgemeester en wethouders verleende ontheffing,

krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren in

een parkeerschijfzone zonder daarbij gebruik te hoeven maken van

een parkeerschijf;

 

j. ontheffinghouder:

de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie de ontheffing is verleend;

 

Afdeling II Plaatsen voor vergunninghouders en vergunningen en ontheffinghouders en ontheffingen

Artikel 2 Aanwijzen van weggedeelten en tijdstippen

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen, bij openbaar te maken besluit, terreinen enweggedeelten, zover in haar beheer vallen, in de gemeente Edam-Volendam aanwijzen die bestemd zijn voor het parkeren van vergunninghouders, onder voorwaarde dat:

     

    • a.

      op het betreffende terrein of weggedeelte een parkeerprobleem is, veroorzaakt door niet bewoners van het terrein of weggedeelte, of door bezoekers van winkels op het betreffende terrein of weggedeelte.

    • b.

      door het invoeren van parkeren voor vergunninghouders op een bepaald terrein ofweggedeelte er geen parkeerprobleem mag ontstaan op aanliggende terreinen of weggedeelten.

    • c.

      in de directe omgeving waar parkeren voor vergunninghouders wordt ingevoerd dient voldoende openbare parkeergelegenheid aanwezig te zijn

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen, bij openbaar te maken besluit, terreinen en weggedeelten, zover in haar beheer vallen, in de gemeente Edam-Volendam aanwijzen diebestemd zijn als en ingericht zijn als parkeerschijfzone;

     

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen, bij openbaar te maken besluit, de tijdstippenvaststellen waarop het parkeren van vergunninghouders is toegestaan en waarop de parkeerschijfzone geldt.

Artikel 3 Voorwaarden

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen op een daartoe strekkende vraag besluiten:

    • a.

      een vergunning te verlenen voor het parkeren op terreinen of weggedeelten, die bij besluit als bedoeld in artikel 2, eerste lid, zijn aangewezen voor het parkeren door vergunninghouders;

    • b.

      een ontheffing te verlenen voor het parkeren of terreinen of weggedeelten, die bij het besluit als bedoeld in artikel 2, tweede lid, bestemd zijn als en ingericht zijn als parkeerschijfzone;

     

  • 2.

    Een vergunning of ontheffing kan worden verleend aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig:

    • a.

      wanneer deze woonachtig is in het gebied genoemd in artikel 2, eerste of tweede lid;

    • b.

      die een beroep of bedrijf uitoefent in het gebied genoemd in artikel 2, eerste of tweede lid.

     

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen over:

    • a.

      het maximaal aantal te verlenen vergunningen of ontheffingen;

    • b.

      de verdeling van het maximale aantal te verlenen vergunningen of ontheffingen over de eigenaren of houders van motorvoertuigen als bedoeld in het tweede lid.

     

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen een vergunning of ontheffing ook verlenen aan eigenaren of houders van motorvoertuigen die niet voldoen aan de in het tweede lid genoemde voorwaarden.

     

  • 5.

    Aan de vergunning kunnen zowel beperkingen worden verbonden met betrekking tot de tegebruiken parkeerplaatsen als met betrekking tot de tijdstippen waarop de vergunning vankracht is.

     

  • 6.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan een vergunning ook andere voorschriften en beperkingen verbinden. Deze voorschriften en beperkingen mogen alleen strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte.

     

Artikel 4 Behandelingsduur van een aanvraag

  • 1.

    Burgemeester en wethouders beslissen binnen acht weken na ontvangst van een aanvraag voor een vergunning of ontheffing.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen de in het eerste lid gestelde termijn met maximaal acht weken verlengen: Van een verlenging van deze termijn wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld.

Artikel 5 Duur van de vergunning of ontheffing

  • 1.

    In een besluit, als bedoeld in artikel 2 eerste lid of tweede lid, wordt vastgelegd wat de geldigheidsduur is van een vergunning of ontheffing.

     

  • 2.

    De duur van een vergunning of ontheffing kan zijn:

    • a.

      1 jaar, met dien verstande dat indien het kenteken wijzigt een vervangende vergunning of ontheffing kosteloos kan worden aangevraagd;

    • b.

      onbeperkt, met dien verstande dat indien het kenteken wijzigt een vervangende vergunning of ontheffing tegen betaling van de leges, moet worden aangevraagd.

     

  • 3.

    de vergunning of ontheffing bevat in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      de periode waarvoor de vergunning of ontheffing geldt;

    • b.

      het gebied waarvoor de vergunning of ontheffing geldt;

    • c.

      de naam, voorletters en het adres van de vergunning- of ontheffinghouder en/of het kenteken van het motorvoertuig waarvoor de vergunning of ontheffing is verleend.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van hetgeen in het tweede lid genoemd is.

Artikel 6 Intrekken of wijzigen van de vergunning of ontheffing
  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen een vergunning of ontheffing intrekken of wijzigen:

    • a.

      op verzoek van de vergunninghouder of ontheffinghouder;

    • b.

      wanneer de vergunninghouder of ontheffinghouder het gebied, zoals benoemd in artikel 2, lid 1 en 2 metterwoon verlaat of in het betreffende gebied het uitgeoefende beroep of bedrijf beëindigt;

    • c.

      wanneer zich een wijziging voordoet in één van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de vergunning of ontheffing;

    • d.

      wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van vergunningen of parkeerschijfzone komt te vervallen;

    • e.

      wanneer de vergunninghouder of ontheffinghouder handelt in strijd met de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften;

    • f.

      wanneer blijkt dat bij de aanvraag onjuiste gegevens zijn verstrekt;

    • g.

      wanneer het gemeentelijk beleid inzake parkeerregulering daartoe noodzaakt;

    • h.

      om redenen van openbaar belang.

  • 2.

    Na wijziging of intrekking van de vergunning of ontheffing dient de betrokkene de op de vergunning of ontheffing betrekking hebbende bescheiden onverwijld terug te geven.

Afdeling III Verbodsbepalingen  

Artikel 7 Verboden te stallen op een belanghebbendenplaats  

  • 1.

    Het is verboden om enig voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig, te plaatsen of te laten staan op een belanghebbendenplaats;

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.

Artikel 8 verboden te parkeren gedurende bepaalde tijdstippen

  • 1.

    Het is verboden gedurende tijdstippen waarop het parkeren op belanghebbendenplaatsen slechts aan vergunninghouders is toegestaan, dan wel op en plek waar het gebruik van een parkeerschijf verplicht is gesteld, aldaar een motorvoertuig te parkeren of geparkeerd te houden:

    • a.

      zonder vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 1, sub a, respectievelijk ontheffing, als bedoeld in artikel 3, lid 1, sub b;

    • b.

      zonder dat het motorvoertuig duidelijk zichtbaar achter de voorruit of achterruit is voorzien van een vergunning of ontheffing;

    • c.

      in strijd met de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorwaarden;

    • d.

      zonder een op een juiste wijze ingestelde parkeerschijf, indien geparkeerd wordt op een plek war het gebruik van een parkeerschijf verplicht is gesteld;

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.

Afdeling IV Strafbepalingen

Artikel 9 Strafbepaling

Overtredingen van het bepaalde in artikel 7 en 8 van deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie of een hechtenis van ten hoogste twee maanden.

Afdeling V Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 10 Opsporing en handhaving

Met de opsporing van overtredingen van deze verordening zijn, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, de door burgemeester en wethouders aangewezen

parkeercontroleurs belast.

 

Artikel 11 Overgangsbepalingen

Vergunningen en ontheffingen die zijn verleend krachtens Parkeerverordening Edam-Volendam besluit 89-2008

d.d. 16 december 2008 worden geacht te zijn verleend krachtens deze verordening.

 

Artikel 12 Inwerkingtreding en slotbepaling

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag die volgt op die van de bekendmaking;

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Parkeerverordening Edam-Volendam’

     

     

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

van de raad van de gemeente Edam-Volendam,

gehouden op 28 mei 2009.

de griffier, de voorzitter,