Organisatie | Haarlem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening leerlingenvervoer |
Citeertitel | Verordening leerlingenvervoer gemeente Haarlem |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp | basisonderwijs, begeleider, draagkracht, fiets, leerlingenvervoer, leerlingenzorg, ouders, studiefinanciering, vakantievervoer, vergoeding, vervoer, vervoerskosten, woning |
Regeling vervangt Verordening leerlingenvervoer gemeente Haarlem 1995
aanwijzing opstapplaats
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-08-2002 | 01-05-2015 | Nieuwe regeling | 12-12-2001 Stadskrant, 25-04-2002 | 241/2001 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
reistijd: de totale tijdsduur die ligt tussen het verlaten van de woning en de aanvang van de schooldag volgens het schoolplan, minus maximaal 10 minuten indien en voor zover de leerling het schoolgebouw met bijbehorend terrein gewoonlijk eerder bereikt dan het schoolplan aangeeft, of de totale tijdsduur die ligt tussen het einde van de schooldag volgens het schoolplan en de aankomst bij de woning;
voor wat betreft basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs: de basisschool van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting, of de openbare school, of de speciale school voor basisonderwijs waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting danwel de openbare school;
voor wat betreft scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs en scholen voor speciaal voortgezet onderwijs en scholen voor praktijkonderwijs en leerwegondersteunend onderwijs: de school van de soort waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting danwel de openbare school van de soort waarop de leerling is aangewezen;
Artikel 2 Bekostiging van het door het college van burgemeester en wethouders noodzakelijk te achten vervoer
Indien het college van burgemeester en wethouders collectief verzorgd vervoer aanbieden, verlangen zij dat de ouders die hiervan gebruik maken en alleen een gedeeltelijke bekostiging van de vervoerskosten kunnen krijgen, de drempelbijdrage als bedoeld in artikel 20 betalen. Bij weigering tot of nalatigheid in de betaling van deze bijdrage vervalt de aanspraak op deze voorziening.
Artikel 3 Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school
Een bekostiging van het vervoer wordt verstrekt over de afstand tussen de woning van de leerling danwel de opstapplaats en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, tenzij vervoer naar een verder weg gelegen school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen en de ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instemmen.
Indien ouders een bekostiging van het vervoer aanvragen voor het bezoeken van een school, terwijl een of meer scholen van dezelfde onderwijssoort dichterbij de woning zijn gelegen, ontstaat alleen aanspraak op een bekostiging naar deze school als door de ouders schriftelijk wordt verklaard dat zij overwegende bezwaren hebben tegen het openbaar onderwijs of tegen de richting van het onderwijs van alle bijzondere scholen, van de soort waarop de leerling is aangewezen, die dichterbij de woning zijn gelegen.
Artikel 4 Uitbetaling van de bekostiging
Het college van burgemeester en wethouders bepaalt bij de verstrekking van een bekostiging van het vervoer de wijze en het tijdstip van de uitbetaling en de tijdsduur van de bekostiging.
Artikel 6 Doorgeven van wijzigingen
Indien sprake is van een wijziging, die van invloed is op de toegekende bekostiging, vervalt de bekostiging en verstrekt het college van burgemeester en wethouders eventueel opnieuw een bekostiging van het vervoer. Het college van burgemeester en wethouders deelt hun besluit schriftelijk mee aan de ouders.
Indien de ouders niet voldoen aan het bepaalde in het eerste lid, en het college van burgemeester en wethouders een wijziging als bedoeld in het tweede lid vaststelt, waardoor blijkt dat ten onrechte een bekostiging is ontvangen, vervalt de bekostiging van het vervoer terstond en verstrekt het college van burgemeester en wethouders eventueel opnieuw een bekostiging van de vervoerkosten. Het college van burgemeester en wethouders deelt hun besluit schriftelijk mee aan de ouders.
Titel 2 Bepalingen omtrent het vervoer van de leerlingen van scholen voor primair onderwijs
Artikel 9 Bekostiging op basis van openbaar vervoer en vervoer per fiets
Het college van burgemeester en wethouders verstrekt aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs bezoekt een bekostiging op basis van openbaar vervoer, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan 6 km bedraagt. Aan de ouders van de leerling die een speciale school voor basisonderwijs bezoekt verstrekt het college van burgemeester en wethouders een bekostiging op basis van openbaar vervoer, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan 1 km bedraagt.
In afwijking van het eerste lid verstrekt het college van burgemeester en wethouders de ouders een bekostiging op basis van het vervoer per fiets, indien de leerling naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets.
Artikel 10 Bekostiging van openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider
Indien aanspraak bestaat op een artikel 10 bedoelde bekostiging, bekostigt het college van burgemeester en wethouders tevens het openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider, wanneer de leerling jonger dan 9 jaar is en door de ouders overtuigend wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik te maken.
Indien meerdere leerlingen, als bedoeld in het vorige lid, op dezelfde wijze van het vervoer naar dezelfde school gebruik kunnen maken, komen alleen de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking, tenzij door de ouders overtuigend wordt aangetoond dat een gezamenlijke begeleiding van de gehele groep van kinderen niet mogelijk is.
Artikel 11 Bekostiging op basis van aangepast vervoer
Het college van burgemeester en wethouders verstrekt aan de ouders van de leerling die een school voor primair onderwijs bezoekt een bekostiging op basis van aangepast vervoer, indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 9, en wanneer:
Artikel 12 Bekostiging op basis van eigen vervoer
Indien toestemming op grond van het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college van burgemeester en wethouders aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren of laten vervoeren een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling Binnenland, behalve als lid 4 van toepassing is.
Indien aanspraak bestaat op een bekostiging van het vervoer en het college van burgemeester en wethouders, indien gewenst, toestaan of van oordeel zijn, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets, bekostigt het college van burgemeester en wethouders aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets, afgeleid van de Reisregeling Binnenland.
Artikel 14 Bekostigen vervoerskosten
Het college van burgemeester en wethouders verstrekt eveneens een bekostiging op basis van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, in het geval de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school minder bedraagt dan is bepaald in artikel 10, indien het college van burgemeester en wethouders van oordeel is dat de lichamelijke, zintuigelijke of geestelijke handicap van de leerling dat vereist.
Titel 3 Bepalingen omtrent het vervoer van de leerlingen van de scholen voor speciaal onderwijs, scholen voor voortgezet speciaal onderwijs en scholen voor praktijkonderwijs
Artikel 15 Bekostiging van openbaar vervoer
1.Het college van burgemeester en wethouders verstrekt aan de ouders van de leerling die een school voor praktijkonderwijs bezoekt een bekostiging op basis van openbaar vervoer, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan 6 km bedraagt.
Op advies van de school danwel ander betrokken deskundigen kan in bijzondere gevallen van deze kilometergrens ten gunste van de ouders worden afgeweken.
2.Aan de ouders van een leerling die een school voor speciaal onderwijs of een school voor voortgezet speciaal onderwijs bezoekt wordt een bekostiging op basis van openbaar vervoer verstrekt ongeacht de kilometerafstand.
Artikel 16 Bekostiging van aangepast vervoer
Op advies van de school danwel ander betrokken deskundigen dat de leerling niet zelfstandig met het openbaar vervoer kan reizen, kan de leerling in aanmerking komen voor vervoer met de schoolbus (inclusief begeleiding), waarbij de ouder ervoor zorgt, dat de leerling op tijd bij de opstapplaats aanwezig is.
Artikel 17 Bekostiging van eigen vervoer
Indien aanspraak bestaat op bekostiging van het vervoer en het college van burgemeester en wethouders, indien gewenst, toestaat, of van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, bekostigt het college van burgemeester en wethouders aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets danwel bromfiets, afgeleid van de Reisregeling Binnenland.
Titel 4 Bepalingen omtrent weekeinde- en vakantievervoer
Artikel 18 Bekostiging van het weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders
Het college van burgemeester en wethouders bekostigt, indien gewenst, het weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders van de leerling die, met het oog op het volgen van voor hem passend (voortgezet) speciaal onderwijs of praktijkonderwijs in een internaat of pleeggezin verblijft, op grond van het bepaalde in deze titel.
Artikel 19 Bekostiging weekeinde- en vakantievervoer
Het college van burgemeester en wethouders bekostigt aan de ouders het weekeindevervoer van de leerling voor de, eenmaal per weekeinde gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en omgekeerd, voor zover de weekeinden niet vallen binnen de in het tweede lid bedoelde schoolvakanties.
Het college van burgemeester en wethouders bekostigt het vakantievervoer van de leerling voor de, eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer, gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en omgekeerd, voor zover de vakantie voorkomt in het schoolplan van de school die de leerling bezoekt.
Het college van burgemeester en wethouders verstrekt de bekostiging op basis van openbaar vervoer, eventueel verhoogd met de kosten van één begeleider. Indien op grond van het advies van de commissie van onderzoek aangepast vervoer noodzakelijk is, zullen de kosten van aangepast vervoer worden vergoed.
Titel 5 Eigen bijdrage en bekostiging naar financiële draagkracht
Aan de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs of een school voor praktijkonderwijs bezoekt en van wie het belastbaar inkomen samen meer bedraagt dan € 19.050,-- wordt slechts een bekostiging verstrekt voor zover de kosten van het vervoer van die leerling de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 9 danwel artikel 15 bepaalde afstand te boven gaan.
In geval het college van burgemeester en wethouders in plaats van een bekostiging in geld te verstrekken het vervoer zelf verzorgen danwel doen verzorgen, betalen de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs, een speciale school voor basisonderwijs of een school voor praktijkonderwijs bezoekt, per leerling per schooljaar een eigen bijdrage die gelijk is aan de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 9 danwel artikel 15 bepaalde afstand, indien het inkomen van de ouders meer bedraagt dan € 19.050,--.
De kosten voor openbaar vervoer, genoemd in het eerste en tweede lid, betreffen de kosten van openbaar vervoer die op grond van de zone-indeling in de regeling die is gebaseerd op artikel 27, eerste lid van de Wet personenvervoer, voor de afstand redelijkerwijs zouden worden gemaakt, ongeacht de aanwezigheid van openbaar vervoer of het daadwerkelijk gebruik ervan.
Artikel 21 Financiële draagkracht
Wanneer toepassing wordt gegeven aan artikel 2, tweede lid en de afstand van de woning van de leerling naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs of school voor speciaal voortgezet onderwijs bedraagt meer dan 20 km, betalen de ouders een van de financiële draagkracht afhankelijke bijdrage tot maximaal het bedrag van de kosten van het vervoer.
De inkomensbedragen, genoemd in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2002 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers per maand heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 450,--.
De bedragen van de eigen bijdrage, bedoeld in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2002 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het consumentenprijsindexcijfer van de reeks alle huishoudens op het onderdeel vervoersdiensten heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 4,50.
Titel 6 Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 22 Beslissing van het college van burgemeester en wethouders in gevallen waarin de regeling niet voorziet
In gevallen, de uitvoering van het leerlingenvervoer betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college van burgemeester en wethouders.
Artikel 23 Afwijken van bepalingen
Het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening.
De verordening is van overeenkomstige toepassing op leerlingen die leerwegondersteunend onderwijs volgen of die verwezen zijn naar een opdc, en waarvoor in het voorgaande schooljaar, met toepassing van de bepalingen in titel 3 of titel 4, een vervoersvoorziening naar een school voor speciaal voortgezet onderwijs, een afdeling voor leerwegondersteunend onderwijs of een opdc is toegekend.