Organisatie | Smallingerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeentelijk Besluit Verhaal Wet Werk en Bijstand |
Citeertitel | Gemeentelijk Besluit Verhaal Wet Werk en Bijstand |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Invoeringswet Wet Werk en Bijstand, art. 13
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-12-2006 | 01-01-2015 | Wijziging art. 14 en 15, toevoeging art. 16 | 29-11-2006 Breeduit, 7 december 2006 | 29-11-2006 nr. 12 | |
01-01-2004 | 08-12-2006 | Nieuwe regeling | 06-05-2004 Onbekend | 06-05-2004, nr. 7 |
Burgemeester en wethouders maken gebruik van de bevoegdheid tot het verhalen van kosten van bijstand:
tot de grens van de onderhoudsplicht als bedoeld in Boek 1 van de het Burgerlijk Wetboek: op degene die bij het ontbreken van gezinsverband zijn onderhoudsplicht jegens zijn echtgenoot, of minderjarig kind niet of niet behoorlijk nakomt en op het minderjarige kind dat zijn onderhoudsplicht jegens zijn ouders niet of niet behoorlijk nakomt;
op degene aan wie de persoon die bijstand ontvangt of heeft ontvangen een schenking heeft gedaan voorzover bij het besluit op de bijstandsaanvraag met de geschonken middelen rekening zou zijn gehouden indien de schenking niet had plaatsgevonden, tenzij gelet op alle omstandigheden aannemelijk is dat de schenker ten tijde van de schenking de noodzaak van bijstandsverlening redelijkerwijs niet heeft kunnen voorzien;
GEHEEL OF GEDEELTELIJK AFZIEN VAN HET NEMEN VAN EEN VERHAALSBESLUIT
4. Kwijtschelding wegens schuldenproblematiek
In afwijking van artikel 1 kunnen burgemeester en wethouders, op
verzoek van degene op wie verhaald wordt, besluiten gedeeltelijk af te zien van verhaal van kosten van bijstand voorzover het betreft verschuldigde verhaalsbedragen die op het moment van het besluit opeisbaar zijn, indien:
5. Inwerkingtreding van het besluit tot afzien van verhaal wegens schuldenproblematiek
Het besluit tot het gedeeltelijk afzien van verhaal treedt niet in werking voordat een schuldregeling als bedoeld in artikel 4 onder b. tot stand is gekomen.
BEOORDELING VAN MATE VAN ONDERHOUDSPLICHT
7. Beoordeling onderhoudsplicht
Bij de beoordeling van het bestaan van het verhaalsrecht als bedoeld in artikel 1 onder a, b en c en de omvang van het te verhalen bedrag wordt rekening gehouden met de maatstaven die gelden en de omstandigheden die van belang zijn in het geval dat de rechter dient te beslissen over de vraag of en, zo ja, tot welk bedrag een uitkering tot levensonderhoud na echtscheiding, scheiding van tafel en bed of ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed zou moeten worden toegekend
VERHALEN VAN RECHTERLIJKE UITSPRAAK BETREFFENDE
8. Verhaal op grond van rechterlijke uitspraak
Indien een rechterlijke uitspraak betreffende levensonderhoud verschuldigd krachtens Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek die uitvoerbaar is, niet wordt nagekomen, wordt verhaald in overeenstemming met deze uitspraak.
Het besluit tot verhaal wordt in dat geval bij brief medegedeeld aan degene op wie wordt verhaald, met de aanmaning het verschuldigde binnen dertig dagen na verzending van de brief te voldoen.
Indien aan de aanmaning geen gevolg wordt gegeven vordert de gemeente het verschuldigde met uitsluiting van degene die de bijstand ontvangt. Het besluit tot verhaal levert een executoriale titel op, die op kosten van de schuldenaar wordt betekend en met toepassing van de voorschriften van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering tenuitvoergelegd.
Een besluit tot verhaal op grond van artikel 1 wordt door het college aan degene op wie verhaal wordt gezocht medegedeeld. Het besluit vermeldt het bedrag of de bedragen waarvan, evenals de termijn of termijnen waarbinnen, betaling wordt verlangd.
Bij verhaal op de nalatenschap kan de mededeling worden gericht tot de langstlevende echtgenoot of een der erfgenamen die geacht kan worden bij de afwikkeling van de nalatenschap te zijn betrokken.
indien de belanghebbende niet uit eigen beweging bereid is de verlangde gelden aan de gemeente te betalen dan wel niet of niet tijdig tot betaling daarvan overgaat, besluiten burgemeester en wethouders tot verhaal in rechte.
Burgemeester en wethouders zien af van verhaal in rechte indien het te verhalen bedrag een bedrag van € 600,- niet te boven gaat.
12. Onderzoek naar draagkracht
Tenminste één keer per drie jaar verrichten burgemeester en wethouders
onderzoek naar de draagkracht voor het voldoen van een verhaalsbijdrage. Indien gewijzigde omstandigheden daartoe aanleiding geeft wordt als gevolg van dit onderzoek de betalingsverplichting gewijzigd vastgesteld.
Er wordt niet overgegaan tot het gewijzigd vaststellen van een
betalingsverplichting indien de draagkracht niet meer blijkt te zijn vermeerderd ten opzichte van het vorige onderzoek dan met € 50,- per maand.
13. Vereenvoudigd derdenbeslag
Indien de belanghebbende niet bereid blijkt de door de rechter vastgestelde bijdrage voor levensonderhoud of de op verzoek van de gemeente vastgestelde bijdrage te voldoen dan wordt die uitspraak tenuitvoergelegd door middel van executoriaal beslag overeenkomstig de artikelen 479b tot en met 479g, behoudens artikel 479e lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
TOELICHTING BESLUIT VERHAAL Wet werk en bijstand
Het betreft hier beleidsregels om vast te stellen dat de gemeente gebruik maakt van de in de Wet werk en bijstand (in casu voornamelijk de Invoeringswet) genoemde mogelijkheid kosten van bijstand te verhalen).
Een en ander past in de visie om in het kader van de volledige financiële verantwoordelijkheid van de gemeente zorg te dragen voor eenduidige vastlegging van de tot 1 januari 2004 vastgestelde werkwijze en de uit die werkwijze en activiteiten voortvloeiende middelen te waarborgen.
Onder a en b worden de verhaalsmogelijkheden op de (ex)echtgenoot (en daarmee gelijkgesteld de geregistreerd partner) bedoeld t.a.v. zijn onderhoudsplicht jegens zijn (ex) echtgenoot enlof minderjarige kinderen.
Overeenkomstig het bepaalde hierover in artikel 13 van de Invoeringswet WWB kan de gemeente tot een nader te bepalen tijdstip overgaan tot verhaal van kosten van bijstand conform de regels van de Algemene bijstandswet. De mogelijkheid verhaal op grond van deze wettelijke onderhoudsplicht toe te passen komt met de komst van een nieuw kinderalimentatiestelsel te vervallen.
Er resteert dan als verhaalsmogelijkheid de onderdelen c,d en e zoals deze in de WWB onder artikel 61 zijn opgenomen.
2.Beperking Hierbij wordt benadrukt dat de bijstand uitsluitend wordt verhaal in de in artikel 1 vastgelegde gevallen.
7. Beoordeling onderhoudsplicht
Het betreft hier de uitvoering van de zogeheten trema-normen. Dit zijn de normen die door de rechtbank worden gehanteerd bij de vaststelling van de alimentatie die voorzien in zowel een zgn. netto- als een brutoberekening. Voor zover het gemeentelijk beleid voorziet in een niet in de volle omvang uitvoeren van die tremanormen (bijv. enkel de netto-berekening of bijv. de vaststelling van een forfaitair verhaalsbedrag ten behoeve van kinderen) kan dat in de toelichting worden opgenomen.
12. Onderzoek naar draagkracht
Het hier genoemde bedrag kan worden herleid uit de onder de toelichting bij artikel 3 genoemde bedrag van € 50,- per maand.
Inwerkingtreding per datum invoering WWB. In ieder geval is aanpassing verlangd op het moment dat het voorgenomen nieuwe stelsel van kinderalimentatie ingaat.