Organisatie | Schiedam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de Bezwaarschriftencommissie Gemeente Schiedam |
Citeertitel | Verordening op de Bezwaarschriftencommissie Gemeente Schiedam |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vervangen door de Verordening op de Bezwaarschriftencommissie.
Onbekend.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-06-2016 | 01-06-2016 | intrekking | 12-04-2016 Elektronisch Gemeenteblad, 31-05-2016 | 16VR008/16INT00077 | |
19-06-2008 | 01-06-2016 | Nieuwe regeling | 05-06-2008 Maasstad,18062008 | VR2008/56 |
HOOFDSTUK II Behandeling van de bezwaarschriften
De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op ieder gewenst moment ontslag nemen. Zij dienen dit schriftelijk in bij de voorzitter van de commissie die daarvan terstond kennis geeft aan het benoemende orgaan. De voorzitter dient zijn ontslag, eveneens schriftelijk, rechtstreeks in bij het benoemende orgaan.
Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van Schiedam ontslaan voor het aflopen van de benoemingstermijn als bedoeld in het eerste lid als het betreffende commissielid niet naar behoren functioneert. Voordat het besluit genomen wordt, wordt het desbetreffende lid in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze te geven op het voornemen tot het verlenen van ontslag.
Artikel 7 Toekenning van bevoegdheden
De secretaris oefent voor de toepassing van deze verordening de volgende wettelijke bevoegdheden van het bestuursorgaan uit:
De voorzitter handhaaft de orde ter zitting. Hij is bevoegd wanneer de orde op enigerlei wijze wordt verstoord maatregelen te nemen.
De voorzitters en de (plaatsvervangende) leden ontvangen voor het bijwonen van de vergaderingen een vergoeding. Deze vergoeding bedraagt per vergadering voor de leden een bedrag van € 175 en voor de voorzitter een bedrag van € 200. Indien daartoe aanleiding bestaat wordt het bedrag eens per twee jaar geïndexeerd.
Voor het houden van een zitting is vereist, dat de meerderheid van het aantal leden, waaronder in ieder geval de voorzitter dan wel zijn plaatsvervanger, aanwezig is.
Artikel 13 Niet deelneming aan de behandeling
De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan behandeling van een bezwaarschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.
De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.
De commissie brengt jaarlijks verslag uit van haar werkzaamheden aan de gemeenteraad, burgemeester en wethouders en de burgemeester. Dit verslag maakt vervolgens onderdeel uit van het Burgerjaarverslag. Zonodig signaleert de commissie tussentijds – los van het jaarverslag – in de richting van het desbetreffende bestuursorgaan ontwikkelingen waarvan de aanpak niet kan worden uitgesteld.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Schiedam in zijn openbare vergadering van
de griffier, de voorzitter,
J.Gordijn, W.M. Verver-Aartsen
Toelichting wijziging Verordening op de Bezwaarschriftencommissie
Op 1 januari 2010 wordt de Wet dwangsom bij niet tijdig beslissen van kracht. Deze wet wordt geïntegreerd in de Algemene wet bestuursrecht. De nieuwe regeling betekent o.a. dat indien het bestuursorgaan niet binnen de termijnen uit de Awb beslist op een bezwaarschrift of op een aanvraag, het bestuursorgaan aan de aanvrager een dwangsom verbeurt voor elke dag dat het in gebreke is.
Vooruitlopend op de inwerkingtreding van deze wetswijziging is het noodzakelijk om in de verordening op de Bezwaarschriftencommissie wijzigingen door te voeren om tot een efficiëntere afhandeling van de bezwaarschriften te komen. Gebleken is dat eerdere pogingen die moesten leiden tot het bevorderen van de doorlooptijden onvoldoende resultaat hebben opgeleverd.
In de programmabegroting 2008 is vastgelegd dat in 2008 95% van de bezwaarschriften binnen 14 weken is afgehandeld. Voor 2009 moet 100% van de bezwaarschriften binnen de termijn worden afgehandeld.
Door de gemeente Rotterdam wordt al enige tijd met succes gewerkt aan het verkorten van de doorlooptijden van bezwaarschriften. Het ambtelijk horen voor bepaalde categorieën bezwaarschriften en een verbetering van het ondersteunende softwarepakket worden hiervoor als middel ingezet.
Gelet op de opgedane ervaring in Rotterdam is het niet noodzakelijk zelf het wiel uit te vinden. Er is voor gekozen aansluiting te zoeken bij de werkwijze van de gemeente Rotterdam inzake de volgende onderdelen: de verordening op de Bezwaarschriftencommissie zoveel mogelijk naar Rotterdams model in te richten; bij apart collegebesluit worden categorieën bezwaarschriften aangewezen merkt die niet door de Bezwaarschriftencommissie zullen worden behandeld, maar ter zake waarvan belanghebbenden ambtelijk zullen worden gehoord; de redactie van brieven/besluiten aan belanghebbenden wordt overgenomen omdat deze uitmunt in juridisch correct doch begrijpelijk taalgebruik; de inrichting van het ondersteunende softwarepakket Octopus wordt overgenomen.
Om bovenstaande werkwijze op korte termijn te kunnen hanteren wordt een samenwerkingsverband met de gemeente Rotterdam aangegaan. De nieuwe werkwijze betekent frequenter vergaderen voor de kamers uit de bezwaarschriftencommissie. De praktijk was een vergaderfrequentie van gemiddeld één keer per maand per kamer. De nieuwe werkwijze betekent dat een bezwaarschrift bij binnenkomst sneller voor een zitting zal worden geagendeerd. Dit betekent voor de kamers van de commissie vaker maar korter vergaderen. Deze omslag is noodzakelijk om de termijnen te kunnen halen.
De voorzitters en de (plv) leden worden benoemd voor een periode van maximaal twee zittingsperiodes van de gemeenteraad. De eerste periode gaat in op het moment dat een nieuwe zittingsperiode van de gemeenteraad aanvangt (waarschijnlijk in 2010).
Het presentiegeld wordt verhoogd. De nieuwe werkwijze brengt met zich mee dat de frequentie van de zittingen zal toenemen maar dat de duur ervan afneemt. De tijdsduur van de zitting is niet langer van invloed op de hoogte van de vergoeding (de vergoeding voor een zogenaamde “dubbele zitting”).
In dit artikel zijn slechts die begripsbepalingen opgenomen die niet in de Algemene wet bestuursrecht voor komen. Zo ontbreekt een omschrijving van het begrip bestuursorgaan hoewel dat op meerdere plaatsen in de verordening voorkomt.
Verschillende bestuursorganen kunnen in het licht van de toepassing van deze verordening worden onderscheiden:
Het bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen, in de verordening aangeduid als verwerend orgaan. Dit kan betreffen de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester, een commissie waaraan via delegatie bepaalde bevoegdheden van de hiervoor genoemde bestuursorganen zijn overgedragen en tenslotte de ambtenaar aan wie uitvoeringsbevoegdheden van het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester zijn overgedragen.
Het bestuursorgaan dat dient te beslissen op het ingediende bezwaarschrift. Wanneer het gaat om de behandeling van bezwaarschriften zijn het verwerend orgaan en het onderhavige bestuursorgaan één. Dit volgt uit het karakter van de bezwaarschriftenprocedure als heroverwegingsprocedure door het orgaan dat het oorspronkelijke en bestreden besluit heeft genomen.
Artikel 2 - bevoegdheid commissie
Het tweede lid geeft beperkingen aan op de algemene taak zoals die in het eerste lid staat omschreven. De beperkingen hebben betrekking op categorieën bezwaarschriften waarvoor thans reeds aparte commissies functioneren.Voortzetting van die werkwijze wordt wenselijk geacht.
Het derde lid maakt het mogelijk bij collegebesluit te bepalen dat bij bepaalde categorieën bezwaarschriften ambtelijk wordt gehoord. Deze werkwijze heeft tot doel de doorlooptijden van de bezwaarschriften te verkorten.
Bij enige twijfel wordt het bezwaarschrift voor advies aan de Bezwaarschriftencommissie voorgelegd. Ambtelijk horen vindt uitsluitend plaats bij standaardzaken.
Het ambtelijk horen vindt plaats door de secretarissen van de Bezwaarschriftencommissie. Ook is namens het bestuursorgaan een vertegenwoordiger aanwezig.Teneinde de onafhankelijkheid en te waarborgen zal nooit worden gehoord door personen die bij het bestreden besluit betrokken zijn geweest. Bovendien staat beroep en hoger beroep open bij de bestuursrechter.
Ter zake van de bezwaarschriften waarbij het horen door de secretaris van de commissie heeft plaatsgevonden, ligt het in de rede dat de secretaris ook degene is die het bestuursorgaan adviseert.
De kamers werken met een vaste bezetting en zo mogelijk met vaste vervangers.Uitgangspunt is dat de leden gemiddeld evenveel zittingen bijwonen. Hiermee wordt recht gedaan aan het evenwichting inzetten van de leden en het optimaal benutten van de specifieke kennis van de leden.
Artikel 4 – samenstelling van de commissie
De voorzitters en (plaatsvervangende) leden worden benoemd en ontslagen door het college van burgemeester en wethouders. Voorheen werden de commissieleden benoemd door zowel burgemeester, college als de gemeenteraad. De afgelopen jaren is gebleken dat het overgrote deel van de bezwaarschriften is gericht tegen besluiten van het college. Het ligt dan ook in de rede dat het college de leden van de commissie benoemt en ontslaat. Sinds de invoering van het dualisme is het gebruikelijk dat het college de leden benoemt en ontslaat.
De commissie selecteert kandidaat-leden en legt vervolgens een voordracht voor aan het college, nadat de portefeuillehouder met de keuze van de kandidaten heeft ingestemd.
Het secretariaat wordt uitgeoefend door de teamleider juridische zaken.
De secretarissen van elk van de kamers zijn door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren.
Artikel 7 – toekenning van bevoegdheden
De in dit artikel aangehaalde artikel(led)en van de Awb luiden als volgt:
2.Een bestuursorgaan kan van een gemachtigde een schriftelijke machtiging verlangen.
Deze bepaling is facultatief geformuleerd; de secretaris is dan ook vrij al dan niet van deze bevoegdheid gebruik te maken.
Indien niet is voldaan aan artikel 6:5 of aan enig ander bij de wet gesteld vereiste voor het in behandeling nemen van het bezwaar of beroep, kan dit niet-ontvankelijk worden verklaard, mits de indiener de gelegenheid heeft gehad het verzuim te herstellen binnen een hem daartoe gestelde termijn.
Doordat de bevoegdheid tot advisering over bezwaarschriften die niet voldoen aan het bepaalde in de artikelen 6:5 en 6:7 van de wet is opgedragen aan de secretaris, wordt de termijn waarbinnen het verzuim dient te worden hersteld, eveneens bepaald door de secretaris.
Er is vanaf gezien in de verordening een vaste termijn daarvoor op te nemen omdat het niet goed mogelijk is in algemene zin voor alle gevallen aan te geven hoe lang deze termijn zou moeten zijn. Uitgangspunt is wel dat er sprake moet zijn van een redelijke termijn (in de meeste gevallen zal met een termijn van twee weken na het einde van de bezwarentermijn kunnen worden volstaan). Enerzijds moet de indiener een reële mogelijkheid worden geboden het geconstateerde verzuim te herstellen, anderzijds moet het niet zo zijn dat door een te lange termijn de procedure wordt vertraagd.
Indien iemand zich laat vertegenwoordigen, zendt het orgaan dat bevoegd is op het bezwaar of beroep te beslissen, de op de zaak betrekking hebbende stukken in ieder geval aan de gemachtigde.
Het bestuursorgaan legt het bezwaarschrift en alle verder op de zaak betrekking hebbende stukken voorafgaand aan het horen gedurende tenminste een week voor belanghebbenden ter inzage.
Het bestuursorgaan kan, al dan niet op verzoek van een belanghebbende, toepassing van het
derde lid achterwege laten, voor zover geheimhouding om gewichtige redenen is geboden (...).
(Het derde lid van dit artikel luidt:
Wanneer belanghebbenden afzonderlijk zijn gehoord, wordt ieder van hen op de hoogte gesteld van het verhandelde tijdens het horen buiten zijn aanwezigheid.)
De secretaris is bevoegd inzake het uitvoering geven aan artikel 7:3 Awb
De in het derde lid genoemde artikelen van de wet geven aan in welke gevallen van het horen van belanghebbenden kan worden afgezien. Voor wat betreft een ingediend bezwaarschrift is dat het geval indien:
Zoals uit de toelichting bij artikel 1 volgt zijn in de bezwaarprocedure het verwerende orgaan en het bestuursorgaan dat op een ingediend bezwaarschrift dient te beslissen één.
In de beroepsprocedure is dat niet het geval. Het ligt voor de hand dat indien het verwerend orgaan aan het bezwaar van de belanghebbende volledig tegemoet denkt te kunnen komen het daarover met de secretaris van de commissie contact opneemt. In dit verband zij ook gewezen op de artikelen 6:18 en 6:19 Awb. In artikel 6:18 gaat het over het tijdens het aanhangig zijn van bezwaar of beroep intrekken of wijzigen van het bestreden besluit. In artikel 6:19 wordt bepaald dat indien een bestuursorgaan een dergelijk intrekkings- of wijzigingsbesluit heeft genomen het bezwaar of beroep geacht wordt mede gericht te zijn tegen het nieuwe besluit tenzij dat besluit aan het bezwaar of beroep geheel tegemoet komt.
De bevoegdheid hierover te beslissen wordt middels de verordening toegekend aan de secretaris van de commissie. De secretaris van de commissie beslist over het afzien van het horen. Deze beslissing is dus niet aan het bestuursorgaan dat het bezwaarschrift heeft ontvangen. Dat zou overigens ook niet mogelijk zijn gelet op artikel 7:13, vierde lid, waarin onder andere is bepaald dat de commissie, voor zover bij wettelijk voorschrift niet anders is bepaald, beslist over de toepassing van artikel 7.3.
Artikel 13 - niet deelneming aan de behandeling
Dit artikel vormt het equivalent van artikel 2:4 Awb, dat verbiedt dat tot het bestuursorgaan behorende of daarvoor werkzame personen die een persoonlijk belang bij een besluit hebben, de besluitvorming beïnvloeden.
Artikel 14- openbaarheid zitting
Ingevolge artikel 7:5, tweede lid, Awb besluit het bestuursorgaan, voor zover niet bij wettelijk voorschrift anders is bepaald, of het horen in het openbaar plaatsvindt. In artikel 7:13, vierde lid, Awb wordt deze bevoegdheid aan de daar bedoelde commissie toegekend.
Verder wordt hier gewezen op artikel 85 Gemeentewet waarin onder andere is bepaald dat ten aanzien van een commissie die is belast met het voorbereiden van door de raad te nemen beslissingen op bezwaarschriften de raad tevens de openbaarheid van de vergaderingen regelt.In de onderhavige bepaling is vastgelegd dat de zitting - het horen - in principe in het openbaar plaatsvindt. Uitzondering op deze regel blijft mogelijk bijvoorbeeld in geval dat bijzonder persoonlijke zaken van familiaire, medische of financiële aard dan wel andere zaken met een vertrouwelijk karakter aan de orde komen. De zitting dient te worden onderscheiden van de beraadslaging van de commissie, die ingevolge artikel l5 van de verordening achter gesloten deuren plaats heeft.
Artikel 15 - schriftelijke vastlegging
Artikel 7:7 Awb vereist zeer kort en bondig dat van het horen een verslag wordt gemaakt. De inhoudelijke vereisten aan het verslag worden niet door de Awb geregeld. Dit staat er overigens niet aan in de weg dat in de verordening een vaste procedure wordt opgenomen.
Het bepaalde in het eerste lid hoeft niet zo ver te strekken dat van al het aanwezig publiek naam en hoedanigheid wordt opgenomen. Wel zal uit het verslag duidelijk moeten blijken wie namens welke partij aanwezig was en wat door hen naar voren is gebracht.
Een nader onderzoek kan feiten of omstandigheden aan het licht brengen die op het moment van de zitting nog niet bekend waren.
Dit kan aanleiding zijn om belanghebbenden en het verwerend orgaan opnieuw te horen. De onderhavige bepaling voorziet in de mogelijkheid de commissie te verzoeken daartoe een nieuwe zitting te houden. In de artikelen 7:9 en 7:23 wordt bepaald dat, indien het in voor bedoeld geval feiten of omstandigheden betreft die voor de op bezwaar of beroep te nemen beslissing van aanmerkelijk belang kunnen zijn, dit aan belanghebbenden wordt medegedeeld en dat zij opnieuw in de gelegenheid worden gesteld te worden gehoord.
Artikel 17 - raadkamer en advies
Zie ook de toelichting bij artikel 14. De hoorzitting is in principe openbaar, de hier bedoelde beraadslaging vindt achter gesloten deuren plaats.
Artikel 18 - uitbrengen advies
Volgens artikel 7:13, zesde lid, Awb maakt in de bezwaarschriftenprocedure het verslag van de hoorzitting deel uit van het advies van de commissie en wordt het advies schriftelijk uitgebracht. De regeling inzake het administratief beroep in afdeling 7.3 Awb kent een dergelijk voorschrift niet. Ook hier verdient het evenwel aanbeveling dat het advies schriftelijk wordt uitgebracht en dat het verslag daarvan deel uitmaakt. Om die reden is het eerste lid van deze bepaling als zodanig geformuleerd.
De beslistermijn bedraagt ingevolge artikel 7:10 (bezwaarschrift) van de Awb tien weken behoudens in het geval van opschorting of van gebruikmaking van de mogelijkheid van verdaging.