Organisatie | Epe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene plaatselijke verordening Epe 2008 |
Citeertitel | Algemene plaatselijke verordening Epe 2008 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Geen.
-Besluit op grond van art. 2.57 en 2.58
-Bomenlijst op grond van artikel 4:11 lid 1 Algemene Plaatselijke Verordening Epe 2008 (dit besluit is in werking getreden op 24 februari 2010)
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-03-2018 | 01-01-2018 | 29-06-2019 | Verordening tot wijziging van de APV gemeente Epe 2008 | 25-01-2018 | 2017-00785 |
01-03-2017 | 21-03-2018 | 7e wijziging - wijzigingen; art.1.3 vervalt, art.2.1, art. 2.25, art.2.28, art.2.33 vervalt, art.2.34 wordt art.2.33, art.2.34b, art.2.38, art.2.39 lid 2b, art.2.59, art.2,61a toegevoegd, art.2.77, art.4.1, art.4.3, art.4.11, art.4.15, art.4.20 toegevoegd, art.5.7 lid 2 en lid 3 vervalt, art.5.7 toegevoegd. | 23-02-2017 Gemeenteblad 2017 nr. 31735 d.d. 28-02-2017 | 2017-00785 | |
20-10-2015 | 01-03-2017 | 6e wijziging - wijzigingen; art.1.2 lid 3, art.2.10 lid 4, art.2.11 lid 4, art.2.30 lid 2, art. 2.48 lid 1, art. 2.58 lid 2, art 3.5 lid 2c, art.3.9 lid 4, art.4.2 lid 2, art 5.9 lid 1 - toegevoegd; art.2.67, art.2.68 , art.2.69, art.2.74a, art.5.15 - vervalt; art. 5.16 | 17-09-2015 Gemeenteblad, 19 oktober 2015, nr. 96278 | Raadsbesluit 2015-26907 | |
24-07-2013 | 20-10-2015 | 5e wijziging: gewijzigd art. 1:3, art. 2:25, art. 4:6, art. 4:11b, art. 5:2, art.5:30, art.5,34 - toegevoegd afd.8A art.2:34a + art.2:34b en art.2:44a | 11-07-2013 Veluws Nieuws d.d. 23-07-2013 | Raadsbesluit 2013-21149 | |
28-11-2012 | 24-07-2013 | 4e wijziging: Art. 1.1; 1.5; 1.8; 2.1, 2.3; 2.6; 2.10; 2.11; 2.12; 2.15; 2.24; 2.25; 2.27; 2.28; 2.29; 2.30; 2.31; 2.32; 2.33; 2.34; 2.39; 2.40; 2.44; 2.47; 2.48; 2.50; 2.57; 2.58; 2.59; 2.60; 2.73; 2.74; 3.3; 3.4; 3.5; 3.6; 3.7; 3.9; 3.12; 3.13, 3.14; 3.15; 4.3; 4.6; 4.11; 4.13; 4.15; 4.17; 4.18; 4.19; 5.5; 5.6; 5.7; 5.8; 5.9; 5.11; 5.12; 5.13; 5.15; 5.16; 5.18; 5.20; 5.23; 5.24; 5.28; 5.30; 5.31a; 5.32; 5.33; 5.34; 5.36 | 08-11-2012 Veluws Nieuws, 20-11-2012 | Raadsbesluit 2012-29344 | |
28-11-2012 | 24-07-2013 | 4e wijziging: Art. 1.1; 1.5; 1.8; 2.1, 2.3; 2.6; 2.10; 2.11; 2.12; 2.15; 2.24; 2.25; 2.27; 2.28; 2.29; 2.30; 2.31; 2.32; 2.33; 2.34; 2.39; 2.40; 2.44; 2.47; 2.48; 2.50; 2.57; 2.58; 2.59; 2.60; 2.73; 2.74; 3.3; 3.4; 3.5; 3.6; 3.7; 3.9; 3.12; 3.13, 3.14; 3.15; 4.3; 4.6; 4.11; 4.13; 4.15; 4.17; 4.18; 4.19; 5.5; 5.6; 5.7; 5.8; 5.9; 5.11; 5.12; 5.13; 5.15; 5.16; 5.18; 5.20; 5.23; 5.24; 5.28; 5.30; 5.31a; 5.32; 5.33; 5.34; 5.36 | 08-11-2012 Veluws Nieuws, 20-11-2012 | Raadsbesluit 2012-29344 | |
04-01-2012 | 28-11-2012 | Art. 1:9, 1:10, 2:58, 2:61, 2:73a | 01-12-2011 Veluws Nieuws, 27-12-2011 | Raadsbesluit 2011-79398 | |
01-10-2010 | 04-01-2012 | art. 1:1, 1:2, 2:11, 4:11, 4:11a, 4:12, 6:1 | 03-06-2010 Veluws Nieuws, 22-06-2010 | Raadsbesluit 2010-11458 |
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders (Handelingen van de raad, bijlagenr. 08-52);
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet ;
overwegende, dat het aanbeveling verdiend regels te stellen ter handhaving van de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid en de bescherming van het milieu;
Vast te stellen de Algemene Plaatselijke verordening Epe 2008
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald.
Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:
De vergunning of ontheffing geldt voor onbepaalde tijd, tenzij bij de vergunning of ontheffing anders is bepaald of de aard van de vergunning of ontheffing zich daartegen verzet.
Artikel 2:3 Kennisgeving betogingen op openbare plaatsen
Degene die het voornemen heeft op een openbare plaats een betoging te houden, waaronder begrepen een samenkomst als bedoeld in artikel 3, eerste lid van de Wet openbare manifestaties, geeft daarvan voor de openbare aankondiging en ten minste 48 uur voordat de betoging wordt gehouden, schriftelijk kennis aan de burgemeester.
Afdeling 5 Bruikbaarheid en aanzien van de weg
Artikel 2:11 (Omgevings)vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg
Afdeling 6 Veiligheid op de weg
Artikel 2:15 Hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerp
Het is verboden beplanting of een voorwerp aan te brengen of te hebben op zodanige wijze dat aan het wegverkeer het vrije uitzicht wordt belemmerd of dat er op andere wijze voor het wegverkeerhinder of gevaar ontstaat.
Artikel 2:16 Openen straatkolken e.d.
Het is aan degene die daartoe niet bevoegd is verboden een straatkolk, rioolput, brandkraan of een andere afsluiting die behoort tot een openbare nutsvoorziening, te openen, onzichtbaar te maken of af te dekken.
De burgemeester kan binnen 10 dagen na ontvangst van de melding, zoals bedoeld in lid 4 onder b van dit artikel, besluiten het organiseren van een evenement als bedoeld in het tweede lid te verbieden, indien er aanleiding is te vermoeden dat daardoor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt.
Afdeling 8 Toezicht op openbare inrichtingen
Artikel 2:31 Verboden gedragingen in openbare inrichtingen
Het is verboden in een openbare inrichting:
Artikel 2:34a Begripsbepalingen
In deze afdeling wordt verstaan onder:
Artikel 2:34b Regulering paracommerciële rechtspersoon
In afwijking van het eerste lid kan een paracommercieel rechtspersoon die zich richt op de tennissport onverminderd artikel 2:29 alcoholhoudende drank uitsluitend verstrekken tot uiterlijk één uur na afloop van de activiteit die wordt uitgeoefend in verband met de statutaire doelen van de rechtspersoon en uitsluitend op:
Afdeling 9 Toezicht op inrichtingen tot het verschaffen van nachtverblijf
In deze afdeling wordt verstaan onder inrichting: elke al dan niet besloten ruimte waarin, in de uitoefening van beroep of bedrijf, aan personen de mogelijkheid van nachtverblijf of gelegenheid tot kamperen wordt verschaft
Artikel 2:36 Kennisgeving exploitatie
Degene die een inrichting opricht, overneemt, verplaatst of de exploitatie of feitelijke leiding van een inrichting staakt, is verplicht binnen drie dagen daarna daarvan schriftelijk kennis te geven aan de burgemeester.
Artikel 2:38 Verschaffing gegevens nachtregister
Degene die in een inrichting nachtverblijf houdt of de kampeerder is verplicht de exploitant of feitelijk leidinggevende van die inrichting volledig en naar waarheid naam, adres, woonplaats, geboortedatum, geboorteplaats, dag van aankomst en de dag van vertrek te verstrekken.
Afdeling 10 Toezicht op speelgelegenheden
Artikel 2:39 Speelgelegenheden
Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelgelegenheid te exploiteren of te doen exploiteren. Het verbod is niet van toepassing op:
speelgelegenheden waar de mogelijkheid wordt geboden om het kleine kansspel als bedoeld in artikel 7c van de Wet op de kansspelen te beoefenen, of te spelen op speelautomaten als bedoeld in artikel 30 van de Wet op de kansspelen, of de handeling als bedoeld in artikel 1, onder a, van de Wet op de kansspelen te verrichten.
Afdeling 11 Maatregelen tegen overlast en baldadigheid
Artikel 2:44 Vervoer inbrekerswerktuigen
Dit verbod is niet van toepassing indien de bedoelde werktuigen niet zijn gebruikt of niet zijn bestemd om zich onrechtmatig de toegang tot een gebouw of erf te verschaffen, onrechtmatig sluitingen te openen of te verbreken, diefstal door middel van braak te vergemakkelijken of het maken van sporen te voorkomen.
Artikel 2:50 Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten
Het is verboden zich zonder redelijk doel op een voor anderen hinderlijke wijze op te houden in of op een voor het publiek toegankelijke ruimte dan wel deze te verontreinigen of te gebruiken voor een ander doel dan waarvoor deze ruimte is bestemd. Onder deze ruimten wordt in elk geval verstaan: portalen, telefooncellen, wachtlokalen voor het openbaar vervoer, parkeergarages en rijwielstallingen.
Artikel 2:50a Gebiedsontzegging
De burgemeester kan degene die, hetzij alleen, hetzij in groepsverband, de openbare orde ernstig verstoort door het plegen van strafbare feiten, of anderszins personen lastig valt of schade toebrengt uit het oogpunt van openbare orde het bevel geven zich te verwijderen en zich verwijderd te houden van of uit een door de burgemeester bij bevel gegeven plaats of gebied gedurende de tijd bij het bevel genoemd.
Artikel 2:51 Neerzetten van fietsen e.d.
Het is verboden op een openbare plaats een fiets of een bromfiets te plaatsen of te laten staan tegen een raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw dan wel in de ingang van een portiek indien:
Artikel 2:52 Overlast van fiets of bromfiets op markt en kermisterrein e.d.
Het is verboden op de door het college of de burgemeester aangewezen uren en plaatsen zich met een fiets of bromfiets te bevinden op een door het college of de burgemeester aangewezen terrein waar een markt, kermis, uitvoering, bijeenkomst of plechtigheid gehouden wordt die publiek trekt, mits dit verbod kenbaar is aan de bezoekers van het terrein.
Artikel 2:58 Verontreiniging door honden en landbouwhuisdieren
De eigenaar of houder van een landbouwhuisdier is verplicht ervoor te zorgen dat het landbouwhuisdier zich binnen de bebouwde kom niet van uitwerpselen ontdoet op trottoirs en met borden G7, G11 en G12a of G13 van het Reglement Verkeerstekens en Verkeersregels 1990 als zodanig aangegeven voetpaden, fietspaden en fiets/bromfietspaden.
De in het zwartwildraster aanwezige hekken en poorten dienen na gebruik onmiddellijk te worden gesloten.
Afdeling 12 Bepaling ter bestrijding van heling van goederen
Artikel 2:68 Voorschriften als bedoeld in artikel 437 ter van het Wetboek van Strafrecht
De handelaar of een voor hem handelend persoon is verplicht:
wanneer hij overeenkomstig het bepaalde in artikel 437 ter, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de burgemeester of de door deze aangewezen ambtenaar er schriftelijk van in kennis stelt dat hij van het opkopen een beroep of gewoonte maakt, daarbij tevens schriftelijk opgave te doen van zijn woonadres en van het volledig adres van elke lokaliteit door hem ten behoeve van zijn onderneming in gebruik genomen;
de onder a bedoelde functionaris onder aanbieding van zijn register(s) onverwijld doch in ieder geval binnen drie dagen, schriftelijk in kennis te stellen van een verandering van zijn woonadres, zomede van het adres of de adressen van een bij hem ten behoeve van zijn onderneming in gebruik zijnde lokaliteit;
Artikel 2:69 Vervreemding van door opkoop verkregen goederen
Het is de handelaar of een voor hem handelend persoon verboden enig door opkoop verkregen goed gedurende de eerste drie dagen dat het onder zijn berusting is, over te dragen of daarin enige wijziging aan te brengen tenzij deze wijziging van geen invloed is op de herkenbaarheid van het goed.
Artikel 2:71 Begripsbepalingen
In deze afdeling wordt verstaan onder consumentenvuurwerk: Consumentenvuurwerk waarop het Besluit van 22 januari 2002, houdende nieuwe regels met betrekking tot consumenten- en professioneel vuurwerk (Vuurwerkbesluit) van toepassing is.
Artikel 2:74 Drugshandel op straat
Onverminderd het bepaalde in de Opiumwet is het verboden zich op een openbare plaats op te houden met het kennelijke doel om middelen als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet, of daarop gelijkende waar, al dan niet tegen betaling af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen.
Artikel 2:74A Openlijk drugsgebruik
Het is verboden in door het college aangewezen gebieden op of aan de weg of in een voor het publiek toegankelijk gebouw middelen als bedoeld in de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet te gebruiken, toe te dienen, dan wel voorbereidingen daartoe te verrichten often behoeve van het gebruik voorwerpen of stoffen voorhanden te hebben.
Afdeling 15 Bestuurlijke ophouding, veiligheidsrisicogebieden en cameratoezicht op openbare plaatsen
Artikel 2:75 Bestuurlijke ophouding
De burgemeester kan overeenkomstig artikel 154a van de Gemeentewet besluiten tot het tijdelijk doen ophouden van door hem aangewezen groepen van personen op een door hem aangewezen plaats indien deze personen het bepaalde in artikel 2.1 of 2.47 of 2.50 van de Algemene plaatselijke verordening groepsgewijs niet naleven.
Artikel 2:76 Veiligheidsrisicogebieden
De burgemeester kan overeenkomstig artikel 151b van de Gemeentewet bij verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van wapens, dan wel bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, een gebied, met inbegrip van de daarin gelegen voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven, aanwijzen als veiligheidsrisicogebied.
Hoofdstuk 3 Seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie e.d.
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
seksinrichting: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
Afdeling 2 Seksinrichtingen, straatprostitutie, sekswinkels en dergelijke
Artikel 3:5 Gedragseisen exploitant en beheerder
Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, is de exploitant en de beheerder niet::
binnen de laatste vijf jaar onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van zes maanden of meer door de rechter in Nederland, inclusief de drie openbare lichamen Bonaire, Saba en Sint-Eustatius, Aruba, Curaçao en Sint Maarten, dan wel door een andere rechter wegens een misdrijf waarvoor naar Nederlands recht een bevel tot voorlopige hechtenis ingevolge artikel 67, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering is toegelaten;
binnen de laatste vijf jaar bij tenminste twee rechterlijke uitspraken onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke geldboete van 500 euro of meer of tot een andere hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a van het Wetboek van Strafrecht, wegens dan wel mede wegens overtreding van:
bepalingen gesteld bij of krachtens de Drank- en Horecawet, de Opiumwet, de Vreemdelingenwet en de Wet arbeid vreemdelingen;
de artikelen 137c tot en met 137g, 140, 240b, 242 tot en met 249, 252, 250a (oud), 273f, 300 tot en met 303, 416, 417, 417bis, 426, 429quater en 453 van het Wetboek van Strafrecht;
de artikelen 8 en 162, derde lid, alsmede artikel 6 juncto artikel 8 of juncto artikel 163 van de Wegenverkeerswet 1994;
de artikelen 1, onder a, b en d, 13, 14, 27 en 30b van de Wet op de kansspelen;
De exploitant of de beheerder is binnen de laatste vijf jaar geen exploitant of beheerder geweest van een seksinrichting of escortbedrijf die voor ten minste een maand door het bevoegde bestuursorgaan is gesloten, of waarvan de vergunning bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, is ingetrokken, tenzij aannemelijk is dat hem ter zake geen verwijt treft.
Artikel 3:8 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder
De exploitant en de beheerder zien er voortdurend op toe dat in de seksinrichting:
geen strafbare feiten plaatsvinden, waaronder in ieder geval de feiten genoemd in de titels XIV (misdrijven tegen de zeden), XVIII (misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid), XX (mishandeling), XXII (diefstal) en XXX (heling) van het Tweede Boek van het Wetboek van Strafrecht, in de Opiumwet en in de Wet wapens en munitie; en
De burgemeester kan met het oog op de openbare orde en de belangen genoemd in artikel 3:13, tweede lid, personen aan wie ten minste eenmaal een bevel is gegeven als bedoeld in het derde lid, verbieden zich gedurende een bepaalde termijn, anders dan in een openbaar middel van vervoer, te bevinden op of aan de wegen of gebieden en op de tijden bedoeld in het eerste lid onder b.
Artikel 3:11 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke
Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op het tentoonstellen, aanbieden of aanbrengen van goederen, opschriften, aankondigingen, gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen, die dienen tot het openbaren van gedachten en gevoelens als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Grondwet.
Afdeling 3 Beslistermijn; weigeringsgronden
Artikel 3:13 Weigeringsgronden
Voor seksinrichtingen en in Nederland gevestigde escortbedrijven kan, onverminderd het bepaalde in artikel 1:8, de vergunning bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, worden geweigerd dan wel de aanwijzing of vaststelling bedoeld in artikel 3:9, eerste lid, achterwege gelaten, in het belang van:
Afdeling 4 Beëindiging exploitatie; wijziging beheer
Het beheer kan worden uitgeoefend door een nieuwe beheerder, indien het bevoegd bestuursorgaan op aanvraag van de exploitant heeft besloten de verleende vergunning overeenkomstig de wijziging in het beheer te wijzigen. Het bepaalde in artikel 3:13, eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk 4 Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente
Afdeling 1 Geluidhinder EN VERLICHTING
Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten
De voorwaarden met betrekking tot de verlichting ten behoeve van sportbeoefening in de buitenlucht als bedoeld in artikel 3.148, eerste lid, van het Besluit gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen.
Artikel 4:3 Kennisgeving incidentele festiviteiten
Het is een inrichting toegestaan maximaal 6 incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden waarbij de geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit en artikel 4:5 van deze verordening niet van toepassing zijn, mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.
Het is een inrichting toegestaan om tijdens maximaal 12 incidentele festiviteiten per kalenderjaar de verlichting langer aan te houden ten behoeve van sportactiviteiten waarbij artikel 3.148 , eerste lid, van het Besluit niet van toepassing is, mits de houder van de inrichting ten minste tien werkdagen voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.
Artikel 4:5 Onversterkte muziek
Voor de duur van 3 uur in de week is onversterkte muziek, vanwege het oefenen door muziekgezelschappen zoals orkesten, harmonie- en fanfaregezelschappen, in een inrichting gedurende de dag- en avondperiode uitgezonderd van de genoemde geluidsniveaus in het eerste lid. Indien versterkte elementen worden gecombineerd met onversterkte elementen, wordt het hele samenspel beschouwd als versterkte muziek en is het Besluit van toepassing.3.
Afdeling 2 Bodem-, weg- en milieuverontreiniging
Artikel 4:8 Natuurlijke behoefte doen
Het is verboden binnen de bebouwde kom op een openbare plaats zijn natuurlijke behoefte te doen buiten daarvoor bestemde plaatsen.
Artikel 4:9 Toestand van sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen
Sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen mogen zich niet bevinden in een toestand die gevaar oplevert voor de veiligheid, nadeel voor de gezondheid of hinder voor de gebruikers van de gebouwen of voor anderen.
Afdeling 3 Het bewaren van houtopstanden
Artikel 4:11a Herplant- en instandhoudingsplicht
Indien een houtopstand waarop het verbod tot vellen van toepassing is, zonder vergunning van het bevoegd gezag is geveld, dan wel op andere wijze teniet is gegaan, kan het bevoegd gezag aan de zakelijk gerechtigde tot de grond waarop zich de houtopstand bevond dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herbeplanten overeenkomstig de door hem te geven aanwijzingen binnen een door hem te stellen termijn.
Indien houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze afdeling van toepassing is in het voortbestaan ernstig worden bedreigd, kunnen Burgemeester en Wethouders aan de zakelijk gerechtigde tot de grond waarop zich de houtopstand bevindt dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen om overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn voorzieningen te treffen, waardoor die bedreiging wordt weggenomen.
Artikel 4:11b Bestrijding van boomziekten
Indien zich op een terrein één of meer bomen bevinden die naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders gevaar opleveren van verspreiding van een boomziekte of voor vermeerdering van de ziekteverspreiders zoals insecten, is de rechthebbende, indien hij daartoe door Burgemeester en Wethouders is aangeschreven, verplicht binnen de bij aanschrijving vast te stellen termijn:
Afdeling 4 Maatregelen tegen ontsiering en stankoverlast
Artikel 4:13 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen enz.
Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, in de openlucht of buiten de weg de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben:
Afdeling 5 Kamperen buiten kampeerterreinen
In deze afdeling wordt onder kampeermiddel verstaan: een onderkomen of voertuig waarvoor geen omgevingsvergunning voor het bouwen in de zin van artikel 2.1, eerste lid onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
Hoofdstuk 5 Andere onderwerpen betreffende de huishouding der gemeente
Artikel 5:9 Parkeren van uitzichtbelemmerende voertuigen
Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter, op de weg te parkeren bij een voor bewoning of ander dagelijks gebruik bestemd gebouw op zodanige wijze dat daardoor het uitzicht van bewoners of gebruikers vanuit dat gebouw op hinderlijke wijze wordt belemmerd of hen anderszins hinder of overlast wordt aangedaan.
Artikel 5:12 Overlast van fiets of bromfiets
Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast, of ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan.
Artikel 5:13 Inzameling van geld of goederen
Onder een inzameling van geld of goederen wordt mede verstaan: het bij het aanbieden van goederen, waartoe ook worden gerekend geschreven of gedrukte stukken, dan wel bij het aanbieden van diensten aanvaarden van geld of goederen, indien daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.
Artikel 5:19 Toestemming rechthebbende
Het is de rechthebbende op een perceel verboden toe te staan dat daarop zonder vergunning van het college standplaats wordt of is ingenomen.
Artikel 5:24 Voorwerpen op, in of boven openbaar water
Het is in verband met de veiligheid op het openbaar water verboden een voorwerp, niet zijnde een vaartuig, op, in of boven openbaar water te plaatsen, aan te brengen of te hebben, indien dit door zijn omvang of vormgeving, constructie of plaats van bevestiging gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van het openbaar water of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering vormt voor het doelmatig beheer en onderhoud van het openbaar water.
Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, de Waterwet, de Vaarwegverordening Gelderland, de Telecommunicatiewet of de daarop gebaseerde Telecommunicatieverordening.
Artikel 5:28 Beschadigen van waterstaatswerken
Het is verboden schade toe te brengen aan of veranderingen aan te brengen in de toestand van bij de gemeente in beheer zijnde openbare wateren, havens, dijken, wallen, kaden, trekpaden, beschoeiingen, oeverbegroeiing, bruggen, zetten, duikers, pompen, waterleidingen, gordingen, aanlegpalen, stootpalen, bakens of sluizen.
Het is verboden een voor het redden van drenkelingen bestemd en daartoe bij het water aangebracht voorwerp te gebruiken voor een ander doel dan wel voor dadelijk gebruik ongeschikt te maken.
Artikel 5:31A Begripsbepalingen
In deze afdeling wordt verstaan onder:
i. motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, onder z, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;
ii. bromfiets: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid onder e, van de Wegenverkeerswet 1994.
Afdeling 7 Crossterreinen en gemotoriseerd en ruiterverkeer in natuurgebieden
Het is verboden op enig terrein, geen weg zijnde, met een motorvoertuig of een bromfiets een wedstrijd dan wel, ter voorbereiding van een wedstrijd, een trainings- of proefrit te houden of te doen houden dan wel daaraan deel te nemen, dan wel een motorvoertuig of een bromfiets met het kennelijke doel daartoe aanwezig te hebben.
Artikel 5:33 Beperking verkeer in natuurgebieden
Afdeling 9 Verstrooiing van as
In deze afdeling wordt verstaan onder incidentele asverstrooiing: het verstrooien van as als bedoeld in de Wet op de lijkbezorging op een door de overledene of nabestaande(n) gewenste plek buiten een permanent daartoe bestemd terrein.
Hoofdstuk 6 Straf-, overgangs- en slotbepalingen
Overtreding van het bij of krachtens de voorgaande artikelen bepaalde, met uitzondering van de artikelen 2.11 en 4.11, en de op grond van artikel 1:4 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
Artikel 6:3 Binnentreden woningen
Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.
Raadsbesluit 2010 registratienummer: 2009-70015
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders
vast te stellen de Bomenlijst op grond van artikel 4:11 APV
BOMENLIJST OP GROND VAN ARTIKEL 4:11 LID 1 ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING EPE 2008
Buiten de komgrens van de Wet natuurbescherming
–Houtwallen, houtsingels en hakhoutbosjes.
Houtopstanden op terreinen met een recreatieve bestemming.
– Overige houtopstanden met een diameter > 20 cm en snelgroeiende soorten met een diameter >30 cm, gemeten op 1,30 m hoogte tenzij deze houtopstanden een zelfstandige eenheid vormen en een grotere oppervlakte beslaan dan 10 are (1.000 m²); of
–Bomen die geplant zijn in het kader van een herplantplicht.
Binnen de komgrens van de Wet natuurbescherming
De gemeentelijke bomenstructuur.
Individuele monumentale, waardevolle en toekomstbomen, gemeentelijk en particulier.
–Bomen die geplant zijn in het kader van een herplantplicht.
lijst met monumentale en waardevolle bomen binnen de komgrens van de Wet natuurbescherming
kaarten met de bomenstructuur en monumentale en waardevolle bomen in Epe, Vaassen, Emst en Oene en bosrijke wijken in Epe en Vaassen binnen de komgrens van de Wet natuurbescherming.
Toelichting op de Bomenlijst op grond van artikel 4:11 lid 1 Algemene Plaatselijke Verordening Epe 2008
Bomenlijst buiten de komgrens van de Wet natuurbescherming’
Voor het gebied buiten de komgrens van de Wet natuurbescherming bestaat de Bomenlijst uit:
–Houtwallen, houtsingels en hakhoutbosjes
Houtwallen en -singels zijn lijnvormige beplantingen met bomen en/of struiken. Ze vormen vaak begrenzingen van percelen of zijn afscheidingen met een andere functie (bijvoorbeeld veekering).
Houtwallen liggen vooral op hogere (zand-)gronden en houtsingels vooral in lagere gebieden, vaak parallel aan sloten. Houtwallen bestaan in de meeste gevallen al decennia lang en hebben een grote landschappelijke en cultuurhistorische waarde.
Hakhoutbosjes zijn bosjes die regelmatig worden afgezet met van oudsher een functie als het leveren van hout voor afrasteringspalen, gereedschappen en brandstof. Bomen in deze bosjes halen vaak de diameter van 20 cm niet maar hebben veel waarde voor het landschap.
Door plaatsing op de Bomenlijst is het kappen van een of meerdere bomen in een houtwal, houtsingel of hakhoutbosje vergunningplichtig, ongeacht de diametergrootte, en kan de gemeente toetsen of kap van individuele bomen geen afbreuk doet aan het voortbestaan van de houtwal.
Houtopstanden op terreinen met een recreatieve bestemming
Houtopstanden op recreatieterreinen werden in het verleden beschermd in het bestemmingsplan. Daarnaast werd in de Wet op de Openluchtrecreatie een randbeplanting voorgeschreven. Dat is tegenwoordig niet meer het geval.
Om de beplanting op de terreinen met een recreatieve bestemming te kunnen reguleren is het kappen van bomen op deze terreinen, ongeacht de diametergrootte, vergunningplichtig. Het gaat hier om terreinen met de bestemming ‘Verblijfsrecreatieve doeleinden’, ‘Dagrecreatieve doeleinden’ en terreinen met de bestemming ‘Recreatiewoning’.
–Overige houtopstanden met een diameter >20 cm en snelgroeiende soorten met een diameter >30 cm
Bomen met een diameter >20 cm en snelgroeiende soorten met een diameter >30 cm, gemeten op 1,30 meter hoogte, kunnen al een grote landschappelijke-, cultuurhistorische-, beeldbepalende- of natuurwaarde hebben. Bij deze categorie bomen is een afweging van de waarde tegen het belang van het kappen van de boom nodig. Bomen met een diameter tot en met 20 cm en snelgroeiende soorten met een diameter tot en met 30 cm, gemeten op 1,30 meter hoogte, kunnen vergunningsvrij worden gekapt. Onder snelgroeiende boomsoorten wordt verstaan: els, berk, populier, wilg, fijnspar en douglas.
Alle bospercelen groter dan 10 are (1.000 m2) vallen onder de Wet natuurbescherming. Voor het vellen van deze beplantingen dient bij de provincie Gelderland een melding te worden ingediend van de voorgenomen velling. Voor deze bomen geldt geen vergunningplicht op grond van de APV’.
–Bomen die geplant zijn in het kader van een herplantplicht.
Bomen die geplant zijn in het kader van een herplantplicht worden opgenomen in de Bomenlijst. Dit geldt voor herplant die wordt opgelegd na vaststelling van de Bomenlijst.
Bomenlijst binnen de komgrens van de Wet natuurbescherming
Voor het gebied binnen de komgrens van de Wet natuurbescherming uit:
–De gemeentelijke bomenstructuur
De gemeentelijke bomenstructuur voor de kernen wordt vastgelegd in het Groenstructuurplan. Voor deze bomen moet voor het kappen een vergunning worden aangevraagd. De toetsing vindt plaats aan de hand van de vastgestelde visie voor de bomenstructuur.
Voor wijken die zijn opgezet in voormalige bosgebieden is het boskarakter kenmerkend. Deze gebieden zijn daarom in het geheel vergunningplichtig. Daarmee kan getoetst worden of het boskarakter door eventuele kap in stand blijft. De wijken worden duidelijk begrensd en met straatnamen aangegeven.
Individuele bomen, gemeentelijk en particulier, die van grote waarde zijn, de monumentale, waardevolle en toekomstbomen.
De bomen binnen de kom die zijn aangewezen als monumentale, waardevolle of toekomstboom worden opgenomen in de Bomenlijst.
–Bomen die geplant zijn in het kader van een herplantplicht.
Bomen die geplant zijn in het kader van een herplantplicht worden opgenomen in de Bomenlijst. Dit geldt voor herplant die wordt opgelegd na vaststelling van de Bomenlijst.
Deze bomenlijst op grond van artikel 4:11 lid 1 Algemene Plaatselijke Verordening Epe 2008 treedt in werking de dag na de bekendmaking.
Burgemeester en wethouders van Epe;
Gelet op het verzoek van RGV Holding BV. inzake het in de plaats treden van de gemeentelijke Algemene Plaatselijke Verordening (APV) voor de Gebiedsverordening van de Gemeenschappelijke Regeling van de Recreatiegemeenschap Veluwe (RGV);
-met het opheffen van de Gemeenschappelijk Regeling (GR) de verordenende bevoegdheid van de RGV Holding is vervallen;
-de gebiedsverordening van de GR niet langer van kracht is en de gemeentelijke APV deze gebiedsverordening vervangt;
-het gewenst is om de hygiëne en zwemwaterkwaliteit van het openbaar zwemwater van de zwemplassen op recreatieterrein Kievitsveld in beheer en eigendom van de RGV Holding BV te beschermen;
Op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening artikel 2.57 onder 1b en artikel 2.58 onder 1c het recreatieterrein Kievitsveld, zoals begrensd op de bij dit besluit behorende kaart, aan te wijzen als plaats waar:
Burgemeester en wethouders van Epe,