Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nijmegen

Verordening procedure overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Nijmegen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNijmegen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening procedure overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Nijmegen
CiteertitelVerordening procedure overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Nijmegen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerpoverleg lokaal onderwijsbeleid

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet op het basisonderwijs; Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs; Wet op het voortgezet onderwijs

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-01-199816-03-2016Onbekend

28-01-1998

Gemeenteblad 1998/017

Raadsvoorstelnummer 19/1998

Tekst van de regeling

Intitulé

VERORDENING PROCEDURE OVERLEG LOKAAL ONDERWIJSBELEID GEMEENTE NIJMEGEN

De Raad van de Gemeente Nijmegen, bijeen in zijn openbare vergadering van 28 januari 1998;

Gelezen het voorstel van Burgemeester en wethouders van 16 december 1997;

Gelet op de bepalingen over het op overeenstemming gericht overleg in de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs;

Besluit:

vast te stellen de volgende:

VERORDENING PROCEDURE OVERLEG LOKAAL ONDERWIJSBELEID GEMEENTE NIJMEGEN

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    schoolbestuur: het bestuur van een volgens de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs bekostigde openbare of bijzondere school, die gelegen is op het grondgebied van de gemeente Nijmegen;

  • b.

    advies: het advies van de Onderwijsraad als bedoeld in de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • c.

    burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen;

  • d.

    de raad: de raad der gemeente Nijmegen

Artikel 2. Functie overleg
  • 1.

    Burgemeester en wethouders voeren overleg met vertegenwoordigers van alle schoolbesturen over de voorbereiding en uitvoering van lokaal onderwijsbeleid.

  • 2.

    In het overleg komen aan de orde:

    • a.

      de onderwerpen waarop het op overeenstemming gericht overleg van toepassing is, als bedoeld in de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs;

    • b.

      overige onderwerpen aangaande het lokaal onderwijsbeleid.

  • 3.

    Op de onderwerpen, als bedoeld in het tweede lid onder b. is artikel 7 niet van toepassing.

Artikel 3. Samenstelling bestuurlijk overleg
  • 1.

    De schoolbesturen kunnen zich laten vertegenwoordigen in het bestuurlijk overleg. Een schoolbestuur wijst daartoe maximaal twee vertegenwoordigers aan.

  • 2.

    Twee of meer schoolbesturen kunnen zich gezamenlijk laten vertegenwoordigen. Zij wijzen daartoe maximaal twee vertegenwoordigers aan.

  • 3.

    De portefeuillehouder onderwijs vertegenwoordigt Burgemeester en wethouders in het bestuurlijk overleg.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen beslissen dat zij met primair en voortgezet onderwijs afzonderlijk bestuurlijk overleg voeren.

Artikel 4. Derden

Derden kunnen, indien de voorzitter van het bestuurlijk overleg of de portefeuillehouder onderwijs dit wenst of tenminste twee vertegenwoordigers van schoolbesturen dat wensen, deelnemen aan een overleg.

Artikel 5. Uitnodiging
  • 1.

    Alvorens burgemeester en wethouders een voorstel aan de raad doen over een onderwerp, zenden zij de voorgenomen inhoud van dit voorstel met een toelichting daarop en de inventarisatie, bedoeld in artikel 6, toe aan alle schoolbesturen.

  • 2.

    De toezending geschiedt onder bekendmaking van de plaats, de datum en het tijdstip waarop het bestuurlijk overleg zal aanvangen. Tussen de datum van de toezending van het voorstel en de datum van het overleg liggen tenminste twee weken.

  • 3.

    De schoolbesturen die niet deelnemen aan het overleg dienen voor de datum van dit overleg hun zienswijzen schriftelijk kenbaar maken aan burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders stellen de deelnemers aan het overleg hiervan in kennis. Het ontbreken van schriftelijke zienswijzen wordt beschouwd als instemming door deze schoolbesturen met de zienswijze van het bestuurlijk overleg.

Artikel 6. Voorbereiding

Burgemeester en wethouders kunnen een voorbereidend overleg tussen vertegenwoordigers van de schoolbesturen en burgemeester en wethouders instellen dat voorafgaat aan het bestuurlijk overleg. Dit voorbereidend overleg wordt afgerond met een inventarisatie van de onderwerpen waarover al dan niet overeenstemming is bereikt. Per onderwerp wordt aangegeven of het gaat om een onderwerp als bedoeld in artikel 2, tweede lid onder a.

Artikel 7. Advies Onderwijsraad
  • 1.

    Indien een of meer schoolbesturen of burgemeester en wethouders een advies van de Onderwijsraad wensen over een onderwerp waarop het op overeenstemming gericht overleg van toepassing is, maken ze dit uiterlijk kenbaar in het overleg waarin het onderwerp in finale zin aan de orde is. Dit gebeurt aan de hand van een schriftelijk gemotiveerde omschrijving van het onderwerp waarover het advies wordt verwacht. Hierbij wordt tevens het verband aangegeven tussen het onderwerp en de vrijheid van richting en de vrijheid van inrichting van het onderwijs.

  • 2.

    Alle vertegenwoordigers krijgen in het overleg de gelegenheid hun zienswijze naar voren te brengen over het verzoek om advies.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders zijn belast met de indiening van een verzoek om advies. Zij doen dit uiterlijk twee weken na afloop van het overleg. Daarbij informeren zij de Onderwijsraad tevens over de in het tweede lid bedoelde zienswijzen.

  • 4.

    De wettelijke termijn voor het uitbrengen van het advies wordt opgeschort met ingang van de dag waarop de Onderwijsraad burgemeester en wethouders uitnodigt het verzoek voor het uitbrengen van het advies aan te vullen met de gegevens die hij nodig heeft voor een goede vervulling van zijn taak, tot de dag waarop het verzoek is aangevuld.

  • 5.

    De raad neemt gedurende de termijn voor het uitbrengen van het advies geen besluit over het onderwerp waarover advies is gevraagd.

  • 6.

    Burgemeester en wethouders zenden zo spoedig mogelijk een afschrift van het uitgebrachte advies toe aan alle schoolbesturen. Indien het geheel of gedeeltelijk opvolgen van het advies zou leiden tot een of meer inhoudelijke bijstellingen van het voorstel over een onderwerp waarover advies is gevraagd, worden de schoolbesturen bij de toezending van het afschrift van het advies uitgenodigd voor nader overleg. In alle andere gevallen beoordelen burgemeester en wethouders of nader overleg over het advies wenselijk is. Zij geven dit aan bij de toezending van het afschrift van het advies.

  • 7.

    Het overleg, als bedoeld in het vorige lid, vindt binnen twee weken plaats nadat het advies is uitgebracht. Burgemeester en wethouders informeren de raad over dit overleg in de vorm van een aanvulling op het verslag als bedoeld in artikel 8.

Artikel 8. Verslaglegging; informeren raad
  • 1.

    Van het bestuurlijk overleg maken burgemeester en wethouders een verslag.

  • 2.

    Het verslag bevat een overzicht van de besproken onderwerpen, waarbij per onderwerp wordt aangegeven:

    • a.

      of het bepaalde in artikel 2, tweede lid, onder a of b van toepassing is;

    • b.

      of volledige, geen volledige of geen overeenstemming is bereikt;

    • c.

      de in het overleg door de deelnemers naar voren gebrachte zienswijzen en - indien van toepassing - de zienswijzen als bedoeld in artikel 5, derde lid;

    • d.

      de door de portefeuillehouder onderwijs in het overleg toegezegde wijzigingen in het oorspronkelijke voorstel.

  • 3.

    Het bestuurlijk overleg stelt het verslag vast. In afwijking hiervan kunnen burgemeester en wethouders spoedheidshalve het verslag ter commentaar toezenden aan de schoolbesturen. Binnen 10 dagen na de dag waarop het concept-verslag is toegezonden, maken de schoolbesturen die deel hebben genomen aan het overleg schriftelijk hun opmerkingen over het concept kenbaar. Burgemeester en wethouders stellen het verslag vast met inachtneming van de opmerkingen.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders brengen het verslag gelijktijdig met het voorstel over het onderwerp ter kennis van de raad. Voor zover burgemeester en wethouders afwijken van de tijdens het overleg naar voren gebrachte zienswijzen, wordt dit gemeld in het voorstel aan de raad. Daarbij geven zij de redenen aan voor het niet of niet geheel overnemen van deze zienswijzen.

Artikel 9. Heropening overleg
  • 1.

    Indien uit het oordeel van de betrokken raadscommissie over het voorgenomen voorstel aan de raad over een onderwerp blijkt dat de meerderheid van de raadscommissie of een deel van de raadscommissie dat volgens burgemeester en wethouders geacht wordt een meerderheid in de raad te vertegenwoordigen, van oordeel is dat het voorstel inhoudelijk bijstelling behoeft, dan kan een heropening van het overleg plaatsvinden. Burgemeester en wethouders beslissen daarover. Zij heropenen het overleg in ieder geval indien de inhoudelijke bijstelling betrekking heeft op een onderwerp als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder a, waarover overeenstemming in het overlegorgaan was bereikt.

  • 2.

    Indien burgemeester en wethouders het overleg heropenen, dan roepen zij het bestuurlijk overleg zo spoedig mogelijk bijeen, doch uiterlijk vóór het moment waarop de raad een definitief besluit neemt over het onderwerp. In dit overleg hebben de vertegenwoordigers de gelegenheid om hun zienswijze te geven op het oordeel van de raadscommissie. Burgemeester en wethouders informeren de raad over het resultaat van dit overleg in de vorm van een aanvulling op het verslag als bedoeld in artikel 8. De raad betrekt de in dit aanvullend verslag neergelegde zienswijzen bij zijn definitieve besluitvorming over het onderwerp.

Artikel 10. Regionaal overleg

Burgemeester en wethouders kunnnen over de voorbereiding en uitvoering van regionaal onderwijsbeleid overleg voeren met vertegenwoordigers van de gemeenten en schoolbesturen in de regio. Indien de deelnemers aan dit overleg dat wensen dragen burgemeester en wethouders er zorg voor dat voor dit overleg een reglement wordt opgesteld dat zoveel mogelijk overeenstemt met de bepalingen van deze verordening.

Artikel 11. Beslissing burgemeester en wethouders in gevallen waarin de verordening niet voorziet

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders, gehoord de vertegenwoordigers van de schoolbesturen in het overleg.

Artikel 12. Citeertitel - inwerkingtreding
  • 1.

    De verordening kan worden aangehaald als: Verordening procedure overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Nijmegen.

  • 2.

    Deze verordening treedt, onder gelijktijdige intrekking van de verordening procedure vaststelling of wijziging verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Nijmegen, in werking op de dag na de bekendmaking.

De Voorzitter, mr. E.M. d'Hondt

De Secretaris, W. Smids